STIRLING OPERATIES
Enkele missies

Naar Rotterdam op 10 februari 1941

Winston Churchill wilde graag dat het 7 Squadron Berlijn zou bombarderen als eerste operationele Stirling missie. Gelukkig is de leiding van Bomber Command redelijker en kiest als eerste doel de olieopslag van Rotterdam. Ondanks dat het 7de in het bezit is van de verbeterde Series III van de Mk I, vertrekken in de avond van de 10de februari 1941 alleen Stirlings van de Series I de koude nacht in. De missie is een succes en alle Stirlings keren terug naar hun basis, Oakington.

Stirling Mk I's van No.7 Squadron

In de loop van 1941 komen er nog twee actieve Stirling squadrons bij, 15 Squadron en 18 Squadron. Verschillende malen wordt getracht Berlijn te treffen bij nacht, maar de meeste missies lopen vast in het slechte weer of door mechanische problemen. In de nacht van 9 op 10 april 1941 wordt de eerste Stirling (N6011) van het 7 Squadron neergeschoten nabij Lingen, door een Bf 110, gevlogen door Feldwebel Scherling van het 7/NJG 1.

De emblemen van de eerste drie RAF Stirling squadrons, No.7, 15 en 18 Sqn

Vanaf april 1941 begint men ook met daglicht operatie, voornamelijk tegen schepen gericht. Doelen zijn onder andere de Duitse oorlogsbodem, de Scharnhorst. Op 23 juli 1941 bombarderen zes Stirlings dit schip, er wordt één treffer geregistreerd, maar één Stirling gaat verloren. Gedurende 1941 worden de vluchten langer en vliegt Bomber Command missies naar het noorden van Italië. Zwaar van brandstof en bommen trekken de Stirlings door de Alpen. De dalen dreunen van het motorengeronk die de Bristol Hercules produceren, terwijl de bemanning een route tracht te vinden tussen de hoge bergen. Vanaf 1942 worden Stirlings van het 7 Squadron ook ingezet als 'Pathfinder' om doelen te markeren voor de hoofdmacht. Worden de meeste missies in de nacht gevlogen, ook daglicht operaties gaan gestaag door, meest tegen U-boat faciliteiten.

Een Stirling wordt gereed gemaakt voor weer een missie

De laatste officiele bombardementsvlucht met Stirlings is op 8 september 1944 als 3, van 4 Stirlings, van het 149 Squadron Le Havre bombarderen. Verder bestaan de missies voornamelijk uit het leggen van mijnen en droppen van voorraden voor verzetsgroepen in Europa, en natuurlijk het slepen van zweefvliegtuigen en droppen van parachutisten.

175 (New Zealand) Squadron staartgeschut zwaar beschadigd door Duits vuur

DE LATERE MISSIES

OPERATION OVERLORD, D-Day

In de nacht van 5 op 6 juni 1944 stijgen Stirlings op van No's 190, 196, 299 en 620 Squadron van vliegvelden ten westen van Londen als deel van de eerste golf van de invasiemacht voor D-Day. De Stirlings brengen, in onder ander 71 Horsa zwevers, paratroepers van het Britse 6th Airborne Division naar vitale punten in Normandië. De bruggen over de Orne en het Caen kanaal moeten door deze troepen ingenomen worden.

Met invasie-strepen uitgeruste Stirlings gereed voor 6 juni 1944,... D-Day

In de middag van 6 juni trekken Stirlings ongeveer zeventig Horsa zwevers, volgepakt met manschappen en voorraden, om de voorhoede te versterken. Om herkenbaar te zijn voor de eigen troepen zijn de Stirlings voorzien van drie witte en twee zwarte banden aan de achterzijde van de romp en de vleugeltips, de zogenaamde 'invasie-strepen'.

D-Day, Stirling Mk IV's van het 299 Squadron slepen Horsa zwevers,...
(Illustratie: Italeri)

Operatie 'Market Garden'

Op 17 september 1944 zijn alle zes Stirling squadrons in de lucht met paratroepers aan boord en met zwevers in de slipstroom. Hun object was om het Britse 1st Airborne Division 'Red Devils' met 112 Stirlings naar Arnhem te brengen. De landingen gaan volgens het boekje, maar de afstand naar de brug van Arnhem is toch zo'n 10 km en zonder dat de 'Red Devils' dit weten ligt er rond Arnhem een, voor hun onbekende, Duitse Pantzer Divisie. Binnen 24 uur weten de Duitsers de opmars tot staan te brengen en door het inbrengen van het nodige luchtafweergeschut is de bevoorrading via de lucht bijna onmogelijk. De hoop was binnen 48 uur het Duitse verzet te breken, maar de slag draait juist in het voordeel van de Duitse bezetter.

Deze Stirling Mk IV van 190 Squadron crashte tijdens Operation Market-Garden

De 'Slag om Arnhem' sleept zich bijna een week voort. De Stirling squadrons leiden zware verliezen tijdens de bevoorrading. Tien Mk IV gaan verloren op de 19de, elf op de 20ste en zeven op de 21ste september. Daar kwam nog eens bij dat de meeste gedropte goederen in Duitse handen viel. Als op 24 september de laatste missie is gevlogen heeft No. 38 Group, 63 Mk IV's verloren.

'MACROBERT'S REPLY'

Links Lady MacRobert, rechts het familiewapen

Sir Alexander en Lady MacRobert hadden drie zonen die allen omkwamen bij vliegtuigongevallen. De oudste, Sir Alasdair, was al omgekomen voor de oorlog bij een vliegongeval in Luton. Zijn jongere broers zaten tijdens de oorlog in de RAF. Sir Roderic als een piloot en Sir Ian als a Pilot Officer. Beide broers kwamen om binnen zes weken van elkander tijdens de oorlog. De MacRobert familie stond altijd al bekend als filantropen, en dus was het geen wonder dat Lady MacRobert een trust oprichtte in haar zonen hun naam. Lady MacRobert doneerde £25.000 als bijdrage aan een vliegtuig. In oktober 1941 werd Stirling Mk I, N6086, overgedragen aan Squadron Leader Flying Officer Peter Boggis van het 15 Squadron.

Squadron Leader Flying Officer Peter Boggis, 'thumbs up'

Uitgerust met de codeletters LS-F op de romp en op de neus het familiewapen van MacRobert, met daaronder de naam; 'MacRobert's Reply' maakte ze al snel haar eerste vlucht voor het squadron. De Stirling maakte 12 missies, onder andere naar Brest. Hier miste ze haar doel maar net, maar er valt wel een Duits jager ten prooi aan een boordschutter. De laatste missie was in januari 1942 toen het op zoek was naar het Duitse slagschip 'Tirpitz', maar het slechte weer verhinderde om in actie te komen tegen het slagschip.

Stirling Mk I, N6086 'MacRobert's Reply' zwaar beschadigd na de harde landing

Op 7 januari tijdens de start raakte N6086 een sneeuwheuvel, schoot van de startbaan en raakt een geparkeerde Spitfire. Het toestel raakte zwaar beschadigd, en zou nooit meer operationeel vliegen en verdween naar een trainingseenheid. Er kwam nog een tweede Stirling Mk I met de naam 'MacRobert's Reply', de W7531, deze crashte op 18 mei 1942 in Denemarken, waarbij nagenoeg alle bemanningsleden omkwamen, alleen de radioman, Sergeant Jeffs zou het overleven.

Een door Peter Boggis DFC gesigneerde eerstedag enveloppe


Twee opvallende acties

De invasie van Noord-Afrika in november 1942 leidde weer naar de doelen in Noord-Italië. Tijdens een raid op 28 november maakte Flight Sergeant Rawdon Hume Middleton, piloot van BF372, 149 Squadron (OJ-H), drie maal de 'run' over zijn Turijn om zeker van zijn doel te zijn. Tijdens de laatste run raakt Middleton zwaar gewond door rondvliegende scherven. Gewond aan een oog, borst en een been probeert hij bij bewustzijn te blijven in de koude vliegende storm die waait door de kapotte ruiten. Hij weet het toestel over de Alpen naar Engeland te krijgen. Hier geeft hij opdracht aan zijn bemanning te springen. Boordwerktuigkundige Fl/Sgt Jeffrey en neusschutter Fl/Sgt Mackie besluiten achter te blijven bij hun 'schipper'. De Stirling stort even later in het Kanaal. Alle drie vliegers laten het leven. Postuum wordt aan Middleton voor heldhaftigheid het Victoria Cross uitgereikt.

Stirling's van No.149 Squadron worden gereed gemaakt voor een missie

Een andere VC dat postuum uitgereikt werd was ook een missie op Turijn, Italië. Op 12 augustus 1943 vliegt Fl/Sgt A.L. Aaron, als piloot, Stirling EF452, 218 Squadron (HA-O) als deze getroffen wordt door een aanval van jagers. Kogels en scherven raken zijn kaak, verwoesten een deel van zijn gezicht, doorboren zijn longen en verbrijzelen zijn rechterarm. Totaal verward tracht Aaron koers te houden op Sicilië op aanwijzingen van zijn boordwerktuigkundige. Ze missen Sicilië en landen in Bone, Noord-Afrika om 06.00 uur in de ochtend van de 13de augustus. Aaron sterft aan zijn verwondingen negen uur later.


- Geen Stirling is bewaard gebleven -

Vandaag de dag is er geen enkele Stirling meer te vinden. Op enkele fragmenten na en een gedeeltes van rompen, is er geen enkele Stirling bewaard gebleven. Een zeer groot fragment van een romp is te vinden in 'Museum Vliegbasis Deelen'. Het vijf meter lange deel van de romp is afkomstig van de Stirling Mk IV, LK545, (5G-T) van het 299 Squadron. Vanaf 17 september 1944 was de bommenwerper al ingezet tijdens Operation Market-Garden. Op 21 september was LK545 met elf andere Stirlings opgestegen vanaf RAF Keevil om Britse paratroepen bij Oosterbeek te bevoorraden. Maar de bommenwerper, gevlogen door Flight Lieutnant Reginald Turner, werd door Duits luchtafweer in de staart geraakt en de staartschutter, Flying Officer J.E. Sutton, besloot gebruik te maken van zijn parachute. Hij werd gevangen genomen door de Duitsers en afgevoerd. Stirling LK545 wist een noodlanding te maken aan Geallieerde kant bij Ewijk, en de rest van de bemanning was ongedeerd.

Het rompdeel van Stirling Mk IV, LK545, (5G-T) in Deelen
(Klik op de foto voor een blik binnen de romp)

De volgende dag, 22 september, kon de bemanning, waaronder anderen van de RAF en Army Airborne, met een vrachtwagen afzakken richting Eindhoven. Maar om uit het gebied te komen moest een hachelijke tocht ondernomen worden. De Duitse Panzerbrigade 107 probeerde de weg tussen Nijmegen en Eindhoven af te sluiten. Flt.Lt. Turner, en zijn bemanning, werd gevraagd te helpen een Bofors kanon op te stellen (kort daarvoor had Turner dezelfde officier van de 123rd Light Anti-Aircraft Regiment RA nog gewaarschuwd voor Duitse tanks, maar ondanks de waarschuwing had de officier kort daarna twee Bofors verloren).

Maar het was een ongelijke strijd, en Turner besloot verder te rekken met de vrachtwagen, maar deze belandde al snel, na getroffen te zijn, in een greppel. Tijdens het vuurgevecht dat vervolgens uitbrak, besloten twee bemanningsleden van LK545, J. Brackman en W.O. Harvey, te schuilen in een woning en verloren de anderen uit het oog.

Links: Flight Lieutnant Reginald Turner

Vastgepind in de greppel tot het donker werd, schuilden de andere mannen onder leiding van Turner vervolgens in een boerderij, waar de gewonden verzorgd konden worden. Die nacht vertrok een ander bemanningslid van LK545, Flight Sergeant Sedgwick om op zichzelf weg te komen (Sedgwick werd gepakt en verdween naar Stalag Luft VII bij Bankau). Overal werd om hen heen gevochten, maar de boerderij bleef ongemoeid. De volgende dag verschenen de tanks van de Grenadier Guards, XXX Corps, en konden de mannen afgevoerd worden naar Brussel en Engeland. Van Turner zijn bemanning waren toen nog Flight Sergeant Price, Fl/Sgt Moss en Corporal Sproston compleet. Harvey en Brackman hadden Engeland al eerder bereikt dankzij de hulp van enkele 101st Airborne Division para's in Jeeps die hen toevallig tegenkwamen en meenamen. Voor hun inzet en hulp bij het Bofors kanon kregen Flt.Lt. Turner en Corporal Sproston de Military Medal, wat vrij ongebruikelijk was, RAF personeel dat een 'Army' medaille ontving.

Een boer, Bernard Zwartjes, zou later een deel van de romp naar zijn huis slepen in Beuningen om het als schuurtje te gebruiken. LK545 was gecrashed op 21 september 1944, en bijna 59 jaar later, op 10 juli 2003 werd het rompdeel toegevoegd aan de tentoonstelling van 'Museum Vliegbasis Deelen'. Als men binnen in het deel van de romp kijkt, dan valt het afgedekte gat in het plafond op waar eens de rugkoepel heeft gezeten. Er is nog een stukje romp van LK545 in een vitrine te zien. Ook een pilotenstoel en een Bristol Hercules 14 motor van een Short Stirling staan in de tentoonstelling.

Nog een stuk van Mk IV, LK545, (5G-T) en een pilotenstoel van een Stirling

In Groot-Brittannië wordt gewerkt aan de bouw van een 'nieuwe' Stirling.
Voor meer informatie zie:
'Stirling Project'

Fabrikant Short Brothers Ltd.
Ontwerper Mr. Lipcombe
Gebruik bommenwerper/transport
Motor 4 x Bristol Hercules XVI
Vermogen 1650 pk
Spanwijdte 30.20 m
Lengte 26,59 m
Hoogte 6,93 m
Vleugeloppervlakte 135,63 m²
Gewicht leeg 21.274 kg Geladen Normaal; 26.944 kg, Maximaal; 31.752
Snelheid max. 435 km/u
Plafond 5182 m
Bereik 3235 km
Bewapening 8 x 7,7 Browning machinegeweren (2 in neus, 2 rugkoepel, 4 staartkoepel) + interne bommenlast van max. 6350 kg
Bemanning 7
Eerste vlucht 14 mei 1939
Aantal gebouwd 2370

Klik op onderstaande monument om naar
de Stirling crash te gaan nabij Venhuizen.

BRONNEN

Klik hieronder om naar de homepage te gaan

GA TERUG