Aan het einde van de oorlog had de rederij Johs. Fritzen & Sohn geen schepen meer, deze waren ingeleverd,
of gezonken. Het bedrijf probeerde het hoofd boven water te houden met handel en wandel in klein ijzerwaren.
In 1948 was er voldoende geld om weer een schip aan te kopen, en groeide daarna als nooit tevoren. In 1955
werd een kantoor geopend in New York. In 1964 werd ‘Fritzen & Sohn’ overgenomen door ‘Thyssen-Bornemisza’, en
was in bedrijf tot 1979. De oorspronkelijke rederij van Fritzen & Sohn bestaat niet meer, dit bedrijf
staat nu bekend als 'Emder Schlepp Betrieb'.
We reden wat rond in Emden, en parkeerden onze auto nabij een enorme Luftschutzbunker, een bunker
welke bestemd was voor de bevolking van Emden om in te schuilen bij een bombardement. Een bord op de gevel
vertelde dat het nu een museum was, ‘Das Bunker Museum’. Ik nam wat foto’s van het hoge gevaarte, en moest
even aan de kant stappen toen een jonge man aan kwam peddelen op zijn fiets. Hij zette de fiets tegen de
bunker, en opende het ijzeren hek. Waarschijnlijk zag hij onze onderzoekende blikken en nodigde ons even
binnen (het museum was nog gesloten, want het seizoen was nog niet begonnen). De jonge man stelde zich voor
als Marten Klose, en vond het geen bezwaar als we even rondkeken in de tentoonstellingruimtes. We vertelden
hem in het kort wat ons naar Emden had gebracht. Martin was gelijk belangstellend, want hij deed graag
onderzoek naar deze episode van Emden.
Vanwege de gunstige ligging, werd Emden uiteraard ook door de Kriegsmarine gebruikt.
De werven bouwden er tussen 1941 en 1944 30 U-Boten (onderzeeërs), waarvan 26 van het
Type VIIC (U-331 tot U-350 en U-1101 tot 1106). Ook liepen er vier van het Type VIIC/41
(U-1107 tot 1110) van stapel. Hier werden ook enkele U-Boten uitgerust met een rubber
ommanteling om de sonarsignalen te absorberen van de Geallieerde schepen. In augustus 1940
confisceerde de Kriegsmarine alle schepen, ook de haringvloot van Emden, om deze aan te passen
voor de invasie op Groot Brittannië (de later afgeblazen Operatie Seelöwe).
Emden wordt vanwege de belangrijke haven met de werven en het spoornetwerk, in de oorlog 104 keer aangedaan door
Geallieerde bommenwerpers. Het zwaarste bombardement welke Emden onderging werd op 6 september
1944 uitgevoerd door 181 bommenwerpers van No. 6 (Royal Canadian Air Force) Group en 8th (Pathfinder) Group.
Als de aanvalsmacht op zo'n 50 kilometer van Terschelling
aan komt vliegen, wordt het luchtalarm om 18.09 uur in bedrijf gesteld.
Emden nagenoeg verwoest,....
Binnen 18 minuten worden door 105 Halifax-en 76 Lancaster bommenwerpers 15.000 brisant-en brandbommen afgeworpen.
In de 35 schuilbunkers verwachtten de inwoners van Emden dat hun historische stad geheel verwoest zou worden.
Het was ook de koele opdracht aan de Canadese bemanningen: ‘Target 'Herring' (Emden) – destroy town'. Tijdens
dit bombardement wordt dit doel voor 78% bereikt en komen 47 mensen om het leven (waaronder 6 dwangarbeiders). Naast de
3400 verwoeste en 1000 beschadigde woningen, is wellicht het meest schokkende
voor de bevolking dat het gemeentehuis is verwoest in dit bombardement. Ieder bombardement had het weten te
ontsnappen, maar deze verwoesting was voor vele inwoners de genadeklap, de oude binnenstad en het stadhuis in puin werkte
traumatisch op velen.
Op 8 september 1944 nam een fotoverkenner van de RAF deze foto van Emden
(De gele pijl wijst naar het noorden)
Emden bleek na de oorlog één van de zwaarst getroffen steden, waarbij 409 mensen het leven lieten.
Ook kwamen talrijke dwangarbeiders en Arbeidseinzats arbeiders om tijdens de bombardementen. In Emden waren
er 6400 arbeiders te werk gestald, waarvan 3565 Nederlanders, 1131 Fransen, 750 Italianen, 653 Sovjetburgers,
145 Belgen, 114 Joegoslaven en 41 uit Polen.
De grootste Luftschutzbunker werd gebouwd aan de Emsmauerstraße
Om enige bescherming aan de bevolking van Emden te geven, werden er vanaf 1 november 1940, 35 Luftschutzbunkers
en 141 schuilplaatsen tegen rondvliegende scherven gebouwd. Vanwege de drasse grond was het noodzakelijk de
bunkers boven de grond te bouwen, (slechts drie bunkers werden als kelder ingericht). Op 14 juni 1941 was
de eerste bunker, aan de Lienbahnstraße, gereed. In deze bunker konden 450 mensen schuilen.
De grootste Luftschutzbunker werd gebouwd aan de Emsmauerstraße, waarin 1186 mensen een plek konden vinden.
In deze bunker was ook de ruimte gevestigd voor de Burgemeester Renken nadat het stadhuis verwoest was.
In totaal betaalde het Duitse Rijk 20 miljoen Mark voor de bouw van de bunkers in Emden.
Zover bekend is geen enkele bunker zwaar beschadigd door bombardementen. Wel waren er vijf doden te betreuren
bij een in aanbouw zijnde bunker in het stadsdeel Port Arthur/Transvaal, maar 145 mensen overleefden deze aanval op
23 juni 1942.
Het Bunkermuseum aan de Holzsägerstraße, Emden
- BUNKERMUSEUM EMDEN -
In maart 1994 werd een aanzet gegeven om van de oude Luftschutzbunker aan de Holzsägerstraße een museum te maken.
De opening ervan zou samenvallen met de 50 jarige herdenking van het bombardement van 6 september 1944.
De bunker waar het museum in is gevestigd, werd opgeleverd op 14 april 1942. Voor de bouw was bijna
3000 kubieke meter gewapend beton gebruikt. De buitenwanden hebben een dikte van 1.40 meter.
De 18.35 meter hoge toren heeft een lengte van 14.06 meter en is 13,70 meter breed.
In de toren zijn zes verdiepingen, met 28 kamers, en een kelder aangebracht. Er waren 276 bedden in geplaatst,
en 84 mensen konden een zitplaats vinden om te schuilen. In de kelder was het ventilatiesysteem en de
generator te vinden.
Twee van de 28 kamers in het Bunkermuseum
Tijdens de opening op 6 september 1994 kwamen er 5000 mensen de tentoonstelling bezichtigen. In de maanden
daarna werd het museum verder aangepakt en uitgebreid met tentoonstellingen, dit werd mede mogelijk gemaakt
dankzij hulp van verschillende particulieren en sponsors. Belangrijke hulp kwam ook van de
Hogeschool Ostfriesland, de burgers van Borssum, en van de Osterburg school. Officieel werd het museum
vervolgens geopend op 6 mei 1995, op de 50ste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Hierbij waren verschillende Canadezen en vliegers aanwezig van squadrons welke Emden hadden gebombardeerd.
Het raadhuis van Emden voor en na het bombardement
Het raadhuis van Emden tijdens de herbouw
(zie bovenaan deze pagina hoe het er tegenwoordig uitziet)
En zo liepen wij op zaterdagavond op 20 april 2013 door de enorme bunker. Verbazingwekkend wat men in de
tentoonstellingen allemaal laat zien. Natuurlijk veel over hoe de bevolking van Emden hoe die de oorlog
beleefden onder de bombardementen, over de brandbestrijding, de Duitse propaganda, en het leed dat de mensen
moesten ondergaan. En dan niet alleen de bevolking ook andere groepen. Van 21 oktober tot 22 december 1944
was bij Emden een satelliet kamp ingericht van het van concentratiekamp Neuengamme. In de twee maanden
dat het kamp actief was, stierven er 188 gevangen. Naast aandacht voor deze zwarte periodes, is er ook
aandacht in de tentoonstelling over de buitenlanders die hier werkten. Natuurlijk gaven we de ogen goed
de kost of we op fotootjes
mijn vader zouden herkennen, of dat we zijn naam zagen in de lijsten die achter het glas hingen. Helaas
vonden we nergens zijn naam terug.
Hieronder zijn enkele adressen van interessante
bunkers
die bewaard zijn gebleven in Emden.
1. Luftschutzbunker, Lienbahnstraße
2. Luftschutzbunker, Am Heiling Muhlenstraße
3. Luftschutzbunker, Katergang
4. Luftschutzbunker, Bahnhofsplatz
5. Luftschutzbunker, Nesserlander Straße Nord
6. Luftschutzbunker, Emsmauerstraße
7. Museumbunker, Holzsägerstraße
8. Luftschutzbunker, Nordertorstraße/Bollerkstraße
9. Luftschutzbunker, Hermann Rösing Straße
10. Hochbunker, Hamhuser Straße
Marten Klose, de vriendelijke beheerder van de Bunker,
zei ons toe eens wat dieper wat in deze zaak te kruipen, want misschien dat hij nog wat kon vinden.
Ik zou hem als hulp daarin een kopie van het Persoonsbewijs van mijn vader sturen. Ondanks dat we
geen verdere tastbare zaken van mijn vader hadden gevonden, was het een meer dan geslaagde reis geweest.
Niet alleen was Denemarken geslaagd geweest, maar Hamburg en Emden waren de kers op de taart geweest.
Voor hun hulp ben ik 'International Tracking Service' in Bad Arolson heel dankbaar, en ook Martin Klose
verdient een pluim, dat hij zich ging inzetten of hij nog wat kon vinden (helaas zonder verdere
resultaten bleek achteraf). Het was al meer dan geweldig dat wij buiten sluitingstijd even een blik mochten
werpen in het Bunkermuseum.
- NA DE OORLOG -
'Op de Bon',... De distributie kaart van moeder Hiltje, uit 1945
Terwijl mijn vader nog in Duitsland 'zoek' was, probeerden de mensen uit zijn naaste omgeving
in Friesland de naoorlogse draad weer op te pakken. Omdat men maar niets vernam van Jan Jutte,
vermoedde iedereen dat hij niet meer terug zou komen. De blijdschap en opluchting was dan ook enorm
toen dan eindelijk de verloren zoon weer in Friesland opdook. Hij nam zijn werk
als smid weer ter hand, en daarmee was de oorlog voor hem afgedaan. Deze leefde natuurlijk nog wel
enige tijd verder, want de wederopbouw vergde dat de broekriem aangetrokken bleef. Veel artikelen
bleven nog lang gerantsoeneerd en alleen op de bon verkrijgbaar.
Vader Jutte heeft rust gevonden,...
(in de spiegel is Wietske te zien, die op tafel ligt)
Na terugkeer in Nederland werd de verkering met Hiltje Eekerk weer nieuw leven ingeblazen, en over de
oorlog werd met geen woord gerept door mijn vader, behalve dan de zin, dat 'het heel erg was geweest'. Op zaterdag
30 augustus 1947 trouwden Jan (23) en Hiltje (21) in Baarderadeel. Op 12 februari 1948 wordt dochter Ymkje
geboren, gevolgd door Wietske op 13 februari 1949. In 1956 wordt ik, Pieter, daar nog aan toegevoegd.