Voorwoord
Ruim anderhalf jaar had ik twee vragen over 'kijkers' op mijn
site staan, alle twee werden plotseling binnen een week opgelost.
Dat het zo lang duurde, kwam omdat er in die tijd, begin 2000,
nog weinig op het internet te vinden was.
Vooral door naspeuringen verricht door Edwin Herkert kwam alles vlot
op gang. Een dag na de aanzet tot een oplossing over een Duitse
kijker kwam ook uit de koker van Edwin de oplossing over de Elbow
Telescope! Ter bevestiging kwam ook dezelfde uitkomst uit Amerika
bij monde van Jeff Lewis weer een dag later. Om het verhaal compleet
te maken volgt hieronder het verhaal waar de Elbow Telescope
thuishoorde. Over de Duitse kijker is een andere pagina
gewijd.
De Elbow Telescope M16
Hoe het
begon
De Elbow Telescope schafte ik in 2001 aan in het
wrakkenmuseum nabij Port-en-Bessin. Daar wist de
verkoopster niet waar het van afkomstig was. Maar omdat het nogal
een indrukwekkend apparaat was, met restanten van schelpjes van het
jarenlang op de zeebodem rusten, schafte ik het aan. Altijd dacht ik
dat het van een stuk scheepsgeschut kwam van één of ander schip dat
voor de Normandische kust lag. Ik wijdde er een 'vragenpagina' aan op
mijn website. En nu (augustus 2003), ongeveer ander half jaar later,
is daar de oplossing. De Elbow Telescope M16 bleek afkomstig te zijn
van een M2A1 houwitzer dat geplaatst was in een M7 'Priest'
gemotoriseerd kanondrager!
De M7 'Priest' in het
wrakken museum te Port-en-Bessin
In september 2003 keerde ik terug in het ‘wrakken’ museum nabij
Port-en-Bessin. Hier kreeg ik de bevestiging dat de bewuste Elbow
Telescope wel degelijk afkomstig was uit de M7 'Priest' die in de
museumcollectie tentoon gesteld staat.
De ontwikkeling van de
105mm M7 'Priest'
Om voldoende steun te kunnen geven aan de infanterie was het
nodig om een gemotoriseerd kanon te ontwikkelen. Met de ervaring die
was opgedaan om een 105mm houwitzer op een Half Track te plaatsen
wilde het Amerikaanse leger een 105mm kanon op een rupsvoertuig te
zetten. De M3 en M4 Middelzware tank chassis (Lee Grant en Sherman tank) bleek daar uitermate
geschikt voor. In het chassis werd het kanon iets rechts van het
midden geplaatst. Aan de rechterzijde was een opvallende ronde
stalen toren die een .50 machine geweer herbergde. Twee prototypen
(T32) werden in februari 1942 geaccepteerd en zouden als M7
Houwitzer Motor Carriage (HMC) worden geproduceerd. Vanwege de ronde
toren op het voertuig, dat op een kansel leek, noemden de Britten de
M7 de 'Priest'.
Een M7, aan land gekomen op Utah Beach,
trekt door Carentan, Normandië
Het kanon, een M1A2 105mm L/22.5 houwitzer, werd bediend door 6
man en 6 extra als reserve. Drie waren nodig om het kanon te
richten, laden en af te vuren. De chauffeur, assistent-bestuurder en
een reserve schutter hielpen met het uitpakken en doorgeven van de
munitie. De schutter links van het kanon gebruikte een zogenaamd
panoramische telescope (M12A2) en een Range Quadrant M4 om het kanon
zijwaarts en in elevatie te bedienen tijdens indirect vuur. Om
direct gericht vuur te geven, richtte de schutter aan de
rechterzijde via een Elbow Telescope M16.
De witte cirkel geeft de
positie aan voor de Elbow Telescope M16
M7
De eerste M7's die geproduceerd werden hadden het M3 chassis.
Latere modellen gingen over op het M4 onderstel. De aandrijving ging
door middel van de Continental R-975 C1 radiaal motor (350 pk).
In totaal zouden 3490 M7's geproduceerd worden. Toen de M7 een maand in productie was,
werd de munitieopslag aan boord vergroot van 24 naar 69 granaten.
Een Britse M7 in Tunesië, 1943
De
eerste actie die de M7 zag was in handen van de Britten, die in
september 1942 negentig exemplaren ontvingen via de Lend-Lease overeenkomst en inzetten bij onder andere El
Alamein. De Britten bestelden 5500 exemplaren, maar deze order werd nooit afgerond geleverd.
M7B1
Toen het chassis van de M4A3 beschikbaar kwam voor de 'Priest',
kreeg het de aanduiding M7B1. Als motor werd in deze versie de Ford
GAA V-8 (450 pk) geďnstalleerd.
Een M7B1 tijdens het Ardennen Offensief, december 1944
Aan de buitenzijde valt het verschil tussen de M7 en de M7B1 op
aan de rups-geleiding. De M7B1 had als extra terugloop rollers voor
het bovenste loopvlak. Ook had de M7B1 de vlakke pantser frontplaat.
Beide versies hadden een snelheid die gelijk
lag, ongeveer 40 km/u en de actieradius lag tussen de 160 en 200 km.
Ook het gewicht lag ongeveer gelijk voor beide types, rond de 25
ton.
Een bewaard gebleven M7B1
De M7 en de M7B1 waren een groot succes. In het Amerikaanse leger, elke Amerikaanse
pantserdivisie had in 1944 de beschikking over drie
bataljons met dit wapen, welke tijdens het Ardennen Offensief (Battle of the Bulge) grote diensten bewees.
Een aangepaste M7B1 waarvan het geschut onder een hoek van +65° graden kon worden gezet, stond bekend als de
M7B2 en zag actie in Korea. De M7B1 bleef nog ver na de Tweede Wereldoorlog in bedrijf bij verschillende
landen ter ondersteuning van infanterie. Van de M7B1 werden 777 stuks geproduceerd (waarmee het totaal aantal
van de 'Priest' op 4267 kwam).
Een Israelische M7B1 tijdens een oefening
Sexton
Hoewel de Britten de 'Priest' succesvol gebruikten wilden ze
graag een 25-pounder kanon op het voertuig. De aanvoer van munitie voor de 'Priest'
bleef onder de maat, en
voor de 25-pounder was voldoende aanwezig. In Amerika werd getracht een 25-pounder aan te brengen in een M7,
aangeduid als de T51, maar het kanon van het prototype raakte beschadigd tijdens de eerste schiettesten
en verdere ontwikkeling werd gestopt. Maar, de te Montreal
gevestigde Canadese firma Locomotive Works kwam de Britse wens tegemoet
door een Ram tank te voorzien van een 25-pdr C
Mk II. De Sexton Mk I was geboren en kwam als zodanig in september 1943
in dienst.
Een Sexton van de 13th Regt. Royal Horse Artillery,
11th Armoured Division
Op het oog vertoonde het voertuig grote overeenkomsten
met de M7, alleen de ronde geschutstoren voor het .50 machinegeweer
ontbrak en de bestuurder zat aan de rechterkant. Van de eerste order voor 300 Sextons werden
125 stuks gebouwd op het 'Ram' chassis en de rest op het
'Grizzly' chassis (een chassis van de M4A1) en kregen de aanduiding Sexton Mk II. Van de Sexton
werden er uiteindelijk 2150 gebouwd (waarvan 2026 Sexton Mk II's), voor de productie stopte
in 1945 (het bleef dienst doen tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bij de Britse
strijdkrachten).
Een gepreserveerde Sexton
in Ver-sur-Mer, Normandië.
Na juli 1944 begon de Sexton de M7 'Priest' te
vervangen binnen de 21st Army Group in West Europa. De nu overbodige
'Priests' van het 2nd Canadian Corps werden ontdaan van hun
houwitzer en onder de naam 'Kangaroo' als bepantserde personeels
vervoerder ingezet. Tussen oktober 1944 en april 1945 werden er 120
op deze wijze omgebouwd.
Een Sexton Mk II met als basis het M4A1 Sherman chassic
Direct na de oorlog werden verschillende Sexons verkocht aan Portugal, welke er tot in de jaren 80
van de vorige eeuw mee opereerde.
M37 In 1945
kwam de opvolger van de M7 op de markt in de vorm van de M37. Als
onderstel had dit type het M24 chassis, dat ook de 'Chaffee' tank droeg. Als houwitzer
werd de 105mm van de M4 Sherman geplaatst. Ondanks dat het gewicht
'slechts' 23 ton bedroeg, was er meer ruimte voor opslag en om in te
werken. De voorstuwing kwam van een Twin Cadillac Series 44, V-8
(220 pk) die het een snelheid gaf van 50 km/u en een actieradius
van 160 km. Er werden 316 van gebouwd maar het zag geen actie in de
Tweede Wereldoorlog.
Een M37, gebasseerd op het M24 chassis
GA TERUG
|