U kunt nu weer terugkeren naar de D 116 voor het laatste
stuk naar Cherbourg. Dit kan over Maupertus-sur-Mer en dan richting Bretteville. Rij in Cherbourg naar de havens via
Boulevard Félix Amiot. Op de laatste rotonde van Boulevard Félix Amiot, neem de D 901 naar het zuiden (richting
de aansluiting met de D 900 en N 13). Na een 300 meter rechtsaf de Rue de Saline op. Op de rotonde vervolgens
de tweede afslag Rue de Maupas op tot de T-Splitsing en daar rechtsaf de Avenue le Carpentier op.
Na 250 meter rechtsaf de Montée de Rèsistants op en neem de slingerweg naar boven.
Cherbourg
(Google Earth)
Een andere mogelijkheid, en wellicht makkelijkere, is
terug te keren naar de D 612 en naar het zuiden af te zakken en rechtsaf de D 901 te nemen langs het vliegveld en
zo Cherbourg binnen te rijden.
Via de D 901 Cherbourg binnen rijden en doorrijden en de N 132 (Boulevard de l’Est). Als u de N 132 op
bent gereden via de rotonde, dan de derde rotonde nemen, (deze is vlak voor de aansluiting met de D 900)
en de vierde afslag! Rij de Rue de Maupas op tot de T-Splitsing en daar rechtsaf de Avenue le Carpentier op.
Na 250 meter rechtsaf de Montée de Rèsistants op en neem de slingerweg naar boven.
(collectie Gerard den Drijver)
Een punt dat door de Geallieerden als een hoofddoel werd
gezien in Cherbourg, was Fort du Roule. Dit fort lag boven op
een rots van waarvan af geheel Cherbourg te overzien was. Het werd
gebouwd over een periode van 15 jaar, van 1890 tot 1905. De Duitse bezetter betrok in de Tweede Wereldoorlog
niet alleen de top, in en rond het fort, maar ook in de lagere regionen van de rots zelf.
Vanuit de havens van Cherbourg kijkt men uit op Fort du Roule
Onder het fort was een tunnelcomplex aangelegd dat uitmondde
bij geschutsbunkers die noordwaarts stonden, richting de haven
van Cherbourg. Aan de basis van de ongeveer 150 meter hoge
rots, waren ook tunnels aangebracht waar torpedo’s werden
opgeslagen voor de S-Boten.
DE AANVAL VAN 79TH
INFANTRY DIVISION OP FORT DU ROULE
Het insignia van de 79th Infantry Division
De eerste aanzet om het fort in te nemen door de Amerikanen werd ingezet op 25 juni 1944
door om 08.00 uur een squadron P-47 Thunderbolt
jachtbommenwerpers een aanval te laten uitvoeren. Maar helaas
werd er weinig schade aangebracht door de vliegers.
Het 2nd en
3rd Battalion van het 314th Infantry Regiment, 79th Infantry Division, moest ongeveer
700 meter ten zuiden van de top eerst door een dalletje waar
ze gelijk tegen zware tegenstand aanliepen. De artillerie was
op dat moment bezig een barage op het fort te leggen, dus
werden alle zware machinegeweren en mortieren door de
bataljons op de Duitse positie achter het dalletje gelegd.
Deze opzet was een succes, nagenoeg alle Duitsers in hun
schuilplaats kwamen om, slechts een enkeling wist naar het
fort terug te trekken.
Na de strijd om Fort du Roule,...
Gedekt door het 3rd Battalion, trok het 2nd Battalion op en
wisten verschillende objecten in te nemen, waaronder een
opslag van motorvoertuigen. Toen het 2nd Battalion over de
noordwest zijde optrok werd het tegenvuur intenser en de
opmars gestuit. Ook kwam er Duitse artillerie neer vanaf de
hoogte bij Octeville, achter de rivier Divette. Soms hangt een
geslaagde actie af van één man, in dit geval was dat Corporal
John D. Kelly, van Easy Company. Kelly zijn compagnie zat
vast, en hij besloot om, gewapend met een 3 meter lange paal
waaraan 7 kilo TNT bevestigd was, de betonnen versterking te
besluipen. Terwijl de machinegeweer kogels hem om de oren
floten plaatste hij de lading, maar helaas zonder effect.
Kelly keerde terug voor een nieuwe lading. En weer vertrok
hij, en slaagde om de voorzijde van de geschutsopstelling tot
zwijgen te brengen. Voor een derde lading keerde hij terug,
deze plaatst hij aan de achterzijde. Na de ontploffing gooide
hij handgranaten naar binnen waarna de overlevenden zich
overgaven. Kelly ontving voor deze actie, postuum (hij kwam om
in november 1944) de Medal of Honor.
Captain Robert Kirkpatrick (rechts) meldt aan Major General Collins dat
Fort du Roule is ingenomen,...
Over de linkerflank dekte het 3rd Battalion het 2nd af. Ook
hier was één man een inspirerende kracht. 1st Lt. Carlos C.
Ogden, die juist het commando over K Company had overgenomen
van de gewond geraakte commandant, besloot bewapend met
geweergranaten en handgranaten te trachten een hardnekkige
Duitse 8,8cm en machinegeweer opstelling aan te vallen. Hij
raakte tijdens het oprukken gewond, maar zette door. Ogden
wist eerst de 8,8cm uit te schakelen en verplaatste vervolgens
zijn aandacht op twee machinegeweren. Ook deze beide posten
wist hij met handgranaten tot zwijgen te brengen. Dankzij dit
soort acties gaven steeds meer Duitsers zich over en konden de
Amerikanen het fort innemen. De laatste verzetshaarden werden
trouwens pas om 22.00 uur opgeruimd. Lt. Ogden mocht in april
1945 de Medal of Honor ontvangen voor zijn inspirerende actie.
General Collins zijn staf kijkt uit vanaf
Fort du Roule over Cherbourg
Toen en Nu
Diezelfde avond, van de 25ste juni, trokken drie bataljons van het 12th Infantry Regiment, 4th Infantry Division vanuit
het oosten Cherbourg binnen. Het 2nd- en 3rd Battalion ondervonden relatief weinig weerstand.
Beide bataljons wisten diep naar het centrum te komen. Er moest geconsolideerd worden in de Rue de
la Bretonneniére, 500 meter van de binnenhaven. Het verste punt bereikt door de 4th Infantry Division.
Het 1st Battalion ondervond zware tegenstand aan de kust west van Point de Greves waar fortificaties
lagen ten oosten van Fort des Flamands. Vanwege de duisternis konden geen tanks ingezet worden. Om 23.23
uur daalde daar artillerie neer die een ammunitie opslag deed exploderen. Maar ondanks dit vuur hielden
de Duitsers de Amerikanen op afstand. De aanval werd door het 1st Battalion afgebroken. Die nacht werden
de havenfaciliteiten bij Fort des Flamands zoveel mogelijk verwoest door de Duitsers.
De volgende dag kwamen de tanks om de bunkers onderhanden te nemen. Maar de aanblik van de tanks was
voldoende voor 350 Duitsers zich over te geven. Hiermee eindigde de inzet van de 4th Division om Cherbourg in te nemen.
Twee van de vier H 671 geschutskazematten aangebracht in
de rots onder Fort du Roule
Op 26 juni ruimden de 79th en 9th Infantry Division de laatste verzetshaarden op in Cherbourg.
In de middag kwamen Duitse granaten vanuit de lagere etages van Fort du Roule neer op deze Amerikaanse opmars
richting de havens. Het 2nd Battalion van het 314th Regiment had alleen de vorige dag de top schoongeveegd,
maar nu waren de onderliggende tunnels aan de beurt. Aangezien ervan uit het Fort niet in de tunnels was te komen,
werden springladingen door ventilatieschachten geworpen. Ook springladingen als TNT werden aan touwen vanaf de top
naar de geschutsgaten neergelaten en daar tot ontsteking gebracht. Ook anti-tank geschut schoot vanuit de stad op de
geschutsopeningen in de rotswand. Succes kwam vooral van het team onder leiding van S/Sgt Paul A. Hurst dat met
Bangaloors en Bazooka’s een tunnelmond aan de westzijde wist open te blazen. Tegen de avond gaven enkele honderden
Duitsers zich over, en was de gehele rots van Fort du Roule in Amerikaanse handen.
Eén van de bijna
onzichtbare kazematten in de rots
Tegenwoordig is het mogelijk om de 700 meter aan tunnels te bezoeken die uitmonden in de H 617 geschutskazematten
waar ooit de 10.5cm kanonnen in stonden. De ingang is aan de westzijde, een verdieping lager van het Fort du Roule.
De entree is 9,50 € voor volwassenen en 7,50 € tot 14 jaar, tot 6 gratis. Bij de receptie krijgt men een helm en
een audio-set. Vergeet niet de jas mee te nemen, want de temperatuur is constant 12 graden. Met licht- en
geluidseffecten en filmprojecties wordt de geschiedenis uitgebeeld die zich rond de rots en in de tunnels zich
afspeelden. Het is geen oorlogsmuseum, daarvoor moet men in het op de top gelegen Fort du Roule zijn. De tunnels,
onder de naam Les Galleries 117 zijn van maart tot half november dagelijks open van 10.00 uur tot 18.00 uur
(in juli/augustus van 09.00 uur tot 19.00 uur).
Een tunnel in Les Galleries 117
Het oorlogsmuseum “musée de la Libération” in Fort du Roule behoort niet tot Les Galleries 117 en hanteert
geheel andere openingstijden. Het is dagelijks geopend van 1 mei tot 30 september (zondagochtend en maandagochtend
gesloten) van 10.00 uur tot 18.00 uur ( let op: tussen 12.00 en 14.00 uur is het gesloten). Van 1 oktober tot 30 april
is het open van woensdag tot zondag van 14.00 uur tot 18.00 uur. De prijs voor een bezoek is zeer redelijk, 3,70 € (kinderen
van 7 tot 18 en bezoekers met de Normandië Pas 2 €), zondags is het gratis. Als men komt voor wapens en voertuigen
dan kan het een teleurstelling zijn, deze zijn maar mondjesmaat aanwezig. Het is veel audiovisueel, posters,
plakkaten en uniformen ed. Alleen het Fort is te bezoeken en niet de omliggende gebieden, dus de oude bunkers op
de top zijn niet te bezichtigen.
Fort du Roule bleek vrij onbeschadigd uit de strijd gekomen
(zoek de geschutskazematten en de in het midden gelegen
vuurgeleidingsbunker in de rots)
CHERBOURG GEEFT ZICH OVER
Op 21 juni werd door General Collins aan de Duitse commandant, Generalmajor Karl-Wilhelm von Schlieben,
gevraagd om de verdediging
op te geven van Cherbourg, deze weigerde. Gevolg was dat de Amerikanen Von Schlieben en zijn manschappen moest
‘uitroken’. Op 26 juni werd een Duitse verslaggever gepakt door de Amerikanen en deze verteld hun dat Von
Schlieben in een tunnel zat in St.Sauver, nabij Octeville. Ondanks 8.8cm geschut en Nebelwerfers wisten
Company E en F, 39th Infantry Regiment, 9th Infantry Division de schuilplaats, aan de Rue Alfred Lohen,
begin van de middag te bereiken.
Rue Alfred Lohen, 14.00 uur, de Duitse commandantuur
geeft zich over
De tunneltoegang werd eerst onder vuur genomen met machinegeweren, waarop
een gevangen Duitser naar binnen werd gestuurd met de opdracht tot overgave. Deze werd genegeerd. Tank Destroyers
schoten daarop granaten op de tunnel toegangen. Na een paar schoten kwamen de Duitsers naar buiten. Onder de
achthonderd man was generaal Von Schlieben, admiraal Walter Hennecke en hun staf.
In september 2010 hebben we enige tijd gezocht naar de tunnelingang,
maar niet gevonden. Het is een feit dat de tunnel nog steeds bestaat, maar het ligt op een binnenplaats van een
particulier terrein en is niet te zien, noch te bezoeken.
General Eddy wilde de
complete capitulatie van Cherbourg, maar Von Schlieben weigerde medewerking met als excuus dat de communicatie
naar de overgebleven troepen verstoord was. Toen General Collins aanbood dat hij gebruik mocht maken van de
Amerikaanse communicatiemiddelen weigerde hij nog steeds.
General Collins (midden) en Von Schlieben overleggen na de overgave
(geheel links admiraal Walter Hennecke)
Na de overgave van Von Schlieben gaf ook de verdediging in het versterkte stadhuis zich kort daarop met
ongeveer 400 man over aan Lt.Col. Frank L. Gunn van 2nd Battalion, 39th Infantry Regiment. Het laatste grote
obstakel in Cherbourg was het arsenaal. (L’Arsenal). Een ommuurde haven waarin de overgebleven Duitsers zich
hadden teruggetrokken. Deze hadden anti-ltank wapens, luchtdoelgeschut en machinegeweren op strategische punten
op en achter de vestingmuur geplaatst.
Het rood omrande deel is van de Franse defensie en niet toegankelijk
(Google Earth)
De aanval werd gepland voor de volgende dag op 27 juni. Col. Smythe, commandant van het 47th Infantry Regiment,
9th Infantry Division, besloot om eerst eens te kijken of een beetje machtsvertoon voldoende was om de Duitsers in
het arsenaal er uit te krijgen. Een licht machinegeweer en een 57mm kanon gaven een paar schoten af. Er kwam wat Duits
vuur terug van lichte wapens. Een Sherman tank bemoeide zich met de schermutseling door twee 2cm Flak kanonnen van
de vestingmuur te schieten. Aangezien de Duitsers aangaven dat ze bereid waren te vechten voor hun positie, werd
nu positie gekozen voor een aanval op het arsenaal. Maar het bleek niet nodig. Om 08.00 uur werden er witte vlaggen
gezwaaid en kwam Generalmajor Robert Satter met ongeveer 400 man de vesting uit en gaven zich over aan Col. Smythe.
Om 10.00 uur was dit het laatste stukje georganiseerd verzet in Cherbourg dat capituleerde.
Maj.Gen. Manton S. Eddy, commandant 9th Infantry Division
leidt de Duitse commandant, Generalmajor Robert Sattler, uit het arsenaal
Alleen buiten de haven gelegen
versterkingen op de pieren zaten nog Duitsers die meenden zich te moeten verdedigen, maar deze vormden geen gevaar
meer voor de bevrijders van Cherbourg. Meer dan 10.000 Duitsers werden krijgsgevangen gemaakt in de laatste anderhalve
dag, waaronder 2600 gewonden en verzorgende personeel die in twee ziekenhuizen waren ondergebracht.
De buitgemaakte opgeslagen vleesreserves uit het arsenaal werden verdeeld over de manschappen van het
VII Corps die voor het eerst in een maand weer vers vlees te eten kregen.
Duitse soldaten zijn opgelucht dat
de strijd om het arsenaal voorbij is
Cherbourg is na de oorlog geheel herbouwd. De haven was
door de Duitsers compleet vernietigd. Ook al hadden de
Geallieerden de stad in handen, de haven bleef nog 8 weken
onbruikbaar en men bleef afhankelijk van de aanvoer via de
landingstranden.
L'Arsenal is nog steeds een marinegebied is niet te bezichtigen.
Voor een korte film aangaande; het opruimen na de slag om Cherbourg: 'KLIK HIER'
KLIK HIERONDER OP DE OUDE V1 LANCEERINSTELLING
VOOR HET VERVOLG VAN ONZE ROUTE
|