De vroege
ontwikkeling
In de Eerste Wereldoorlog had de Duitse Keizerlijke Marine de beschikking over onder andere het
8,8cm SK L/45 kanon. Krupp en Rheinmetall gebruikten deze versie om het 8,8cm K-Zugflak L/45 luchtafweerkanon te ontwikkelen. Bij de de Reichswehr stond het kanon als Flak 16 bekend en heeft als zodanig dienst gedaan tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de Eerste Wereldoorlog werd via het Verdrag van Versailles bepaald dat Duitsland geen wapens in eigen land mocht fabriceren. Om deze regel te omzeilen stuurde Krupp tussen 1920 en 1930 haar technici naar Bofors in Zweden. Toen Hitler in 1933 de macht kreeg, kwamen de Krupp mensen terug naar Duitsland met ontwerpen voor verbeterd 8,8cm luchtafweerkanon.
Deze eerste 8,8cm (of 88mm), was de Flak 18, waarbij ‘Flak’ stond voor FlugzeugAbwehrKanone. De loop van de Flak 18 bestond feitelijk nog uit één stuk. Evaringen opgedaan in het veld zouden leiden tot de Flak 36/37 welke een loop had welke
uit twee segmenten bestond. Hierdoor konden beschadigde onderdelen, door intensief gebruik, eenvoudiger vervangen worden. Plus, de loop kon zonder al te veel speciale machines in grote aantallen geproduceerd worden.
Richtapparatuur van een 8,8cm Flak 36
Had de Flak 18 een vrij strakke taps toelopende loop, de Flak 36/37 had halverwege een duidelijke verdikking.
Dit was de mof om beide loopdelen aan elkaar te koppelen. De enige manier
om snel aan de buitenzijde te zien of men te maken heeft met een Flak 36 of een Flak 37 is de
behuizing van de richtmiddelen. Bij de Flak 37 zijn de azimut en elevatie klokken, de zogenaamde 'Lampenempfänger',
in rechthoekige behuizing ondergebracht, terwijl bij de Flak 36 deze rond zijn.
Richtapparatuur van een 8,8cm Flak 37
Een goed geoefende bediening team kon binnen een minuut 15 tot 20
granaten, met een gewicht van bijna 10 kilo afschieten, tot een hoogte van bijna 11 km. Tot
het einde van de oorlog bleven de Flak 18 en 36/37
varianten de basis van het Duitse luchtafweer.
8,8cm Flak
in Spanje
In 1935, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, stuurde de
Luftwaffe een Kondorlegion om ervaringen op te doen met
nieuwe uitrustingen en moderne tactiek-theorieën om Franco te
steunen. In Spanje werd zodoende ook het 8,8cm Flak 18, met de
gestroomlijndere loop, ingezet. Hier kwam men er ook achter dat
het kanon niet alleen een uitstekend luchtafweergeschut was,
maar ook op gronddoelen een verwoestend effect had. Er werd
opdracht gegeven speciale richtapparatuur en anti-tank munitie
te ontwikkelen voor de 8,8cm Flak. Maar in principe was het
bedacht als extra steun mocht dit nodig zijn, want het
anti-tankkanon, de 50mm PaK 38 was in voldoende aantallen
beschikbaar.
Een 50mm PaK
38
Vooral in het begin van de Tweede Wereldoorlog was de PaK (Panzerabwehrkanone)
38 met een pantserdoorborend vermogen van 96 mm op 1000 meter
voldoende tegen iedere Britse tank. Maar het 8,8cm Flak
kanon droeg ook bij aan de verovering van het westen van
Europa. Tijdens een desperate uitbraakpoging van 74 Britse
tanks, op 21 mei, 1940 nabij Arras, bleek het 35mm
antitankgeschut van de Duitsers ontoereikend, maar met hulp
van een 105mm artillerie eenheid en 8,8cm kanonnen werd de
aanval gestopt. Niet alleen voertuigen waren het doelwit voor
de 8,8cm, maar ook vaste doelen als bunkers en kazematten.
Vanaf korte afstand werden sommige forten van de Maginot Linie bestookt.
Een 8,8cm Flak
18 beschiet de Maginot Linie
8,8cm Flak
in Afrika
Tijdens de woestijnoorlog in 1941 stonden de
anti-tankkanonnen over een grote afstand verspreid. Om de
grote ruimtes op te vullen stonden 24 8,8cm Flak kanonnen van
de Luftwaffe ter beschikking om een eventuele dreiging vanaf
grote afstand het hoofd te kunnen bieden. Vanwege het hoge
profiel, door de twee meter hoge pantserplaat, was het kanon
een kwetsbaar doel. Ter bescherming moest de 8,8cm ingegraven
worden of vanachter een aarden wal in stelling staan.
Een Flak 18 in
bedrijf in Noord-Afrika
Voor het eerst schoten de 8,8cm’s in Noord-Afrika op
gronddoelen tijdens de verdediging van Halfaya. Een Britse
tank, die een bepantsering had van maximaal 80 mm in 1941, was
op een afstand van 2200 meter een makkelijke prooi, zelfs nog
onder een hoek van 30°. Over de ruim 2 km was de doorboring
nog tot 90 mm. Op een afstand van 1100 meter kon de 8,8cm door
108 mm staal boren waarna een kleine springlading tot
ontploffing dood en verderf zaaide aan de binnenzijde van de
tank.
Een Flak 37 heeft een vliegtuig op de korrel
(let op de ringen op de loop welke het aantal neergehaalde vliegtuigen aangeeft)
Vanwege het luchtafweeroverwicht van de Luftwaffe waren er
voldoende 8,8cm’s beschikbaar om ze uit te lenen voor anti-tank
taken (er werden uiteindelijk 20.754 gebouwd van de Flak 18/36/37).
In het veld werden de luchtafweeruitrustingen eraf
gehaald en aangepast tegen gronddoelen. Hiertoe werd een elleboog telescoop ZF.20E (Zielfernrohr 20E)
aangebracht voor direct vuur. Als extra richtmiddel bediende een lid een kleine stereoscopiche
Entfernungsmesser. Door het succes
als anti-tank kanon in Afrika, werd het Afrikakorps verder
uitgerust met het 8,8cm kanon. Tijdens de slag om Alamein had
het korps de beschikking over 86 stuks.
Een Flak 37 is bewaard gebleven bij
het Omaha Beach Museum, Vierville-sur-Mer
Toen in de Russische veldtocht de Duitse troepen opeens
tegen de T-34 tank kwamen te staan, bleek veel anti-tank
geschut ontoereikend. Zelfs het 50mm PAK 38 kanon stond soms
machteloos. Alleen munitie met een wolframkern had de juiste
pantserdoorboring. Helaas voor Duitsland was dit materiaal
moeilijk te verkrijgen, zodat wederom een beroep werd gedaan
op Krupp om een 75mm kanon te produceren en ook een speciaal
voor dat doel, anti-tank, een 8,8cm kanon te ontwikkelen. Dit
zou de PAK 43 opleveren. Het voordeel van dit kanon was de
mogelijkheid om vanaf de wielen te kunnen schieten. Bij de
8,8cm Flak moest het kanon altijd op zijn kruisvormig platform
uitgeladen worden. Ook was het profiel van de PAK 43
teruggebracht naar slechts 1.50 meter hoog.
Een 8,8cm PAK
43/41, Omaha Beach Museum
Men dacht de prestaties te verbeteren door een grotere
kamer en een grotere patroon te gebruiken. Maar tijdens de
productie stuitte men op problemen en moest het onderstel
aangepast worden. Het kanon, de 8,8cm PAK 43/41 werd een
onhandelbaar en lomp apparaat in de Russische modder. Maar de
PAK 43/41 was een formidabel wapen met een doorboring van 168
mm vanaf 1100 meter onder een hoek van 30°. Ook vanaf een
afstand van 3300 meter was het kanon krachtiger dan de
oorspronkelijke 8,8cm Flak op 1100 meter! Ondanks dat het een
onhandig kanon in het veld was om mee te manoeuvreren, was het
meer dan dodelijk vanaf 160 tot 3300 meter. Er werden in
Rusland zelfs vanaf 3900 meter zes T-34 tanks uitgeschakeld.
De 23 kilo zware granaat had één vervelende bijkomstigheid, na
ieder schoot bleef een zware rookwolk hangen die, bij windstil
weer, het volgende schot het uitzicht vaak belemmerde.
In verschillende
soorten, maar slechts in één maat, 8,8cm
In de loop van de oorlog werd het 8,8cm PAK 43 kanon ook in
Duitse tanks aangebracht, zoals
bijvoorbeeld de Jagdpanther. Was het kanon in eerste instantie
ontwikkeld als verdedigingswapen, in de tanks werd het nu een
bewegelijk aanvalskanon. Maar de geallieerden hadden niet stil
gezeten en hadden de bepantsering opgevoerd van hun tanks en
hadden betere anti-tank kanonnen tot hun beschikking in de
vorm van de Britse 17-ponder en de Amerikaanse 90mm. Maar de
8,8cm bleef tot het einde van de oorlog het afschrikwekkende
wapen voor de geallieerde tankbemanning. Vooral tijdens de
strijd in Normandië hield het 8,8cm kanon vreselijk huis.
Tijdens ‘Operation Goodwood’ op 18 juli, 1944, werden 220
Britse tanks uitgeschakeld, waar het 8,8cm kanon vooral
verantwoordelijk was.
Een trainingseenheid voor het Flak geschut
Maar waar het ooit voor gebouwd was, luchtafweer, daar
bleef het in de eerste lijn van Flakgebruik. Hoe verder de
oorlog vorderde des te doeltreffender werd het afweergeschut,
mede dankzij de radar. In 1942 vormden 15.000 8,8cm kanonnen de
basis van het Duitse afweergeschut. In 1944 vielen 3501
Amerikaanse vliegtuigen ten prooi aan het Duitse afweergeschut
in alle vormen, en Duitse jagers schoten nog zo’n 600 neer.
Tijdens een aanval op Merseburg in november 1944 werden 56
B-17’s vernietigd of zwaar beschadigd door Flak alleen.
De K6 plaatst een granaat in de ontstekingzetter
De bediening van een Flak-stuk bestond gemiddeld uit 10 man. De K1 was de stukscommandant, de K2 de Seitenrichtkanonier
(de schutter), de K3 schoof de granaat in de afsluiter. De K6 had een unieke taak, hij plaatste de kop van de
complete granaat in de ontstekingzetter aan de linkerzijde van de Flak. De juiste instelling kon elektronisch worden
ingesteld, of handmatig. Als de granaat de juiste hoogte had bereikt, dan explodeerde deze, waarbij de duizenden scherven
moesten zorgen voor een vernietigend effect op de vliegtuigen die op die hoogte vlogen.
Met behulp van een Kommandogerät 36 (Kdo.36)
wordt een vliegtuig gespot
De aansturing naar een doelwit kon op verschillende manieren uitgevoerd worden. Een batterij van enkele stuks Flak
welke werd aangestuurd door een centrale commandopost, met bijvoorbeeld hulp van radar, kon een batterij elektronisch
aansturen en als zodanig bedienen met alle benodigde instellingen van het stereoscopische Kommandogerät 36. De bediening
behoefde slechts alleen de granaten in de ontstekingzetter te zetten en het kanon te laden. Ook was het mogelijk dat
de aansturing vanuit de commandopost telefonisch gebeurde, en werd de Flak ingesteld met de Kommandogerät 35 door
de bediening.
Een door de Amerikanen buitgemaakte Flak 37
(let op de panoramische telescoop (Rundblickfernrohr) boven op het kanon, gebruikt om meerdere
Flak kanonnen op één punt uit te richten, de 'nul'zetting voor geconcentreert vuur)
Er werd door Rheinmetall nog een voortzetting van het 8,8cm concept gebouwd, de Flak 41. Het kanon was lager geplaatst
op het onderstel en bevatte in eerste instantie een driedelige loop, maar vanwege aanhoudende problemen,
werd dit teruggebracht naar de tweedelige uitvoering. Ondanks de aanhoudende problemen met de Flak 41,
werden er toch nog 556 van geproduceerd.
Een geposeerde foto
met een Luftwaffe Flak bediening
Na de oorlog vonden veel oude 8,8cm Flak kanonnen hun weg in
Oost-Europese landen om hun luchtafweer op te bouwen. Sommige
kanonnen bleven nog tot het begin van de jaren zestig
operationeel voor ze vervangen werden door Russische
luchtdoelraketten.
Na gedane arbeid kan
er weer een Brits vliegtuig worden toegevoegd
Onderaan ziet u een afbeeldingen van de onderscheidingen die
een succesvolle Duitse Flak bediening kon verdienen. Aan de linkerkant een onderscheiding voor het
succesvol neergeschieten van vijandelijk vliegtuig, de 'Flak-Kampfabzeichen der Luftwaffe'. Voor ieder neergehaald toestel werden
punten uitgedeeld. Had de bewuste bediening met het Flak kanon 16 punten
gescoord, dan werd de onderscheiding uitgereikt. Naast de onderscheiding voor Luftwaffe personeel was er ook een onderscheiding voor grondtroepen die met het Flak kanon opereerden, het 'Heeres-Flak-Abzeichen'. Deze onderscheiding is rechts afgebeeld en uitsluitend voor een bediening van het Flak kanon dat vliegtuigen uitgeschakeld had (geen gronddoelen). Centraal voerde de
onderscheiding het 8,8cm Flak kanon.
De
onderscheidingen voor een succesvolle Flak
bediening
GA TERUG
|