Keer terug naar Vlissingen en ga richting het havengebied,
neem vervolgens de Nieuwe Vlissingseweg (N 661) naar Middelburg.
Met de aansluiting van de noordelijke commando’s met de manschappen bij Vlissingen
op 3 november was de westelijke sector veilig gesteld. Op 4 november wilde Brigadier McLaren,
commandant 155 Brigade,
zijn troepen laten uitbreken uit Vlissingen. Hiertoe moesten eerst het havengebied van Vlissingen
worden veiliggesteld. Vanwege de vasthoudende Duitsers in die hoek werd er door artillerie
vanaf de overzijde Schelde granaten ingepompt en werden Typhoon jachtbommenwerpers, bewapend
met raketten, ingezet.
Het havengebied van Vlissingen met de codenamen
(Foto genomen tijdens een raid van No. 3 Group
op 28 oktober 1944.
Er is een Lancaster te zien boven 'Strand',
vliegende richting W 211)
Onder de bescherming van de duisternis stuurde McLaren de 5th KOSB over
de sluisdeuren van het Middelburg kanaal het havengebied in, om de haven in te nemen.
McLaren was er van overtuigd dat de sluisdeuren door de Duitsers zouden worden opgeblazen,
maar hoopte de Duitsers toch te verrassen. Om 02.30 uur in de nacht van 4 november rende B
Company onder dekking van rook over de sluizen. De Duitsers werden compleet verrast en de eerste
twee dokken (codenamen: Haymarket en Strand) konden vlot worden ingenomen door D Company
dat om 03.45 uur de sluizen had overgestoken. Na de inname van het station (codenaam; Picadilly)
was het laatste en grootste dok (Cornhill) aan de beurt om ingenomen te worden. Hier ondervonden B- en C Company
nogal wat tegenwerking van de Duitsers. C Company dat de oostzijde van het dok (Waterloo) als doel had,
moest een Piat gebruiken om Duitsers uit een bunker te drijven. Een Bren machinegeweer zorgde dat de
vluchtende Duitsers niet ver kwamen. W 6 (Knightsbridge) was het laatste verdedigingspunt dat ingenomen
werd, waarna Lt. Carmichael om 08.10 uur doorgaf dat de haven geheel in handen waren van de Britten, waarmee
geheel Vlissingen bevrijd kon worden verklaard.
Een R 631 kazemat in W 211
(op de achtergrond het stationsgebouw)
Na de inname van het havengebied maande Brigadier McLaren B Company 5th KOSB tot spoed
om het kanaal te volgen naar Middelburg. Onder leiding van Major Haig zette de eenheid zich
over de dijk in beweging. Hun bewegingsruimte werd erg beperkt vanwege de opkomende vloed die
tegen de dijk van het kanaal liep. Om 16.00 uur was de kolonne op twee kilometer van Middelburg
toen de patrouille op de kop een mijn tot ontploffing bracht waarbij Lt. Peter Grant en een
koporaal gewond raakten. De Duitsers, nu gealarmeerd, openden vanaf de andere oever het vuur
waardoor B Company werd vast gepind. Er werd terug getrokken. Het zou nodig zijn beide oevers
in te nemen om Middelburg te bereiken.
DE SLOEDAM
Niet alleen werd er vanaf de Scheldemonding de aanval op Walcheren uitgevoerd, ook vanuit het oosten
was er een zware strijd gestreden richting Middelburg. Voor die strijd gaan we nu naar de Sloedam. Volg de richting Bergen op Zoom (A 58). Na zo'n 6 kilometer op de A 58 neemt u de afrit 37 naar Arnemuiden en Lewedorp. Op de rotonde gaat u rechtdoor naar Lewedorp (N 665). Na ruim 3 kilometer, draait u de Sloedam op, welke nu Postweg heet. Kort voor u het viaduct onderdoorgaat, arriveert u bij het monument dat herinnert aan de brute strijd die hier gestreden is,...
Een deel van het monument voor de gevallen
strijders om de Sloedam
Niet alleen werd hier gevochten om Zuid-Beveland en Walcheren te bevrijden in 1944. Op 17 mei 1940 werd hier ook strijd geleverd door oprukkende Duitse troepen van de 9. Kompagnie/SS-Regiment 'Deutschland' SS-Verfügungs-Division. De Sloedam werd toen verdedigd door onder andere een Franse eenheid van de 224ème Régiment d'Infanterie, 68ème Division d'Infanterie. Om 09.20 uur werd de aanval ingezet door de Duitsers. De Franse troepen houden stand tot rond 17.00 uur en worden dan gedwongen zich terug te trekken. Negentien omgekomen Franse soldaten blijven achter bij de Sloedam, de Duitsers verliezen bedragen 15 man. Hiermee valt dezelfde dag Walcheren in Duitse handen. Maar vier en half jaar later zijn de rollen omgedraaid, en liggen de Duitsers in de verdediging tegen Canadese troepen.
Bij het monument van de Sloedam zijn informatieborden te vinden
De verbinding tussen Zuid Beveland en Walcheren was in 1944 een 1200 meter lange dijk waarover een weg en een spoorlijn liep, de Sloedam en niet veel breder was dan een 50 meter. Zuid-Beveland was eind oktober 1944
nagenoeg veroverd door de 2nd Canadian Infantry Division tijdens Operation Vitality. Om zover te komen had met name de 2nd Canadian Infantry Division grote verliezen geleden tijdens de slag om Woensdrecht.
Woensdrecht was de toegang over land tot Zuid-Beveland voor de Geallieerden. Deze smalle sector in handen zou betekenen dat de Duitsers tot en met Walcheren afgesloten waren. Op 7 oktober 1944 begon de aanval tegen ervaren Duitse troepen, van onder meer het 6. Fallschirmjäger Regiment.
Ondanks de artillerie en luchtsteun voor de Canadezen, verliep de opmars zeer traag. De climax van de slag werd uigevochten op vrijdag (hoe zo 'ongeluksdag'?) 13 oktober. Over een open veld voerde het Black Watch Regiment een frontale aanval uit. Maar de Duitsers hadden zich goed gepositioneerd en het werd een slachtpartij,... 183 man aan Canadese verliezen, waaronder 56 doden. Deze dag zou dan ook de geschiedenis ingaan als 'Black Friday'. Maar op 16 oktober zou het dan toch lukken om Woensdrecht in te nemen waarmee de Duitse troepen op Zuid-Beveland en Walcheren ingesloten zaten.
Een M4A1E9 Sherman tank als monument voor de slag om Woensdrecht
Op de grens van Woensdrecht en Hoogerheide staat het monument dat aan de gevechten herinnert die zich hier in de eerste helft van oktober 1944 afspeelden. Om het monument te bezoeken, waarbij de M4A1E9 Sherman tank het meest in het oog springt, is het raadzaam om een navigatie te gebruiken. Op zoek naar het monument, dat volgens de meeste beschrijvingen aan de Onderstal staat, bleek onze Garmin navigatie deze niet kon vinden. De oorzaak kan liggen in het feit dat het monument op de grens van Hoogerheide staat. De Garmin stuurt je de stad in en uiteindelijk komt u aan de ingang van Onderstal waar een bord staat 'doodlopende weg'. Daarom een advies, voer 'Marktje 39, 4634VV, Woensdrecht' in! Sommige bronnen geven aan dat deze Sherman een achtergebleven 'slachtoffer' zou zijn van na de gevechten, maar deze Sherman is afkomstig van een Nederlandse schietbaan.
De operaties rond de Sloedam,
de verbinding tussen Zuid Beveland en Walcheren
De Canadese 2nd Division likte haar wonden na de slag om Woensdrecht en begon op 24 oktober de aanval westwaarts vanuit Woensdrecht-Hoogerheide.
Vanuit Terneuzen werd er op 26 oktober een landing uitgevoerd als onderdeel van Operation Vitality II, bij Baarland-Hoedekerke, door de 156th en de 157th Infantry Brigades. Deze strijdmacht stond eind oktober voor de Sloedam.
De Sloedam voor de oorlog
De aanval op de Sloedam werd op 31 oktober geopend
met een aan zelfmoord grenzende stormloop door de Black Watch of Canada die dan ook hopeloos
vastliep voor ze het einde van de dijk bereikt hadden. Ondanks dat de Duitse verdediging, door de II. Bataillon/Grenadier-Regiment 1019, Festungstammtruppen LXXXIX en het Pionier-Bataillon 170 niet al te beste troepen bestond, waren ze wel perfect ingegraven. De volgende dag, 1 november, poogde de Galgary Highlanders de overzijde te bereiken, maar ook zonder resultaat.
'Jump-off' punt voor de aanvallen naar de andere kant van de Sloedam startte bij de dijk die bij de bocht ligt, een kilometer verder vanaf het monument richting Lewedorp.
In de dijk liggen enkele bunkers van een dubbele Flakstelling
Bezoek beslist de dijk waarvandaan de aanvallen werden ingezet. Hier liggen namelijk enkele bunkers van een Flakstelling in de dijk begraven. De twee Flugzeugabwehrkanone (Flak) stonden op de dijk, en de manschapverblijven lagen daaronder. Verder het pad af, in de bocht ligt nog een grote bunker. Tijdens het terugtrekken van het Duitse 15. Armee in september 1944 werd de Sloedam met regelmaat aangevallen door Geallieerde jachtvliegtuigen en bommenwerpers (zie de foto hieronder; de Flakstelling ligt geheel rechtsonder onder de dikke rookpluim).
B-25's van 320 (Dutch) Squadron bombarderen de Sloedam op 13 september 1944
Op 2 november was het de beurt aan Le Régiment de Maisonneuve. Deze wisten met D Company, onder commando
van Capt. Camille Montpetit eindelijk een klein bruggenhoofd te vestigen aan de andere zijde van de Sloedam op Walcheren. In de middag werden de Frans-Canadezen afgelost door het 1st Battalion The Glasgow Highlanders, onder
commando van Lt.-Col. William I. French. De strijd om de Sloedam, tussen 31 oktober en 5 november,
had het leven gekost aan vijfenveertig Canadezen en negentien Britten.
Divisiecommandant Hakewill Smith liet, met succes, verkenningen uitvoeren in het zuiden
van de Sloe ter hoogte van Nieuwdorp, door 202nd Field Company Royal Engineers. Hij wilde
niet langer dat het ene na het andere bataljon afgeslacht werd door over de kale Sloedam te
trekken. In de nacht van 2 en 3 november werd een landing uitgevoerd onder de naam Operation
Mallard in het Sloe door het 6th Battalion The Cameronians, onder commando van Lt.-Col.
A. Ian Buchanan-Dunlop. Het was zwaar ploeteren door de vette klei en slik van het Sloe voor
de soldaten die na een kilometer pas droog land bereikten. Later werden versterking aangevoerd in de
vorm van het 5th Battalion Highland Light Infantry en konden deze eenheden op 5 november
contact maken met de Glasgow Highlanders bij de Sloedam.
De badges van de Glasgow Highlanders en de Highland
Light Infantry
Terwijl de Glasgow Highlanders de Sloedam bewaakten, ging de 6th Highland Light Infantry
ten noorden daarvan in reserve. De 5th Highland Light Infantry rukte op via Nieuwland (waar eerst
nog een raketaanval van Typhoons werd uitgevoerd) naar Oudekerk en verder naar Fort Rammekens.
Op 5 november om 13.00 uur was er door de Duitse commandant, die het bevel voerde over Fort Rammekes,
gevraagd om een wapenstilstand. Lt.-Col. Rose van de 5th HLI liet om 14.10 uur weten dat er alleen
ruimte was voor totale overgave, zoniet, dan zou er een artillerie barrage op het fort komen.
De Duitse commandant kreeg twee uur bedenktijd, en om 16.00 uur koos deze eieren voor zijn geld
en gaf zich met zijn manschappen over.
De 6th Highland Light Infantry, onder van commando Lt.-Col. E.L. Percival, was
op 6 november Nieuwland binnengetrokken en kreeg de opdracht door te steken naar Middelburg,
met de 5th HLI als eventuele versterking achter de hand. De 6th HLI probeerde onder een
rookgordijn op te rukken, maar zonder het gewenste succes. En zo werd min of meer de 6th
HLI een speelbal van de situatie. De 6th HLI kreeg opdracht om achter de 4/5 Battalion Royal
Scots Fusiliers langs te trekken, en ten noordoosten van Middelburg het kanaal over te steken.
Maar in de loop van de middag veranderde de opdracht weer toen bericht kwam uit Middelburg dat
daar dringend versterkingen nodig waren. Dus maakte de 6th HLI zich op om weer naar het zuiden
te trekken om contact te maken met 155 Brigade.
Terwijl de strijd op Walcheren nog volop bezig was, werd via
'De Vliegende Hollander' op 3 november al positief nieuws gemeld!
(Klik op de krant voor een vergroting)
De volgende morgen, 5 november, had 4th KSOB het overgenomen van 5th KOSB. B Company,
onder commando van Major Colin Hogg, van 4th KOSB trok op via de oostelijke oever, terwijl
D Company op de westelijke oever naar Middelburg op trok. Typhoons en artillerie schoten
op de Duitse posities, maar het kon niet voorkomen dat B Company in een Duitse val liep.
Naast geweer- en machinegeweervuur vielen er mortiergranaten op de posities van B Company.
Er was weinig ruimte om dekking te vinden, dus liet Major Hogg zijn mannen terug trekken.
D Company wist op de westelijke oever (op de hoogte van B Company) drie Duitsers gevangen
te nemen. Deze vertelden aan Lt. Lars Gjendemsö dat er een geschutsbunker lag op de pad van
B Company waarin dertig Duitsers met een fanatieke majoor opdracht hadden gekregen dat er onder geen
beding gecapituleerd mocht worden. En zo kwamen aan beide zijden van het kanaal B- en D
Company tot stilstand. Er was nog even een plan om de bunker van de 'Mad Major', zoals hij genoemd werd door de Britten, in de
nacht met Piat granaten aan te vallen, maar dit plan werd verworpen toen duidelijk werd dat
de Brigade vanaf een andere kant Middelburg wilde aanvallen.
Op de volgende pagina
gaat de reis verder naar Middelburg
Klik hieronder op de
RAF Humber light reconnaissance car
aan de Kanaalweg in Middelburg