1. Krachtcentrale, 2. Siebhaus, 3. Entree museum, 4. Oude entree naar de centrale, 5. Zuurstof fabriek, 6. Onderzeeboot 'U-461'
(foto: Google Earth)
Een rondrit langs enkele objecten van Peenemünde
Na uw bezoek aan het museum met de krachtcentrale, zijn er buiten het terrein nog enkele zaken die makkelijk zijn te bezoeken. Veel van het gebied is nog steeds afgesloten met hekken en waarschuwingsborden dat het 'Verboden Gebied' betreft, en er wordt gewaarschuwd dat er zelfs nog on-ontplofte munitieresten zouden liggen. Vanaf het parkeerterrein is het een korte rit naar de kleine haven van Peenemünde. Hier liggen enkele vaartuigen die als museum te bezichtigen zijn. Omdat het een apart 'ding' is, wijs ik u slechts in de haven op de onderzeeboot die daar ligt (nummer 6. op de kaart).
De voormalige Russische onderzeeboot 'U-461'
In 1998 schafte Thomas Lamla de 'U-461' aan, wat later bleek, de laatste uit het Sovjet Project 651 van diesel aangedreven onderzeeboot. Het was de bedoeling het 100 meter lange gevaarte via de Elbe naar Hohenwarte over te varen, maar dit bleek door de diepgang niet mogelijk, dus kwam de 'U-461' naar Peenemünde. Hier kan de 4000 ton zware onderzeeboot bezocht worden. Ondanks dat de buitenkant er niet aantrekkelijk uitziet, een grijs grauw vaartuig met afbladderende verf, hebben schijnbaar toch al sinds de onderzeeboot bij Peenemünde in de haven ligt al enkele honderduizenden bezoekers getrokken.
Let op de lanceerbuizen voor de kruisraketten en de radar
Op 21 oktober 1965 kwam de onderzeeboot met de aanduiding K-24 in dienst (later omgedoopt tot de B-124). Het was ontwikkeld tegen van Amerikaanse vliegdekschepen opererende vliegtuigen. Hiertoe trainde en patrouilleerde de onderzeeboot in de noordelijke wateren van de Atlantische Oceaan. Met 78 man aan boord kon de onderzeeboot tot een diepte van maximaal 300 meter gaan, maar de kruisdiepte was op 240 meter. De onderzeeboot had aan de voorzijde lanceerbuizen voor zes Ø 533 mm diameter torpedo's, aan de achterzijde waren vier Ø 406 mm torpedo buizen. Maar de opvallenste lanceerbuizen, waren die voor SS-N-3 kruisraketten achterop de onderzeeboot. Om deze af te vuren diende de boot wel aan de oppervlakte te verschijnen. Eenmaal aan de oppervlakte kon aan de voorzijde van de toren een vrijdraaiende radar geactiveerd worden.
De zuurstoffabriek,...
De zuurstoffabriek, een kaal karkas,...
De voormalige zuurstoffabriek ligt nabij enkele typische Oost-Duitse flats in Peenemünde aan de Hauptstraße-Lindenstraße. De nu kale fabriek in Peenemünde staat tegenwoordig op prive-terrein en is omgeven met een hekwerk en is niet toegankelijk. Er wordt gewaarschuwd dat de constructie instabiel is en dat er brokstukken naar beneden kunnen komen. Vanwege het instortingsgevaar, en dat de jeugd van Peenemünde er met regelmaat zich toegang verschafte, wilde Peenemünde het slopen, maar het nabij gelegen Historisch-Technische Museum was daar tegen, want deze denkt dat het te redden is en als tentoonstellingsruimte ingericht kan worden. Onderwijl is het oude hek vol gaten, vervangen voor een roestvrij stalen variant.
Instortingsgevaar dreigt, maar het is wellicht nog te redden?
Aangezien de Duitse raketten op vloeibare brandstof, alcohol en zuurstof, werden gelanceerd, was er een enorme hoeveelheid aan zuurstof nodig. Voor één A4/V2 raket was minstens vier ton aan zuurstof nodig, hierbij was rekening gehouden met het verlies van deze vluchtige stof, dat -183° celcius was, tijdens het in-en uittanken en het transport. De bouw van 'Sauerstoffwerk II' werd gestart in 1939, maar liep vertraging op tijdens de strenge winter van 1940. Het kathedraal achtige gebouw is 70 meter lang, zo'n 42 meter breed en op het hoogste punt rond de 20 meter. In 1942 produceerde de fabriek dertien ton zuurstof per dag. Tijdens bombardementen raakte het gebouw beschadigd. Alle machines werden na de oorlog door de Russen verwijderd en overgebracht naar een nieuwe zuurstoffabriek Bützow, ten zuiden van Rostock, waar het tot 2000 in bedrijf bleef.
1. Zuurstaffabriek, 2. Oude toegang naar Krachtcentrale, 3. Vliegveld, 4. Concentratiekamp 'Karlshagen I', 5. Spoorperron
Naar het vliegveld en verder,...
De oude toegang, met wachthuisje, naar de krachtcentrale (op de achtergrond)
U kunt nu richting het vliegveld. Onderweg daarnaartoe, komt u langs de oude toegangspoort naar de krachtcentrale (rechts daarvan is ook een parkeerterrein te vinden). Er is niet veel meer te zien dan het oude (na-oorlogse) toegangshek en het wachthuisje, wat niet te bezichtigen is,... Neem de weg dóór het parkeerterrein richting het vliegveld. Links ziet u dan nog de restanten van het transformatorterrein met het bovengrondse elektrische distributienet.
Het oude bovengrondse elektrische distributienet
De niet al te brede weg voert u door een bosrijk gebied afgeschermd door hekken, waarop wederom waarschuwingen het terrein er achter niet te betreden. Op de voorgaande pagina's is met name Prüfstand VII voorbij gekomen, als het meest bekende testgebied voor A4/V2 lanceringen. Deze Prüfstand VII is geheel verwoest en naast betonbrokken en de 'gassenafbuig geul' en de nu begroeide dijk die om het testterrein ligt, is er weinig te zien. Maar men kan dit toch niet op eigen initiatief bezoeken, dit kan alleen met een gids (hiervoor kunt u het beste navraag doen bij de kassa van het Historisch-Technische Museum).
Rechts de verkeerstoren met links de commandobunker
Het noordelijk deel van Usedom, wat ook wel als de 'Peenemünde Haak' bekend staat, is een zeer laag gebied, wat bij hoog water geheel onderliep. Er werd een dijk aangelegd, waarbinnen zand werd opgespoten om het land te verhogen. Hierop werd het vliegveld aangelegd dat op 1 april 1938 in gebruik werd genomen. Hier had de Luftwaffe haar testgebied 'Werk West'. Het bekenste werd het proeflanceren van de V1 aan de noordoost kant van het vliegveld. Maar ook de Heinkel He 176, de Messerschmitt 162, en de Arado Ar 234 werden hier aan verschillende testten onderworpen.
De Heinkel He 176 op de foto gezet op Peenemünde (naast enkele wazige foto's is dit de enige goede foto)
De eerste opvallende raketjager, die niet zo bekend is, was de Heinkel He 176 dat op het vliegveld van Peenemünde werd getest. Het zou het eerste vliegtuig worden dat door vloeibare raketbrandstof aangedreven zou worden. Er bestaat weinig informatie over dit vliegtuigje dat slecht 6,2 meter lang was, en een spanwijdte had van 5 meter. Ontwikkeld aan het einde van de jaren dertig was het een vooruitstrevend ontwerp. Om de cockpit gestroomlijnd te houden, en toch de piloot een makkelijke positie te geven lag deze enigsinds achterover, en keek naar voren door een geheel glazen neus.
De kleine vleugels van de He 176 lijken op die van een Spitfire
De eerste bemande vlucht zou zijn geweest op 15 juni 1939 in handen van Flugkapitän Erich Warsitz (bronnen over vluchtgegevens spreken elkaar tegen). Maar Enst Udet, van het Reichs Luftfahrtministerium was niet onder de indruk en staakte verdere testvluchten. Maar men wist toch op 3 juli 1939 een testvlucht aan Hitler te laten zien die weer toestemming gaf tot verdere proefnemingen. Ondanks dat het toestel best goed presteerde, 750 km/u op 4000 meter hoogte en met een bereik van 110 kilometer, werden na november 1939 geen met verdere testvluchten meer ondernomen. Het enige prototype van de He 176 werd door een bombardement in 1944, op Berlijn, verwoest.
Deze voormalige MiG 23M van Jagdfliegergeschwader 9 is bewaard gebleven
(op de foto gezet in 2012 bij het Luftfahrtmuseum Wernigerode)
Na de oorlog werden bruikbare zaken naar de Sovjet Unie afgevoerd en de meeste gebouwen verwoest. Maar de Russen waren er al snel achter dat dit punt in Duitsland een goede uitvalsbasis was om de Oostzee te beveiligen. In 1958 werd het vliegveld aan de Oost-Duitse Nationale Volksarmee (NVA) overgedragen. Op 16 mei 1961 werd het Jagdfliegergeschwader 9 er gestationeerd om de kust ten westen van het eiland Rügen en de noordgrens van Polen te bewaken. Begin jaren zeventig van de vorige eeuw werd de basis verder gemoderniseerd, met ondermeer de aanleg van 24 versterkte hangaars. Na de hereniging van Oost-en West Duitsland werd Jagdfliegergeschwader 9 in de Bundesluftwaffe ondergebracht. Maar het vliegveld werd langzaamaan buiten gebruik gesteld voor militaire luchtvaart. Uiteindelijk werd het een opslagplaats voor meer dan 10.000 NVA militaire voertuigen. In 1991 werd het voormalige militaire vliegveld een luchthaven voor de kleine burgerluchtvaart.
Een Raduga KS-1 Komet bij het vliegveld
Bij het vliegveld staat een 'straalmotor met vleugels'. Met wat hulp, van Luuk Asbreuk, kwam ik er later achter dat dit een Raduga KS-1 Komet is (bij de Navo als 'Kennel' aangeduid). Dit ongeveer 8,30 meter lange toestelletje is eigenlijk een vliegende straalmotor, gebasseerd op een (verkleinde) MiG-15, maar onbemand. Het werd opgehangen onder een vleugel van een Tupolev Tu-4 of Tu-16 en werd door een intern navigatie systeem op het doel gericht, waarbij een radar het laatste deel naar het doel overnam. Het kon gebruikt worden tot een maximum op 100 km afstand, tegen vijandelijke schepen, waarvoor het een explosieve lading van 600 aan boord had.
Keer terug naar de T-splitsing en ga linksaf. Links van u zijn, tussen het omhoog klimmende gras en onkruid, de oude rails van de spoorlijn nog zichtbaar. Oude Duitse hekken en poorten staan te roesten naast de in onbruik geraakte spoorbaan. Ook het poorthek, dwars over de rails geplaats, op de grens van 'Werk Ost' en 'Werk West' staat er nog steeds.
De scheiding tussen 'Werk Ost' en 'Werk West' is nog zichtbaar op de spoorbaan
Concentratiekamp 'Karlshagen I'
Na zo'n 500 meter, kort voor de bocht van de weg rechtsaf draait, komt u rechts het terrein in de bossen tegen waar het concentratiekamp 'Karlshagen I' ooit stond. Het is even opletten, want u rijdt er zo aan voorbij. Van het kamp zijn, naast wat betonnen palen en los liggende stenen, enkele schuilbunkers voor de bewakers van het kamp bewaard gebleven, al zijn deze overwoekerd. Het kamp bestond van mei 1943 tot begin 1945, en lag ten noorden van de woongemeenschap van 'Werk Ost'. Het kamp bestond in eerste instantie uit vijf barakken, later uit elf. De 1500 gevangenen die hier ooit ondergebracht waren, werden uit verschillende andere kampen hier naartoe gebracht.
Het opvallenste dat bewaard gebleven is, zijn de schuilbunkers voor de wacht
Ook al lag het tegen 'Werk Ost' aan, de gevangenen werden vooral ingezet op en rond het vliegveld ('Werk West'). De werkzaamheden bestonden vooral uit grondwerk uitvoeren, vliegtuigen bijtanken, blindgangers na een bombardement uitgraven en veiligstellen. Andere gevangenen werden ingezet in de haven van Peenemünde. Maar ook werden gevangenen de drassige gebieden ingestuurd om na een lancering van een vliegende bom, de V1, de voortstuwings/aandrijvings module, de zogenaamde 'plunger' en drie centrale bouten te gaan zoeken.
Betonnen palen van een afscheidings hek staan nu verloren tussen de bomen
Door de onmenselijke behandeling door de bewakers van het kamp, zoals ontoereikende voedsel verstrekking, martelingen, etc. kwamen minstens 264 gevangenen om het leven. Vanaf februari 1945 begon men met het verplaatsen van gevangenen naar andere kampen. Na de inname door de Russen werden de houten barakken afgebroken en verdwenen de restanten van het voormalige kamp in de bossen. In 2006 werden door jongeren, tijdens een zomerkamp gebeuren, uit vijf verschillende landen opgravingen gedaan om de fundamenten weer vrij te maken. En doormiddel van informatieborden werd deze historische plek uit de vergetelheid gehaald.
Het laad-en losperron waar geen treinen meer stoppen
Eén van de laatste objecten die u in dit deel van Peenemünde tegenkomt, is het losperron. Enkele honderden meters nadat u de lange bocht na 'Karlshagen I' heeft genomen, ziet u aan de linkerkant het 181 meter lange laad-en losperron welke gebruikt werd door de medewerkers van 'Werk Ost', maar waar later ook de dwangarbeiders uitstapten naar een onzekere toekomst.
Restanten van de negen opslagbunkers in het hoge gras
(foto: avontuurlijkwandelen.nl)
Er zijn enorm veel plekken op Peenemünde waar afbrokkelende ruïnes in afgeschermde gebieden door onkruid en struiken opgeblazen beton constructies aan het oog worden ontrokken. Maar sommige objecten kunnen te voet worden berijkt, maar vergt wel de nodige tijd. Eén zo'n plek wil ik toch even benoemen, en dat zijn de restanten van wat ooit opslagbunkers waren voor (liggende) raketten. Om de te verwachten produktie van de V1 en V2 raketten na de bouw veilig te stellen, werden negen bunkers gebouwd. Deze moesten bovengronds, want de sompige grond van Peenemünde was niet geschikt om diepe bunkers aan te leggen, en het binnebrengen van de raketten in bovengrondse bunkers was veel eenvoudiger. Of er ooit raketten in deze bunkers hebben gelegen, is onduidelijk, omdat de produktie na het eerste bombardement in augustus 1943 naar Nordhausen in de Kohnstein tunnels werd overgebracht. Het gemakkelijkste om de resten van de, ook wel 'Peenebunkers' genoemd, te bezoeken is de wandeling van ongeveer 1,5 kilometer aan te vangen vanuit Peenemünde zelf en de de dijk zuidwaarts te volgen.
Om de restanten te vinden van de 'Peenebunkers', volg de gele lijn
(foto: Google Earth)
Er zijn vuistdikke boeken verschenen over Peenemünde, en wat ik hier aanstip zijn de belangrijkste objecten die tijdens een eerste bezoek gedaan kunnen worden. Verblijft u langer op Usedom en dichter op Peenemünde, dan kunt u meer zaken ondernemen om objecten of restanten te bezoeken.
Het monument voor de omgekomen dwangarbeiders, nabij Karlshagen
Voor het maken van de pagina's werd dankbaar gebruik gemaakt van het boek: Raketenspuren (Waffenschmiede und Militärstandort Peenemünde) geschreven door Volkhard Bode en Gerhard Kaiser, een uitgave van Ch.Links Verlag (ISBN 978 3 86153 345 0). Ook de museumgids, Das Historisch-Technische Museum Peenemünde, 89 pagina's dik, was een goed boekje als raadgever, en dat u eigenlijk voor het bezoek begint zou moeten bestellen (€ 6,50), zodat u voorbereid op reis gaat KLIK HIER VOOR DE SHOP . Verder is gebruik gemaakt van het magazine 'After the Battle' #74. En natuurlijk zijn verschillende bronnen uit eigen archief gebruikt voor details die niet in voorgaande geschriften te vinden waren.
Hoe het Wernher von Braun en zijn medewetenschappers is vergaan nadat deze zich overgegeven hadden aan de Ameri- kanen, daar is meer over te vinden op de pagina's over de tunnels van de Kohnstein en het concentratiekamp 'Dora'.
Voor het concentratiekamp 'Dora' en de Kohnstein bij Nordhaus: KLIK HIERONDER
GA TERUG
|