Uit de Technical Manual TM 9-707
De Half-track wordt in publicaties en op het internet op verschillende manieren geschreven. De ene keer is het
'Halftrack', dan is het 'Half-Track', of Half track. Volgens het Technical Manual TM 9-707, uitgegeven op 21 mei 1943, luidt de
officele omschrijving 'Half-track' (in dit specifieke geval de door International Harvester Company gebouwde
M5 'Personnel Carrier').
De White M3 Wheeled Scout Car
De White Motor Company had de Timken achtertrein bogie installatie van een T9 Half-track
truck aan een M3 'Wheeled Scout Car' aangebracht, welke de aanduiding Half-track Armoured
Personnel Carrier (APC) T7 kreeg. Het Amerikaanse leger begon met het testen ervan in 1938.
Het bleek al snel dat het voertuig te weinig vermogen uit de motor kreeg.
De halve basis van de Half-track was de T9 Half-track truck
Het voertuig werd niet massaal in
productie genomen, maar de ontwikkeling was in gang gezet. In 1939 zaten Amerikaanse artillerie
eenheden te springen om een voertuig dat hun kanonnen kon trekken. Er werd een zwaardere motor
in de T7 gezet, en deze kreeg de aanduiding Scout Car T14. Bij de eerste testen met de T14 waren de
rupswielen van de bogies nog niet voorzien van rubber. Na
het beproeven van dit testvoertuig begon de productie
van de M2 en kregen de onderste wielen van de bogies rubber. Dit werd het basis model voor het vervoeren
van de 105 mm howitzer.
De Half-track M2, de
eerste productieversie
Het principe van het half-rups voertuig is een grotere
toegankelijkheid in verschillende terrein situaties. De
Amerikaanse Half-track was een vrij simpele constructie. De
Duitsers die hetzelfde principe massaal produceerden (o.a. met
de SdKfz 251) waren ingewikkelder te
bouwen. Dit kwam vooral tot uiting bij het achterste loopwerk.
Bij de Amerikaanse Half-track bestond het rupsloopwerk uit
twee staalkabels met versterkte dwarsbalkjes in gevulkaniseerd
rubber. Ze moesten na ongeveer 1500 mijl (2400 km) vervangen
worden wat eenvoudig en goedkoop te doen was.
Het loopwerk van een
Half-track, gebasseerd op de Timken rupswiel aandrijving
(let op de ophanging van de uitlaat)
Bij de Duitse
voertuigen waren de rupsloopvlakken veel duurzamer maar ook
ingewikkelder te repareren en kostbaarder. Bij beide
oplossingen gold trouwens dat het toch zwakke plekken waren en gemakkelijk te
vernietigen waren in een gevechtsituatie.
De voorzijde met de
'Unditching Roller'
Een opvallend kenmerk aan de Half-track is te vinden aan de
voorzijde. Sommige voertuigen
waren voorzien van een zogenaamde 'Unditching Roller'. Dit ronde stalen
vat moest zorgen dat het voertuig tijdens het oversteken van
greppels en dergelijke zich niet ging 'ingraven'.
Andere Half-tracks waren aan de voorzijde voorzien
van een lier (Tulsa Winch) met een trekkracht van 5000 kg.
De lier aan de voorzijde
van de Half-track
Het gewicht
van de Half-track lag rond de acht ton. Van de versie M2 tot
aan de M3A2 werd de watergekoelde 6 cilinder White 160 AX
geïnstalleerd die het voertuig een snelheid gaf van ongeveer
80 km/u. De varianten M5 tot en met de M9A1 hadden de
International RED 450B motor geplaatst. De brandstof inhoud
bedroeg 227.5 liter (60 gallons) die het voertuig ongeveer 300
km konden brengen.
Een Franse Half-track in de
tentoonstelling te Saumur, Frankrijk
Ondanks dat het een beweeglijk voertuig was met een redelijke snelheid, was
infanterie dat er in vervoerd werd er verre van content mee. De dunne bepantsering
en de open bovenzijde was hier vooral debet aan. Het stond zo slecht aangeschreven
dat het de bijnaam 'Purple Heart Boxes' kreeg van diegenen die ermee opereerden.
Een gerestaureerde M3 Half-track
Ondanks hun tekortkomingen ging de productie gestaag verder en werd hun inzet aangepast.
Toen in juni 1944 de invasie in Normandië plaatsvonden, waren er van de 16 pantser divisies
er 14 uitgerust met de Half-track personal carrier (448 voertuigen per divisie waarvan de
meeste de M3/M3A1 variant).
Om de verschillen tussen de versies enigszins te
onderscheiden volgt hieronder een beknopte verduidelijking.
M2: Vervoerder van 10 man, geen
achterdeur en korter dan de M3. Geschikt om de 105 mm howitzer
te slepen. M2A1: Was voorzien
van een M49 ring voor het .50 machine geweer boven de
bijrijder.
M3: Vervoerder van 10 passagiers
en drie bemanningsleden. Voorzien van een achterdeur en een
verlengde ruimte achter. Tevens van achteren voorzien van een
voetstuk aan de achterzijde waarop een .30 machinegeweer
geplaatst kon worden. In het veld werd de .30 vaak vervangen voor een
.50 machinegeweer, vanwege de explosievere krachtiger uitwerking.
Een M3A1 welke is te vinden in Stavelot
M3A1:
Voorzien van een 'preekstoel' waarin een .50 machine geweer
geplaatst was. Aan beide zijden voorzien van 3 punten (en
achterop 1) waarop een .30 machine geweer geplaatst kon
worden.
M3 GMC: Een M3 welke beslist in deze rij van Half-track versies behoort, is de M3 Gun Motor Carriage.
Deze versie was uitgerust met een 75mm M1897A5 kanon, en had 57 granaten aan boord, en begon
in eerste instantie met de
aanduiding T12. Maar naarmate er meer verbeterd en veranderd werd aan het concept,
zoals een M5 schild voor het kanon, kreeg het de aanduiding M3A1 GMC. Er werden 2203 M3A1 GMC Half-tracks
geproduceerd, waarvan er later, met de komst van de M10 tank destroyer, er 1361 weer werden omgebouwd
tot de reguliere M3A1 Half-tracks.
M3 (T12) Gun Motor Carriage met 75mm kanon
T29/M3A2:
Werd ontwikkeld in 1943 met bestaande onderdelen uit de M2 en de M3
en kon aangepast worden tot een standaard personeels vervoerder.
De vraag ernaar was minder was dan gehoopt, en werd
dan ook niet geproduceerd.
Een M4A1 met 81mm
mortier (Let op de rails waarover het .30 machinegeweer kan bewegen)
M4/M4A1: White Motor Company (WMC) bouwde 572
van dit type voertuig waarin zes man en een 81mm mortier konden worden vervoerd. Het was de bedoeling
dat de mortier uitgeladen zou worden voor er mee werd geschoten. Maar in het veld bleek dat het beter
was als het vanuit de Half-track afgeschoten kon worden. Het voertuig werd aangepast en de mortier
kon nu achterwaarts vanuit de 9 ton zware Half-track schieten. Er werden 600 aangepaste (nu als M4A1 aangegeven)
voertuigen gebouwd door WMC.
Links het spatbord van de M3 en rechts die van de M5
(één van de herkeningspunten om een door International Harvester Company gebouwde
Half-track te identificeren, het versimpelde spatbord van de M5)
(tekeningen: War'tist, Vincent Bourguignon)
M9/M5: Geproduceerd door de International Harvester Company (IHC).
Gelijk aan de M2 (M9) en M3 (M5), met gelaste 16mm dikke pantserplaten inplaats
van geklonken pantserplaten,
en de hoeken waren ronder afgewerkt aan de achterzijde. De
lessen geleerd uit het veld en testen, resulteerden tevens in zwaardere vering en assen.
De motor was een IHC 107pk sterke RED-450-B waarmee het een topsnelheid bereikte van 67km/u.
En dat het sterke voertuigen waren, bewijst onderstaande foto uit juni 1982 waarop een M5 te zien is welke
gebruikt werd door het Israëlische leger tijdens de invasie in Libanon.
M5 van de International Harvester Company
In dienst van het Israëlische leger in juni 1982 tijdens de invasie in Libanon
(Foto: Facebook Post 7.7 Libanon Unifil)
M5A1: Gebouwd door International
Harvester Company. Gelijk aan de M3A1. Met
extra geschutsring M49 voor het .50 machinegeweer.
M9/M9A1: Gebouwd door International
Harvester Company. Gelijk aan de M3A1. Met
extra geschutsring M49 voor het .50 machinegeweer.
Voortgekomen uit de M2A1. Zou vervangen worden door de M5A2,
maar die werd niet verder ontwikkeld.
M5A1 van de International Harvester Company
(Let op de ronde hoeken aan de achterzijde)
Vanwege meer dan voldoende geproduceerde Half-tracks door de andere maatschappijen
werden de M5A1 en de M9A1 via Lend-Lease overgedragen aan het Rode Leger en Groot Brittannië
(die verscheidene aan de Free French Army overdroeg).
Een klein deel bleef in de VS als trainingsvoertuig.
M13/M33 (M14): De bekendere M16 kwam voort uit de M13,
de Multiple Gun Motor Carriage.
Achterin deze Half-track was een elektrisch aangedreven koepel met twee
.50 caliber machinegeweren. De opstelling in de M13 kreeg in maart 1943
de aanduiding 'Twin .50 Caliber Machine Gun Mount M33'. Er werden 1103
van de M13/M33 door White Motor Company gebouwd. Slechts 139 daarvan werden
overzee verscheept vanuit de Verenigde Staten. Een groot deel werd omgebouwd
tot de M16.
Ook International Harvester Company bouwde de M33 'Gun Mount' in hun M5
Half-track, en produceerde er 1605 stuks (deze door IHC geproduceerde versies hadden de aanduiding M14).
M13,
Multiple Gun Motor Carriage met 'Twin .50 Caliber Machine Gun Mount M33'
M15 CGMC/M15A1 CGMC/M15 'Special': De M15 Combination Gun Carriage was
gebasseerd op het chassis van de M3 Half-track.
De bewapening was ondergebracht op een M42 bepantserd affuit, en bestond uit twee water gekoelde M2 Browining machinegeweren die
boven een 37mm kanon waren aangebracht. Van dit type werden erin 1943 680 geproduceerd.
De M15 met de twee watergekoelde M2's boven het 37mm kanon
Maar de stress op het M3 chassis was
significant, en er werd vervolgens een M54 affuit aangebracht op een M3A1 Half-track en kreeg het de aanduiding M15A1 CGMC.
Op de M54 werd het 37mm kanon verwisseld van positie ten opzichte van de machinegeweren, de .50 watergekoelde werden vervangen
voor de luchtgekoelde M2 variant. In totaal werden er 1652 M15A1's geproduceerd in 1943/'44. Er was ook nog een onoffciele M15 'Special'.
Dit waren in Australië aangepaste M15's met het Zweedse 40mm Bofors kanon, de enige Half-track versie die ooit het Bofors kanon droeg.
De M15A1 met het 37mm kanon boven de M2 .50 machinegweren
M16/M17: Een
speciale versie van de Half-track (als basis de M3) met achterop een viertal
gesynchroniseerde .50 Browning machine geweren, bekend
geworden als de 'Quad'. Het was het verbeterde concept van de M13 welke twee .50 machinegeweren had (zie hoger).
Het werd ingezet tegen vliegtuigen en
gronddoelen.
De M16 Multiple Gun Motor Carriage (MGMC) had een uitrusting van een koepel met vier .50 machinegeweren, welke
de aanduiding M45 had. Er werden 2877 stuks van de M16 gebouwd. Een opvolgende versie van de
M45 installatie, was de M55, welke te laat kwam voor de Tweede Wereldoorlog.
De 'Quad' zou bijnamen krijgen als de 'meat chopper' en de 'Krautmower'.
Een M16 Quad .50
caliber wacht op vijandelijke vliegtuigen
Om de koepel te kunnen draaien werd een deel van de zijbepantsering en
achterwand neergeklapt.
Elk wapen schoot 400 tot 500 schoten per
minuut over een reikwijdte van 7 km. Vier man personeel
bediende het voertuig en wapen. Naast de nieuw
gebouwde M16, werden er 1345 M3's aangepast, en met deze configuratie (de M16A1)
werd er een totaal van 3222 stuks afgeleverd.
Een M16 Quad .50 caliber in actie in Korea in 1951
(let op de deels neergeklapte zij-en achterwand
Toch vond de Chief Ordnance Officer
van de US First Army dat er niet voldoende waren. Nu waren er voldoende M45
installaties die op vier wiel trailers stonden. Er werden 332 hiervan gebruikt
om er M3 en M2’s mee uit te rusten. Onofficieel stonden deze bekend als de M16B.
De M16B was herkenbaar aan de zijwanden die niet (deels) neergeklapt konden worden,
en de M45 was 12 inches (30cm) hoger geplaatst. De M16 zag later ook nog actie in
de Koreaanse oorlog. Ook de International Harvester Company produceerde de
M16 met de Quad .50. Deze door IHC gebouwde Half-tracks stonden als M17 geregistreerd. Er werden
1000 M17's via Lend-Lease aan de Sovjet Unie geleverd.
Een fraai gerestaureerde M3 (M16B) met M45 geschutsinstallatie
(Foto: Eric S. Olsen)
M21: Vanwege dat men niet tevreden was over de
naar achteren gerichte mortier van de M4A1, besloot de Ordnance Department
een experiment uit te voeren met een mortier welke naar voren, over de
motorkap, schoot. De White Motor Company zou 110 van deze 10 ton zware
Half-track produceren.
Een M21; duidelijk
is te zien dat de mortier naar voren is gericht
Aantallen Half-tracks
geproduceerd tussen 1941 en
1944
Er werden ongeveer 43.000 Half-tracks geproduceerd door
vier firma's: de White Motor Company, de Autocar Company,
de Diamond T Motor Car Comapny, en de International Harvester Company.
M2: 11.415
(uitsluitend gebouwd door White
Motor Company en Autocar Company) M2A1: 1643
(uitsluitend gebouwd door White
Motor Company en Autocar Company) M3: 12.391
M3A1: 4222 (waarvan 1361 teruggebouwd
uit de 75mm Half-track productie)
M4/M4A1: 1172
M5: 4625 (uitsluitend
gebouwd door de International Harvester Company)
M5A1: 2959 (uitsluitend
gebouwd door de International Harvester Company)
M9: 2026
M9A1: 3433 (uitsluitend
gebouwd door de International Harvester Company)
M13: 1103 (uitsluitend
gebouwd door de White Motor Company)
M14: 1605 (uitsluitend
gebouwd door de International Harvester Company)
M15: 680
M15A1: 1652
M16: 2877
M16A1: 1345
M16B: 332 (Onofficiele aanduiding, met aangepaste Quad mount)
M21: 110
Een Half-track is onder verzamelaars een geliefd voertuig
Onder verzamelaars en restaurateurs van militaire voertuigen is de Half-track een populair voertuig.
Op internet zijn nog verschillende te vinden die te koop worden aangeboden. Een goed gerestaureerde Half-track
kost nu al gauw tussen de 30.000 en 50.000 Euro.
Helaas hebben sommige Half-tracks wel iets meer nodig dan een likje verf,...
Deze Half-track is een puike basis om te restaureren
Anderen hebben iets meer nodig dan hier en daar een
likje verf,...
(foto: Hayes69)
(Onder) Maar als de restauratie goed wordt uitgevoerd, dan
kan dat leiden tot dit soort fraaie nostalgische beelden,..
Natuurlijk waren van de Geallieerden de Amerikanen de grootste gebruiker van de Half-track, maar ook de vijand maakte
gebruik van de Amerikaanse versie van de Half-track. De Duitsers hadden hun eigen versie van een door rupsbanden aangedreven
wielvoertuig, de SdKfz 251 mittlerer Schützenpanzerwagen (door de geallieerden meestal 'Hanomag' genoemd), welke ook voor
verschillende doeleinden werden aangepast. Maar toen de Duitsers Amerikaanse Half-tracks buit maakten, namen ze deze ook
op in hun arsenaal. Dit ging goed zolang ze geen nieuwe onderdelen nodig hadden, zoals met name de rupsbanden.
De eerste Half-tracks vielen in Duitse handen in Noord-Afrika (zie foto hieronder). Ook later,
in december 1944, werden een aantal Half-tracks door de Duitsers ingezet als afleiding manoeuvre.
'Under new managment', een door Duitsers in
Afrika buit gemaakte Half-track
Vanwege dat er nog veel Half-tracks rondrijden, zijn ze gemakkelijk te huren voor gebruik in een
oorlogsfilm. Vanwege dat er van de Duitse tegenhanger, de SdKfz 251, in de jaren zestig en zeventig
van de vorige eeuw nog maar weinig voorhanden waren, werden vaak Amerikaanse Half-tracks opgeschilderd
als Duitse 'SdKfz 251'. Tegenwoordig zijn er genoeg SdKfz 251's te vinden, al zijn dit meestal Tsjechische
versies.
In het Tank Museum, Saumur, een Half-track uitgedost als een Duitse 'SdKfz 251'
|