Voorwoord
In 1990 waren we op een rondtrek vakantie door het westen
van de Verenigde Staten. Chino, een voorstad van Los Angeles,
stond op het programma. Het plaatselijke vliegveld is
wereldwijd beroemd om haar grote verscheidenheid aan
vliegwaardige maar ook unieke static vliegtuigen uit de Tweede
Wereldoorlog. Ik viel met mijn neus in de boter, een B-25
Mitchell dreunde haar motoren warm, een P-51D, met een
gelukkige passagier achter de piloot, die een proefvlucht ging
ondernemen. Het was niet de enige P-51 daar, op de
'flightline' stonden zeker nog een stuk of zes in alle staten
van restauratie. In een hangaar werd gewerkt aan een P-38. Ik
was in een snoepwinkel en wist geen keuze te maken.
De B-17G van David Tallichet als
'Memphis Belle', in 1990
Ergens
achterin, op de tarmac, herkende ik een enorm kielvlak. Het
was de B-17G van David Tallichet en ze was nog steeds in de
uitmonstering die ze droeg in het episch drama waar ze
prominent in had gefigureerd, 'Memphis Belle'. Ik was zo
geobsedeerd door de bommenwerper, dat ik er maar één foto van
nam. Hieronder volgt het verhaal van de oorspronkelijke
documentaire en de speelfilm die daar uit voort kwam.
1942, William Wyler
en de USAAF
Regiseur William Wyler was bezig aan de speelfilm 'Mrs
Miniver' toen de Verenigde Staten in de Tweede Wereldoorlog
werden betrokken op 7 december 1941. De US Army Picture
Service die verantwoordelijk was voor instructie-en
propagandafilms trok Wyler aan om een instructiefilm te maken.
Wyler werd via vrienden geïntroduceerd bij de staf van de
USAAF. Hier bracht hij zijn idee naar voren een film te
schieten bij een operationele eenheid die als instructie zou
kunnen dienen. De USAAF wilde graag een positief beeld
uitstralen, ook naar andere eenheden binnen de krijgsmacht,
zoals de Marine die weinig moesten hebben van de Army Air
Force.
William Wyler in het midden, poseeert voor 'Bad Penny' van 91st Bomb
Group
(L), Cavo Chin, Brits oorlogscorrespondent, (R), William Clothier, cameraman, en op de positie van de stuurboord schutter, cameraman William Skall
In de herfst van 1942 werd Wyler tot majoor gepromoveerd en
vertrok naar Engeland waar hij een opleiding volgde tot
boordschutter. Vanaf Bassingbourn werden verschillende missies
gevlogen met de 91st Bomber Group. Tijdens één van deze film-missies werd in april 1943 B-24 Liberator, 41-23983, 'Ball of Fire Junior' van het 328th Bomb Squadron, 93rd Bomb Group boven Frankrijk neergeschoten waarbij ook een cameraman van Wylers team, 1st Lt. Harold J. Tannenbaum om het leven kwam.
'Memphis Belle' dendert over het landschap van
Engeland
In mei 1943 werd duidelijk dat er enkele B-17's en haar bemanningen de 25ste missie zouden bereiken. Eén van deze toestellen, 'Memphis Belle', een B-17F, 41-24485, 'DF-A'
van het 324th Bomb Squadron was daar één van. Het leek Wyler een goed idee om het feit van het bereiken van de 25ste missie in de film te verwerken en hij bracht dit onder de aandacht bij Generaal-majoor Ira Eaker. Deze zag ook de promotionele waarde ervan in en zo werd de film geconcentreerd rond de 'Memphis Belle'. Wyler zou van de vijf missies die hij meevloog, er twee maken met de 'Memphis Belle' (inclusief de laatste missie van 'Belle'). De naam van 'Memphis Belle' was ingegeven door het meisje, Margaret Polk, van de toen 24 jarige Capt. Robert K. Morgan (waar hij trouwens niet mee zou trouwen).
William Wyler aan
boord van 'Bad Penny', 91st Bomb
Group.
Er zijn verschillende versies in omloop welke missies 'Memphis Belle' en de bemanning onder commando van Captain Robert K. Morgan precies gevlogen heeft (in het staatje hieronder staan zelfs 31 daadwerkelijke missies over vijandelijk gebied). In sommige bronnen is er twijfel over de missie naar Rommily-Sur-Seine, Frankrijk, op 20 december 1942, met als doel een opslagplaats Lufwaffe. Maar een verslag van gezagvoerder Morgan bewijst dat ze werkelijk naar Rommily-Sur-Seine zijn geweest,... 'We (324th Bomb Squadron) hit the hangars and the depots. We wrecked 100 German fighter planes on the ground, and we hit a German officers’ mess at lunchtime. We heard later that we also blew up a cellar full of cognac.' Het dagboek van navigator Charles Leighton gaf extra details: 'On the way we flew over Romilly. We flew over Rouen, where we were attacked by about 25 German fighters. They were coming at the nose so I got off a lot of shots. Bob said ‘I got one,’ but I was firing so fast I didn’t have time to notice. I shot over 700 rounds. I saw two B-17s go down in front of us. When they fire at you head-on, it looks as if the whole plane is exploding.'
In onderstaande lijst zijn dus 31 missies te zien in plaats van 25. Dit heeft te maken met het feit dat de vaste bemanning van 'Memphis Belle' onder commando van Capt. Robert Morgan vier missies in andere B-17's hadden gevlogen, deze hadden eerder de 25 missie status bereikt, dan 'Memphis Belle', die maakte haar 25ste vlucht, met een andere bemanning, naar Kiel op 19 mei 1943.
Capt. Robert Morgan met rechts een fotootje van Margaret Polk op het instrumentenpaneel
(screen-shots uit de film 'Memphis Belle - A Story of a Flying Fortress'
van William Wyler)
De missies gevlogen door ‘Memphis Belle’ en de bemanning van Capt. Robert K. Morgan:
(In blauw aangegeven de missies van Capt. Morgan en bemanning in andere B-17's)
1 - Brest, Frankrijk, 7 november 1942, doel: duikbootbasis
2 - St. Nazaire, Frankrijk, 9 november 1942, doel: duikbootbasis
3 - St. Nazaire, Frankrijk, 17 november 1942, doel: duikbootbasis
4 - Lille, Frankrijk, 6 december 1942, doel: rangeergebied spoorwegen
5 - Rommily-Sur-Seine, Frankrijk, 20 december 1942, doel: opslagplaats Lufwaffe
6 - Lorient, Frankrijk, 30 december 1942, doel: duikbootbasis (1ste piloot: Lt. James A. Verinis)
7 - St. Nazaire, Frankrijk, 3 januari 1943, doel: duikbootbasis
8 - Lille, Frankrijk, 13 januari 1943, doel: rangeergebied spoorwegen
9 - Lorient, Frankrijk, 23 januari 1943, doel: duikbootbasis
De schade aan het staartvlak van 'Memphis Belle' wordt bekeken,...
10 - Emden, Duitsland, 4 februari 1943, doel: havengebied in B-17 DF-H 41-24515, 'Jersey Bounce' 11 - Hamm, Duitsland, 14 februari 1943, doel: rangeergebied spoorwegen
12 - St. Nazaire, Frankrijk, 16 februari 1943, doel: duikbootbasis
13 - Wilhelmshaven, Duitsland, 26 februari 1943, doel: Havengebied in B-17 41-24515
14 - Brest, Frankrijk, 27 februari 1943, doel: duikbootbasis
15 - Lorient, Frankrijk, 6 maart 1943, doel: duikbootbasis
16 - Rouen, Frankrijk, 12 maart 1943, doel: rangeergebied spoorwegen
17 - Abbeville, Frankrijk, 13 maart 1943, doel: Duitse troepen concentraties
18 - Wilhelmshaven, Duitsland, 22 maart 1943, doel: marine haven
20 - Rouen, Frankrijk, 28 maart 1943, doel: rangeergebied spoorwegen
21 - Rotterdam, Nederland, 31 maart 1943, doel: havengebied
22 - Antwerpen, België, 5 april 1943, doel: havengebied in B-17 41-24480, 'Bad Penny'
23 - Lorient, Frankrijk, 16 april 1943, doel: duikbootbasis
24 - Bremen, Duitsland, 17 april 1943, doel: Focke-Wulf vliegtuigfabriek
25 - St. Nazaire, Frankrijk, 1 mei 1943, doel: duikbootbasis
26 - Antwerpen, België, 4 mei 1943, doel: havengebied in B-17 41-24527, 'The Great Speckled Bird'
27 - Meaulte, Frankrijk, 13 mei 1943, doel: (1ste piloot Lt. C.L. Anderson)
28 - Kiel, Duitsland, 14 mei 1943, doel: havengebied (1ste piloot Lt. John H. Miller)
29 - Wilhelmshaven, Duitsland, 15 mei 1943, doel: marine haven
30 - Lorient, Frankrijk, 17 mei 1943, doel: duikbootbasis
31 - Kiel, Duitsland, 19 mei 1943, doel: havengebied (1ste piloot Lt. C.L. Anderson)
32 – Verenigde Staten War-Bond Tour
17 mei 1943, een uitgelaten bemanning van 'Memphis Belle' na hun laatste missie
In Amerika werd zes maanden gewerkt om de 15 uur aan ruwe film tot een
verhaal te smeden. Deze vertraging hield in dat de film pas in
april 1944 gereed was. De 38 minuten durende kleurenfilm 'Memphis Belle -
A Story of a Flying Fortress' was één van de best geschoten semi-documentaires uit de Tweede
Wereldoorlog, zeker aangaande de Amerikaanse luchtoorlog, de
allerbeste.
En er wordt door crewchief Joseph M. Giambrone
wederom een succesvolle missie opgetekend
(voor de film werd hier een '26ste' missie opgetekend, die weer werd verwijderd na de opname)
'Memphis Belle' en haar bemanning onder leiding van Captain
Robert K. Morgan maakten hun 25ste missie in mei 1943, maar het
was niet de eerste B-17F die de 25ste missie maakte, die eer
viel te beurt aan 'Hell's Angels' enkele dagen eerder, op 14 mei 1943. Rond deze datum
waren er nog negen toestellen die dit feit wisten te
bewerkstelligen.
'Memphis Belle' op de terugvlucht naar de Verenigde Staten
Na de 25ste vlucht werd besloten om met de 'Memphis Belle' een zogenaamde War-Bond Tour te maken door de Verenigde Staten, welke 76 dagen in beslag zou nemen. Op 9 juni 1943 werd begonnen aan de oversteek naar de Verenigde Staten. De eerste stop van de tour was op 16 juni 1943 in Washington DC. Door de publiciteit rond 'Memphis Belle' werd besloten dit toestel te bewaren voor het nageslacht en was tot 2005 te bewonderen op Mud Island, Memphis.
De bemanning voor
de 'Memphis Belle' tijdens de War-Bond Tour
Van links naar rechts; TSgt. Harold Loch (top turret gunner/engineer), SSg.t Cecil Scott (ball turret gunner), TSgt. Robert Hanson (radio operator), Capt. James Verinis (co-pilot), Capt. Robert Morgan (pilot), Capt. Charles Leighton (navigator), SSgt. John Quinlan (tail gunner), SSgt. Casimer Nastal (waist gunner), Capt. Vincent Evans (bombardier), and SSgt. Clarence Winchell (waist gunner)
Tijdens de War-Bond Tour door Amerika werden veel foto's gemaakt.
Hieronder een kleine selectie,...
De cockpit van 'Memphis Belle' tijdens de War-Bond Tour
(let op het fotootje van Margaret Polk, de 'Belle' van Memphis)
Burgemeester Walter ‘Clift’ Chandler van Memphis
met naast hem Margaret Polk
Robert Morgan wijst Margaret Polk op de acht neergeschoten Duitse jagers
(De relatie tussen Morgan en Polk eindigde tijdens de War-Bond Tour)
Ball-turret schutter Cecil Scott bij zijn kantoor onder de
'Memphis Belle'
Voorgrond, S/Sgt Casimer A Nastal met achter hem S/Sgt Clarence E Winchell (een geposeerde foto genomen op 7 juni 1943)
Tijdens de War-Bond Tour werd één bemanningslid gemist, Emerson Scott Miller. Deze schutter achter in de romp, had 'slechts' 16 missies gevlogen toen de bemanning van 'Memphis Belle' hun 25ste had gevlogen. Oorspronkelijk was Miller uit de Verenigde Staten overgekomen als technicus die het autopilot systeem van de B-17's onderhield. Maar Miller wilde meer bijdragen en werd vrijwilliger om missies te vliegen. Morgan had graag Miller meegenomen, maar deze kwam 10 missies te kort dus kwam S/Sgt Casimer A Nastal mee tijdens de tour. Miller maakte zijn 25ste missie op 4 juli 1943, maar er waren geen toespraken, persconferencies en ontmoetingen met beroemde personen voor hem weggelegd. Maar zijn inzet is niet vergeten, in het National Museum of the U.S. Air Force is zijn nalatenschap in de tentoonstelling nabij de 'Memphis Belle' te vinden.
Captain James Verinis met de mascotte 'Stuka' (Bassingbourne, 9 juni 1943)
Wie wel mee mocht op de War-Bond Tour was de Schotse terrier 'Stuka'. Co-piloot van Morgan, Capt. James A. Verinis, vond het dier in een dierenwinkel in Engeland en woonde vervolgens met Verinis op de USAAF basis Bassingbourn. Stuka was geliefd bij allen op en rond de basis en werd dan ook de mascotte van 'Memphis Belle', en ondanks dat het hondje geen enkele missie had gevlogen ging het vrolijk mee op de tour door de Verenigde Staten.
De bemanning van 'Belle', let op de illustratie op de wieldop (foto genomen op 20 juni 1943 in Laredo, Texas)
Een uitzinnige menigte zet hun handtekening op 'Memphis Belle'
Produkt promotie bij de 'Memphis Belle'
S/Sgt John P. Quinlan toont zijn geluks hoefijzer, en de score tegen Duitse jagers
De achterzijde van 'Belle' kreeg steeds meer handtekeningen
(onder de ster de officiele graffiti van de 8th USAAF Film Unit)
7 juli 1943, Ohio, Stuka vastgebonden aan het luik dat zijn naam draagt
De burgemeester van Memphis, Walter Chandler zette zich in om de bommenwerper voor de stad te bewaren. De B-17 kon uiteindelijk voor 350 dollar worden aangekocht (omgerekend zo'n 5000 dollar in 2021). In juli 1946 werd 'Memphis Belle' naar Memphis gevlogen en tijdelijk opgeslagen. In 1949 werd het toestel gereed gemaakt om tentoongesteld te worden als monument. Helaas, tijdens het opknappen werd er al enorm gestolen uit het toestel. Dat werd in de jaren die volgden alleen maar erger. Alles wat maar los geschroefd kon worden werd gestolen, uiteindelijk was het binnenste van de romp totaal leeggeplukt. Ook door het weer ging de beroemde bommenwerper snel achteruit.
17 juli 1946, burgemeester van Memphis, Walter Chandler verwelkomt 'Memphis Belle' (met haar tijdelijke nieuwe bemanning)
In 1987 werd 'Memphis Belle' verplaatst naar Mud Island in de Mississippi in een nieuw paviljoen. Helaas, omdat het een openen structuur had, met slechts een dak van stof, viel het ten prooi aan nestelende duiven. Gedurende 2003 werd de bommenwerper in onderdelen overgebracht
naar het Naval Air Station Memphis in Millington, Tennessee om gerestaureerd te worden.
Maar de Memphis Belle Memorial Association, Inc. (MBMA) zag geen kans om de nodige financiele middelen bijelkaar te krijgen, en zodoende kwam 'Memphis Belle' in het bezit van National Museum of the U.S. Air Force.
'Memphis Belle' onder restauratie in Dayton, Ohio
Klik voor 'copyright-disclaimer'
In oktober 2005 werd 'Memphis Belle' overgebracht naar de restauratieafdeling van de National Museum of the U.S. Air Force,
op de basis Wright-Patterson nabij Dayton, Ohio. Voorzichtig werd het toestel daar geheel onderhanden genomen.
Hierbij moest de originele Nose-Art bewaard gebleven worden (Captain Morgan had zelf ooit de 'Pin-Up' uitgekozen uit het blad Esquire). In 2014 hoopte het museum de B-17 weer in volle glorie in een nieuw op te zetten tentoonstelling, de World War II Gallery, te plaatsen. Maar het werd iets later, het werd mei 2018 voor het publiek zich weer kon vergapen aan deze veteraan.
De 'Memphis Belle' fraai gerestaureerd
Klik voor 'copyright-disclaimer'
Wyler bleef zijn verdere leven trots op 'Memphis Belle',
ook al maakte hij nog meer gedenkwaardige films. Na 'Memphis
Belle' maakte hij 'The Best Years of Our Lives', en in 1959
zijn beroemdste, 'Ben Hur', die elf Oscars zou ontvangen.
Op 12 november 2020 werd een totaal gerestaureerde film van de oorspronkelijke 'Memphis Belle - A Story of a Flying Fortress' voor het eerst getoond in het National Archives Museum, Washington, in aanwezigheid van onder andere Catherine Wyler, de dochter van William Wyler. Op de volgende pagina, meer over de Catherine Wyler en haar project,... een speelfilm over 'Memphis Belle',...
KLIK HIERONDER op 'Memphis Belle'
voor het vervolg; De Speelfilm
|