De Spitfire wordt volwassen,...
Nadat verscheidene Mk I's omgebouwd waren tot
een fotoverkenner-versie, werd de PR.IV ontwikkeld, welke een bereik had tot 3218 km.
Hiertoe was de bewapening verwijderd en extra
waren brandstoftanks aangebracht in de vleugels. Van de PR.IV zouden 299 gebouwd worden.
Het toestel had een romp gebasseerd
op de Mk V, en had een Merlin 40 of 50, dezelfde motor als die van de Mk V. Veel piloten
zouden later verklaren dat de Mk V de Spitfire was welke het 'lekkerste' vloog.
De eerste vlucht met de Mk V was op 26 december 1940. Dit prototype, de X4942, was een
aangepaste Mk I. In februari 1941 werden de eerste Mk V's geleverd.
Prototype Spitfire Mk V (X4942) tijdens een testvlucht
Met de Merlin 45 (1470 pk) leverde Rolls-Royce een motor voor 'medium' hoogte,
en de Merlin 46 voor grotere hoogte (1415 pk). Het probleem met de vroege Merlin motoren was dat tijdens
een rol, de motor even zonder brandstof raakte, vanwege het carburateur mechanisme (de Duitse
Bf 109 had bijvoorbeeld een injectie inspuiting, welke dit probleem opving). Dit werd afdoende
opgelost met de introductie van de Merlin 50, waarin een zogenaamde negatieve 'G' carburateur was aangebracht.
De Spitfire Mk V zou de meest geproduceerde Spitfire variant worden met zo'n 6487 welke werden
gebouwd in drie verschillende fabrieken. Met de op de Mk I gebasseerde romp, verbeterde Merlin motoren, en
de driebladige de Havlilland of Rotol propellers, werd de Mk V geleverd in drie verschillende varianten.
De eerste was de F.Mk Va (94 gebouwd) welke uitgerust was met acht 0.303 Browning
machinegeweren in de vleugels. De F.Mk Vb (3911 gebouwd) had de zogenaamde 'B' wing (vleugel) en deze had naast
vier 0.303 machinegeweren, twee 20mm Hispano kanonnen. De rest van de Mk V's waren de F.Mk Vc toestellen
welke een 'C' wing (of 'universal' wing) hadden waarin een keuze was voor het 'A' of 'B' arrangement aan wapens,
of vier 20mm Hispano kanonnen. Veel 'C' wing hadden de buitenste kanonnen niet en deze waren afgedopt.
De meest voorkomende variant van vleugels aan de Spitfire zou de 'B' wing zijn.
Spitfire Mk Vc, AA963 (met dubbele kanonnen), in Amerika,
februari 1942
De Spitfire Mk V was de eerste Spitfire waaraan de meeste aanpassingen en veranderingen werden
doorgevoerd. Het was de eerste variant waarbij bij latere modellen de brandstof capaciteit werd
vergroot naar 514 liter door een extra tank achter in de romp aan te brengen. Ook een extra afwerpbare
tank onder de romp, tot 773 liter, werd onder de Mk V aangebracht. ook was het het eerste type welke
bommen kon vervoeren.
De Mk Vb, AD233, 'West Borneo I' van 222 Sqn.
ging op 25 mei 1942 verloren
(klik op de foto voor een vergroting)
Eén van de opvallenste aanpassingen bij de meeste Mk V's die nog vlogen in 1943
was het verwijderen van de uiteinden van de vleugels, oftewel te 'clippen'. Zo ontstond de LF.Mk V,
de 'Low (altitude) Fighter', waarin Merlin 45M, 50M of 55M motoren waren gezet. De bijnaam voor deze
varianten was 'Clipped, cropped and clapped'.
De Mk Vb, AB230, was het prototype om het Vokes tropenfilter te testen
Ook bij de Mk V werd voor het eerst een tropenfilter aangebracht. Hiertoe
werd een vergrote Vokes filter onder de neus aangebracht. Dit filter was nodig voor de
omstandigheden in de woestijn. Ook werd de Mk VI uit de Mk V ontwikkeld, welke op grotere
hoogte kon opereren om de Junkers Ju 86P verkenner te kunnen onderscheppen. Hiertoe
was de cockpit onder druk gebracht en werd het toestel voortgetrokken door een vierbladige
Rotol propeller. Honderd werden geleverd met 'B' bewapening in de vleugels welke verlengde punten hadden.
Spitfire Mk VI, X4942 prototype (met verlengde
'A' vleugel)
De Spitfire Mk IX
De laatste variant Spitfire met een Merlin zou de Mk VIII worden met deels nieuw ontworpen romp.
Maar de dreiging van de Duitse Fw 190 dwong tot een snelle tussenoplossing. Deze werd gevonden door
een Mk V geheel aan te passen aan de Merlin 60. De Merlin 60 series had een two-speed/two-stage supercharger
waarbij de brandstof en zuurstof mix onder hoge druk werd gebracht. De motor kreeg veel meer kracht,
maar ook kon deze aangepast worden in de verschillende rollen die men wilde voor operaties.
De Merlin 61 werd gebruikt voor operaties op gemiddelde hoogtes, voor lage operaties was de Merlin 66
beter geschikt, en voor grote hoogtes de Merlin 70 (de laatste had een Bendix injectie carburateur
ontwikkeld door het Amerikaanse Packard). Voor verschillende hoogtes, het manusje van alles,
was er de Merlin 63/63A.
Verschillen in grote tussen vroege Merlin (boven)
en de Merlin 60 series (onder)
De nieuwe Merlin 60 series verbeterde significant de prestaties van de Spitfire. De Mk IX
vloog door de 400 mijl (644 km/u) grens in vlakke vlucht. Ook in de klim was er een verbetering,
1220 m/min met een plafond van ruim 13.000 meter. De iets grotere Merlin 60 vroeg om iets meer
ruimte aan de voorzijde, plus een vierbladige propeller om de kracht te
compenseren. De uitlaatstukken werden per zijde van drie naar zes uitgebreid. Tevens werden de radiatoren
onder de vleugels van gelijke grote (de kleinere olieradiator onder de bakboordvleugel kreeg een
combi met de supercharger, en werd even groot als de koeling voor de motor onder de stuurboordvleugel).
Spitfire Mk IX, BF274 (ex-Mk V) werd later omgebouwd tot een tweezitter/trainer
T.9 voor de Nederlandse luchtmacht als H-98 (afgeschreven op 7 februari 1951,
door het landingsgestel gezakt op Volkel)
Aangezien de Mk IX gebasseerd was op de Mk V, was het staartwiel niet intrekbaar, en was
de cockpit, tot de laatste modellen van de Mk IX die van de Mk V, net als het kielvlak en hoogteroeren.
Bij de latere modellen werd het richtingroer puntiger, ook kregen latere modellen een druppelkap op
een verlaagde romp.
Begin 1944 werd de 'E' wing,
één 20mm Hispano kanon en een .50 kaliber machinegeweer per vleugel, aan de Mk IX geïntroduceerd en
als klein aantal F.IXe, LF.IXe en HF.IXe geproduceerd. Het kanon was voorzien van een lange afdekkap,
de binnenste .50 was slechts kort (dit is ook de makkelijkste manier om dit type te onderscheiden van
de 'C' wing, waarvan de buitenste opening meestal een ronde afdekdop had).
Johnnie E. Johnson (de hoogst scorende Britse ace met 34 overwinningen)
ontspant zich op de 'E' wing van zijn Spitfire Mk IXe
Er werden 15 Mk IX’s omgebouwd tot onbewapende PR IX fotoverkenners. Tevens waren er enkele bewapende
fotoverkenners, de FR IX’s. Supermarine stopte in het midden van 1943 met de productie van de Mk IX, maar
Castle Bromwich zette de productie nog bijna twee jaar door. Er zouden van deze 'tussenoplossing',
de Mk IX, 5656 toestellen worden gebouwd; 4010 LF.IX, 1246 F.IX en 400 van de HF.IX.
Spitfire LF.XVIe, SL721 tijdens de laatste vlucht
van Air Vice Marshal Sir James M. Robb op 21 september 1951
(SL721 is luchtwaardig in België onder de registratie OO-XVI)
Een Spitfire die in basis een late Mk IX was, was de met een Amerikaanse Packard Merlin 266 motor
aangedreven Mk XVI. In de registratie stonden dan ook beide Spitfires als 'Type nummer 361' te boek.
Alle Mk XVI's werden als LF.XVI's gebouwd, oftewel, voor lage hoogte, waarvan de meeste uitgerust
met de geclipte 'E' wing, en de meeste hadden de druppelkap over de cockpit. Om de kracht
op te vangen over de verlaagde romp, werd het richtingroer puntig uitgevoerd. De eerste Mk XVI
(een omgebouwde Mk IX) vloog in december 1943, maar kwam pas in dienst in oktober 1944. Een LF.XVIe
was ook de laatste gebouwde Merlin Spitfire die in juli 1945 werd geleverd. Van de Mk XVI werden 1054
geproduceerd.
De Spitfire Mk VII en de Mk VIII
Een Mk VII met de 'C' wing voor grote hoogte
Met de productie van de Mk VII en de Mk VIII werden nieuwe ontwerpen aangebracht in de Spitfire.
Uiterlijk leken deze varianten erg op de Mk IX, maar wat direct opviel aan deze Spitfires was het
intrekbare staartwiel. Verder waren er brandstof tanks in de voorzijde van de vleugel aangebracht wat
de vluchtduur iets verlengde, waarmee de actieradius kwam op bijna 1000 km (965 km). De romp was verstevigd
en ook de vleugels waren van het ‘C’ wing type, met verkorte ailerons (rolroeren). De Mk VII was uitgerust
voor grote hoogte met de Merlin 61/64 (de F.Mk VII) of de Merlin 71 (de HF.Mk VII). De HF.Mk VII was uitgerust
met een cockpit onder lichte druk welke werd aangejaagd door de Merlin 71. Alle 140 geleverde Mk VII's hadden
het afgeronde richtingroer.
Een Mk VIII is herkenbaar aan het puntige richtingroer
en intrekbaar staartwiel
De Mk VIII was een Mk VII zonder drukcabine en uitgerust met de standaard ‘C’ wing. Tevens was de
Mk VIII geschikt voor tropische omstandigheden en had zodoende een grotere carburateur Aero-Vee luchtinlaat
onder de neus dan de Mk VII. De meeste van de 1652 Mk VIII gebouwde Spitfires hadden een
puntig richtingroer en allen hadden een intrekbaar staartwiel.
Een mooi zijaanzicht van een Spitfire Mk VIII
Verschillende Mk VIII’s werden gebruikt als experimenteel toestel, zoals voor het verlagen van de boven/achter
romp en de druppelkap over de cockpit. Ook testen met een contra draaiende propeller werd gedaan op een Mk VIII,
en er werden zes van deze variant gebruikt om een Rolls-Royce Griffon in te testen voor de Mk XIV. Ook werden er
fotoverkenners uit de Mk VII en de Mk VIII ontwikkeld tot de PR.X en de PR.XI (met tevens delen uit de Mk IX).
Van de PR.X werden slechts 16 geproduceerd, maar van de PR.XI zouden 471 gebouwd worden.
De PR.XI, PL965 welke ooit in
het Oorlogs-en Verzetmuseum, Overloon stond
De Spitfire T.8 en T.9 trainers
Waren er voor de eerste Spitfires nog geen trainers beschikbaar, en stapten de vroege RAF piloten van
de dubbeldekker trainers als de Tiger Moth in de 'nachtmerrie' voor velen, de Spitfire, en het moesten
leren 'by the seat of their pants', pas na de oorlog werden 21 Spitfires aangepast tot dubbele besturing.
T.Mk IX, HJ451, HS-538, één van de 10 trainers van India
Begin 1941 had Supermarine al al voorgesteld om een trainer te mogen leveren,
de eerste officele tweezitter was een omgebouwde LF.Mk VIII, MT818, die haar eerste vlucht
maakte in mei 1946 (een Mk VC, ES127, was door No.261 Squadron op Siclië zelf aangepast tot een tweezitter
in 1944, en ook de Sovjets hadden enkele Mk IX's omgebouwd). De onofficiele naam Spitfire 'T.8', die
voort kwam uit de MT818 kreeg eerst een Class B registratie van N32 en vervolgens kreeg het de
de burgerregistratie G-AIDN (deze T.8 bestaat nog steeds).
Spitfire T.8, MT818 (ex-LF.Mk VIII), luchtwaardig met registratie G-AIDN
(foto: Phil Mathews)
Om tot een trainer te komen, werd de cockpit van de Spitfire bijna 35 centimeter
(13.5 inch) naar voren geplaatst. Vanwege het naar voren verplaatsen, werden de brandstoftanks met
de helft verkleind. Om dit te compenseren werden in de vleugelvoorrand en in de ruimte voor
de boordwapens extra brandstoftanks aangebracht. Ondanks de promotie van de trainer kwam er geen
order voor een productie.
Spitfire T.9, BS147, H-99 op Twente
Meer succes had Supermarine met de T.9. Deze trainer was bijna identiek
aan de T.8, maar was uit de Mk IX ontwikkeld, en had als zodanig geen intrekbaar staartwiel.
Nederland was de eerste klant met een order voor drie T.9's, namelijk de MK715 (3W-21), BS274 (H-98) en de BS147 (H-99).
De 'H-99' kreeg later de registratie 3W-22. Op 22 september 1954 ging het toestel naar Schreiner Aero Contractors voor onder andere
doelsleep activiteiten, en werd geheel oranje gespoten en kreeg de burger registratie PH-NFN. Op 4 mei 1957 maakte het buiklanding
en werd afgeschreven en gesloopt.
Ook India bestelde de T.9 (10 stuks), Ierland (6) en Egypte (1). Tegenwoordig (2020) zijn er 9 tweezits Spitfires luchtwaardig.
De meeste zijn verbouwde standaard Mk IX's.
Spitfire T.Mk9, (ex-PV202) G-CCCA vloog drie jaar met Nederlandse kenmerken
Klik
op de onderstaande foto om naar het vervolg te gaan
waarin de Griffon Spitfires voorbij vliegen.
|