Aangekomen in Colleville-sur-Mer is het een kleine rit naar het
Normandy American Cemetery & Memorial. Deze indrukwekkende
begraafplaats is bijna 70 hectaren groot en bevat 9.387 Amerikaanse
graven waarvan 307 onbekend.
De eerste stop vanaf de parkeerplaats, die u niet mag overslaan, is het indrukwekkende herinneringscentrum.
U betreedt eerst de hedendaagse Amerikaanse werkelijkheid, want de tassen worden gecontroleerd, alsof u op een
vliegveld bent. Menig museum kan jaloers zijn op de sobere en toch overweldigende confrontatie in dit
gebouw dat de bezoeker diep zal raken.
Het meest beroemde graf hier is die van
Brigadier General Theodore Roosevelt Jr. (zoon van President
"Teddy") op Plot D, Rij 28, Graf 45 (12 juli 1944, kreeg hij
een hartaanval in een boomgaard bij Carentan (57 jaar). Naast
Theodore ligt zijn broer Quentin, een Eerste Wereldoorlog
vliegenier die op 14 juli 1918 omkwam. Er liggen hier 33
"paren" broers en een vader en zoon (Col. Ollie Reed en Ollie
Jr.) op Plot E, Rij 20, Graf 19. 14.000 gesneuvelde kameraden
werden naar de Verenigde Staten terug gescheept.
Brigadier General
Theodore Roosevelt Jr., en zijn graf
HET MEMORIAL:
Het Memorial kijkt uit over een rechthoekige vijver vanwaar
u een indrukwekkende blik kunt werpen over de hagelwitte grafzerken.
In het Memorial zijn aan beide zijden gevechtskaarten afgebeeld in gekleurd
emaile. Geflankeerd door twee bronzen urnen staat het
standbeeld The Spirit of American Youth Rising From the Waves,
door Donald de Lue uit New York (zie foto onder aan deze pagina). Achter het Memorial is de
'Garden of the Missing' met de namen van 1557 vermisten.
Vanaf de begraafplaats loopt ook een pad naar beneden naar het strand
met uitleg op borden over de invasiestranden. Volgt u het pad
naar beneden dan komt u op het strand van de sector
'Easy-Red'.
De American National Cemetery is dagelijks geopend
vanaf half april tot half september
van 09.00 tot 18.00 uur.
De rest van het jaar is het geopend van 10.00 tot 17.00 uur.
Medal of
Honor
Er liggen op deze begraafplaats drie omgekomen militairen
met het Congressional Medal of Honor. Deze graven zijn te herkennen door hun
gouden belettering op de zerken. Niet alleen Roosevelt is
een bezitter van de Medal of Honor, ook Technical Sergeant Frank D. Peregory
(waarover op de komende pagina's meer
als we Grandcamp-Maisy bereiken) en First
Lieutenant Jimmie W. Monteith behoren tot de dragers van deze medaille.
Monteith landde op D-Day
nabij Colleville-sur-Mer onder zwaar Duits vuur. Zonder aan
zijn eigen veiligheid te denken begon hij manschappen naar de
top van de klif te leiden.
1st Lt.
Jimmie Walter Monteith, Jr. en zijn graf
Monteith zag twee tanks die niet de geschikte positie
hadden om effectief vuur af te geven. Door een mijnenveld
leidde hij daarop de twee tanks naar een betere opstelling die
daarop enkele vijandelijke stellingen uitschakelden. Hierna
begon hij de defensie van zijn troepen weer aan te geven.
Herhaaldelijk rende hij over open terrein 200 tot 300 meter
onder dodelijk vuur. Toen de eenheid van Lt Monteith omsingeld
werd probeerde hij zijn mannen uit deze situatie te leiden,
maar helaas werd Montheith dodelijk getroffen. Door zijn
heldenmoed en leiderschap werd hem daarop de Medal of Honor
toegekend. Men vindt zijn graf in de sector I, rij 20, graf 12.
Het graf van Major Tom D. Howie, sector G, rij 14, graf 12
(KLIK op de foto voor een vergroting)
Nabij het graf van Frank D. Peregory, ligt het
graf van Major Thomas Dry Howie (sector G, rij 14, graf 12).
Na de slachting op OMAHA Beach en het oprukken richting Saint-Lô had
deze strijd er voor gezorgd dat bijna de gehele 29th Division was vervangen door
verse troepen. Op 17 juli 1944 stond de aanval gepland om Saint-Lô in te nemen.
Major Thomas D. Howie, commandant van 3rd Battalion van de 116th Regiment,
29th Division, en toegevoegd aan de 2nd Battalion, droeg zijn mannen op
de bajonet te plaatsen en handgranaten gereed te houden. Van ieder peloton
mochten er maar twee hun geweer afschieten. Hij wilde absoluut een verrassing
zijn voor de Duitsers. Bij het eerste ochtend gloren braken de troepen van de
29th door de eerste Duitse linie en bezetten de hoge grond, een kilometer voor Saint-Lô.
Major Howie belegde een meeting met de compagnie commandanten over de volgende stap.
Toen men de meeting opbrak regende het opeens mortieren rond de officieren. Toen Howie
omkeek of iedereen dekking had gezocht viel een mortier kort bij en een stuk scherf
doorboorde de majoor zijn long. Twee minuten later stierf hij in de armen van zijn
uitvoerende officier, Captain William Puntenney.
Vrijwel direct na de barrage van mortieren vielen de Duitse Fallschirmjäger het
bataljon aan. Maar dankzij de opgeroepen artillerie en jachtbommenwerpers werd de
aanval afgeslagen. De mannen van Howie trokken daarop verder naar Saint-Lô om te
moeten constateren dat de gehele stad kapot gesmeten was door de Amerikaanse luchtmacht.
Er werden nog enkele zware schermutselingen uitgevochten met de Fallschirmjäger voor
de stad op 18 juli dan eindelijk in Amerikaanse handen was.
Major Howie opgebaard op het puin
van de Saint Croix, Saint-Lô, Toen & Nu
Commandant van de 29th, General Gerhardt, gaf opdracht om het lichaam van
Major Howie Saint-Lô binnen te brengen op de motorkap van een jeep en op
een berg puin te leggen van de Saint Croix kerk. Howie werd afgedekt met een
Amerikaanse vlag, omringt door bloemen neergelegd door GI’s en burgers, en bleef
daar liggen tot 19 juli. Cornelius Ryan, schrijver van onder andere 'The Longest Day,
schreef een stuk in Collier's Magazine over de 'eerste Amerikaan in Saint-Lô',
onder de titel The Major of St. Lo (de naam van Howie werd in eerste instantie
niet vrijgegeven door het Amerikaanse leger).
Voor een uit te printen plattegrond en een begeleidende tekst klik hieronder:
De speelfilm 'Saving Private Ryan' begint met
een scène op deze begraafplaats. U hoeft geen moeite te doen
om het graf van Captain John Miller (een fictieve rol van Tom Hanks) te
zoeken, die ligt hier niet (er ligt trouwens wel een John Miller,
een Private First Class die op 19 juli, 1944 sneuvelde.
Deze Miller is te vinden in Plot C, Rij 19, Graf 26).
Na het bezoek aan de Amerikaanse begraafplaats, keert u terug naar de D514
en neem op de rotonde de eerste afslag rechtsaf, naar St. Laurent-sur-Mer.
U kunt ook nog de derde afslag op de rotonde nemen en een twee honderd meter
Colleville-sur-Mer weer inrijden, waar u aan de rechterzijde het Big Red One
Assault Museum vindt. Het is één van de vier museums gevestigd in de omgeving van OMAHA
Beach welke de slag aanschouwelijk maken. Het is, zoals al aangegeven gewijd aan de 1st Infantry Division.
Het Big Red One Assault Museum te
Colleville-sur-Mer.
Het wordt gerund door een enthousiaste verzamelaar die
zelf veel kleinere stukken heeft geborgen op OMAHA Beach. Verder heeft hij door
zijn goede contacten met veteranen persoonlijke zaken ten toon kunnen stellen.
Alles is ondergebracht in één grote kamer met een voorhalletje. Het is niet bijster groot en heeft de
verwachte indeling, uniformen, enkele wapens en veel
fotomateriaal en documenten, maar alles heel oprecht. Wat vooral ontbreekt is hoe de
1st Infantry Division toe werkte naar de landing op OMAHA Beach. Buiten staan als blikvanger
een losklep van een LCVP en een zogenaamd 'Belgisch hek'.
Fraai uitgestald zijn de persoonlijke
spullen van veteranen
Toen u vanaf de American Cemetery kwam, zag u bij de rotonde het
grote grijze uit beton opgetrokken 'Overlord' Museum. Komt u in Normandië voor de
eerste keer, sla een bezoek aan de binnenzijde dan over (hieronder ga ik iets dieper in op dit museum).
Het tweede museum, op de route langs Omaha, is het ‘Overlord
Museum' gelegen aan de grote rotonde naar de American Cemetery van Colleville-sur-Mer.
Voor het grauwe gebouw, welke in juni 2013 is geopend, staan als blikvanger een Sherman tank,
een M10 tankdestroyer en een Sexton. Wellicht het opvallenste voertuig is een incomplete
Sherman Bergingtank op een Bailey brug. De naam van het museum geeft het al aan, het is niet specifiek
alleen over 'OMAHA Beach', maar beslaat veel meer. En dat is ook
het vreemde aan dit museum, het rommelige karakter van het geheel.
Een Sherman tank staat voor het 'Overlord Museum'
De buitenkant belooft meer dan men binnen
zal vinden. Er zijn veel voertuigen en kanonnen (35 stuks), en zo'n 10.000 voorwerpen (volgens de brochure),
maar de meeste kleinere zaken zijn letterlijk in vitrines gedumpt, zonder enige uitleg.
Wat verder jammer is, is dat de verlichting niet overhoud, het is vrij donker. Ook een punt van
kritiek is dat overal aangegeven staat; 'dat het niet toegestaan is de voertuigen aan te raken,...'
Bij de Duitse voertuigen is dit ook onmogelijk, want naast
dat er een hek voor staat, ook daarboven is nog eens een plexiglas afscheiding aangebracht, wat mooi
fotograferen van de toch wel unieke stukken nagenoeg uitsluit.
Onder de Duitse voertuigen bevinden zich een paar fraaie zaken, die het bezoek waard maken. Men vind er
een PzKpfw IV Ausf G, een paar SdKfz 251's, en een wrak van een Panther tank.
Met het wrak van de Panther op de achtergrond,
links
één van de vele vitrinekasten vol met 'gedumpte zaken'
Het museum is een uitvloeisel van de verzameling van Michel Leloup die het tot zijn dood, in 2011,
tentoon had gesteld in een voormalige kaasfabriek in Falaise. Dat zijn verzameling is bewaard gebleven
en nu een grotere en betere ruimte heeft gekregen is alleen maar toe te juichen. Maar er valt nog wel het één
en ander aan te verbeteren. 'Overlord' suggereert vals dat het over de landing gaat in Normandië, maar
het bestrijkt een veel groter gebied, namelijk ook de strijd die daarop volgde. Ondanks de mooie aankleding
van levensechte poppen, ontbreekt een 'emotie' naar de zware strijd die beide partijen (en de burgerbevolking)
in Normandië ondergingen. Het museum is helemaal volgezet, zodat er van een wisseltentoonstelling geen sprake
kan zijn, wat inhoud dat als men er eenmaal is geweest, men er nooit meer naar teruggaat, een gemiste kans.
De diorama's zijn beslist fraai opgezet
In deze tijd van 'hands-on' en virtueel de mens er bij betrekken, ontbreekt
in dit museum totaal. Geen beamers en monitors met daarop korte filmfragmenten, of een uitleg hoe de strijd
zich ontwikkelde (zoals bijvoorbeeld in het mooie ruim opgezette Musée Memorial de la Bataille de Normandie
in Bayeux). Als men het thema 'Overlord' wilt gebruiken, dan valt hier beslist op hoe de Britse,
Canadese en Poolse zijde onderbelicht blijft (er zijn natuurlijk wel enige zaken te vinden, maar in mijn ogen te kort).
Er is een grote souvenirs shop waar stevige prijzen worden gevraagd voor met name de boeken.
'De landing op Omaha Beach'
(rechts staat een M4A1(76)W Sherman tank, welk type niet op 6 juni 1944 landde,
beter
was de Sherman 75mm te gebruiken die in de volgende ruimte staat)
U kunt uw reis nu westwaarts voortzetten, richting St. Laurent-sur-Mer,...
Voor het vervolg in de sector OMAHA Beach
klik hieronder
GA TERUG