REPUBLIC P-47
THUNDERBOLT
Het vervolg van De Vette Jager

De P-47D krijgt een 'druppel' cockpitkap

De Britten ontvingen ook een groot aantal P-47D’s (590 stuks). Tijdens gevechten was gebleken dat er een blinde hoek van 20º in de cockpitkap zat. In juli 1943 werd de rug verlaagd van een P-47D en voorzien van een Hawker Typhoon ‘druppel’ cockpitkap. Deze XP-47K werd getest en de cockpitkap werd gebruikt in de nieuwe serie te bouwen ‘D’s’, de P-47D-25-RE.

P-47D-25-RE's van het 104th Fighter Squadron, National Guard, Maryland (1946)

De verbeterde P-47D’s waren ondertussen 7938 kg zwaar (tegen het gewicht van 5482 kg van de P-47B). Maar dankzij de opgevoerde motor en onbeschilderde romp leden de prestaties er niet onder. Dankzij bredere propellerbladen nam de klimsnelheid zelfs met 122 m/min toe. De richtingstabiliteit leed enig verlies door de nieuwe kap, dit werd opgelost met de P-47D-27-RE, die een vergroot kielvlak kreeg met een lage vin.

De cockpit van een P-47D

Na een missie, als de Thunderbolts naar huis vlogen, werd met de overgebleven munitie gronddoelen bestookt. Steeds vaker nam de P-51 de escorte over voor de Amerikaanse bommenwerpers, en kon de P-47 zich meer gaan richten op gronddoelen waar ze uitermate geschikt voor bleek. De P-47D-35-RA variant werd uitgerust met lanceerrails voor vijf 12,7cm raketten onder iedere vleugel.

De XP-47H, 42-23298, één van de twee testplatforms voor de
Chrysler vloeistof gekoelde motor (de andere was de 42-23297)

Er werden twee P-47D-15-RE’s gereserveerd om als testplatform te dienen voor vloeistof gekoelde Chrysler XIV-2200-1 motoren. Deze motor bestond uit vier omgekeerde V-twins in een voorste en een achterste eenheid van in totaal 16 cilinders. Deze eenheid had een vermogen van 2500 pk en gaf de XP-47H een snelheid van 789 km per uur. Maar er volgende geen verdere productie.

XP-47H, 42-23297
(Illustratie: Bob Boyd)

De snelste Thunderbolt, de XP-47J, die getest werd, onderging hetzelfde lot als de XP-47H, deze werd niet verder ontwikkeld. Deze machine bezat een R-2800-61 motor met een extra inlaat voor de CH-5 turboaanjager. De 2100 pk sterke motor behaalde in augustus 1944 een snelheid van 811 km/u. Het toestel onderscheidde zich van de andere modellen door een ronde motorbeplating in plaats van de omgekeerde ei-vorm. Een inlaat was onder de motor geplaatst die iets naar achteren lag. Verder was het toestel met 6 in plaats van de 8 machinegeweren uitgerust om gewicht te besparen.

De XP-47J, 43-46952, de snelste Thunderbolt, met 811 km/u!

Door de dreiging van de V-1 raket en straalvliegtuigen werd een ‘sprint’ P-47 ontwikkeld, de YP-47M. Uitgerust met de 2800 pk sterke R2800-57(C) motor met een CH-5 turboaanjager werd een snelheid behaald van 756 km/u. Van de P-47M werden 133 geproduceerd. Deze variant werden voornamelijk ingezet in Franrijk na D-Day.

P-47M, 44-21237 'Marion, North Dakota Kid', (LM-C)
1st Lt. Walter Sharbo, 62nd Fighter Squadron, 56th Fighter Group, 8th Air Force

De P-47 was nu zo sterk dat het meer dan de helft van de bommen kon dragen van een viermotorige B-17 Flying Fortress! Tijdens de eerste vijf maanden van 1945 gooiden de Thunderbolts 541 ton aan bommen per dag. Vanaf D-Day tot het einde van de oorlog in Europa, werden 86.000 spoorwagons, 9000 locomotieven. 68.000 motorvoertuigen en 6000 pantservoertuigen vernietigd.

Drie P-47N-5-RE's, 'factory-fresh' in de zon geschoten

De laatste versie was de P-47N. Dit was een P-47M met vergrote vleugels waar extra brandstof in vervoerd kon worden waarmee het bereik 3540 km werd. Dit toestel was ideaal voor de Stille Oceaan als operatiegebied. De vleugeltips waren recht afgesneden waardoor een betere roll-manoeuvre kon worden gemaakt. Er werd een versterkt landinggestel aangebracht om het gewicht van 9616 kg te kunnen dragen. De R-2800-77 motor produceerde 2800 pk, goed voor 740 km/u. het bleek een goede escorte jager voor de B-29 Superfortresses die vanaf Saipan naar japan vlogen. Er werden 1816 P-47N’s geproduceerd.

Het prototype van de XP-47N, 227387, als testplatform voor schietstoel proeven

In totaal zouden de Thunderbolts 120.000 ton aan bommen gooien, 135 miljoen .50 patronen en 60.000 raketten verschieten. Tijdens 1.934.000 operationele vlieguren werd 774.129.000 liter brandstof verbrandt. Tijdens luchtgevechten werden 3752 Duitse toestellen vernietigd en 3315 op de grond,… vliegtuigen die de Duitsers nooit zo snel konden vervangen.

Een P-47 beschiet een watertoren in Frankrijk
('geschoten' met de guncamera van een andere Thunderbolt)

Frank Gallion, een onfortuinlijke
Thunderbolt piloot

Onderstaand verslag betreft één van de vele Thunderbolt piloten die het leven lieten. Zij streden ver van huis, stierven ver van huis en verdwenen ver van huis. Frank Gallion zijn naam stond ook jaren lang aangegeven op de 'vermisten' muur van de Amerikaanse begraafplaats te Margraten. Tot bij toeval zijn P-47D werd gevonden in het IJsselmeer, en hij na 52 jaar eindelijk terug naar huis kon.

Frank D. Gallion, en links in opleiding, rechts in een P-47 Thunderbolt

Op 3 november 1943 vloog Flt.Off. Frank D. Gallion, van de 334th Fighter Squadron, de 4th Fighter Group, met elf anderen uit zijn squadron een escorte voor B-17 bommenwerpers onderweg naar Wilhelmshaven. Nabij Kijkduin werd de Nederlandse kust bereikt. Over Noord-Holland, ter hoogte van Hippolyteshoef kwam het tot een luchtgevecht met acht Duitse Messerschmitt Bf 109 jagers, van Jagdgeschwader 3, die van Schiphol waren opgestegen. De eerste Thunderbolt die neergeschoten werd was de P-47C 41-6587, 'QP-M', welke crashte bij Vatrop waarbij de 20 jarige piloot, Ivan Moon om het leven kwam.

P-47D, 42-7924 (QP-F), 'MIKE III'

Een andere Bf 109 wist de P-47D-1-RE 42-7924, 'QP-F' van Frank Gallion, te raken met zijn boordwapens. Voor deze onfortuinlijke dag was gekozen om Gallion in de Thunderbolt van Winslow 'Mike' Sobanski te laten vliegen (het toestel droeg de naam 'MIKEIII'). Zonder tegenvuur te kunnen geven dook de Thunderbolt richting het IJsselmeer. De hoogtemeter van Gallion zijn toestel kon de duiksnelheid niet verwerken en sloeg vast op ‘175 meter down’, toen het vliegtuig tegen het water knalde, even ten zuiden van Den Oever, ten oosten van de Wieringermeer, waarbij de 28 jarige Gallion om het leven kwam.

Het wrak van 42-7924 bij het Nieuwe Land Poldermuseum

Op 21 oktober 1994 voerde de ‘Elise’ in opdracht van Rijkswaterstaat lodingswerkzaamheden uit. Schipper Harm Pasterkamp hoorde plotseling dat de ‘Elise’ ergens tegen aanliep. Hij trok daarop zijn duikerspak aan en ging het water in. De schroef bleek geraakt door een stuk ijzer. Toen Pasterkamp met het stuk ijzer boven water kwam, bleek dit een stuk van een machinegeweer te zijn. Ook werd een stuk van een vleugel geborgen.

Uit het Noord-Hollands dagblad van 11-02-1995

Vrijdagmorgen 10 februari 1995 daalden duikers van de Koninklijke Marine af om de Thunderbolt van Gallion vast te ketenen aan de kranen van het bergingschip A 854. Langzaam kwam het toestel los uit het zand. De kranen konden het niet aan, en alarmbellen klonken. De duikers spoten met water de modder en zand uit het vliegtuig. Het nu lichtere wrak werd daarop geborgen. De .50 Browning machinegeweren waren in de weken ervoor al geborgen, maar er kwam nog flink wat munitie uit het wrak te voorschijn, 1200 patronen voor de machinegeweren. Hieronder is afgebeeld hoe de patroonbanden van .50 machinegeweer munitie wordt aangebracht in een P-47 Thunderbolt.

Grondpersoneel plaatst .50 machinegeweer munitie in een P-47 Thunderbolt

Bommen werden niet gevonden. Er zou een kleine kans geweest zijn dat de Thunderbolt twee 500 ponders onder de vleugels hebben kunnen hebben gehad, maar vanwege de missie, een escorte, werden deze niet gevonden. Wat ook niet gevonden werd, was de motor. Ondanks dat een 600 vierkant meter werd doorzocht bleef deze onvindbaar.
Edwin Hoogschagen weet mij in 2021 te vertellen: 'Mijn opa en oom hebben het luchtgevecht gezien en Gallion zien neerstorten. Het toestel dwarrelde als een vallend blad naar beneden. De motor kwam neer in een akker naast dat van mijn opa.' Als dit zo is, dan zou de motor al los gekomen zijn tijdens het uiteen vallen in de lucht, want het toestel van Gallion kwam nog redelijk ver van het vaste land in het IJsselmeer terecht.
De marinemensen borgen wel enkele menselijke resten, laarzen, een stuk pilotenjack, een Zippo aansteker en een horloge dat op kwart over zes staat (het heeft waarschijnlijk nog een tijdje gelopen, want de Thunderbolt was exact om 13.00 uur neergestort). Het naamplaatje bevestigde dat het Frank D. Gallion was. De vermiste vlieger die gestorven was voor onze vrijheid was niet langer vermist. Helaas heeft zijn vrouw Phyllis het niet meer mogen meemaken, zij bleef op hem wachten, tot ze in 1993 overleed.

Het verstilde voetenstuur van de P-47D

De stoffelijke resten van Frank Gallion werden naar Hawaï overgebracht voor identificatie, om vervolgens naar huis terug te keren in Millersbuy, Ohio, waar hij werd begraven.

Tussen 12 april en 30 november 1995 was het wrak van Frank Gallion zijn Thunderbolt, samen met verschillende andere geborgen stukken vliegtuig uit het IJsselmeer tentoongesteld op het terrein van het Nieuwe Land Poldermuseum te Lelystad in het kader van de tentoonstelling ‘Noodlot’ (De Rol van het IJsselmeer Tijdens de Tweede Wereldoorlog). Aangezien de oorspronkelijke motor niet gevonden was, werd er een soortgelijkende radiaalmotor bij gezet.

Het wrak van 42-7924 bij het Nieuwe Land Poldermuseum

Na de tentoonstelling bij Lelystad, zat men bepaald met het wrak in de maag, wat er mee te doen? Besloten werd het van de hand doen. Het wrak van 42-7924 verdween naar Duitsland, naar het Motor Technica Museum in Bad Oeynhausen. Maar in de jaren erna kwam het museum in zwaar weer, en de collectie zou van de hand zijn gedaan, waarbij de laatste delen in 2016 werden verwijderd, en het museum permanent gesloten werd. Na een speurtochtje kon Edwin Hoogschagen mij vertellen dat het wrak van de Thunderbolt, waarin Frank Gallion omgekomen was, geheel verpulverd zou zijn geraakt, omdat het niet geconserveerd was.

Onderstaande gegevens hebben betrekking op de P-47D Thunderbolt.

Fabrikant Republic
Ontwerper Alex Kartveli
Gebruik jager/jachtbommenwerper
Motor Pratt & Whitney R-2800-59W Double Wasp
Vermogen 2535 pk
Spanwijdte 12,42 m
Lengte 11,02 m
Hoogte 4,47 m
Vleugeloppervlakte 27,87 m²
Klimvermogen 967 m/min.
Gewicht leeg 4513 kg Geladen 7938 kg
Snelheid max. 697 km/u
Plafond 12.495 m
Bereik met afwerpbare brandstoftanks; 3060 km
Bewapening 8 x .50 inch Browning machinegeweren + externe last van 1134 kg oa. bommen, 8/10 raketten, napalm
Bemanning 1
Eerste vlucht XP-47B; 6 mei 1941
Aantal gebouwd 15.663 (alle varianten)

Twee Thunderbolts, een P-47D (44-90368) en een A/OA-10A van de 23th FW
(De 'FT' staartcode staat voor 'Flying Tigers')

BRONNEN

Klik hieronder om naar de homepage te gaan

OF GA TERUG