TOUR DE SLAGVELDEN VAN NORMANDIË
UITBRAAK, NAAR SAINT-LÔ EN AVRANCHES

DE VEROVERING VAN SAINT-LÔ

Twee weken na de landingen was er een redelijk bruggenhoofd gevormd door de Amerikaanse troepen. De aanval op Cherbourg was in volle gang. Maar de uitbraak naar het zuiden stuitte op zwaar verzet van de Duitsers. Om elk stadje,dorp en huis moest hard worden gevochten. Er was een globale frontlijn te trekken vanaf Montebourg in het noorden, via Carentan, Isigny, Trévières, Bayeux, het noorden van Caen en de oost-oever van de Orne nabij Ranville.

Trévières, juni 1944 en de rust van het het heden.

Niet alleen hielden de Duitsers de opmars tegen van de geallieerden, ook het terrein was een remmende factor. Het 7de Legerkorps werd vertraagd door de moerassen nabij Carentan, en het 19de Legerkorps had het zwaar tussen de heggen, de zogenaamde 'bocage'. Generaal Omar Bradley, commandant van het Amerikaanse Eerste Leger, moest een doorbraak verwezelijken om zijn konvooi aan tanks en andere gemotoriseerde eenheden optimaal te kunnen inzetten.

General Omar Bradley (links) krijgt uitleg van Maj.Gen. Lawton Collins
over de inname van Cherbourg

De weg Saint-Lô naar Coutances leek de beste optie. Saint-Lô werd zwaar verdedigd. Op 3 juli werd de eerste aanval opgezet door het 8th Army Corps. Maar het slechte weer en de zware verdediging deed de aanval stokken na iets meer dan 5 kilometer in 3 dagen! Ondertussen was het 7th Army Corps op 4 juli met hun opmars vanuit Carentan richting Périers begonnen. Deze deden het nog slechter, ze waren in 3 dagen maar een kleine 2 kilometer verder gekomen. Het 19de Legerkorps begon hun aanval op Saint-Lô op 7 juli. Deze troepen hadden als doel het heuvelgebied te westen en ten oosten van Saint-Lô in te nemen. Sterke Duitse eenheden bleken onbreekbaar, vooral in het noordoosten op 'Heuvel 192'. Om 05.00 uur in de morgen van de 11 juli werd begonnen met een vuurwals van artillerie. Om 06.00 uur werden de veldkanonnen ingezet.

Veldkanonnen openen het vuur op 'Heuvel 192'

Na iedere barage van vier minuten werd een kleine honderd meter naar voren geschoven. De Duitsers die zich in een tunnelstelsel hadden ingegraven in 'Heuvel 192', konden geen schot lossen op de Amerikanen, het was een hagelbui aan bommen en granaten op hun stellingen. Toen de genisten van de Amerikanen de ingangen van de tunnels opbliezen werden de Duitsers bedolven onder anderhalve meter aarde.

OPERATION COBRA

Generaal Bradley wilde rond de twintigste juli doorbreken naar het zuiden. Maar dan moest wel eerst Saint-Lô veroverd zijn. De uitbraak naar het zuiden kreeg op 13 juli de codenaam 'Operation Cobra'.

Na de slachting op Omaha Beach en het oprukken richting Saint-Lô had er voor gezorgd dat bijna de gehele 29th Division was vervangen door verse troepen. Op 17 juli stond de aanval gepland om Saint-Lô in te nemen. Major Thomas D. Howie, commandant van 3rd Battalion van de 116th Regiment, 29th Division, en toegevoegd aan de 2nd Battalion, droeg zijn mannen op de bajonet te plaatsen en handgranaten gereed te houden. Van ieder peloton mochten er maar twee hun geweer afschieten. Hij wilde absoluut een verrassing zijn voor de Duitsers. Bij het eerste ochtend gloren braken de troepen van de 29th door de eerste Duitse linie en bezetten de hoge grond, een kilometer voor Saint-Lô.

Major Tom Howie

Major Howie belegde een meeting met de compagnie commandanten over de volgende stap. Toen men de meeting opbrak regende het opeens mortieren rond de officieren. Toen Howie omkeek of iedereen dekking had gezocht viel een mortier kort bij en een stuk scherf doorboorde de majoor zijn long. Twee minuten later stierf hij in de armen van zijn uitvoerende officier, Captain William Puntenney.

Major Tom Howie zijn lichaam afgedekt met de Stars and Strips

Vrijwel direct na de barrage van mortieren vielen de Duitse Fallschirmjäger het bataljon aan. Maar dankzij de opgeroepen artillerie en jachtbommenwerpers werd de aanval afgeslagen. De mannen van Howie trokken daarop verder naar Saint-Lô om te moeten constateren dat de gehele stad kapot gesmeten was door de Amerikaanse luchtmacht. Er werden nog enkele zware schermutselingen uitgevochten met de Fallschirmjäger voor de stad op 18 juli dan eindelijk in Amerikaanse handen was.

De Saint Croix met het lichaam Major Tom Howie
(de kerk is geheel gerestaureerd)

Commandant van de 29th, General Gerhardt, gaf opdracht om het lichaam van Major Howie Saint-Lô binnen te brengen op de motorkap van een jeep en op een berg puin te leggen van de Saint Croix kerk. Howie werd afgedekt met een Amerikaanse vlag, omringt door bloemen neergelegd door GI’s en burgers, en bleef daar liggen tot 19 juli. Cornelius Ryan, schrijver van onder andere 'The Longest Day, schreef een stuk in Collier's Magazine over de 'eerste Amerikaan in Saint-Lô', onder de titel The Major of St. Lo (de naam van Howie werd in eerste instantie niet vrijgegeven door het Amerikaanse leger).

Saint-Lô geheel in puin

Er was een nieuwe frontlijn, globaal van Lessay, aan de westkust, via Saint-Lô, naar Caen. Tevens de startlijn van de operatie. Op 19 juli vertrekt Bradley naar Engeland om zijn plannen uiteen te zetten. Hij wil een openings-bombardement in het doelgebied even ten zuiden van Périers naar Saint-Lô in een rechthoekig gebied van 7 km breed en 2½ diep. Bradley wilde lichte bommen zodat er geen onnodige grote kraters zouden zijn die de tanks konden vertragen. Verder wilde hij de grondtroepen slechts 800 meter van de startlijn terugtrekken, dus hij eiste accuraat werpen door de luchtmacht. Maar de luchtmachtcommandanten wilden van noord naar zuid vliegen om niet onnodig lang in anti-luchtafweer te zitten van de Duitsers, en om het gevaar van het treffen van eigen troepen te voorkomen eisten ze dat de troepen minstens 3000 meter terug trekken. Dit was in Bradley's ogen veel te ver terug. Na eindeloos gedebatteer werd een terugtrek-afstand van 1450 meter ingesteld. Er zouden 2500 vliegtuigen aan het bombardement deelnemen die in totaal 5000 ton aan brisant-, fosfor-, en napalmbommen zouden afwerpen. Door het slechte weer werd de aanvang van 'Operation Cobra' verschoven van 20 juli naar 24 juli. Helaas was het weer nog steeds zo slecht dat een goed bombardement niet mogelijk was. Het terugroepen van de bommenwerpers bereikte slechts een deel van de vliegtuigen. 300 toestellen voerden hun opdracht uit. Met desastreuze gevolgen. Voor de startlijn vielen bommen op de eigen Amerikaanse troepen, gevolg; 25 doden, 131 gewonden. Omdat de Duitsers gewaarschuwd werden door dit 'kleine' bombardement, was nu haast geboden.

Groene en blauwe pijlen geven 'Operation Cobra' aan

De volgende dag, op 25 juli, werd het gebied wederom bedolven met bommen, nu vanuit 1500 zware bommenwerpers en 550 jachtbommenwerpers werd 3500 ton aan bommen geworpen. Niet alleen werden de Duitse troepen zwaar getroffen, ook de Franse bevolking leed zwaar, en de Amerikaanse troepen werden opnieuw getroffen door eigen bommen! Ook Lt-General Lesley McNair, commandant van de grondtroepen kwam tijdens het voorbereidende bombardement om het leven. De echte grondaanval met tanks werd op 26 juli ingezet. De 1st Infantry Division had als doel Marigny. Maar door de zware Duitse verdediging kwamen de Amerikanen na twee dagen niet verder dan op 1,5 km van Marigny,... de weg naar Coutances was nog lang. Op de linkerflank ging het een stuk vlotter, Battlegroup-A vorderde snel naar het zuiden zonder al te zware tegenstand, St-Gilles viel in de middag en men rukte snel op naar Canisy.

In Roncey kregen de terugtrekkende Duitsers het zwaar te verduren
Toen en Nu

Maar de strijd naar Coutances vanuit Saint-Lô was zwaar. De heggen van de bocage werkten sterk in het nadeel van de Amerikanen. Deze vertraging werkte daarentegen de Duitse troepen in de kaart. Bijna alle eenheden van het 8ste Legerkorps von Choltitz konden uit het westen terugtrekken door de dunne lijn van de naar het zuiden zakkende Amerikanen. Maar de terugtrekkende troepen liepen hier en daar massaal vast op de smalle wegen en de kleine dorpen. Zoals in het stadje Roncey. Zes uur lang bestookten vliegtuigen hier een Duitse gestrande colonne. 100 Tanks en 250 andere voertuigen werden hierbij vernietigd. De Duitse troepen sloegen nu overal op de vlucht en trokken weg naar het zuiden en oosten.

AVRANCHES VALT
Bradley besloot niet te consolideren om een rustpauze in te lassen. Er moest opgerukt worden naar Avranches, en dan het binnenland binnenzwenken richting Le Mans en zo een tang om de ingesloten Duitsers te zetten. Montgomery stond op het punt ten zuiden van Caen uit te breken om zo de de Duitse troepen vanuit het noorden samen te drukken. Dat dit tot een alles vernietigende omsingeling zou leiden voor de Duitse troepen, daar was op dat moment nog geen zicht op. De geallieerden konden toen nog niet weten dat Hitler een tegenaanval zou durven wagen, waardoor steeds meer Duitse troepen de val in werden gestuurd. Om het 8th Army Corps te begeleiden werd Generaal Patton aangesteld. Deze trok de infanterie terug en zette de 4th- en 6th Armored Division in.

Coutances is bevrijd op 28 juli
Toen en Nu aan de D7

Op 28 juli valt dan eindelijk Coutances. Nu deze stad gevallen was, lag de weg naar het zuiden open en denderde het op Avranches aan. Op 29 juli reed het Amerikaanse leger Avranches binnen. Dit belangrijke doel bleek slecht verdedigd. Dit was het punt waar de wegen een knooppunt vormden. De Amerikanen, in een overwinningsroes, raakten hier nog even in moeilijkheden. Over de kustweg verscheen een colonne Duitse voertuigen, sommigen getooid met een rood kruis. De Amerikanen in de overtuiging dat dit een gewondentransport was, liet de colonne de stad binnen rijden. Plotseling openden de 'gewonden' het vuur op de Amerikanen. Deze beantwoordden dit meteen en prompt gaven de Duitsers, overtuigd van hun hachelijke situatie, zich over. Na nog enkele van deze schermutselingen was Avranches in stevige Amerikaanse handen.

Van de schade in Avranches is niets meer terug te vinden
Toen en Nu

Maar de Duitsers kregen al snel in de gaten dat de Amerikaanse linie naar het zuiden heel erg dun is. Het was dus zaak voor de Amerikanen zo snel mogelijk deze linie te versterken voor de Duitsers hier een massale aanval op uit zouden voeren. De val van de westkust van Normandië was aan Patton en zijn Derde Leger te danken. Door zijn snelle en stoutmoedige houding, die geen aarzeling duldde, vlogen zijn tanks over de wegen.

Een M4 Sherman in Avranches herinnerd aan de opmars van de tanks

Ondergeschikte officieren kregen van hem een globaal plan, en konden dit zelf verder uit werken. Deze vrijheid gaf de troepen gelegenheid tot improvisatie. Op deze manier brak hij uit Normandië en zwermde zo Bretagne binnen. Op ieder knooppunt van wegen stonden hoge officieren het verkeer te regelen. Terwijl luchtdoelartillerie de Duitse bommenwerpers op afstand hielden denderden Pattons troepen door Bretagne. Via de weg vanaf Avranches trokken in 72 uur zeven divisies! Toch werd al snel Bretagne van secundair belang, en werd daar slechts één legerkorps voor beschikbaar gesteld.

Monument in het hart van Avranches voor General Patton

WAT IS ER NOG TE VINDEN?

Na de oorlog is de grote herbouw begonnen en er is weinig van de verwoestingen terug te vinden. Overal zijn wel de nodige monumenten geplaats en op de route richting Avranches vind men de bekende markeringspalen (zie hierboven). In het hart van Avranches zelf is een bezoek aan het monument voor Patton een aanrader. Naast het monument is een M4 Sherman opgesteld.

Voor het vervolg met de tegenaanval van de Duitsers;
'KLIK HIER'