F-15A, 71-0281, het tweede prototype in handen van de NASA
(Alle onderstaande foto's op deze pagina: NASA, tenzij anders aangegeven)
Klik voor 'copyright-disclaimer'
F-15A, 71-0281
Een apart hoofdstuk is het gebruik van de F-15 door de NASA (National Aeronautics
Space Administration). Op 17 december 1975 kreeg de NASA de beschikking over het tweede prototype van de F-15, de 71-281.
Deze werden ondergebracht op Edwards Air Force Base in California, waarbinnen op een eigen terrein van NASA, het NASA Dryden Flight Research Center is gevestigd.
Met de F-15 kon de NASA Dryden Flight Research Center onderzoek verrichten naar de thermische ontwikkelingen
die rond een vliegtuig spelen en die
van belang waren voor het Space Shuttle programma. Voor dit onderzoek werden keramische tegels aan de F-15
aangebracht en kregen het zwaarder te verduren dan wat de Shuttle tegels zouden moeten kunnen weerstaan.
Het toestel bleef eigendom van de US Airforce en kreeg dan ook geen NASA nummer. Op 28 oktober 1983 werd
het toestel weer teruggegeven aan de US Airforce en is nu een museumstuk op Langley AFB.
F-15A, (71-0287), #'835'
F-15A, ‘835’ Flight Research Facility’, de HIDEC
De door de NASA gebruikte F15A, 71-0287, welke al op 5 januari 1976 van de US Air Force
werd verkregen, kreeg de NASA aanduiding F-15 ‘835’ Flight Research Facility’. Het toestel
was uitgerust met digitale vlucht controle systemen, en zijn tijd ver vooruit. Het zou door de
NASA in meer dan 25 onderzoek projecten worden ingezet. Hierbij stond vluchttechnieken, de
menselijke factor, en controle behandelingen centraal. Het systeem dat ontwikkeld werd met de
’835’, was Highly Integrated Digital Electronic Control (HIDEC). De standaard F-15 was uitgerust
met mechanische en analoge vlucht controle systemen, de HIDEC maakte gebruik het Digital Electronic
Flight Control System (DEFCS), het Digital Electronic Engine Control (DEEC) systeem, en deze systemen
waren op elkaar afgesteld zodat ze samen konden communiceren. Het kon dan via een fail-safe digitale vlucht
controle systeem ‘praten’ in verschillende computer talen.
F-15A, 71-0287, '835' tijdens het DEEC programma
Eén van de onderzoeken die werd gedaan met de ‘835’, was het Adaptive Engine Control system (ADECS).
Tijdnes de vlucht werd het toestel onderworpen aan verschillende motorenvermogens, en de vergelijkingen
in brandstof gebruik. Dankzij de HIDEC kon de ADECS test zonder mechanische problemen en veilig worden gedaan.
De technische aanpassingen begonnen in 1983, waarop het testen begon in 1986. Er werd een extra motorvermogen
verkregen tussen de 8 en 10.5% (lag aan de hoogte), waarbij tot 16% minder brandstof nodig was. Tijdens deze
vluchten vloog de ‘835’ zo langzaam, dat de overtreksnelheid werd bereikt, maar de HIDEC zorgde dat het
toestel binnen de marges bleef, ook al werd er zelfs een heftige manoeuvre uitgevoerd.
F-15A, 71-0287, ('835') DEEC in 1981
(let op het zwarte vlak op de vleugel, speciaal voor het onderzoek aangebracht)
Een doorbraak in de luchtvaart technieken werd gedaan in 1990 met het Self-Repairing Flight Control System
(SRFCS). Dit programma, dat gesponsord werd door de US Air Force, deed onderzoek naar het uitvallen van
onderdelen van het vliegtuig en waardoor het normaal gesproken oncontroleerbaar zou worden. De SRFCS zorgde
bij zo’n uitval dat andere delen van de stuurvlakken die wel werkten werden aangestuurd op zo’n manier dat
het toestel onder controle luchtvaardig bleef. De SRFCS kon tevens de storingen identificeren en vervolgens
een ‘reparatie’ uitvoeren door andere zaken aan te sturen voor de vluchtcondities. De gegevens werden
opgeslagen, welke de onderhoudstechnici konden uitlezen, en de fout snel opsporen. Voorheen moest de monteur
lang zoeken waar de fout vandaan kwam, en waarbij zeker 60% van de tijd verloren ging.
F-15A, '835' HIDEC stijgt op, samen met NASA 'volg-vliegtuig'
F-18 Hornet '842'
In de zomer van 1990 werd onderzoek gedaan naar de optimale straalmotoren uitvoering tijdens een
rustige gecontroleerde vlucht. Dit onderzoek, de Performance Seeking Control (PSC). Al deze voorgaande
testen zouden uiteindelijk leiden naar het onderzoek Propulsion Controlled Aircraft System (PCA). Veel
ongelukken met vliegtuigen hadden als oorzaak dat één of meerdere delen van een toestel uitvielen, met
name aan de stuurvlakken. ‘835’ HIDEC werd ingezet om te onderzoeken of het mogelijk was op slechts de
motoren alleen, zonder stuurvlakken, te kunnen vliegen, en landen. Met alle stuurvlakken ge’locked’,
vloog de piloot met slechts de gashendels. Wilde de vlieger hoger, met beide gassen iets meer vermogen,
bij dalen, iets minder gas met beide hendels. Enkele graden links of rechts, was één motor minder gas
en de andere iets meer gas te geven. Maar het was niet mogelijk om het toestel zo onder bedwang te
krijgen dat er een veilige landing mee gemaakt kon worden. Maar met hulp van alle systemen in de
HIDEC was het mogelijk om de motoren digitaal van informatie te voorzien. Met niet bruikbare stuurvlakken,
en met ingetrokken flaps, maakte de ‘835’ verschillende proeflandingen waarbij tot 3 meter boven de baan werd
geland met een snelheid tussen de 278 km/u tot 352 km/u voor de F-15 weer zijn motoren opende en optrok voor
de landing geheel werd uitgevoerd. Op 21 april 1993 werd een succesvolle landing gemaakt met slechts één motor
om te draaien, te stijgen en dalen. In 1995 werd met deze techniek een test uitgevoerd met een MD-11 transport
vliegtuig, welke succesvol aan de grond werd gezet.
TF-15B, (71-0290), #'837'
De volgende F-15 die NASA ontving (officieel pas in 1994), was de TF-15 trainer
prototype 71-0290, het zesde toestel dat gebouwd werd. In opdracht van de US Air Force, werd
het toestel in begin 1984 helemaal aangepast door de Flight Dynamics Laboratory,
de Air Force Aeronautical Systems Division, om het te gaan gebruiken als ‘Short Takeoff
and Landing Maneuver Technology Demonstrator’ (Stol/MTD). Het toestel
kreeg digitale ‘fly-by-wire’ besturing, en, de meest in het oogspringende, canard vleugels vlak voor de motorinlaten.
Deze canards waren aangepast stabilisatoren (hoogteroeren) afkomstig van de F-18 Hornet. De uitlaten van
de straalmotoren waren zogenaamde twee dimensionale (2-D) bestuurbare uitlaten (trust-vectoring). Hiermee kon
de uitlaat omhoog, dan wel omlaag worden gericht, waardoor het toestel sneller op kon stijgen vanaf een startbaan,
manoeuvreren en afremmen.
Nog met het USAF nummer op de staart (71-0290) tijdens de verbouwing
Tijdens de ‘verbouwing’ droeg het toestel, welke in fantastische rood-wit-blauw kleuren was
gespoten, nog het oorspronkelijke serie nummer op de staart, 71-0290. Wel werd er een 'N' voor de type
aanduiding gezet, de NF-15B, om aan te geven dat het om een extensief aangepast onderzoekvliegtuig ging.
Het Stol/MTD testprogramma, welke werd gevlogen van Edwards AFB, liep van 1988 tot 1993. In deze periode werd
ontdekt dat het toestel al reeds in de lucht kon zijn bij een snelheid van 68 km/u! Het toestel kwam op
de landingsbaan tot stilstand 502 meter (normaal voor de F-15 is dit rond de 2300 meter).
Een windtunnel model van de F-15 Stol/MTD
(Foto: McDonnell Douglas/Boeing)
Nadat de USAF klaar was met het Stol/MTD programma, werd de NF-15B, 71-0290 in 1994
op leenbasis naar de NASA Dryden overgebracht, om aan het onderzoeksprogramma Advanced Control
Technology for Integrated Vehicles (‘ACTIVE’) deel te nemen. De NASA zou een uitgebreider
testprogramma gaan doen aangaande de ‘trust-vectoring’, maar nu in drie dimensionaal (3-D). Nu het in de
dienst van de NASA kwam, werd het USAF staart nummer veranderd naar het NASA registratienummer ‘837’.
NF-15 '837' tijdens de testfase
Het ‘ACTIVE’ project was een samenwerking tussen de NASA en Het Air Force Research Laboratory,
Pratt & Whitney, en Boeing (voorheen McDonnell Douglas) Phantom Works. Het was de bedoeling om
tot een revolutionaire technische verandering in de ontwikkeling en bouw van vliegtuigen te komen,
die meer vertrouwen in ontwerpen moest geven, en ook sneller tot een volgende-generatie vliegtuigen
te komen, minstens de helft sneller in ontwikkeling.
NF-15 '837' heeft een opvallende doos tijdens het testen op de rug
Pratt & Whitney ontwikkelde nieuwe uitlaten voor hun F100-PW-229 motoren. Deze konden niet alleen op
en neer bewegen, maar ook 20 graden links en rechts (of in combinatie verstellen). In begin 1996 werd
voor het eerst tijdens een supersonische vlucht de zogenaamde ‘yaw-vectoring’ uitgevoerd (de NF-15B
werd tijdens hoge snelheid door de straalpijpen de ‘bocht omgestuurd’). Tevens werd in dat jaar met
Mach 2 (tweemaal de geluidsnelheid) getest in de combinatie van ‘stijgen’ en ‘bochten’ sturen met de
verstelbare straalpijpen. Hierbij vlogen de Dryden testpiloten onder een hoek van 30 graden, om dan
vervolgens de straalpijpen naar links of rechts te zetten. In 1998 liep het 'ACTIVE' programma ten einde.
De 'F-18' hoogteroeren als canard vleugels
De NF-15B, 71-0290 (‘837’) werd na al haar testwerk, niet alleen voor de NASA, maar ook
door McDonnell Douglas, en de US Air Force, met pensioen gestuurd op 40 januari 2009. Tijdens haar 14 jarige
carrière bij de NASA, maakte '837' 251 vluchten.
F-15B, ex-74-0141, #'836'
De F-15B, 74-0141, kwam bij NASA's Dryden Flight Research Center
in 1993. Ze was afkomstig van de Hawaii Air National Guard, en werd voorzien van het NASA nummer '836'.
De '836', met het 'lanceerplatform' voor schuimstukken
van de Space Shuttle
Op 1 februari 2003 verongelukte de Space Shuttle Columbia toen deze uiteen viel
bij het binnendringen van de dampkring. Tijdens de lancering van de Shuttle was een brokstuk
schuimbekleding van de brandstoftank tegen de vleugel van de Shuttle geslagen en had hierbij een gat gat geslagen,
welke fataal zou blijken te zijn toen de Columbia terugkeerde naar de Aarde.
Om te onderzoeken hoe een stuk schuim zich gedroeg in supersonische vlucht, werd project 'Lifting
Insulating Foam Trajectory' (LIFT) in het leven geroepen. Hiertoe werd F-15B ‘836’ in 2005 aan de
onderzijde uitgerust met een ‘lanceerplatform’ voor teststukken schuim welke dan met hoge-snelheids
camera’s werden gefilmd als deze werden losgelaten. Dit onderzoek was essentieel voor de Space Shuttle
voor het weer terug kon keren in de ruimtevaart.
F-15B, ex-74-0141, als '836' bij de NASA
(tijdens de testperiode van het ‘Quiet Spike’ programma)
Met F-15B ‘836’ werd in 2006 het ‘Quiet Spike’ programma gestart. Het was een gezamenlijk
project tussen de NASA en Gulfstream Aerospace. Onderzocht werd om de supersonische knal
terug te dringen. Hiermee zouden toekomstige supersonische (transport)vliegtuigen met Mach
1 over bebouwde regio’s kunnen vliegen, zonder dat de ramen in de sponningen trillen door
de dreun van het doorbreken van de geluidsbarrière.
F-15B, '836' met de ingetrokken anti-supersonische knal lans
Onderdeel van het ‘Quiet Spike’
programma was de 7.3 m lange uitschuifbare lans, welke in supersonische vlucht drie kleine
schokgolven creëerde die parallel naar de aarde bewogen en een veel kleiner geluid produceerden
dan de standaard ‘sonic-boom’. De eerste vlucht was op 10 augustus 2006 met de F-15B ‘836’, maar
de eerste test met de uitschuifbare lans, de‘Quiet Spike’ was pas 25 september 2006. De eerste
supersonische vlucht met de ‘Quiet Spike’ was op 20 oktober 2006. Na iedere test werd in de
vlucht de lans weer ingetrokken, behalve op tijdens de laatste vlucht op 19 januari 2007,
toen landde de F-15B met de ‘Quiet Spike’ compleet uitgeschoven.
F-15B, '836' tijdens het testen van een nieuw type luchtinlaat straalmotoren
Op 1 maart 2014 kreeg het NASA Dryden Flight Research Center (DFRC) een nieuwe naam; NASA Neil A. Armstrong Flight Research Center (AFRC), ter ere van Neil Armstrong, de eerste man die voet zette op de Maan. Vanaf 26 maart 1976 had het de naam 'Dryden' gedragen ter ere van Hugh L. Dryden, welke een belangrijke rol als luchtvaart technicus had gespeeld, en ten tijde van zijn overleden in 1965 een hoge positie had bij NASA.
Een straalmotor op kleine schaal voor het 'Channeled Center-body Inlet Experiment', of CCIE
In 2017 werden er proeven gedaan met een nieuw inlaat systeem voor straalmotoren. Onder de middenlijn van '836' hing de luchtinlaat van een straalmotor onder de noemer 'Channeled Center-body Inlet Experiment', of CCIE. Het testen ging vooral om de luchtstroom zo effecient mogelijk te laten verlopen. Met een topsnelheid van ruim anderhalf maal de snelheid van het geluid, tot 1.74 Mach, werd enorm veel data verzameld, wat uiteindelijk gebruikt zal worden voor de ontwikkeling van zuinigere en effectievere straalmotoren.
Onderwijl heeft de NASA twee zogenaamde F-15D 'volg vliegtuigen' erbij gekregen, de '884' (ex-78-0564, nu met de civiele registratie, N884NA) en de, zie de foto hierboven, '897' (ex-79-0007, nu met registratie, N897NA). Deze toestellen zijn vooral bedoelt om live filmopnames van andere testobjecten te maken, zoals de X-59, en die rechtstreeks door technici op de grond bekeken kunnen worden.
Tot slot nog wat aandacht voor de technische gegevens van de F-15 Eagle.
Fabrikant |
McDonnell
Douglas/Boeing |
Gebruik |
Jachtvliegtuig en jachtbommenwerper |
Motor |
2 x Pratt & Whitney F100-PW-100 / F100-PW-220/229 |
Vermogen |
F100-PW-100: Militair vermogen; 7348 kg
(kan opgevoerd tot 11,340 kg), F100-PW220/229: 10,900 kg |
Spanwijdte |
13,05m
|
Lengte |
19,43m |
Hoogte |
5,63m
|
Vleugeloppervlakte |
56,5m² |
Klimvermogen |
254
m/sec |
Gewicht |
Leeg |
F-15A; 12,700 kg, F-15B; 12,973 kg, F-15C; 13,236 kg,
F-15D; 13,508 kg, F-15E; 14,300 kg
|
Geladen |
F-15A; 25,401 kg, F-15B; 25,401 kg, F-15C; 30,844 kg,
F-15D; 30.844 kg, F-15E; 36,700 kg
|
Snelheid |
Max. |
Mach 2.5 (2655 km/u)
|
Geladen |
Mach 1.2 (1473 km/u) |
Plafond |
18.000m + |
Bereik |
4635 km (met externe tanks),
(met CFT's 5 uur en 15 minuten)
|
Bewapening |
4 x
AIM-7 Sparrow AA-raketten, 4 X AIM-120 ARAAM AA-raketten,
4 x AIM-9 Sidewinders, 20 mm kanon in vleugelwortel.
F-15E: Mk 82/Mk 84 conventionele bommen en een verscheidenheid aan
LGB's (GBU's) en B61 of B83 nuclaire bommen |
Bemanning |
F-15A/C: 1, F-15B/D/E: 2 |
Eerste
vlucht |
27 juli 1972 |
Aantal
gebouwd |
Totaal alle varianten; 1509 (in 2014),
waarvan 199 F-15DJ/J's door Mitsubishi
|
BRONNEN
Klik hieronder om naar de homepage te gaan
OF GA TERUG
|