Inleiding
Naar aanleiding van veel vragen via mail en gastenboek, waarom ik nog steeds geen aandacht had besteed
aan Hürtgenwald, moest het er toch maar eens van komen. Ik wilde eerst eens in het gebied kijken, voor
ik me er aan ging wagen. Hürtgenwald is een lastig hoofdstuk in de geschiedenis, met veel controversen.
Er zouden, volgens de schrijvers van de mails die ik mocht ontvangen, tienduizenden doden zijn gevallen
onder de Amerikanen, één voor iedere vierkante meter terrein. Ook zouden er minstens vier divisies totaal
zijn vernietigd. Nu is het zo gesteld, dat in militair jargon men van verliezen spreekt. Hier vallen doden,
gewonden en vermisten onder,… maar ook zieken. Het klopt dat er zeer veel doden zijn gevallen rond en
in het Hürtgenwald. Maar ook een veelvoud aan gewonden in de strijd en door ziektes. Zeer veel mannen werden
afgevoerd met loopgraafvoet en ontstekingen aan de luchtwegen. Ieder slachtoffer door oorlog is en blijft er één te veel.
Hürtgenwald is niet iets waar de Amerikanen trots op zijn, en ze hebben er weinig van geleerd.
Ik verwachte in het gebied weinig terug te
vinden, maar dat viel mee. Ik vond bunkers, oude sporen van schuttersputten en loopgraven. De dorpen en stadjes
zijn allemaal nieuw opgebouwd na de oorlog, daar vind je weinig terug. Maar er zijn enkele tastbare bewijzen
die de verschrikking voor eeuwig zullen vasthouden, de begraafplaatsen vol met Duitse soldaten bij Hürtgen en Vossenack.
Voorwoord
September 1944 werd een maand dat het front in het westen zeer uitgestrekt zou worden. Overal
waren de Geallieerden aan het vechten om de Duitsers terug te dringen over hun eigen landgrenzen
en ze ‘op te jagen’ naar de rivieren, de Roer, Ruhr en Rijn. Het gedurfde plan Market-Garden
stond aan de vooravond om los te barsten, de strijd rond Metz was heftig en men wilde graag door de
Siegfriedlinie breken om Aken te pakken. Was de operatie Market-Garden een nieuwe idee van
oorlog voeren, een speeraanval diep het vijandelijke gebied binnen, bij de andere strijd, een dikke honderd kilometer
in het zuidoosten, ontstond een ouderwets middeleeuws bloedbad van ongekende proporties.
De Amerikaanse plannenmakers hadden een gruwel scenario bedacht zonder
dat ze het zich zelf realiseerden. Het doel waren de dammen die in de rivier de Roer lagen.
Hiertoe had men bedacht dat eerst een zeer intens bosrijk gebied, het Hürtgenwald, gezuiverd moest worden.
Het gebied lag in de driehoek Aken, Monschau en Düren. Waarom men besloot door het bos
te trekken zal altijd een punt van discussie blijven. Waarom trok men niet om het bos
heen? De tijd die het zou kosten door het bos te trekken gaf de Duitsers de kans de dammen in
de bovenloop van de Roer te laten springen waarbij de dalen onder zouden lopen en de Amerikanen
geen stap dichterbij kwamen tot hun doel. Het bos zonder de dammen was niets waard, de dammen
zonder het bos was goud waard, maar, zoals Stephen Ambrose aangeeft in zijn boek Citizen
Soldiers kozen de generaals voor de optie ‘met bos’ en verklaarde de beslissing ‘achterlijk crimineel’.
Höcker-hindernis nabij Roetgen
Nabij Roetgen, even ten zuiden van de Dreilagerbach Stausee stuwdam vind men een uniek
stukje ‘drakentanden’ gebied. Deze Höcker-hindernis is deels gebouwd over het stroompje de Grölisbach.
Dit is één van de punten waar een deel van de Höckerlinie werd opgeblazen om Amerikaanse troepen door te
laten op 13 september 1944. Hier was een bomtrechter zo groot dat de weg geheel onbegaan werd.
Deze aparte Höcker-hindernis ligt op privé terrein en kan alleen 'stiekem' bekeken worden. U bent gewaarschuwd.
Höcker-hindernis over de Grölisbach nabij Roetgen
(Klik op de foto voor een andere foto)
Op 13 september 1944 was het VII Army Corps, onder leiding van Major-General Lawton Collins door
de Westwall getrokken bij Nütheim en Roetgen. Oprukkende naar het noorden om Aken te omsingelen,
trokken de eerste Amerikaanse troepen langs de randen van het Hürtgenwald. Over de linkerflank trok
de 1st Division, in het midden de 3rd Armored Division en rechts, langs het Hürtgenwald trok de
9th Division onder leiding van Major-General Louis A. Craig.
Op 14 september zuiverde het 47th
Infantry Regiment, 9th Infantry Division het dorp Zweifall. De volgende dag trok het 47th Regiment verder richting Vicht
dat ingenomen werd op de 16de september. Dezelfde dag stootte het regiment door en veroverde het dorp Schevenhütte.
9th Infantry Division
'Old Reliables'
Op de dag dat Schevenhütte ingenomen werd, arriveerden verse Duitse troepen in het gebied. Het
was de 12. Volksgrenadier Division onder leiding van Oberst Gerhard Engel. Het was een complete goed
uitgeruste divisie van 14.800 man sterk. De strijd rond het Hürtgenwald ging van start met de zesdaagse
verdediging door de Amerikanen van Schevenhütte tegen Oberst Engel zijn 48. Grenadier Regiment. Schevenhütte werd een
ware vesting van mijnen en prikkeldraad. Na zes dagen aanhoudende gevechten gaven de Duitsers het op dit dorp
te heroveren. Er was
hulp onderweg via de route Lammersdorf-Düren (de hedendaagse 399). Maar het 39th Infantry Regiment onder
leiding van Lt-Col. Van Bond werd tegengehouden in dit sterkste punt van de Scharnhorstlinie door de
Duitse infanterie regimenten 89. en 1055. Op dit punt zouden de Amerikanen een maand lang vast blijven
zitten om de bunkers in dit gebied uit te schakelen en twee heuvelruggen bij Lammersdorf en bij Rollesbroich in te nemen.
(Google Earth)
Op 18 september gaf General Collins opdracht aan de 9th Division het bos te zuiveren tussen
Lammersdorf en Schevenhütte van Duitsers. Het 60th Infantry Regiment onder leiding van Colonel
Jesse Gibney begon op 19 september de aanval door een toegevoegde bataljon van het 39th Infantry
Regiment in te zetten vanaf Zweifall naar de vallei van de Weisser Weh en een ander bataljon
zuidoostelijk op te laten rukken naar Todtenbruch. Op 20 september had dit bataljon haar doel bereikt
maar werd verder tegengehouden door Duitsers van de 353 Infanterie Division. Het bataljon werd enige
tijd later terug getrokken om het 47th Regiment in Schevenhütte bij te staan, en werd de duurbetaalde
grond weer ingenomen door de Duitsers. Het andere bataljon van het 60th Regiment stuitte op zware
verdediging maar was na twee dagen dicht op haar doel, Todtenbruch. De daarop volgend
drie dagen woedde een hevige strijd in de Schill-linie rond drie 'pillboxen'. Op 21 september nam
het teruggetrokken bataljon van het 39th Regiment en een reserve het over. Deze probeerden via een andere
route aansluiting te vinden met het 39th Regiment bij Lammersdorf. Maar ook zij kwamen na vijf dagen vechten niet verder
dan de weg Lammersdorf-Germeter. De troepen van het 60th Infantry Regiment waren uitgeput en de
eerste aanval op het Hürtgenwald kwam tot stilstand.
Schevenhütte, de kerktoren staat nog ongeschonden
(uniek in de oorlog daar deze meestal als eerste werd beschoten
vanwege het gebruik als vijandelijke uitkijkpost)
Deze eerste aanval moet toen al aangegeven hebben dat vechten in dit gebied niets opleverde.
De spaarzame wegen die er waren, waren slecht begaanbaar voor tanks. In de bossen zelf was helemaal
geen ruimte voor tanks. Er waren enkele brandgangen, maar deze waren ondermijnd en lagen onder
artillerie en machinegeweer vuur. Naaste enkele bunkers van de Westwall waren er ontelbare van
boomstammen vervaardigde schuilhutten die, afgedekt met een laag grond, net zo onverwoestbaar
bleken als de betonnen bunkers. De meeste slachtoffers onder de Amerikanen vielen door artillerie.
De Duitsers hadden hun artillerie van te voren ingesteld op posities waar de Amerikanen door zouden
trekken. Menselijk instinct, en training, dwingt een soldaat onder vuur te gaan liggen. Hierdoor wordt
hij kwetsbaarder voor neerkomende scherven van granaten. De soldaten leerden hier om naast een boom te gaan
staan (‘to hug a tree’) tijdens een aanval waardoor alleen de helm en schouders van boven getroffen
konden worden. De Amerikanen wilden ook graag hun artillerie inzetten, maar ze konden in het dichte bos
de posities van de Duitsers slecht vinden.
Voorzichtig in het natte verraderlijke bos
Niet alleen scherven kwamen uit de lucht gevallen, ook de
regen leek aan één stuk neer te komen. Iedereen was doorweekt en velen leden aan loopgraafvoet.
Door de regen en het dichte bos kon een soldaat niet verder kijken dan enkele tientallen meters, een beweging
links of rechts van je kon van alles zijn; een maat, maar ook de vijand. Dagen in deze condities dreven
mannen tot complete waanzin. De slechte weersomstandigeheden, het ondoordringbare landschap hield ook in
dat men geen optimaal gebruik kon maken van jachtbommenwerpers. Ondanks de opgedane ervaringen in
september werd een nieuw offensief voorbereid voor de maand oktober.
Ook de tweede aanval zou worden uitgevoerd door eenheden van de 9th Division. Het 47th Regiment
zat nog steeds vast in Schevenhütte en Major-General Craig besloot het 39th Regiment op links te
laten aanvallen richting Germeter, Vossenack en vervolgens Schmidt innemen. Het 60th Regiment,
nu onder leiding van Colonel John van Houten, zou op rechts van het 39th een breder front maken
en aanvallen richting zuidelijk van Germeter tot Raffelsbrand. De Duitse tegenstand bestond niet
langer uit troepen van de 353. Infanterie Division, maar waren vervangen door verse troepen, 7000
man van de 275. Infanterie Division.
Een machinegweer van het 2nd platoon, 39th Infantry Regiment,
9th Infantry Division zendt zijn dodelijke lading het bos in,...
Op 6 oktober kon er gebruik worden gemaakt van P-47 Thunderbolt jachtbommenwerpers en werd er
voor de aanval een artillerie barrage gegeven van vijf minuten. Het was wederom een moeizame
strijd en het zou drie dagen duren, de infanterie moest steeds wachten tot de tanks en anti-tank
geschut hen kon komen versterken, voor het 60th met succes Richelkaul kon innemen. Eenheden bogen
af naar het zuiden en namen op 10 oktober het kruispunt richting Raffelsbrand in. Hiervandaan moest
men westwaarts richting Jägerhaus. Maar dit stuk, behorende bij de Schill-linie was bezaaid met
bunkers en versterkte schuttersputten. Zware strijd werd er geleverd in dit stukje bos en het zou
pas gezuiverd zijn op 14 oktober.
Eén van de opgeblazen bunkers
bij Raffelsbrand
Op 10 oktober was met de nodige omzichtigheid het 39th Infantry Regiment Germeter binnengedrongen om dit
dorp verlaten te vinden. Doorstoten naar Vossenack liep vast in het Duitse verzet. Via een ondiepe vallei wist
een bataljon met een omtrekkende beweging over de linkerflank Vossenack te naderen om deze vanuit het noordoosten
aan te vallen. Op 11 oktober zou de aanval ingezet worden, maar de Duitsers waren hen vóór door een achterhoede
aanval uit te laten voeren door de 275. Infanterie Division. Het Regiment Wegelein stootte vanuit het noorden door
achter de Amerikaanse linies bij Germeter en verbrak daarmee de aanvoer route van het 39th Regiment. Maar
het Regiment van Oberst Wegelein kon niet de omsingeling compleet maken door de hardnekkige tegenstand van de
Amerikaanse troepen. Lt-Col Bond riep het bataljon dat ten noorden van Vossenack lag terug om steun
te verlenen. Om de penetratie te stoppen en de oude flank weer te herstellen werd er drie dagen gevochten
en op 15 oktober was men weer waar men begonnen was. De hele operatie had het complete 39th Infantry
Regiment totaal uitgeput, velen waren omgekomen, gewond of vermist. Deze eerste georganiseerde aanval
richting Schmidt had de 9th Division 4500 man gekost. Aan Duitse zijde werden de verliezen aan mankracht
geschat op 3000 man van de 275. Infanterie Division. Oberst Wegelein sneuvelde op 14 oktober toen hij
opeens in het vizier kwam van een officier van E Company.
Commandant 1st Army, General Courtney Hicks Hodges
(die het 'wenselijk' vond dat Schmidt ingenomen moest worden)
Op 21 oktober was Aken dan eindelijk in Amerikaanse handen en was de 1st US Army gereed om verder
te stoten naar de rivieren. Hiertoe zouden vier divisies worden ingezet van het VII Army Corps. Om de
rechterflank te beveiligen leek het de commandant van de 1st Army, General Hodges het ‘wenselijk’ dat
Schmidt ingenomen diende te worden door het V Corps onder commando van Major-General Leonard T. Gerow.
Deze gaf de taak aan de 28th Division onder commando van Major-General Norman D. Cota, de commandant
die zo’n grote invloed had gehad bij de uitbraak vanaf Omaha Beach op 6 juni, 1944.
Voor de voortzetting van de hopeloze
zware strijd in en rond het Hürtgenwald, klik op onderstaande foto.
|