Trier voor de
oorlog
Trier lag in september 1944 relatief dicht op de frontlijn en werd dan ook regelmatig door
Amerikaanse artillerie beschoten. In december van dat jaar volgden drie bombardementen. De eerste
werd uitgevoerd door 30 RAF Lancaster bommenwerpers, welke rond 15.30 uur, op 19 december 136 ton aan
bommen wierp op doelen rond Trier. Op 21 december, twee dagen later, kwamen maar liefst 94 RAF Lancasters en 47
Amerikaanse jachtbommenwerpers naar Trier. Naast hoog-explosieve bommen, werden brandbommen en napalm
afgeworpen, in totaal zo'n 427 ton. Weer twee dagen later, op 23 december viel 700 ton aan bommen op Trier.
Vanwege deze bombardementen in december 1944 kwamen 420 mensen in Trier om het leven. Met de bombardementen
en de daarop volgende gevechten om de stad in te nemen, zouden 1600 huizen verwoest worden.
Amerikaanse B-26 Marauders bombarderen de spoorbrug Trier-Pfalzel
Het US Third Army
richting Trier
In de maanden januari en februari 1945 was het voor de
geallieerde troepen zaak om het front te stabiliseren en de
vermoeide troepen te laten rusten en weer te versterken.
Overal aan het westerse front werden plannen gemaakt om het
voorjaarsoffensief in te gaan zetten. Het belangrijkste object
dat genomen moest worden was de rivier de Rijn. Deze
natuurlijke barrière zou wel eens een lastige hindernis kunnen
gaan vormen. Montgomery in het noorden, ter hoogte van Wesel,
wilde op zijn vertrouwde manier van werken eerst een gedegen
plan met een groot aanvalsmacht paraat hebben. Patton,
onderdeel van het US 12th Army Group die rond de Moezel
opereerde was weer de man van de snelle opmars en vooral
doorzetten. Voor Montgomery was de Rijn dichtbij, het front
begin 1945 voor de Britten lag direct achter Nijmegen op
slechts 20 tot 30 km afstand van de rivier. Patton daarentegen
moest nog door het gehele gebied van Saarland trekken. Hierbij
zou hij nog zware strijd moeten leveren om op dezelfde tijd de
Rijn te kunnen oversteken als Montgomery zijn 21ste Army
Group. Patton moest zeker over 100 km zijn troepen verplaatsen
over lastig bebost en heuvelachtig terrein.
Römerbrücke over de Moezel in
Trier
Trier wordt eenvoudig
ingenomen
Op 28 februari 1945 werd er een offensief geopend ten
zuiden van Trier, tussen Pellingen en Zerf. Hier lag de 6de
SS-Gebirgs-Division die het bevel hadden de Amerikanen koste
wat kost tegen te houden die ten zuiden van Trier lagen. De
opdracht was onmogelijk. De constante aanvallen vanuit de
lucht en de beschietingen door tanks en artillerie drongen de
Duitsers diep in de verdediging. Uit de restanten van de 416
Infanterie Division en de 256 Volksgrenadier Division werd in
een snel tempo een nieuwe 3000 man tellende eenheid gevormd.
Generaal Halm was van plan met deze eenheid een aanval in te
zetten om de aanvoerlijn vanuit Zerf richting Trier te
onderbreken. Maar de voorbereidingen namen tijd in beslag die
kostbaar bleek te zijn. Tijd die het geallieerde leger de
gelegenheid gaf om Trier aan te vallen.
Amerikaanse troepen op de
Römerbrücke
Het geallieerde opperbevel riep op 1 maart 1945, via de
radio, aan de bevolking van Trier op, om de stad te evacueren
in verband met een aanstaand bombardement. Niet alleen volgde
een zwaar luchtbombardement, maar ook Amerikaans
artillerievuur schoot haar granaten Trier binnen. In de nacht
van 1 op 2 maart trok de 10th Armored Division vanuit het
Saarfront zonder al teveel tegenstand via de Römerbrücke Trier
binnen. Deze brug, waarvan de pijlers uit de 2de Eeuw stammen,
heeft bogen die dateren uit 1717-18. De plaatselijke Duitse
commandant zal later verantwoording moeten afleggen waarom hij
de brug niet heeft laten springen. Tegelijkertijd met de 10th
Armored Division naderde vanuit het noorden de 76th Division
van het XII Corps op 5 km afstand. Rond de gehele oever van de
Moezel werd Duits vuur van machinegeweren en anti-tank geschut
gegeven. Maar de verovering van Trier verliep vlot en er
werden ongeveer 3000 Wehrmacht soldaten gevangen genomen.
Duitse gevangen worden nabij de
Porta Nigra verzameld, Toen en Nu
Generaal George S. Patton geloofde in reincarnatie en was
overtuigd dat hij in een eerder leven een Romeins legionair
geweest was die gediend had onder Julius Caesar. Na het lezen
van Caesar zijn boek ‘Gallische Oorlogen’, en gefascineerd
door de oude Romeinse stad Trier, wilde hij deze beslist aan
zijn rij overwinningen toevoegen. Op 27 februari 1945 vroeg
hij toestemming aan Bradley, commandant van de 12th Army
Group, om op te rukken naar Trier met de 10th Armored Division
en de 9th US Infantry Division. Bradley stelde, voor twee
dagen, de 10th Armored Division ter beschikking. Terwijl
Patton zijn tanks door het zuiden van Trier manoeuvreerde
ontving hij een telegram van de Supreme Commander Eisenhower
om rond Trier te gaan omdat hij minstens vier divisies nodig
zou hebben. Direct stuurde Patton zijn antwoord, ‘Ik heb Trier
ingenomen met twee divisies. Wat moet ik nu doen? Het terug
geven?’
De strijd rond
Lampaden
De Amerikanen hadden nu ook de zuidelijke weg 268 vanuit
Trier richting Zerf in handen en hadden positie ingenomen in
onder andere het dorp Lampaden. De bevolking was op 1 maart om
11 uur in de ochtend de opdracht gegeven te verzamelen in de
kerk. Diezelfde dag werden de huizen doorzocht op wapens en
verstopte Duitse soldaten. Op 2 maart mochten de bewoners
terugkeren naar hun woning, vaak om te constateren dat heel
wat waardevolle zaken verdwenen waren. Diezelfde avond moest
de bevolking van Lampaden alsnog evacueren naar het
nabijgelegen Paschel waar ze tot 24 maart bleven.
Het gevechtsgebied 10 km ten
zuiden van Trier
In de avond van de 5de maart trokken de Duitse troepen
steels naar hun aanvalsposities. Rond middernacht was het 2de
Bataljon van het 12de SS-Gebirgs-Regiment de rivier de Ruwer
overgestoken om bij Kimmlerhof een Amerikaanse compagnie te
omcirkelen. Rond diezelfde tijd trok een eenheid van het 11de
SS-Gebirgs-Regiment ten zuiden van Lampaden door een dal op,
richting de 268, de weg tussen Trier en Zerf. Bij de molen van
Lampaden, tussen Paschel en Lampaden gelegen, stootten de
Duitse eenheid op een voorpost van de Amerikanen die direct
het vuur openden met machinegeweren. Toch kozen de Amerikaanse
troepen eieren voor hun geld en trokken terug naar Schömerich
toen ze zagen hoe groot de Duitse troepenmacht was. De molen
brandt tot de grond toe af. Nabij Obersehr werd door het 3de
Bataljon van het 11de SS Regiment een observatiepost omsingeld
en de Amerikaanse soldaten gevangen genomen. Toen de Duitsers
Obersehr binnenvielen werden deze onder vuur genomen door de
alerte Amerikanen die daar zaten. Rond vier uur in de nacht
waren alle Duitse eenheden in de strijd geworpen om het front
rond Lampaden en Obersehr te verstevigen en de Amerikanen
terug te werpen. Tijdens de hevige gevechten waarbij de nacht
opgelicht werd door lichtkogels, veroverden de Amerikanen een
zware machinegeweerstelling en namen 40 Duitsers gevangen.
De 'Medics' opereren onder barre omstandigheden
Tijdens het ochtendgloren verscheen een Duits soldaat met
een witte vlag bij Schömerich. Hij werd door de Amerikanen
terug gestuurd en kreeg de boodschap mee om de strijd voort te
zetten!
Vanuit Obersehr zetten de Amerikanen tanks in en maakten 70
gevangenen. Er werden 100 dode Duitsers geteld. Een MP eenheid
verzamelde na de strijd 26 Duitse MG's en 42 Panzerfäuste.
De druk werd ondertussen bij Schömerich erg zwaar. Captain
Cuffin wist radiocontact te maken en verzocht versterking te
sturen, omdat hij alleen nog maar over geweervuur beschikte.
Korte tijd later verschenen er tanks en de Duitsers trokken
zich terug.
Huis tot huis gevechten in en rond Lampaden
Het kruispunt met de 268 en de afslag Lampaden/Oberemmel
was ondertussen in stevige Duitse handen. In de nacht van 7
maart werd rond dit punt, de 'Dreikopf', positie gekozen door
het Amerikaanse 376th Infantry Regiment. Dit was een
vervelende situatie voor de Duitse 11de SS Regiment die het
plan hadden versterkingen aan te voeren en verder uit te
breken richting Lampaden en westwaarts. De Duitsers zetten ten
zuiden en ten oosten een aanval in op de Amerikanen die in
Lampaden zaten. In de koude en de mist was het hel op aarde.
Duits Sturmgeschütz schoot wild granaten de huizen binnen van
Lampaden. Een duel tussen Duitse en Amerikaanse kanonnen werd
in het donker uitgevochten. In de ochtend stonden de huizen
van oost-Lampaden in brand. In diezelfde periode had het 1ste
Battalion van het 376th Regiment vanuit het noorden de aanval
ingezet op de Dreikopf. Deze werd afgeslagen toen twee
Amerikaanse tanks door Panzerfäusten werden uitgeschakeld.
Een M4A3(76) Sherman is uitgeschakeld door een Panzerfaust
In Lampaden ging de strijd onverminderd voort. Een zware
Amerikaanse tank hield hier een kruising naar het oosten en
het zuiden gedekt. Er moesten versterkingen komen. Vijf man
werden in een Half-track het dorp uitgestuurd om versterking
te vragen en terug te keren met munitie. Op een kruising werd
de Half-track door een Panzerfäust getroffen, maar de schade
was licht en de reis werd voortgezet naar de Amerikaanse
positie bij Steinbach. In Lampaden werd ondertussen huis voor
huis gezuiverd van Duitse soldaten. Ook werden er 12
Sturmgeschütze uitgeschakeld. Veertig Duitse soldaten werden
gevangen genomen. Met moeite hielden de Amerikanen stand in
lampaden.
Lampaden, Toen en
Nu
Op 8 maart vloog er een L-4 verkenningsvliegtuigje op 150
meter hoogte over de Duitse stellingen van Dreikopf. Op de
terugvlucht kreeg het gezelschap van nog een ander
vliegtuigje. Ondanks dat ze beide beschoten werden en de
nodige schade opliepen, landden ze veilig en rapporteren dat
het 11de SS-Gebirgs-Regiment uit ongeveer 400 man bestaat. In
de namiddag ondernamen de Amerikanen een aanval die helaas
wederom afgeslagen werd. Later die dag kwam een bataljon van
het 276 Regiment als versterking Oberemmel binnen. Met deze
versterkingen werd de volgende dag, 9 maart, opnieuw de aanval
ingezet. Twee compagnieën vanuit het noorden, één vanuit het
westen. In het zuiden lag een eenheid om de terugtrekkende
Duitsers op te vangen. De aanval begon met een artillerie
beschieting die de Duitsers dwong Dreikopf op te geven. Deze
trokken, met hun Amerikaanse gevangen, terug via een klein dal
richting het oosten. Haast was geboden, de Amerikaanse troepen
dreigden vanuit Lampaden hen de pas af te snijden.
Duitse gevangenen in Burg Heid
Op 13 maart 1945 trok het 3de Battalion van het 301st
Infantry Regiment de Ruwer over, ten noordoosten van Lampaden.
Het 1st Battalion trok vanuit Lampaden naar het zuidoosten
richting kasteel Burg Heid. Het verzet was die kant op zo
hevig dat de Amerikanen in achtergebleven schuttersputten
dekking zochten. De volgende dag, 14 maart, werd onder dekking
van zware artillerie weer verder getrokken. Vanuit het noorden
kwam een eenheid van de Amerikanen bij het kasteel Burg Heid.
Daar werd tijdens de aanval op deze versterking een colonne
van 25 Duitsers aangevallen en toegevoegd aan de grote
hoeveelheid verliezen aan Duitse zijde. Bij het kasteel
maakten diezelfde dag het 1ste en 3de Battalion de verbinding,
waarmee in principe een einde kwam aan de gevechten ten zuiden
van Trier.
Voor het verhaal achter het V3-HDP kanon bij Lampaden, klik hieronder op de enige bewaard
gebleven HDP raket in het Musée National d'Histoire Militaire
te Diekirch in Luxemburg.
|