Naast elkaar in de Hunter
Op 8 juli 1955 maakte het prototype P.1101 (productie aanduiding; T.7, bij de Royal Navy als de T.8) haar eerste vlucht.
Dit toestel was een tweezitter voor trainingen. De beide piloten zaten naast elkaar.
Op voorhand, voor de prototypes, XJ615 (ex-Mk.4) en XJ627 (ex-Mk.6) vlogen, bestelde
de RAF reeds 65 toestellen (uiteindelijk 57). Nederland had ook belangstelling en bestelde
gelijk 10 stuks (die rechtsreeks uit de order voor de RAF werden doorgesluisd) en er werden
nog 10 extra besteld bij Hawker (de Belgen namen geen T.7 trainers af).
Gezellig naast elkaar in de T.Mk.7,...
De T.7 werd hoofdzakelijk
opgebouwd uit overtollige Mk.4's met 'Avon' 121A en 122 motoren. Toen bleek dat de Hunter T.7
lastig uit een vrille was te halen werd het toestel uitgerust met een zogenaamde vrille-parachute.
Na intensieve proeven door Bill Bedford op Farnborough bleek dit een zeer afdoende methode.
Tevens kon deze parachute als remparachute gebruikt worden om de T.7 af te remmen na de landing.
Er werden trouwens maar weinig eenzit versies uitgerust met een remparachute, de Zwitserse eenzits
Mk.58 Hunter was daar de uitzondering op. Ook een aangepaste RAF versie van de Mk.6, de FGA9, ontwikkeld
voor het Verre Oosten, met betere cockpitventilatie en grotere zuurstofcapaciteit, werden
voorzien van remparachutes voor de over het algemeen kortere landingsbanen.
Deze Hawker Hunter T.7 trainer is bewaard gebleven (opslag NMM in Soesterberg)
(Foto: Fred Willemsen, AirHistory.net)
Namen de Belgen geen T.7's af, Denemarken nam er twee, die als
T.53 bekend stonden en hadden de vroege Mk.4 vleugel (zonder 'zaagtand'). India was een grote afnemer met 26
trainers die te boek stonden als 'T.66', en
5 stuks van de 'T.66E'. Ook de Royal Navy nam in eerste indtantie 10 T.7's af welke werden aangepast met een vanghaak
zodat er deklandingen op de marinebasis mee geoefend konden worden. Deze kregen de aanduiding T.Mk.8. Er kwamen
vervolg opdrachten van de Royal Navy voor 27 extra T.8 trainers die uit Mk.4 werden omgebouwd.
De cockpit van een T.7 met de dubbele besturing
Zoals aangegeven was de Hunter een goed export succes. Een andere grote afnemer van de Hunter
was Zwitserland met 160 stuks, die daar bekend stond onder de aanduiding,
Mk.58 (100 stuks), Mk.58A (52) en Mk.68 (8). Verder bestelden ook Chili (40 stuks), Irak (61), Oman (33), Peru (20),
Singapore (47). India was ook een grote afnemer, met varianten op de Mk.6.
India was de eerste buitenlandse afnemer van de F.Mk.6, die 160, met de aanduiding Mk.56, aanschafte.
Later kocht India nog een extra 53 aan van de Mk.6/FGA9, die de aanduiding Mk.56A droegen.
India schafte ook de trainer aan, 22 stuks van de Mk.66. Verder werden 12 aangepaste ex-Nederlandse
Mk.6's omgebouwd tot T.Mk.66D's, met een latere aanvulling van 5 T.Mk.66E's. In totaal nam India maar
liefst 252 Hunters af.
Hunter F6 N-216 c/n 8830 (325 Sqn), doorgesluist naar India als A1015
India zette de Hunter in tegen Pakistan in 1965. Het eerste luchtgevecht tussen vier Hunters
en 3 Pakistaanse F-86 Sabres was op 6 september en werd in het voordeel van Pakistan beslecht
met 2 Hunters vernietigd en 2 beschadigd, zonder eigen verliezen. Later die dag claimde Pakistan
meer Hunters (in totaal 7 stuks die dag), al ontkende India de verliezen. De Pakistaanse vlieger
had respect voor de Hunter, maar men oordeelde dat de Hunter niet goed gebruikt werd in tactiek.
Op 7 september werd een F-86 neergeschoten door een Indiase Hunter, toen vier F-86's de vliegbasis
Kalaikunde aanvielen en negen Hunters tegenkwamen. India zette de Hunter het liefst in tegen
gronddoelen, zoals een belangrijk goederentransport van Pakistan op 8 september.
Een Hunter Mk.56 onderweg om de luchtmacht van India te versterken
Op 12 september 1965 stonden twee Hunters oog in oog met twee Pakistaanse F-104 Starfighters.
Maar het gevecht moest worden afgebroken vanwege brandstof tekort, de F-104 bleek te snel, de
Hunter beter in de bochten, waardoor het gevecht te lang duurde (uitkomst 0-0). In totaal verloor
India, tussen 6 en 22 september, 13 Hunters tegen Pakistan. Hunters zouden 6 F-86F Sabre toestellen
van Pakistan hebben neergeschoten. In de oorlog met Pakistan in december 1971, verloor India
17 Hunters (deze waren alleen ingezet tegen gronddoelen, maar onderschept).
Demonstratieteam van India, de 'Thunderbolts'
Naar aanleiding van het 50 jarige bestaan van de Indian Air Force, werd in 1982 het demonstratieteam
‘Thunderbolts’ opgericht. Voor het team waren negen Hunter Mk.56A toestellen van het 20 Squadron vrijgemaakt. In 1990
werden de ‘Thunderbolt’ weer ontbonden.
Op 8 oktober 2001 werd de laatste Hunter van de Indian Air Force uit dienst genomen. De laatste vlucht
werd gedaan op Air Force Station Palam met de T.66 trainer, serienummer S-571, welke nog een oude
Nederlandse machine zou zijn geweest (http://www.warbirdsofindia.com/news/259-hunters-last-flight.html).
De F.Mk.4, N-138 in 1977 bij de Kaderschool te Schaarsbergen,
tegenwoordig te vinden op de Vliegbasis Leeuwarden
Van de in totaal 1972 gebouwde Hunters, zijn
er nog zeer veel overgebleven, waarvan verschillende vliegwaardig. Vooral Zwitserland was
een bron van Hunters voor verzamelaars. Nadat Nederland uitgevlogen was met de Hunter gingen
er 47 Mk.6 en 9 T.7's terug naar Hawker-Siddeley voor doorverkoop. Andere gingen naar de LETS
waar ze werden gebruikt voor brandweer oefeningen. Gelukkig zijn er nog enkele bewaard gebleven
in Nederland. Van de Mk.4 zijn er nog een paar voorhanden, waaronder in het Militair Luchtvaart
Museum te Soesterberg. Bij de Kaderschool van Schaarsbergen stond jarenlang de N-138. Deze staat
nu op een paal bij Vliegbasis Leeuwarden. Van de Mk.6 heeft Nederland ook nog een paar exemplaren,
maar in het buitenland zwerven nog verschillende oude Hunters van Nederland rond.
De T.8C, XF357 (G-BWGL) van
de Dutch Hawker Hunter Foundation
(In 2021 werd bekend dat het toestel vervangen wordt door een T.68)
In 2007 kreeg Nederland er een luchtwaardige Hunter bij, dankzij de aanschaf van de T.8C, XF357 (G-BWGL) door
de Dutch Hawker Hunter Foundation. Van oorsprong was deze T.8C een eenzitter die geleverd werd in maart 1956.
In 1959 werd ze omgebouwd tot een tweezitter voor de Royal Navy. Begin 1994 werd ze pas uitfaseerd waarna ze privé
verkocht werd in 1995. In 2007 werd ze dan aangekocht door de Stichting Dutch Hawker Hunter Foundation.
In de authentieke Nederlandse kleuren van veleer en met de regstratie N-321 op de
neus was ze een graag geziene gast worden op menig luchtvaartshow. 'Was', want XF357/N-321 begon teveel
technische problemen te vertonen dat het niet veilig meer was om ermee te vliegen.
In 2021 kwam naar buiten dat er een 'nieuwe' twee-zitter
is aangekocht, de Hunter T.69 (HB-RVP) van de Zwitserse Verein Flieger Museum Altenrhein. Het zal de
registratie N-322 gaan voeren.
De F.6A, XF515 (G-KAXF) als de N-294 van
de Dutch Hawker Hunter Foundation
(Foto: Willem Woudenberg: www.photobywim.com)
In april 2009 werd de Dutch Hawker Hunter Foundation versterkt met een tweede Hunter, een F.6A. Dit toestel
was in 1956 gebouwd als een F.Mk.6 in Coventry en in 1957 ondergebracht bij RAF 247 Squadron als de XF515. In de jaren zevetig
werd ze opgewaardeerd tot een F.6A toen haar vleugels versterkt werden en een remparachute werd aangebracht.
In 1995 werd ze particulier verkocht en ontving de registratie G-KAXF. In 2007 wist de Dutch Hawker Hunter
Foundation beslag op haar te leggen. En na toestemming van de Koninklijke Luchtmacht mocht ze als zusterschip
naast de T.8C, XF357 (‘N-321’) vliegen vanaf Leeuwarden als de N-294.
BREAKING NEWS: In april 2022 werd bekend gemaakt dat 'N-294' verkocht is. Vanwege de covid pandemie lag het showen van vliegtuigen nagenoeg stil en konden er geen inkomsten gemaakt worden. Vanwege geldgebrek werd besloten 'N-294' van de hand te doen. Het toestel is verkocht aan Lortie Aviation in Canada, en wordt daar ingezet als trainer voor piloten van de Canadese luchtmacht en die van de Verenigde Staten. Daarmee wordt bewezen dat dit bijna 70! oude toestel een buitengewoon vliegtuig is,...
Het roemloze einde van een Mk.6 tijdens een brandweer oefening
bij de Luchtmacht Electronische en Technische School (LETS)
De auteur is in het bezit van een
opmerkelijke ‘grip’ van de stick van een Hawker Hunter. Deze
is namelijk voorzien van een borgpen die moest voorkomen dat
‘per ongeluk’ de boordwapens geactiveerd werden. De
oorspronkelijke stickgrip komt uit een Hunter die de grens
bewaakte tussen West-en Oost Duitsland. Dit strategische punt
uit de Koude Oorlog mocht niet exploderen door een
‘trigger-happy’ piloot van de RAF, vandaar dat deze extra borg
was aangebracht.
De afvuurposities op de grip, rechts de ontborgde ‘safe’
(Klik op de foto voor een vergroting)
Fabrikant |
Hawker /
Withworth / Fokker |
Ontwerper |
Olv. Sir Sidney Camm |
Gebruik |
Jager,
jachtbommenwerper, jagerverkenner, T.7
tweezits-trainer |
Motor |
1 x Rolls-Royce
Avon (Hawker), Armstrong-Siddeley Sapphire (Withworth
F.2) |
Vermogen |
3630 kg (F.2), 4536 kg (F.6)
|
Spanwijdte |
10,26 m |
Lengte |
13,98 m
(eenzitter), 14,90 m (T.7 trainer) |
Hoogte |
4,26 m |
Vleugeloppervlakte |
|
Klimvermogen |
1676 m/min (Avon
100), 2438 m/min (Avon 200) |
Gewicht |
leeg |
5501 kg (F.1), 6020 kg
(F.9) 13.610 kg (latere versies) |
Geladen |
7347 kg (F.1), 10.885 kg
(F.9) |
Snelheid |
max. |
1144 km/u (zeehoogte) |
Geladen |
|
Plafond |
15.240 m |
Bereik |
689 km, 2965 km
met externe brandstoftanks |
Bewapening |
In de romp vier
30mm kanonnen (soms twee in de T.7), 2 x 454 kg bommen +
24 x 7.62mm raketten onder de vleugels (F. versies)
|
Bemanning |
1 (2 in
T.7) |
Eerste
vlucht |
20 juli
1951 |
Aantal
gebouwd |
1972
|
BRONNEN
Klik hieronder om naar de homepage te gaan
OF GA TERUG
|