Het was zaak zo snel mogelijk contact te maken met 155 Brigade bij Vlissingen, want
de bevoorrading bij Westkapelle was door de weersomstandigheden nagenoeg onmogelijk. W 287 was het eerste
steunpunt dat die morgen in handen viel na een intensief bombardement van vijf minuten. De Duitsers trokken
terug op Zoutelande, opgejaagd door de commando’s. Om 11.00 uur kwamen de commando’s bij het duingebied dat
Zoutelande overkeek. Er waren enkele bunkers zichtbaar, maar er was geen tijd om te stoppen, Capt. Flunder
maande zijn mannen door te zetten.
Captain Daniel
Flunder
Een mijnenveld werd overgestoken en voor de Duitsers wisten wat er
gebeurde zwermden commando’s uit over het complex. Er werd hier en daar vuur uitgewisseld, maar de Duitsers
gaven zich snel gewonnen. De commandos’ waren bekaf van het sjouwen door het rulle zand, maar Capt.
Flunder bleef zijn mannen opzwepen nu niet te stoppen.
Rond deze tijd, 11.00 uur, ontstond enige verwarring dat tot contradictie zou leiden. Brigadier Leicester had
zijn 47 Royal Marine Commando gereed voor actie en samen met Lt.-Col. Philips probeerde hij contact te
leggen met het hoofdkwartier van 48 Commando, om het oprukken van A troop over te nemen. Maar Capt. Flunder was
druk doende het noordelijke duin te zuiveren en Zoutelande in te nemen. Hij reageerde niet op radio oproepen (of had hij
zich voorgenomen om onbereikbaar te zijn, zodat hij niet teruggeroepen kon worden?). Toen Capt. Flunder
het hoge duin ingenomen had, dat Zoutelande overkeek, kwam hij terug op de radio. Lt.-Col. Moulton,
commandant 48 Commando, gaf de order aan Flunder halt te houden en te wachten tot 47 Commando
arriveerde om ‘het werk af te maken’. Lt.-Col. Philips leidde zijn manschappen van 47 Commando via het zuiden Zoutelande
binnen. Hier werden ze verwelkomt om 13.00 uur in een zee van rood-wit-blauwe- en oranje vlaggen. Zoutelande
was bevrijd zonder hulp van een voorafgaand bombardement.
De Hervormde kerk van Zoutelande
Toen en NU
Onderwijl dat 47 Commando Zoutelande binnentrok, ontdekte Capt. Dan Flunder een groep burgers
die schuilden in een Duitse bunker. Tijdens het oprukken van de commando’s had HMS Erebus
granaten afgeschoten, wat het gevaar met zich meebracht dat het niet alleen burgers zou treffen,
maar ook de commando’s. Dus na enkele schoten was dit gestopt. Capt. Flunder sprak via een tolk
met de burgemeester dat de bevolking met een gerust hart ergens anders kon schuilen, ze waren
veilig voor de kanonnen van de Royal Navy. De groep Zoutelanders ging daarop de Hervormde kerk binnen die
kort daarop getroffen werd door een granaat van de HMS Erebus die met veel geraas door het dak dreunde.
Nadat de kerk
getroffen werd door de granaat van de HMS Erebus, duurde het nog tot 1947 voor de
restauratie ter hand werd genomen. De elementen hadden gedurende die jaren vrij spel gehad
en pas op 28 januari 1950 werd de kerk weer in gebruik genomen.
Bij de kerk vindt u een monument dat herinnert aan de omgekomen burgers van Zoutelande
tijdens de bezettingsjaren.
Het bevrijdingsmonument
bij de Hervormde kerk van Zoutelande
Toen en NU
Ik raad u aan een wandeltocht te maken over de dijk van Zoutelande.
Verlaat het parkeerterrein bij de kerk, richting Hotel ‘De Dissel’. Loop aan de linkerzijde van het
hotel het smalle straatje in. Na enkele tientallen meters ziet u een personeelsbunker van het type H 502.
Hier was de commandopost van de Duitse commandant van Zoutelande gevestigd.
De personeelsbunker R 502
achter hotel 'De Dissel'
Keer terug en beklim via de
trap de dijk en wandel zuidwaarts (langs het monument voor de marathon loper). Dit is de sector
Stp. Lohengrin (naar een opera van Wagner) dat tot aan de duinovergang bij Groot-Valkenisse liep.
Daal het pad ‘het Pauwtje’ af,
daar waar de dijk overgaat in de duinen. Hier vindt u aan de
rechterzijde een Type R 502 bunker. Deze, behorende tot het Bunker Museum,
is te bezoeken op woensdag- en zondagmiddag. Loop
een klein stukje terug en ga links het duinpad in.
De personeelsbunker R 502
in de duinen deel uitmakende van het 'Bunker Museum'
Volg de routeborden naar ‘bunker 2’. Dit is een type R 143, een observatiebunker.
Vanaf deze bunker, gelegen op één van de hoogste duinen van Nederland, heeft u een mooi uitzicht
over de Westerschelde. Boven op de R 143 vindt u nog steeds de originele koepel voor een periscoop.
De R 143 observatiebunker
Gedurende de middag werd 48 Commando geheel afgelost door 47 Commando.
Terwijl 48 Commando haar verdiende rust nam (ze hadden tientallen bunkers
en honderden krijgsgevangen gemaakt, opgetrokken door zwaar terrein en bijna
honderd man verloren), trok 47 Commando verder naar het zuiden. Doel voor
47 Commando was W 11 bij Dishoek dat ook bekend stond onder Stp. Fidelio.
Deze batterij, 8./202 onder commando van Oberleutnant Helmut Lange, bezat vier 15cm kanonnen
in zware M 170 kazematten, welke onder algehele commando stond van Marine-Artillerie-Abteilung 202.
Het eerste object, W 288, gaf zich nagenoeg
over zonder slag of stoot. Het hoofdkwartier van Lt.-Col. Phillips werd opgezet
bij de anti-tank versperring van Klein Valkenisse.
Een Duits soldaat houdt de wacht op de vuurgeleidingsbunker van Dishoek
Vanuit Klein Valkenisse werd Q Troop via
de zeezijde naar W 11 gestuurd, terwijl Y Troop aan hun linkerflank optrok. W 238
lag op hun pad en deze gaf zware tegenstand af. Mortiervuur schakelde meer dan
twintig man uit van Q Troop, waaronder Major Vincent. Captain McCormick van X Troop,
raakte ook gewond toen hij assistentie kwam verlenen. Typhoon jachtbommenwerpers
vielen de bunkers aan van W 238. Onder leiding van Sergeant Esher (alle officieren
waren uitgeschakeld) werd de vervolgens de aanval ingezet, maar bleek W 238 reeds verlaten.
Links een Royal Marine Commando in zijn standaard
uitrusting. Over zijn gecamoufleerde jas draagt hij een opblaasbaar zwemvest. Zijn wapen is een .303 No 4
Mk1 Enfield geweer. Naast deze bewapening waren er commando's die bewapend waren met een Stengun
en het Bren machinegeweer.
Het was al laat in de middag dat de aanval op W 11 moest plaatsvinden. Luchtsteun zou er
niet meer komen, en er kon alleen steun komen vanaf de overzijde van de Schelde in de vorm
van artillerie. 47 Commando nam haar posities in en om 16.55 uur kwam de barrage aan artillerie
naar beneden. Eerste doel was het zoeklicht boven op het duin welke Y Troop als object had om
in te nemen. Om 16.00 uur stormde B Troop door het zand aan de binnenzijde van de duinen om daar
de bunkers uit te schakelen, maar werd direct begroet door vuur uit de huizen in Dishoek.
Verschillende commando’s werden uitgeschakeld, waaronder Capt. Moyes. Ook Y Troop leed zware
verliezen tijdens de aanval op het zoeklicht. Probleem voor 47 Commando was het gebrek aan
zware wapens, deze waren verloren gegaan tijdens de landing. Zonder mortieren en slechts met
lichte wapens voor nabij gevechten drongen de commando’s verder het complex binnen. Na vijf
uur zware gevechten was W 11 in handen van 47 Commando. Het had een zware wissel getroffen
op de eenheid. Vijf Troop commandanten waren gewond, plus een groot aantal andere officieren.
Naast deze slachtoffers waren er rond de zestig commando’s gedood of gewond.
Vanwege de grote verliezen en het gevaar voor een tegenaanval door de Duitsers, besloot
Lt.-Col. Phillips zijn leiderloze troepen zich terug te trekken rond het zoeklicht, en zich in te
laten graven. Brigadier Leicester hoorde dat de batterij W 11 weer verlaten was door 47 Commando,
en gaf de order W 11 weer in te nemen voor de Duitsers er lucht van kregen.
Lt.-Col. Phillips weigerde pertinent, zijn eenheid was veel te veel uitgedund om zo’n groot
gebied veilig te kunnen stellen.
De Duitsers, die W 11 weer innamen, zagen de hopeloze situatie voor 47 Commando en stelden
voor dat ze zich over gaven. Ook dit werd pertinent geweigerd. Ondanks de druk van de Duitsers
kwamen de commando’s de nacht door. In de ochtend kwam er versterking van 48 Commando. Captain
Flunder werd koeltjes ontvangen vanwege zijn gedrag tijdens de inname van Zoutelande.
De manschappen van Capt. Flunder gaven dekking aan 47 Commando. A Troop liep vast in het
vuur vanaf het duin. Terwijl de Duitsers druk doende waren om A Troop te bestoken,
kroop X Troop via de kustlijn ongezien in een omcirkeling. Plotseling zagen de Duitsers
dat ze aan twee kanten werden aangevallen en binnen de kortste keren kwam een witte vlag
tevoorschijn. Nu was W 11 wederom in de handen van de commando’s en deze keer zouden ze
blijven.
Een kazemat met 15cm kanon van W 11
na strijd
Terwijl commando’s de laatste Duitsers gevangen namen, gingen andere commando’s
verder naar het zuiden, om W 4 aan te vallen. Dit was de laatste batterij voor Vlissingen
bereikt zou worden. 47 Commando koos positie voor de aanval. Er werden enkele schoten
gewisseld toen opeens een witte vlag wapperde. Lt.-Col. Phillips stuurde Capt. Spencer
en een tolk naar voren. Hier spraken zij kort met Korvettenkapitän Hans Köll, commandant
Marineflakabteilung 810, die onmogelijke eisen stelde aan de overgave. Lt.-Col. Phillips
stuurde de twee terug met de mededeling dat Kapitän Köll zich direct moest over geven, er
was geen alternatief. Na de boodschap overgebracht te hebben en Capt. Spencer met zijn
tolk terug keerde, werd er vuur geopend op hen. Het leek er op dat 47 Commando toch aan
de bak moest. Terwijl de commando’s zich opmaakten voor het gevecht, verschenen toch
opeens grote groepen Duitsers, met de handen in de lucht, uit de bunkers. De commando’s
ontfermden zich over 200 Duitsers en Lt.-Col. Phillips ontmoette Korvettenkapitän Köll
die zijn pistool overhandigde. Phillips was geschokt te horen dat Köll eventueel gereed
was om doodgeschoten te worden door Phillips, mocht deze denken dat Köll zich laf zou
hebben opgesteld. Maar Phillips was allang blij dat het met een sisser was afgelopen.
Want zijn gehavende strijdmacht kon het wel eens zeer lastig hebben gehad met de 200 man
van Korvettenkapitän Hans Köll. De strijd had tot dusver 103 man gekost aan doden en
gewonden van de 414 ingezette troepen van 47 Commando.
Bij Vlissingen, aan de zuidzijde van het
gat in de Nollendijk,
kijken commando's uit naar de overkant
In de middag van 3 november werd contact gemaakt met 4 Commando, en was
de link gemaakt tussen Westkapelle en Vlissingen. Het uitzwermen over Walcheren kon beginnen,
om het eiland te ontdoen van de Duitsers.
Van de grote kazematten behorende bij batterij 'Dishoek'
is niets meer te vinden. Er zijn nog wel zeven ondersteunende bunkers in de duinen welke sinds mei 2018
toegankelijk zijn voor het publiek. Ondermeer langs het fietspad richting de camping Dishoek
is nog een personeelsbunker te vinden. Tevens kunt u een munitiebunker bezoeken en een hospitaalbunker M159 in de duinen.
Voor meer informatie kunt u terecht op de website
van Bunkerverhalen (opent in apart venster).
Hiermee komt een einde aan dit deel van deze tour.
Op de volgende pagina gaat de
reis verder naar
Middelburg, Veere en via Serooskerke naar Domburg
Klik hieronder op de periscoopkoepel
van de H 143 bunker in de duinen van Zoutelande,...