MEDIUM TANK M4 SHERMAN
'KWETSBAAR MAAR DAPPER'

SHERMAN FIREFLY

Een Sherman Mk Ic Firefly (M4) in Nederland

Meer dan 2000 Shermans werden aangepast om het hoge snelheids 17pdr (ponder) kanon te herbergen. Een groot deel, ongeveer 600, waren op tijd gereed om ingezet te worden in Normandië. Deze tanks bleken eigenlijk de enige te zijn die echt opgewassen waren tegen de Duitse Panther en Tiger tank. Er waren tanks met het 75mm kanon die Panthers en zelfs Tigers uitschakelden, maar dan moest de granaat op de goede plek geplaatst worden, bijvoorbeeld de dunnere achterzijde van deze Duitse tanks. Verschillende types M4's werden gebruikt om de 17pdr te dragen maar het meest werd de Sherman V (M4A4) omgebouwd.

Een Sherman Mk IIc Firefly (Hybrid) nabij Namur

Als de 17pdr geplaatst was werd er een letter 'C' aan het Romeinse cijfer toegevoegd. In eerste instantie werd er voor de boordschutter naast de bestuurder een dubbel machinegeweer aangebracht (gelijkende op de M3 serie). Het gebruik was zo beperkt dat al spoedig besloten werd deze geheel te laten vervallen wat de productie ten goede kwam. Ook kijksleuven voor de bestuurder en bijrijder vervielen om de productie te vereenvoudigen.

Deze M4A4 Firefly Mk Vc is bewaard gebleven in Bastogne, België
(let op het afgedekte machinegeweer gat in de frontplaat)

Een Sherman Vc Firefly van 3 Troop, A Squadron, Northamptonshire Yeomanry (Sherman 12) zou op 8 augustus 1944 de Tiger I van Michael Wittmann hebben uitgeschakeld. Tijdens deze actie werden er ook twee andere Tiger tanks uitgeschakeld door Fireflies, nabij St. Aignan de Cramesnil in Normandië. (Andere bronnen geven aan dat dit ook een Typhoon geweest zou kunnen zijn.)

Een Sherman Firefly Mk Vc in Duitse handen wordt getest

Er is enige onduidelijkheid over het aantal geproduceerde Fireflies. Maar lezer van deze pagina’s, Bram Risseeuw, kwam met de juiste gegevens (bron Sherman Firefly door Mark Hayward). Winston Churchill kreeg de maandelijkse aantallen aangemaakte Fireflies op een lijst. Deze lijst geeft vanaf januari 1944 t/m februari 1945 een totaal van 2002 aan. In de maanden daarna zijn er nog een aantal bijgekomen. Het juni 1945 rapport, ‘RAC six-monthly Progress Report’ geeft een totaal van 2139.

Een Firefly Mk IIc (Hybrid) van de 5th Canadian Armoured Div. in Nederland, april 1945.
Als extra 'pantser' heeft het track van een Churchill tank over de romp,
(let op de 'mof' halverwege de loop, de voorzijde is 'onderbroken' beschilderd om de
illusie te geven dat het kanon een stuk korter leek en het een 75mm versie zou zijn)

Na de Tweede Wereldoorlog waren er niet al teveel Firefly gebruikers, de grootste was Argentinië welke in 1950 een totaal van 206 in gebruik had. België zou er 200+ hebben gehad. Nederland had in haar arsenaal 57 stuks. Paraguay ontving vanaf 1971 drie ex-Argentijnse Fireflies. In 1979 ontving Paraguay nog eens drie Sherman, zogenaamde ‘repotenciado's’. In 1978 werden 120 Argentijnse Sherman (Firefly)tanks gemoderniseerd in verband met de spanningen tussen Chili en Argentinië. De Shermans werden voorzien van een kanon FRT 105mm L44/57 en een Poyaud 520 8 cilinder V diesel van 450 pk, welke het een snelheid gaf van 48 km/uur.

De Sherman tank is een populaire tank bij de modelbouwer,
zoals deze Sherman Firefly Mk Vc van Matchbox, of hieronder van RFM


M4A5 'RAM'

De 'RAM I' prototype tijdens het testen in de Aberdeen Proving Grounds

De Ram Cruiser tank werd ontwikkeld en gebouwd in Canada. Samengesteld uit een mix van Amerikaanse en Britse ideeën is het nooit een succes geworden en heeft als zo danig nooit actie gezien. De RAM I was uitgerust met een 2 ponder kanon. Van de RAM I werden er 50 gebouwd. De opvolger van de RAM I, de RAM II, werd uitgerust met het 6 ponder kanon.

Twee 'RAM II' tanks tijdens een training

De RAM II kreeg in eerste instantie, van het Amerikaanse leger, de aanduiding Medium Tank M3 (Canadian) maar dit werd later herzien in M4A5 (al werd even de M4A6 overwogen). Bij de latere modellen van de RAM II vervielen de zijdeuren en de pistoolpoorten in de koepel. Ook verdween de aparte koepel van de machinegeweerschutter en werd vervangen voor een machinegweer in een 'bal', zoals bij de Amerikaanse M4 Sherman.

Deze late productie M4A5 'RAM II' heeft geen zijdeuren meer
en ook de machinegeweer koepel is verdwenen,...

Anders dan bij de Amerikaanse Sherman, zat de chauffeur in de RAM aan de rechterzijde (bakboord). Ondanks dat de RAM nooit in de strijd is geweest, bleek het een goede trainings tank. Er werden van de RAM II in totaal 1899 gebouwd bij de Montreal Locomotive Works voor de productie stopte in de zomer van 1943.

Deze M4A5 'RAM II' is bewaard gebleven als museumstuk

Pas toen het chassis werd gebruikt voor de ontwikkeling van de Sexton, de Brits-Canadese versie van de Amerikaanse M7 Priest, kwam de RAM goed van pas (de M7, op een chassis van een M3 en later de M4, dankte zijn bijnaam, 'Priest' aan de Britten vanwege de op een kansel gelijkende boordschutters positie aan de stuurboordzijde). De Sexton was uitgerust met een 25 ponder kanon. Ook stond de RAM aan de basis van de bepantserde personeelsvervoerder 'Kangaroo'. De koepel en de zijdeuren werden verwijderd, maar verder bleef de romp en voorzijde nagenoeg ongewijzigd.

Een RAM 'Kangaroo' personeelsvervoerder


M4E1 & M4A6

Een model die de Caterpillar D200A Diesel motor had. Dit was om de ongelukkige Chrysler motor te vervangen. De D200A was een aangepaste Wright G200 luchtgekoelde stermotor met diesel brandstofinjectie die ook op andere brandstof kon draaien, zoals benzine. Vanwege de grootte van de motor moest deze geïnstalleerd worden in de romp van een M4A4, gebouwd bij Chrysler in de Detroit Tank Arsenal. De motor was zo groot dat er een uitstulping in de vloer moest en in het achterdek (wat een goede identificatie geeft om dit model te herkennen aan de buitenzijde). Met de aanduiding M4E1 kwamen er verschillende problemen aan het licht, maar deze konden worden opgelost.

Een productie M4A6
(let op de grote ruimte tussen de bogies, en de half gelaste en gegoten romp)

Op 28 januari 1943 werd opdracht gegeven om 1000 D200A motoren te bouwen. Een andere afdeling van de Ordnance Committee hernoemde de D200A tot de Ordnance Engine RD1820 waarvan 775 in de M4A4 rompen moetsen worden ingebouwd voor verdere testen. Deze productie modellen werden nu aangeduid als de medium tank M4A6 (de M4E1's werden gebruikt als onderdelen, en als doelen om op te schieten). Maar de productie van de M4A6 stokte na 75 stuks (allen met het 75mm kanon). Veranderende opvattingen bij het leger en het meer concentreren op de te bouwen met benzine motoren uitgeruste M4A3 en dat nieuwe modellen altijd kinderziekten vertoonden konden daardoor worden voorkomen.

Bovenaanzicht van de M4A6 (let op de bult op het achterdek)

Tien productie modellen M4A6 tanks werden getest door de Armored Force in Fort Knox vanaf maart 1944. Hier bleek de M4A6 superieur aan alle M4 modellen. Het brandstofgebruik was beter dat bij de andere M4’s. Aan het eind van de productie kwam de M4A6 bij trainingseenheden terecht en bij het 777th Tank Battalion in Fort Knox. Geen enkele M4A6 ging overzee (desondanks stond bij de Britten dit model als de Sherman VII te boek).

Een M4A6 van het 777th Tank Battalion in Fort Knox


Voor het vervolg over de M4 Sherman tank in het gebruik
KLIK HIERONDER