- JAN JUTTE -
Een voortdurende speurtocht,...
Jan Jutte
- INLEIDING -
De komende pagina's gaan over het bezoeken van enkele plekken waar mijn vader, Jan Jutte,
in de Tweede Wereldoorlog in Duitsland te werk was gesteld. Tijdens een weekje vakantie
in het voorjaar van 2013 naar Denemarken, zou de terugweg naar Nederland gebruikt worden
om wat onderzoek te gaan doen. Het zou een meer dan verrassende reis worden,...
- VOORWOORD -
De website www.strijdbewijs.nl is mede ontstaan naar aanleiding van de geschiedenis
van mijn vader, Jan Jutte. Zolang ik mij kan herinneren stonden in de boekenkast voornamelijk,
naast de streekromans van mijn moeder, oorlogsboeken. De verzameling was heel breed, van de
avonturenromans door K. Norel, zoals 'Vliegers in het Vuur', boeken over veldslagen bij Moskou,
gevechten om Berlijn, de onderzeeboot-oorlog, en de gruwelprentenboeken zoals 'De Gele Ster' over
de Jodenvervolging, en de nasleep, 'Opmars naar de Galg'. In mijn jongensjaren kon het mij (nog) niet boeien, en las andere zaken, zoals 'Pietje Bel', en 'Dik Trom'. Maar met de jaren pakte
ik wel eens een oorlogsboek uit de kast, waarbij 'Vliegers in het Vuur' mij het meest boeide,
dat was een simpel avonturenboek over Engelandvaarders die bij de luchtmacht in Engeland
gingen dienen. Over de Tweede Wereldoorlog werd thuis nooit gesproken. De Sovjet inval in
Tsjecho-Slowakije in 1968, ik was toen twaalf jaar, bracht opeens spanning in ons gezinnetje.
Mijn moeder werd nerveus en haalde de Tweede Wereldoorlog naar boven, waarbij vooral de
schaarste aan van alles de boventoon voerde. Dus werd er vooral zeep van Sunlight
(door ons nog als 'zunlicht' uitgesproken) ingeslagen. Het hamsteren begon, want de
dreiging van een nieuwe oorlog was voelbaar. Gelukkig waaide alles over en werden de
jaren zestig van de vorige eeuw, waarin de wereld van strakke lijnen naar bijna losbandigheid
was overgeheld, afgesloten met Woodstock en de Maanlandingen.
Niet in de sporen van vader Jutte, maar timmerman zou ik worden
(Pieter, 16 jaar, 1972, 3de klas L.T.S.)
De jaren zeventig brachten voor mij de grootste veranderingen, de jongensjaren gingen over
in de pubertijd, en de scholing werd nu gestuurd naar een toekomst. Ik zou timmerman worden.
De keus was beperkt, of ik ging de kant van het metaal op (ijzervijler), zoals mijn vader, of
het hout in (krullenveger). Ik rook iedere dag de ijzergeur uit mijn vader zijn kleren, zijn
vaak zwarte handen en gezicht, daar had ik geen zin in, dus ik koos voor de heerlijke geur
van pas geschaafd grenenhout. Overdag naar school, en in de avond keken we met ons allen naar
de spannende serie 'Colditz', over het kasteel in Duitsland waarin Geallieerde officieren
waren opgesloten en probeerden uit te breken. Maar ondanks dat dit een opstapje zou kunnen zijn
dat mijn vader eens wat vertelde over zijn tijd in Duitsland, hield hij zijn mond.
Vader
Jan, kleine Pieter (uw verslaggever), en moeder Hiltje
Eind 1975 werd longkanker geconstateerd
bij mijn vader. Ondanks de strijd van chemotherapie en bestraling,
mocht het niet baten, en stierf hij op woensdag 21 januari 1976. In dat
jaar werd ik twintig en kwam eindelijk op de leeftijd dat ik wel meer
zou willen weten van mijn vader, maar het was te laat. Ook mijn moeder
wist niets over de jaren van mijn vader in Duitsland, alleen dat hij
altijd zei 'dat het heel erg geweest was'. Een jaar na zijn dood ging
ik in militaire dienst, en werd, mede door mijn stationering in
Schaarbergen bij Arnhem, het vlammetje ontstoken over de Tweede
Wereldoorlog. Ondanks dat ik niet intens zocht naar de geschiedenis van
mijn vader, borrelde het altijd wel op de achtergrond. En hoe ouder men
wordt, dan wil men meer weten over je geschiedenis en die van je
ouders, en met name die donkere bladzijde waar nooit over gesproken
werd.
Het
Persoonsbewijs van Jan Jutte
Het zal ergens rond 2010 zijn geweest dat
mijn schoonzuster vroeg of wij, mijn echtgenote Corry en ik, aanwezig
wilden zijn bij een seance door een paragnoste. Nu ben ik sceptisch
aangelegd, maar sta wel open voor andere inzichten of opvattingen. Het
oude Persoonsbewijs van mijn vader is in mijn bezit. In mijn
onwetendheid heb ik het eens zware schade toegebracht. Op de Lagere
Technische School maakte ik eens een 'werkstuk' (tegenwoordig zou men
scriptie zeggen) over de Tweede Wereldoorlog en plakte, stom als ik was, met plakband het
Persoonsbewijs erbij (voor de bovenstaande scan heb ik het
middengedeelte gerestaureerd waar op het originele Persoonsbewijs de resten tape nog te zien zijn).
Ik
stak het oude persoonsbewijs van mijn vader bij mij en we togen naar de
'waarzegster' die haar opwachting maakte bij mijn schoonzuster. Ze
'las' het persoonsbewijs, en 'mij zou alles duidelijk worden als ik
contact zou opnemen met het gemeentehuis van Baarderadeel'. Het idee
spookte enige tijd door mijn hoofd, maar het verwaterde weer, en ik
maakte geen verdere stappen richting het advies.
Links: Jantje Jutte, 10 jaar
In 2012 brachten we, tijdens een korte
vakantie in de Harz in Duitsland, een bezoek aan het werkkamp
'Mittelbau-Dora', ten noorden van Nordhausen, nabij Niedersachswerfen.
In het documentatiecentrum werden we getroffen door de gruwelen die
zich hier hadden afgespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Op de
bovenverdieping was een kleine ruimte om een versnapering te nuttigen.
Terwijl we zo aan de koffie zaten, zagen we dat daar ook het archief
was gevestigd. Na enige druk van Corry, besloot ik er binnen te
stappen. Hier zat een alleraardigste mevrouw die mij aanhoorde in mijn
steenkool Duits. Ik vertelde haar over mijn vader dat hij door de
'Arbeitseinsatz' in Duitsland terecht was gekomen en daar enkele jaren
was geweest. Nu bleek Dora een kamp te zijn geweest voor
slaafarbeiders, en niet voor buitenlanders die via de Arbeidsinzet in
Duitsland te werk waren gesteld. Maar ze kon ons een adres bezorgen
waar het archief was voor dit soort onderzoeken.
Het mailadres wat we kregen bleek van de
'International Tracking Service' in Duitsland. Het in Bad Arolson,
Duitsland, gevestigde zoekdienst bleek een eigen website te hebben,
www.its-arolsen.org. Ik begreep, na dit geraadpleegd te hebben, dat men
een verzoek tot onderzoek naar naasten, dit begeleid moest zijn met een
schrijven van een notaris om te bewijzen dat men wel directe familie
was. Ik besloot deze stap over te slaan en zoveel mogelijk informatie
te sturen. Ik maakte een scan van het Persoonsbewijs en voegde zijn
geboorte gegevens erbij. Op 18 juli 2012 ging de mail naar Bad Arolson.
Op 18 september kwam er een mail terug. Men was het onderzoek reeds
gestart, en ik kon een eventuele uitslag verwachten binnen zes tot acht
weken. Het wachten op een antwoord begon, maar ik hield rekening met
een negatief resultaat,...
Jan Jutte werd geboren op 7 juni 1924 te Baarderadeel als jongste in het gezin. Jan had nog een oudere broer, Pieter en drie zusters, Ymkje, Pietje en Janke. Tot groot verdriet verdronk Ymkje jammerlijk op 13 jarige leeftijd, in 1926. De vader van Jan,
Pieter Pieters Jutte overleed op 47 jarige leeftijd in 1933. Als zoon van Jan Jutte zou ik, uw verslaggever, naar Opa Jutte worden vernoemd.
Hiltje en Jan in hun verkeringstijd voor de oorlog
Voor de oorlog in 1940 uitbrak, kreeg Jan verkering met Hiltje Eekerk.
Onderwijl was Jan smid van beroep geworden en besloeg onder andere
paarden van nieuwe hoefijzers. In zijn toekomstig Persoonsbewijs zou
dan ook komen te staan dat zijn beroep 'hoef-, grof-, en kachelsmid'
was. Als hobby mocht hij graag voetballen, of aan de zijlijn naar een
wedstrijdje kijken.
Afgegeven op 26 september 1941,
het Persoonsbewijs van Jan Jutte
Met het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog veranderden langzaam de omstandigheden in de levenswijze
voor de Friezen. Het vliegveld rond Leeuwarden gonsde van
bedrijvigheid, in de nacht ronkten startende en landende Duitse
nachtjagers die Britse bommenwerpers probeerden te onderscheppen.
Overdag werd dan ergens weer een wrak van een bommenwerper gevonden.
Hier en daar was wat ondergronds verzetwerk gaande, maar alles door
elkaar genomen waren de eerste oorlogsjaren niet veel anders dan van
voor de oorlog. Voedselschaarste was er nagenoeg niet in deze
agrarische provincie. Dat veranderde toen de oorlog zich voortsleepte
en de Duitse bezetter niet alleen de laatste Joden uit Nederland had
afgevoerd, maar ook jonge mannen begon te ronselen om te gaan werken in
Duitsland.
Posters moesten mannen aanzetten om naar 'Duitschland' te gaan werken
De Arbeidseinzats was niet iets dat in de
oorlog ontstond. Al voor de oorlog werden werklozen min of meer
gedwongen in Duitsland te gaan werken, waar volop werk voorhanden was,
weigerde men, dan werd de uitkering gestopt. En zo vertrokken tussen
februari 1938 en september 1939 rond de 1800 man naar Duitsland. Reeds
in 1940, toen de bezetting door de Duitsers een feit was, kwam de 'Geschäftsgruppe
Soziale Verwaltung' en het Departement van Sociale Zaken tot
overeenstemming dat werkelozen arbeid in Duitsland moesten accepteren.
Binnen twee jaar zouden 165.000 man (plus zo'n 72.000 grensarbeiders,
die woonden in Nederland maar dagelijks op en neer reisden) zich
vervoegen bij de Duitse industrie, voornamelijk de wapenindustrie.
Velen zouden eerder naar huis terug keren vanwege de teleurstellende
omstandigheden. Maar de tegenvallende productie in de wapenfabrieken,
de zware strijd in Rusland, noopte Reichsmarschall Hermann Göring in
januari 1942 om vanuit de bezette gebieden arbeiders te verplichten te
gaan werken voor de Duitse oorlogsindustrie. Nog diezelfde maand werd
in Nederland de Nederlandse Arbeidsdienst
ingesteld. Twee maanden later werden ook niet werkloze jonge arbeiders
verplicht hun arbeidsdienstplicht te gaan vervullen.
Zo verschenen de verordeningen in de krant,...
let op de onderste verderfelijke regel,...
(uit 'De Standaard' van vrijdag 21 mei 1943)
En zo begon de Holland- of
Sauckel-Aktionen stelselmatig de Nederlandse bedrijven uit
te kammen op zoek naar geschikte arbeiders. Deze zogenaamde 'uitkamcommissies'
stelden lijsten samen die bij de gewestelijke arbeidsbureaus werden
overhandigd aan de aangestelde toezichthouder (meestal een overtuigde
nationaal-socialist). Vervolgens gingen de lijsten naar de Fachberater
die kandidaten voor uitzending lieten oproepen. En zo zal Jan Jutte ook
een oproep hebben ontvangen. Schijnbaar kon Jan de commissie in eerste
instantie overtuigen dat hij kostwinner was voor het vaderloze gezin.
Maar uiteindelijk in 1943 kon hij er niet meer onderuit. Er waren twee
opties, of zich melden voor de Arbeidseinzats, of onderduiken, zoals
sommige andere jongen mannen deden. Maar angst voor represailles tegen
zijn familie besloten hem niet te gaan ‘duiken. Ook het
voorgespiegelde loon zou goed van pas komen voor weduwe Jutte en haar
kinderen. Jan vertrok en een periode van grote onzekerheid brak aan,
wanneer zou hij weer terug keren, keerde
hij uberhaupt wel weer terug? In ieder geval zouden deze jaren in dikke
mist gehuld blijven voor de meeste mensen,... Waar was Jan Jutte
geweest?
-
ANTWOORD UIT BAD-AROLSON -
Een document waarop de naam van Jan Jutte #237 voorkomt,... (Klik erop voor een vergroting)
De zes tot acht weken werden iets langer
voor er weer een bericht uit Duitsland kwam. Maar op 8 december 2012
kwam er een brief van de ‘International Tracking Service. In vijf
zinnen werd de geschiedenis van mijn vader in Duitsland beschreven. Het
was heel weinig:
'JUTTE, Jan, born on 7.6.1924 in Osterlittens (sic), nationality: Dutch,
was insured with the Hamburg trade association between 30 June
1943 and an unknown point in time, employer: firm 'Fritzen & Sohn',
Emden; received in-patient treatment at the general hospital in Ham-
burg-Altona between 5 April 1945 and 27 April 1945, accommodation:
Hamburg, Seewartenstrasse, "Seemannsheim" (home for sailors).'
'JUTTE, Jan, geboren op 7.6.1924 in Oosterlittens, nationaliteit: Nederlands,
was verzekerd bij de Hamburger Handels Maatschappij tussen 30 juni
1943 en een onbekend punt in de tijd, arbeider bij: 'Fritzen & Sohn',
Emden: ontving als patient behandeling in het algemene hospitaal in Ham-
burg-Altona tussen 5 april 1945 en 27 april 1945, vestiging:
Hamburg, Seewartenstrasse, "Seemannsheim" (zeemanshuis).'
Ondanks dat het weinig leek, zou het de
basis worden van een facinerende reis. In het voorjaar van 2013 zouden
we naar Denemarken gaan, en dan moest het toch mogelijk zijn om wat van
de adressen te vinden die in de brief stonden?
Voor meer over deze zoektocht
klik hieronder,...
| | |