Consolidated Aircraft Corporation werd in mei 1923 opgericht door Reuben Hollis Fleet. In 1928 werd er begonnen met de bouw
van een vliegboot, de XPY-1 Admiral patrouille bommenwerper. Helaas toonde de Amerikaanse marine geen belangstelling.
Consolditated besloot de civiele markt te gaan verkennen door de twee motorige Admiral om te dopen tot de
Commodore.
Prototype XPY-1 Admiral, de voorloper van de roemruchte Catalina
In 1931 werd een verbeterde versie, de P2Y-1 Ranger gepresenteerd, en ditmaal toonde de admiraliteit wel
haar belangstelling en deze schaften enkele aan. Consolidated zette haar ontwikkeling voort en de marine vroeg om
een prototype, de XP3Y-1.
Een P2Y-1 Ranger
De grootste verandering met de XP3Y-1 was het gebruik van aluminium in plaats van hout voor het gehele
toestel. De vleugel stond op een pylon op de romp. Vanuit deze pylon kon de boordwerktuigkundige een blik werpen
op de twee motoren die op de voorrand van de vleugel was gemonteerd. Het toestel kon bijna 1000 kg aan bommen meenemen
onder de vleugel. Op 21 maart, 1935 maakte de, met 900 pk Pratt & Whitney R-1830-64 motoren uitgeruste XPY3-1 haar
eerste vlucht. De marine gaf opdracht tot productie 60 stuks van de, met nieuwe aanduiding, PBY-1 (Patrole Bomber).
Een PBY-4, let op enkele richtingroer en het ontbreken van de 'blisters'
De ontwikkelingen aan het toestel volgden elkaar snel op. De PBY-2 had een ander structuur van de staart,
en de PBY-3 kreeg 1000 pk R-1830-66 motoren. De PBY-4 werd op kleine schaal gebouwd met 1050 pk R-1830-72
motoren en bewapening, een Browning .50, in bolle beglazing (‘blisters’) achter op de romp die de luiken verving van de vorige versies.
Consolidated kon niet veel meer verbeteren aan de PBY-4 en begon plannen te maken voor een opvolger.
Maar de aanval op Pearl Harbor op 7 december, 1941 zou dit verhinderen. De Amerikaanse marine bestelde
direct 200 verbeterde PBY-4’s.
Een staartschutter in zijn 'blister' checkt zijn 'six-o-clock'
De verbeterde versie, de PBY-5, was uitgerust met twee R-1830-92 motoren
van 1200 pk elk. De snelheid was niet echt geweldig, 282 km/u, maar de PBY-5 kon zonder bij te tanken maar
liefst 4097 km vliegen! Consolidated kon de productie niet alleen aan en andere bedrijven werden ingezet
om BPY’s te bouwen. Naval Aircraft Factory bouwde de PBY-5 als de PBN-1 Nomad, Boeing Aircraft of
Canada bouwde de PB2B-1 en de PB2B-2. Canadian Vickers Ltd. produceerde de Canso voor de RCAF
(Royal Canadian Air Force) en de OA-10A voor het Amerikaanse USAAF (United States Army Air Force).
Een PBN-1 Nomad, let op de hoge staart
Groot Brittanië was de eerste buitenlandse mogendheid die de PBY bestelde. Deze gaven het er de
naam aan waaronder we haar het beste kennen, de Catalina, vernoemd naar het eiland voor de
Californische kust, Santa Catalina Island. En Britse Catalina van het 209 Squadron ontdekte
het Duitse slagschip Bismarck op 26 mei, 1941, waarop de Britse marine het slagschip de volgende dag
naar de kelder joeg. Catalinas waren ook verantwoordelijk voor het tot zinken brengen van
verschillende Duitse U-Boten. En als ze de duikboten niet tot zinken konden brengen, dan hielde ze
die overdag wel onder water. Hierdoor moesten de accu’s van de U-Boten 's nachts opgeladen worden in plaats
van overdag. Hierdoor ging veel tijd verloren om op zoek te gaan naar Geallieerde oppervlakte schepen.
Een PBY Catalina nog zonder intrekbaar landingsgestel.
Tijdens de aanval op Pearl Harbor verloren waren maar liefst zes squadrons hun Catalinas.
Maar binnen een half jaar konden de PBY’s van de US Navy wraak nemen. Op 3 juni, 1942 vonden Catalinas
van US Navy Patrol Squadron VP-44 de Japanse vloot die opstoomde naar Midway. Duikbommenwerpers van de
vliegdekschepen ‘Hornet’, ‘Enterprise’ en de ‘Yorktown’ wisten vier Japanse vliegdekschepen tot zinken te
brengen. Niet alleen werden de PBY’s ingezet als verkenners, ook reddingmissies, de ‘Dumbo’ missies,
behoorden tot hun taak. Menig piloot of matroos die in zee terecht was gekomen, werd gered door de
Catalina. Op 15 februari, 1943 verdiende Lt. Nathan Gordon de Medal of Honor toen hij onder
vijandelijk vuur en ruwe zee 15 man uit zee wist te redden.
Een Australische 'Black Cat' (let op de radar op de cockpit)
De Amerikaanse marine en de Australiërs opereerden ook met de zogenaamde ‘Black Cat’. Deze PBY’s waren uitgerust
met radar om in de nacht Japanse schepen met veel succes te bestoken met bommen.
Tot 1939 kon de 'vliegboot' PBY slechts met veel moeite aan land getrokken worden via een losse set wielen.
Met de komst van de PBY-5A werd er ook een intrekbaar landingsgestel aangebracht waardoor een
echte amfibie ontstond.
Een fraaie opname van een PBY-5A met intrekbaar landingsgestel
De Emergency Rescue Squadron’s (ERS), opgericht in 1943, van de USAAF
werden uitgerust met de BPY-5. De ERS werden speciaal ingezet om voornamelijk B-29 bemanningen
die een noodlanding op zee hadden moeten maken te gaan zoeken en redden.
Er werd ook nog een PBY-6A ontwikkeld met een nieuwe radar en twee .50 machinegeweren in een kleine toren
in boeg. Van de PBY-6A werden ook een aantal door Rusland gebruikt.
Een PBY-6A in Russische dienst.
Een andere grote afnemer, was Australië, met 168 Catalina's in verschillende uitvoeringen.
Ook in Nederlands-Indië kon men de Catalina tegenkomen. Nederland had 36 in gebruik
in het Verre Oosten om tegen Japanse troepen te opereren. Voor Java in Japanse handen viel wisten slechts
9 ternauwernood te ontsnappen naar Australië.
Deze PBY-5A (16-212) stond bij het (voormalige) Luchtmachtmuseum, Soesterberg
Na de oorlog kocht Nederland 29 extra Catalinas voor gebruik
rond Indonesië. Na de onafhankelijkheid kwam een aantal naar Nederland terug om dienst te doen
bij 8 Squadron van de Marine Luchtvaart Dienst (MLD), op vliegbasis Valkenburg. Zes kisten waren voormalige RAAF PBY-5's.
Deze waren in 1952 zo versleten dat deze compleet gerestaureerd moesten worden, wat dertig procent duurder uitviel dan begroot was.
Een PBY-5A (met Australische registratie A24-387, NB-N) in de jaren 90
bij de Confederate Airforce, Harlingen, Texas
Na de oorlog vonden veel PBY’s hun weg naar commerciële bedrijven, om passagiers en vracht te
vervoeren naar veraf gelegen gebieden. Ook vonden verschillende Catalinas hun weg naar bedrijven in de
bosbrand bestrijding, om als ‘Airtanker’ hun blussende lading op het vuur te gooien.
Voordeel ten opzicht van de van land opererende toestellen, was dat de PBY maar 14 seconden nodig
had om vier ton water 'op te scheppen’.
De PBY-5 in de rol van 'airtanker', hier wordt 4000 liter gelost
Wereldwijd vliegen (en varen) er van de 3281 gebouwde Consolidated PBY’s nog verschillende
Catalinas rond. Vooral de 'Airtanker' rol in de bosbrand bestrijding heeft er voor
gezorgd dat er nog zoveel
rond vliegen. Ook Nederland mocht zich verheugen in het bezit te zijn van twee BPY-5A’s, één
in opslag in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg. De andere, ook een voormalige
'Airtanker' is luchtwaardig sinds 2004 met de registratie PH-PBY.
De PH-PBY rolt over de landingsbaan van Vliegveld Lelystad
(foto Jon Wessels)
De PH-PBY, Bu2459, '16-218’ behoorde toe aan de Stichting Exploitatie Catalina (SEC).
Deze Catalina is de
oudst vliegende Catalina in de wereld en draagt de titel 'succesvolste onderzeebootbestrijder
van de geallieerde krijgsmacht', doordat ze drie U-boten tot zinken heeft gebracht. Via de patrouillesquadrons
VP-74 en VP-84 van de Amerikaanse marine kwam ze bij de Amerikaanse kustwacht terecht.
Na uitfasering in 1945 kwam het toestel in dienst van drie opeen volgende particuliere
vliegmaatschappijen, Rio Ten Air, Trans Air en Field Aviation. Van 1953 tot 1972
is haar carrière in nevelen gehuld. Haar volgende taak was bij het airtankerbedrijf
Avalon waar ze in de bosbrandbestrijding werkte van 1972 tot 1987. Haar eerste loopbaan in Nederland was bij Cat Air en
vervolgens bij SEC, waar ze na een grondige restauratie ging vliegen. Het was mogelijk om met de PH-PBY
Karel Doorman een rondvlucht te boeken met een 'splash & go' (een waterlanding) op het IJsselmeer.
De PH-PBY Karel Doorman bij het Aviodrome,
Lelystad (foto Jon Wessels)
Helaas werden de kosten zo hoog om
het toestel luchtwaardig te houden, dat de beslissing moest worden genomen de PH-PBY te verkopen.
In oktober 2018 werd het toestel overgedragen aan de Collings Foundation, waarvan het hoofdkwartier in Massachusetts is gevestigd.
Hier is het in de beste handen die de SEC zich kan wensen en is een goede toekomst gewaarborgd voor de
Catalina.
- De Catalina in civiele dienst -
Niet alleen werden na-oorlogse Catalinas later gebruikt als 'Airtankers', maar ook de civiele
luchtvaart maatschappijen ontdekten deze handige vliegboot. In Australië vlogen zeker twintig aangepaste
Catalinas na de oorlog, vanaf 1947 tot in de jaren 60. Maar ook voor de oorlog wist een enkeling een Catalina los te
weken voor civiel gebruik. Een civiele versie, de Consolidated 28-3, met registratie NC777, werd verstrekt aan
de Amerikaanse zoöloog Dr. Richard Archbold die met het toestel Australië en Nieuw Guinea in 1938 aan deed. De BOAC en Quantas Empirial Airways
ontvingen verschillende Catalinas voor civiel gebruik. Na de oorlog nam Quantas ook PBY's af van de RAAF. Dit waren spaartaans
ingerichte kisten, maar bereikten wel de meest obscure plekken in de Archipel.
Tweede van rechts, Glenn Odekirk, bedenker van de 'Luxury flying yachts'
Maar er waren ook Catalinas die ongelooflijk luxe waren ingericht. Glenn Odekirk, ontwerper en bouwer
van Howard Hughes zijn grote vliegboot 'Spruce Goose', zag wel brood in het herscheppen van
oude Catalinas tot zogenaamde 'luxury flying yachts'. Vol van glitter en glamour, door Odekirk als 'Landseaire' omschreven,
moest het de rijken der aarde aanspreken. Om het lawaai van de motoren buiten te houden werd een isolatie van 10cm dik
aan de binnenzijde aangebracht. Er was een bar aan boord, een kleine douche, slaapruimte voor acht personen, eigen airco boven het bed,
er was een televisie aan boord, en men kon zelfs telefoneren (1953!). De keuken had een oven, een koelkast, en een drie-pitter om op te koken.
Zo luxe kon het zijn, een panoramisch uitzich vanuit de 'blister'
De kosten waren hoog, een omgebouwde Catalina koste $265,000 (in
huidig geld $2.5 miljoen). Was de 'blister' aan bakboorzijde nog de standaard met roetjes, aan stuurboordzijde was deze
gegoten uit één stuk plexiglas, zodat men een prachtig onbelemmerd panoramisch uitzicht had. Odekirk liet fotograaf Loomis Dean, van
LIFE magazine een promotie-shoot maken van zijn eerste 'luxury flying yacht'. Maar het toestel (boven)
Catalina (N69043) crashte op 5 juli 1953 in Brazilië, waarmee het avontuur voor Odekirk over was.
Thomas W. Kendall, een volgeling van Odekirk, probeerde ook 'luxury flying yachts'
te slijten. Hij kocht 13 PBY's in 1956 en huurde
interieur ontwerper George Erb om de eerste drie Catalinas te verbouwen.
Ter promotie wilde Kendall met, zijn familie en vrienden,
in de drie kisten
de wereld rond. Maar zeker is wel dat één van de aangepaste Catalinas (N5593V)
gebruikt zou worden voor deze trip en dat er tevens,
in die periode,
door deze Catalina een rol weggelegd was in de film 'S.O.S. Pacific', geschoten
rond het Portugese eiland Madeira.
Drama in de film 'S.O.S. Pacific' en kort voor het echte drama in Saoedie Arabië
(Op de (ingekleurde) lobbycard is de belijning rood, maar in het echt was deze blauw)
Maar de reis die daarop volgde zou dramatisch eindigen. Tijdens een bezoek aan Saoedi-Arabië in juni 1960 dobberde de
'N5593V' onder de kust, de kinderen van Kendall
speelden n het water, toen er plots geweerschoten klonken. iedereen wist veilig aan
boord te komen, maar er bleef geschoten worden
(achteraf zou bljken dt er zeker 300 treffers in de Catalina ingeslagen waren).
Terwijl Kendall probeerde het toestel op te starten en weg te
komen uit de vuurlinie (opstijgen was nagenoeg onmogelijk door de vele gaten waar brandstof
uit stroomde), trof een kogel hem. Maar ondanks
de verwondingen lukt het om buiten het bereik van de kogels te komen. Maar ze konden geen
kant op en werden de door Bedoeïen rebellen gevangen genomen.
Na ontvoerd te zijn werd de familaie later weer vrijgelaten. het betekende wel het einde
voor de avonturen met de Catalinas voor Thomas W. Kendall.
Tot ver in de jaren negentig van de vorige eeuw was het wrak van 'N5593V' nog te bezoeken aan de kust van Saoedie Arabië, waar het langzaam verloren ging aan de erosie en vandalisme,... Op deze pagina zijn fraaie foto's te vinden hoe de Catalina erbij lag in 1995.
Een fraaie site over civiele Australische Catalinas
KLIK HIER
- De Catalina in de speelfilm -
Menige Catalina maakt(e) haar opwachting in speelfilms, zoals hierboven al even is aangehaald met
'S.O.S. Pacific'. Meestal kleine rollen,
maar soms langer in beeld en soms zelfs beeldbepalend. In de speelfilm 'Tora!, Tora!, Tora!'
overzien Admiral Richardson en Admiral Kimmel Pearl Harbor
vanuit een Catalina, voor deze haven wordt aangevallen door Japanse marine vliegtuigen op 7 december 1941.
Kimmel en Richardson praten rustig, zonder stemverheffing,
in de ongeïsoleerde vliegboot, welke een hels kabaal afgeeft met de motoren op
slechts enkele meters afstand! Ze zitten in 'blisters', wat hoogst onwaarschijnlijk is, want
de met 'blisters' uitgevoerde Catalinas verschenen pas NA de aanval op Pearl Harbor. Ook verder
in deze film zien we nog Catalinas in beeld.
Catalina's in 'Tora!, Tora!, Tora!'
Eén van de meest geprezen rollen
van een PBY was in de film 'Always' (1989), van Steven Spielberg, waarin één van deze toestellen een 'Airtanker' speelt.
De openig van deze speelfilm is klassiek. Een rustig meertje, waarin een bootje dobbert met twee
vissende mannen aan boord.
Het is een zogenaamd 'long-shot' (met telelens geschoten). Langzaam zakt van bovenaf opeens de romp van een
Catalina het beeld in. Het landt op het water (om water in te nemen) en stormt op het bootje aan,
waarin één van de kerels zich omdraait naar het opdoemende gevaar. Vlak voor het bootje 'aangevlogen' lijkt te worden
trekt het toestel op en zijn de mannen van het bootje voor de zekerheid uit hun vaartuig gesprongen.
Het opening-shot van de speelfilm 'Always
Ook een andere scène met de Catalina is spectaculair te noemen. Eén van de motoren van de Catalina is
in brand geraakt. Het lijkt een drama te worden voor de piloot, Al 'the Pal' Yackey,(rol van John Goodman).
Maar gelukkig heeft een andere vlieger, Pete Sandich, (rol van Richard Dreyfuss) in een A-26 Invader
zijn lading aan blusmiddel nog aan boord. Deze brengt zijn kist over de Catalina en stort de rode smurrie over
de PBY heen en lijkt zo de reddende engel te worden,...
Spectaculaire shots genoeg in 'Always',...
Hoe goed deze Catalina's ook op het water waren, soms blijkt het toch niet goed te gaan. Tijdens de
opnames van de speelfilm 'U.S.S. Indianapolis: Men of Courage' (2015), maakte een Catalina
'touch and go' landingen op het water, toen het opeens water maakte. De foto's gemaakt na
de waterlanding op 29 juni 2015, laten zien dat het landingsgestel uitgezet is.
Heeft de piloot getracht het toestel het strand op te rijden? Helaas brak de branding hard op het oude
vliegtuig en deze raakte steeds verder beschadigd.
De PBY Catalina gebruikt voor 'U.S.S. Indianapolis: Men of Courage'
In eerste instantie werd met twee tractoren getracht het toestel
uit zee te sleuren, maar de kabels braken. Regisseur Mario van Peebles besloot rond de
Catalina toch wat opnames te maken. Na vier dagen een speelbal van
de golven voor de kust van Florida te zijn geweest, zou de Catalina aan boord van een
bergingschip worden gehezen. De kabels rond de PBY waren of niet goed geplaats, of de structuur van de kist was
al zo aangetast, maar de Catalina brak in verschillende stukken. De voormalige 'Airtanker'
PBY-6A (N85U) was speciaal geheel gerestaureerd voor de film, waarin Nicolas Cage de hoofdrol vertolkt.
Het wrak is overgenomen door het Battleship Park Museum in Mobile, Alabama. Deze willen het proberen te
restaureren tot een statische Catalina in het museum. Trouwens, zoals deze Catalina zonk,... zo zonk ook
de 40 miljoen dollar kostende film, 'U.S.S. Indianapolis: Men of Courage',... deze flopte genadeloos aan de kassa,
met slechts 700.000 dollar opbrengst (en daar is geen restauratie meer aan mogelijk).
Fabrikant |
Consolidated Aircraft Corporation |
Ontwerper |
Isaac M. Laddon, Reuben Hollis Fleet |
Gebruik |
Patrouille, verkenner, rescue, bommenwerper |
Motor |
2 x Pratt & Whitney R-1830-92 of Twin Wasp S1C3-G |
Vermogen |
1200 pk per motor |
Spanwijdte |
31.72 m |
Lengte |
19,84 m |
Hoogte |
5,40 m |
Vleugeloppervlakte |
130 m² |
Klimvermogen |
210m/p.min. |
Gewicht |
leeg |
9.489 kg |
Geladen |
16.066 kg |
Snelheid max. |
280 km/u, kruissnelheid; 181 km |
Plafond |
5.500 m |
Bereik |
4000 km |
Bewapening |
2 x .50 machinegeweren in de ‘blisters’, 7,62mm machinegeweren in rompboeg- en bodem, 1814 kg aan bommen |
Bemanning |
7-9 |
Eerste
vlucht |
21 maart, 1935 (XPY-3-1) |
Aantal
gebouwd |
3281 |
De Catalina ('866') in het Royal Air Force Museum Cosford, Engeland
De Catalina ('861') in het Danmarks Flymuseum, Skjern, Denemarken
BRONNEN
Terug
|