Lt. Colonel Charles Mackenzie
Enkele uren later bleek de situatie lang niet zo rooskleurig als Browning eerst dacht. Browning vertelde
aan Mackenzie dat ook de 43rd Division veel te traag werkte, maar dat hij daar geen invloed op uit kon
oefenen, dit onderdeel viel onder Horrocks. Browning beloofde Mackenzie dat in de komende zaterdagnacht
er meer troepen naar de overkant van de Nederrijn zouden worden gebracht. Op de terugweg naar Driel overviel
Mackenzie het gevoel dat het niet zou lukken. Wat moest hij Urquhart zeggen. Om zijn generaal moed te geven
besloot hij zijn eigen gedachte niet uit spreken, maar Urquhart te vertellen dat er hulp onderweg was.
Dankzij goed weer in Engeland, konden eindelijk de laatste troepen van de 1st Allied Airborne Army vertrekken
richting Nederland. Eindelijk kreeg General Gavin van de 82nd Airborne zijn 325th Glider Infantry Regiment binnen,
3385 man. Ook de 101st kreeg haar laatste versterkingen, bijna 3000 para’s. Voor Sosabowski was er wederom
een bittere pil. Zijn restant troepen dat eigenlijk bij Driel moest landen werd, door Browning, vanwege de
aanhoudende gevechten bij Driel, naar Grave gestuurd.
Gelijk met de aanvoer van de laatste para’s werden ook weer bevoorradingen ingevlogen voor Oosterbeek.
Maar de droppingen waren weer merendeels in de door Duitsers bezette gebieden. Van de 123 transportvliegtuigen
werden 6 neergehaald en raakten 63 beschadigd. Ook zagen de belegerde para’s in Oosterbeek voor het eerst
Typhoons en Spitfires van de 2nd TAF en de RAF. Maar deze konden weinig uitrichten vanwege accuraat luchtafweer
en de goed verdekt opgestelde doelen. Urquhart was zwaar teleurgesteld in de luchtsteun gedurende de gehele operatie.
Het restant van de Poolse
brigade springt bij Grave
Veldmaarschalk Model was van zijn stuk gebracht omdat er opeens na dagen weer luchtlandingen in de sector waren.
Hij vreesde dat er een nieuw offensief opgezet werd en was naar Bittrich in Doetinchem gereden. Hij drong erop aan
dat de perimeter bij Oosterbeek snel opengebroken moest worden. Want hij had alle beschikbare manschappen nodig als
er nieuwe luchtlandingen zouden komen. Bittrich spoedde zich naar Elst om Knaust te bezoeken. Majoor Knaust dacht wel
dat hij het nog 24 uur kon uithouden. Zijn Tigers waren gebonden aan de weinige smalle wegen, in de polder liepen
ze hopeloos vast. Hij wist ook dat de Britse tanks hetzelfde euvel hadden. Maar de aanvoer van de Geallieerden
leek onuitputtelijk.
Bittrich vertrok naar het hoofdkwartier van Harzer, commandant van de 9 SS Hohenstoufen-Division,
erop aan om in
Oosterbeek nu eens vaart te zetten bij het opruimen van de verzetshaard daar. Harzer probeerde aan te geven
dat zijn tanks slecht konden opereren in de smalle straten en dat als de druk werd verhoogd, de para’s nog
feller leken te vechten. Bittrich gaf orders aan Harzer om vanuit het oosten en westen de zuidzijde van de
perimeter samen te drukken zodat de aanvoer over de Rijn onmogelijk werd.
luitenant kolonel Harzer
probeert het comfort van een buitgemaakt Jeep
Ook generaal Harmel van de 10 SS Divisie kreeg een opdracht. Houdt in ieder geval de Britten vast bij Elst
en probeer op Driel aan te gaan. Elst was geen probleem volgens Harmel, maar of Driel genomen kon worden
betwijfelde hij, zijn troepen waren te ver verspreid. Bittrich schetste het als volgt; ‘wij (9 SS van Harzer)
zullen de nagel pakken (Oosterbeek),… jij moet de vinger (de aanvoer op Driel) amputeren.
Wapenschild van de 43rd Wessex Division
General Thomas van de 43rd Wessex Division wilde eerst Elst veroveren en dan naar Driel. Er werden al
pogingen ondernomen om via zijwegen een route te vinden. Maar Thomas wilde niet zijn rechterflank onverdedigd
laten, al deze manoeuvres kostten veel tijd. Hopeloos liep de zaak vast toen twee brigades een zelfde kruispunt
moesten benutten. Het werd al donker toen eindelijk de 130th Brigade Driel naderde. Onderwijl waren wel de
zestien boten, die overgebleven waren van de oversteek van de Waal bij Nijmegen, bij Driel gebracht. Even na
middernacht begon men weer met het oversteken van manschappen en goederen. Maar de verliezen waren enorm
in het vuur van de Duitsers. Slechts 250 Polen bereikten de overzijde, en slechts 200 daarvan konden in
stelling gebracht worden rond Hartenstein. Hier was de hele dag weer gevochten tegen Duitse infanterie
en tanks. Ook hadden de Duitsers vlammenwerpers ingezet. Vier SS-ers hielden een jeep aan die onder
een rode kruisvlag gewonden vervoerde. Toen een verpleger probeerde uit te leggen dat ze onderweg waren
naar de verbandpost, werd lafhartig een vlammenwerper op de man gezet.
Urquhart berichtte onderwijl aan het
hoofdkwartier dat het
moreel nog goed was,… maar dat er vele kritieke momenten waren geweest.
Zondag 24
september,
1944
Rond 04.00 uur werd het bericht ontvangen, op het hoofdkwartier van Horroks, dat ‘Hell’s Highway’
weer open was ten noorden van Veghel. Er was weer aanvoer mogelijk, waaronder de broodnodige boten. Op
deze vroege zondagmorgen kwam Lt-Col. Mackenzie terug in Hartenstein om rapport te brengen over het
onderhoud met Browning.
Urquhart luisterde onbewogen naar het verhaal van Mackenzie. Het bleef dus wachten op de 2nd
Army van Montgomery. De mannen in de schuttersputten bleven hopen. Ze wisten dat er versterkingen
op de zuidoever waren, ze hoopten alleen dat ze nog in leven waren als het ontzet zou beginnen. Er
waren nog slechts 2500 man in de perimeter die zich konden verdedigen. De huizen, winkels, kelders,
verbandposten vol gewonden hoopten dat ze snel gerepatrieerd konden worden.
Zuster J.A. ten Hoedt helpt een gewonde para op zondag
De mannen konden niet massaal op deze zondag naar de kerk. De artillerist James Jones haalde zijn
fluit tevoorschijn en speelde zacht voor zich uit. Lt. James Woods stelde aan Jones voor dat hij
voorop zou lopen in een kleine processie. Twee artilleristen waren erbij gekomen, en zo liepen de
mannen langs de stellingen. Jones blies zijn fluit en Woods zong uit volle borst; ‘British Grenadiers’
en ‘Scotland the Brave’. Het duurde even, maar na verloop van tijd zong de gehele artillerie stelling
als één koor.
Brigade-generaal Shan Hackett had het verzoek van Duits officier gekregen om
de frontlijn zeshonderd meter naar achteren te leggen, want ze wilden een mortier en artillerie
barrage plaatsen, maar konden niet garanderen dat de Britse verbandplaatsen geraakt zouden worden.
Samen met Urquhart besloot Hackett niet op het voorstel in te gaan, omdat dan Hartenstein tweehonderd meter
in de Duits gebied zou komen te liggen. De beschieting begon, maar het was te merken dat de Duitsers ten
zuiden van de verbandposten hun granaten lieten vallen.
De enorme schade aan Hotel De Tafelberg
Maar de gewonden stapelden zich op. De verbandpost van Hotel De Tafelberg had geen ruimte meer en
ook een ander hotel, Petersburg, raakte vol. Men schatte dat er rond de 1200 à 1300 gewonden waren
in de perimeter van Oosterbeek. Senior medical officer Graeme Warrack was ten einde raad. Hotel De Tafelberg
werd regelmatig getroffen door granaten. Warrack, die werkte in De Tafelberg, was tijdens een beschieting
woedend naar buiten gerend en was vreselijk te keer gegaan tegen de Duitsers; ‘You bastards,… can’t you
see how a Red cross looks like!’ Om 09.30 uur was het genoeg en vroeg Warrack aan Urquhart of hij een
staakt-het-vuren mocht bedingen bij de Duitsers om de gewonden af te laten voeren. Steeds meer gewonden
stierven door gebrek aan medicijnen en hulpgoederen, andere gewonden werden nog erger gewond om dat
de verbandplaatsen beschoten werden. Urquhart ging akkoord.
Senior medical officer Graeme Warrack en Lt. Arnoldus Wolters
Samen met de Nederlandse verbindingsofficier luitenant-ter-zee 1ste Klas Arnoldus Wolters, die
als tolk zou optreden, en de arts Van Maanen zouden Warrack naar de Duitsers gaan. Wolters kreeg
de valse naam ‘Johnson’ om hem te beschermen. Toevalligerwijze had de Duitse majoor Egon Skalka
het zelfde idee opgevat die ochtend opgevat. Zijn verbandpost in Hotel Schoonoord was overvol aan
gewonden. En zo kwamen de beide mannen met elkaar in contact. Er werd overeengekomen dat men eerst
naar het hoofdkwartier ging van Harzer. Dokter Van Maanen moest achterblijven, maar Warrack en ‘Johnson’
namen plaats in een buitgemaakt jeep die door Skalka door een wirwar van straten reed. Dit om de
mannen in het ongewisse te laten waar ze heen gingen, naar de HBS aan de Hezelbergerweg.
Het voormalige Hotel Schoonoord,
de verbandpost van majoor Egon Skalka
Harzer, commandant van de 9 SS Division, weigerde in eerste instantie. De chef-staf van Harzer,
kapitein Schwarz stelde voor de kwestie aan generaal Bittrich voor te leggen. Toen Bittrich binnenkwam
sprongen de aanwezige officieren in de houding en riepen nog steeds vol overtuiging ‘Heil Hitler’.
Bittrich luisterde naar Warrack en gaf zijn toestemming. Hij drukte een fles cognac in de handen
van Warrack met de woorden; ‘voor uw generaal’. Om 10.30 uur was de zaak beklonken. Om 15.00 uur
zou de wapenstilstand in gaan voor de duur van twee uur. Op de weg terug maakten de Britse onderhandelaars
een korte stop bij het St.-Elisabeth Gasthuis. Hier hoorden de aanwezige artsen en verplegers voor het eerst
van het verlies van de brug en hoe General Urquhart probeerde de perimeter open te houden.
In het St.-Elisabeth Gasthuis worden Britse gewonde para's naar binnen gebracht
(Opname uit de film 'Theirs is the Glory')
Klokslag 15.00 uur zwegen opeens de kanonnen. Een onwerkelijke stilte overviel de para’s die alleen maar
gewend waren aan het constante gedreun en geknal. Sommigen deed de ‘sound of silence’ zeer aan de oren.
En zo begon de afvoer van gewonden. Eén van hen was Brigade-General Hackett die die morgen geraakt was
door scherven. Hij had een nare buikwond die hem veel pijn deed. Ondanks het staakt-het-vuren klonken
regelmatig schoten. Iedereen was zenuwachtig en er waren steeds misverstanden. Vooral de Polen waren
helemaal niet gediend van het bestand, deze wilden Duitsers doden. Het koste veel overtuiging hen te
laten stoppen met schieten. En zo trokken de gewonden richting Arnhem. Vierhonderdvijftig gewonden,
waaronder tweehonderd lopende, vertrokken met een baard van een week, vuil en met holle rode ogen, uit de
perimeter. Om 17.00 uur barste de hel in Oosterbeek weer los. Op sommige plekken hadden Duitse
soldaten zich in die periode dieper in de perimeter gewaagd en werden er nu weer uitgejaagd door de Britten.
Oud inwonder van Oosterbeek, Johan Sardini, wijst op de MDS
(Medical Dressing Station Crossroad) op het kruispunt Utrechtseweg/Stationsweg.
Naast Hotel Schoonoord (rechts buiten beeld) en Hotel De Tafelberg,
werd ook het witte gebouw aan de overzijde gebruikt als MDS.
Langzaam zette de avondschemer zich in op deze zondag de 24ste september, 1944. Het waren
een paar miezerige dagen geweest met een zeurderige regen. De nu vieze, natte en ellendige para's waren aan het einde
van hun latijn. Misschien dat het de komende nacht zou lukken om nieuwe voorraden en troepen in de perimeter te krijgen.
General Urquhart stuurde een dringend bericht naar Browning zijn hoofdkwartier (hieronder afgebeeld).
Hierboven de dringende berichten aan Browing op 24 september
(Klik voor vergroting)
Hieronder de tekst en de vertaling:
From URQUHART to BRO(W)NING Ø Must WARN YOU UNLESS PHYSICAL
contact in strength is made with us EARLY 25 SEP. consider it unlikely we
can hold out (long enough) Ø All RANKS now EXHAUSTED Ø Lack of rations, water,
ammo, and weapons with high officers casualty rate of defending
had effect Ø Even slight enemy offensive activity may cause complete disintegration Ø
If this happens all will be ordered to Break TOWARD bridgehead if any RATHER THAN surrender Ø ?
Movement at present in face of enemy not possible Ø Have done our best and will do as long as possible.
Van URQUHART tot BRO(W)NING Ø Moet WAARSCHUWEN TENZIJ FYSIEK
contact met versterking is gemaakt met ons VROEG 25 SEP. onwaarschijnlijk dat we
kunnen uithouden (lang genoeg) Ø Alle RANGEN nu UITGEPUT. Gebrek aan rantsoenen, water,
munitie en wapens met hoog uitgeschakeld aantal officieren, het verdedigen
had effect Ø Zelfs klein vijandelijk offensieve activiteit kan volledige desintegratie veroorzaken Ø ?
Als dit gebeurt, zal alles worden bevolen Trek TERUG bruggenhoofd beter dan overgave Ø ?
Verplaatsen op dit moment in het zicht van de vijand is niet mogelijk Ø We hebben ons best gedaan en
zullen dat zo lang mogelijk doen.
’A Bridge Too Far’
Laurence Olivier (als
dokter Spaander) speelt cricket tijdens een filmpauze
De film A Bridge Too Far besluit na de val van de
brug bij Arnhem in een stroomversnelling te gaan. Deze episode
is vooral voor Laurence Olivier in de rol van de fictieve
dokter Spaander. We zien een vertwijfelde Kate ter Horst (Liv
Ullmann) in ietwat gebrekkig ‘Nederlands’ vragen aan dokter
Spaander of het nog erger kan worden, waarop hij
antwoord: ‘Oh,… nog veel erger,…’
Vervolgens ‘snijdt’ de film naar oprukkende tanks
richting Elst die vervolgens door granaatvuur, uit verderop
gelegen bossen, worden uitgeschakeld. Hier zien we weer even
de bulldozer (met de plastickoepel) in actie komen.
‘Oh,… nog veel erger,…’
Onderwijl roffelen de granaten rond Hotel Hartenstein.
Dokter Spaander vraagt toestemming aan General Urquhart of hij
aan de Duitsers een korte vuurpauze mag vragen om de gewonden
af te voeren. En zo zien we even later Spaander met generaal
Ludwig (Harzer) praten over een pauze, die Ludwig niet geven wil, maar
Bittrich, door tussenkomst, wel geeft. Deze scène is de
verbinding tussen twee generaals die beide voor de overwinning
gaan. Urquhart zegt aan Spaander dat het gebulder dat ze horen
de kanonnen zijn van XXX Corps, Ludwig verteld aan Spaander
dat er geen tijd is, want ze zijn het gevecht aan het winnen.
Spaander overlegt met Bittrich over een staakt het vuren
Deze scènes zijn een wel zeer vrijpostige aanpassing aan de werkelijkheid. Maar
in grote lijnen, de toestemming van Bittrich is er in verwerkt, is het
een goede oplossing. Toch kun je je afvragen of het alleen zo bedacht is
om Olivier een aantrekkelijke rol te geven. De chef-arts Warrack was een
kleurrijk figuur en had best geëerd mogen worden dat zijn karakter ook verfilmd was geweest.
Spaander in een door
de Duitsers buitgemaakte (vroege) Willys MB Jeep
Het is jammer dat de makers van de film vooral Hartenstein
en het huis van Kate ter Horst laten zien. Want het lijkt in
A Bridge Too Far alsof de para’s van de 1st British
Airborne Division zich simpelweg lieten afslachten door de
Duitse granaten. Nergens zien we enige gevechten tussen de
Duitsers en de para’s rond de huizen van Oosterbeek. Nergens
wordt getoond hoe heldhaftig kleine groepjes mannen er op uit
gingen om Duitse tanks of sluipschutters uit te schakelen.
Daarentegen wordt ook geen aandacht besteed aan de mannen die
het niet langer aankonden en knettergek werden. Wel zien we
General Sosabowski (Gene Hackman) een belofte maken aan de man
die de rivier overzwom met de boodschap van General Urquhart
om Poolse manschappen te sturen (in de film een rap sprekende
Brit, in het echt was het een Pool, Captain Zwolanski).
General Sosabowski: ‘Tell the General
we’re coming,… we’re coming tonight,…’
Kort nadat General Sosabowski: ‘Tell the General
we’re coming,… we’re coming tonight,…’, horen we even later
katrollen ratelen en zien we rubberbootjes
voortgetrokken door touwen. Een Duitse lichtfakkel maakt een
einde aan het voorzichtige voortrekken. Machinegeweren ratelen
en granaten komen neer. Verschillende mannen raken gewond of
sneuvelen en rubberbootjes worden lek geschoten.
Sosabowski (Hackman) helpt mee om de
beschoten Poolse jongens te redden
Het vertrek van Colonel Mackezie en Lt-Col. Myers de rivier
over naar de Polen komt niet aan bod. En zodoende wordt de moeite van
deze mannen om naar Nijmegen te komen om hulp te vragen bij
Browning ook niet behandeld. Na de heldhaftige oversteek
van de 82nd Airborne bij de Waalbrug van Nijmegen, zien we
geen Amerikaanse strijd meer in de corridor in de film. De
makers zaten met de lengte van de film, en moesten ruw hakken
in het echte verloop operatie Market-Garden.
Klik hieronder om naar de volgende
episode te gaan van
Market-Garden en 'A Bridge Too
Far'