TOUR DE SLAGVELDEN VAN NORMANDIË
DE STRIJD OM
PORT-EN-BESSIN

Aanval op de oostelijke heuvelrug: De gele lijn is de route van B Troop
De rode vakken zijn de Duitse posities
(Aan de rechterzijde, het 'zig-zag' pad, later verkend door A Troop)
(Google Earth)

Terwijl A Troop vastliep op de verdediging van de westelijk heuvelrug, was B Troop op verkenning naar de oostelijke heuvelrug. Een klein deel van B Troop trok langs de huizen grenzende aan de oostelijke havenzijde. Al snel kwamen ze in mortiergranaten terecht die vanaf de oostelijke heuvelrug op hen neerdaalden. Huis tot huisgevechten vertraagden de opmars langs dit havendeel. Negen commando’s raakten gewond, en van de kleine groep zouden slechts enkele niet gewond raken.

Na de strijd werden de betonnen anti-tankmuren opgeruimd.
Op de achtergrond de huizen aan de voet van de oostelijke heuvelrug.
(Het prominente gebouw, het 'Préventorium', zou later nog gebruikt worden in
de speelfilm 'The Longest Day' als Kieffer zijn uitvalsbasis voor de aanval op het
cassino in 'Ouistreham', welk onderdeel in Port-en-Bessin is geschoten)

Vanwege het vastlopen op de westelijke heuvelrug, besloot Captain Cousins van A Troop met enkele van zijn mannen ook de oostelijke heuvelrug te gaan verkennen. Cousins vond een ‘zig-zag’ pad, en besloot deze te volgen. Het pad was goed begaanbaar, en bleek niet van mijnen voorzien, en vanaf de bovenzijde van de heuvel was het pad nagenoeg onzichtbaar. Pas op twintig meter van de top werd de Duitse verdediging actief en naast machinegeweervuur, regende het ook steelgranaten op de commando’s.

Centraal de start van het 'zig-zag' pad,...

Ondanks de felle verdediging door de Duitsers, kon Cousins met groepje zich, onder dekking van rookgranaten, terugtrekken tot aan de het tijdelijke hoofdkwartier van Colonel Phillips. Na rapport uitgebracht te hebben, vroeg Cousins aan Phillips om een kleine 25 man, hiermee zou hij de heuvel kunnen innemen. Onderwijl waren de Bren Carriers aangekomen bij Port-en-Bessin. Deze konden van nabij de begraafplaats, zo’n 400 meter zuidelijker, ondersteunende vuurkracht afgeven. De Heavy Weapons Troop zou rookgranaten afschieten met hun mortieren.

Bijna aan het einde van het 'zig-zag' pad, ligt deze
oude watersilo, welke door de Duitsers als bunker was ingericht

Terwijl het donker begon te worden, startte de commandogroep onder leiding van Cousins de aanval om 22.00 uur. Ondanks dat de Duitsers hen niet zagen aankomen via het ‘zig-zag’ pad, wisten ze dat ze onderweg waren. Toen Cousins met zijn mannen rond 22.20 uur bijna bovenaan waren en, zoals afgesproken, een rode lichtkogel afvuurde, splitste de groep in tweeën. Eén deel hield links aan, de andere groep, onder leiding van Q Troop commandant Captain Vincent, gingen hogerop over rechts. De linkergroep, aangevoerd door Captain Cousins, kwam onder zwaar vuur van een bunker aan de rand van het pad. Cousins nam de Brenschutter Delap en de commando’s Howe, Madden en Tomlinson mee door een gat in een prikkeldraadversperring.

Een monumentje herinnert aan de dood van Captain Cousins

Onder dekkingsvuur van de anderen stormden de commando’s naar voren, schietende uit al hun wapens. Maar de Duitsers schoten terug en wierpen hun steelgranaten. Eén van de granaten viel voor Cousins, welke op slag gedood werd door de explosie.

Links: Captain Terence Cousins

Ook Madden raakte zwaar gewond aan zijn hoofd. Iets verder terug lag Lt. Wilson, welke dekkingsvuur had gegeven met zijn groepje mannen, te wachten en te luisteren naar de ontwikkelingen. Toen hij duidelijk het woord ‘Kamerad’ hoorde, gaf hij opdracht, zoals afgesproken, aan zijn groepje mannen om ook naar voren te stormen. Toen Lt. Wilson 35 meter naar voren was, vond hij de omgekomen Cousins, met Madden naast hem. De andere commando’s bleven schieten op de verdedigers. Een gevangen genomen Duitser werd opdracht gegeven om zijn maten tot overgave te bewegen. Het duurde niet lang daarna dat er een witte vlag verscheen. Ondanks het dramatische verlies van Cousins, bleek de vastberaden instelling van de commando’s genoeg om het moraal van de Duitsers op dit punt te breken.

De commando’s onder aanvoering van Captain Vincent hadden onderwijl de top van de oostelijke heuvel bereikt, en stormden naar voren. Schietende vanuit de heup was er geen tijd om te denken aan landmijnen. Vastberadenheid was het sleutelwoord voor de marine commando’s. Met de bajonetten op het geweer, explosies, duistere schimmen, rondvliegende kogels,… het was genoeg voor de Duitsers. Zeven man en een Duits officier gaven zich over aan Q Troop. Twee Duitsers werden vooruit gestuurd om eventuele mijnen te kunnen omzeilen, en in de volgende honderd meter gaven meer Duitsers zich over, waaronder nog een Oberleutenant. Terwijl Q Troop verder trok, kwam Lt. Stickings, van Q Troop al snel in contact met de restanten van Cousins zijn A Troop die ook tegen de oostelijke heuvelrug verder waren getrokken.

De routes van A-en Q Troop
(Google Earth)

Nu was snelheid geboden, als de Duitsers hun adem zouden hervinden, en de figuren afgetekend tegen de lucht zouden zien, dan waren zeker de mannen van A Troop verloren. Gezamenlijk stormden nu beide groepen naar voren om de laatste posities in te nemen. Doordat de Britten geen moment van zwakte toonden, gaven de Duitsers zich over aan de door adrenaline gestuurde commando’s. De laatste vier Duitse officieren en hun 34 manschappen van de oostelijke heuvelrug gaven zich over, de strijd op dit punt was gestreden.

Op deze foto zijn nog de sporen van loopgraven zichtbaar
(Google Earth)

In het meest oostelijke deel op de oostelijke heuvelrug van Port-en-Bessin zijn op luchtopnames nog duidelijk de sporen van loopgraven zichtbaar. Ter plekke zijn ze nagenoeg onzichtbaar in het hoge gras. Op de luchtopname hierboven zijn twee gekleurde vlakje waar te nemen, dit zijn de draagvleugels van de parapenters.

Hier en daar zijn op de oostelijke heuvelrug nog sporen van de oorlog zichtbaar,
zoals deze voormalige open geschutsplateau, 'Wo sind sie?'

De commando’s waren slechts met 28 man, waaronder vier officieren, tegen ongeveer honderd man Duitse verdediging in betonnen bunkers, loopgraven en achter prikkeldraad omgeven met landmijnen. Ondanks dat de Duitsers hoger gelegen waren, op een perfect te verdedigen locatie, konden ze de commando’s niet stoppen. Training, vastberadenheid in koelbloedigheid bracht hen de overwinning.

Uitzicht op de haven en oostelijke heuvelrug van Port-en-Bessin,
vanuit de bunker op de westelijke heuvelrug

De Duitsers op de westelijke heuvelrug moeten vernomen hebben, hoe de Flakschepen in de haven werden uitgeschakeld, en hoe de gevechten zich ontwikkelden op de oostelijke heuvelrug welke resulteerde in de complete overgave aldaar. Rond vier uur in de nacht van 7 op 8 juni, besloot een Duitse korporaal, die in een bunker op de westelijke heuvelrug, de commando Amos bewaakte, om Amos niet dood te schieten (zoals de order van Hitler luidde), maar de benen te nemen. Een Duitse officier offreerde Amos een sigaar en begon hem ‘Kamerad’ te noemen. Amos realiseerde zich dat hij gebruikt ging worden in het spel dat overgave heette,… Enkele andere Duitsers kwamen met een witte vlag met aan één kant een rood kruis. Ze wilden zich overgeven, waarbij Amos hun zou begeleiden, zodat ze niet beschoten zouden worden. Terwijl Amos naar voren wilde afzakken, richting havengebied, gaven de Duitsers aan de route te zullen wijzen, want als ze Amos zouden volgen, zouden ze zó direct een mijnenveld inwandelen. Via een korte omleiding langs de achterzijde van het complex, liep de groep van 23 Duitsers met Amos voorop, al snel op een vooruit geschoven post van de commando’s. Het kwam als een complete verrassing dat de Duitsers zich overgaven, en voor sommigen misschien wel een anticlimax, want men was volop bezig met het opzetten van een laatste aanval op de westelijke heuvelrug. Een commando onderofficier welke goed Duits sprak, vertrok met enkele mannen weer naar boven om te kijken of er nog Duitsers achtergebleven waren, maar als die er nog zouden zijn geweest, dan waren ze gevlucht,... alles was verlaten.

Het monument voor 47 Cdo RM op de voormalige Duitse bunker
op de westelijke heuvelrug (toegang tot de bunker ligt rechts)

Op 8 juni arriveerde een Bren Carrier bij Escures om drie ernstig gewonde commando's van Y Troop te evacueren uit een greppel. Later op de dag kwamen eenheden van 47 RM Commando terug in Escures, maar ondervonden weinig weerstand. Tijdens de verkenning op de Mont Cavalier werden daar ook nog gewonde commando's gevonden, ondanks dat de heuvel korte tijd weer ingenomen was geweest door Duitse troepen.

Het monument op de westelijke heuvelrug

Tijdens een patrouille westwaarts door 47 Commando in de avond van 8 juni, onder leiding van twee officieren, stuitten deze ter hoogte van Omaha Beach op een voertuig dat hun kant op kwam gereden. Terwijl de groep dekking gaf, sprong een officier opeens voor het voertuig op de weg en schreeuwde: 'Hande Hoch,..!"' Waarop een stem antwoordde,... 'Say, are you British,..?'. 'Yes,... are you American?'. 'No,... we are not Americans, w'ere Texans!'. En hiermee was de koppeling gemaakt met het Amerikaanse front.

Na twee dagen strijd waren er 300 Duitsers gevangen genomen. Hoeveel er gedood en gewond waren is onduidelijk. In ieder geval zijn zeven Duitse soldaten behandeld door de hospiken in de RAP’s. Toen op 9 juni de balans werd opgemaakt, bleken er van de 420 commando’s, van 47 Cdo RM die naar Normandië kwamen, er 46 waren omgekomen (mede door verdrinking), 64 gewond geraakt, 6 gevangen genomen door de Duitsers en er waren 28 vermisten. Ook was er een soldaat van het toegevoegde artillerie detachement gedood, en waren er drie daarvan gewond geraakt.

Veldmaarschalk Montgomery bezoekt Port-en-Bessin, Toen en Nu

Op 9 juni bracht Veldmaarschalk Montgomery, opperbevelhebber van 21st Army Group, en commandant van alle Geallieerde grondstrijdkrachten in Normandië een bezoek aan Port-en-Bessin en prees de inzet van 47 Cdo RM.

Op 10 juni werden de commando’s, van 47 Royal Marine Commando, die ongeschonden uit de strijd waren gekomen, naar het oosten vervoerd, om toegevoegd te worden aan de 6th Airborne Division die achter de rivier de Orne lagen. Op 1 november 1944 werd 47 Royal Marine Commando ingezet tijdens Operation 'Infatuate II', de landing op Walcheren bij Westkapelle.

Zodra Port-en-Bessin in Britse handen was, werden goederen aangevoerd

Na de inname van Port-en-Bessin, werd direct begonnen de haven geschikt te maken om goederen te te lossen, nodig voor de verdere strijd in Normandië. Niet alleen voertuigen, munitie, voedsel, etc. maar ook brandstof. Port-en-Bessin was aangewezen als één van de plaatsen waar PLUTO in gebruik zou worden genomen. De zogenaamde 'Pipeline Under The Ocean' (PLUTO) bracht via een leidingstelsel brandstof voor de voertuigen, vanaf tankers voor de kust, hier aan land.

Brandstof via PLUTO komt aan land, zoals hier onder aan de westelijke heuvelrug

Colonel Philips droeg Captain Cousins voor om hem postuum te belonen met de hoogste Britse militaire onderscheiding, het Victoria Cross. Zijn inzet, zijn leiderschap, en zelfopoffering welke het keerpunt vormde voor de val van de Duitse bezetting op de oostelijke heuvelrug, en uiteindelijk Port-en-Bessin, verdiende onderscheiding. Helaas mocht het niet zo zijn. Er is nu wel een monumentje bij de bunker waar Cousins het leven liet, en ter herinnering is de rotonde bij de begraafplaats nu gezegend met de naam 'Cousins Roundabout'. Captain Terence Cousins is begraven op de Commonwealth begraafplaats in Bayeux.

De plaquette op de Cousins rotonde in Port-en-Bessin


U kunt nu terugkeren naar het vervolg van de tour


Voor dit artikel werd gebruik gemaakt van de volgende bronnen; het boekje van John Forfar (de medische officier van 47 Royal Commando in 1944), 'From Gold to Omaha, the battle for Port-en-Bessin 6-8 juni 1944', ISBN 978-2-911924-44-6. Uit de reeks 'Battle Zone Normandy', 'Gold Beach' door Simon Trew, ISBN 0-7509-3011-X (Sutton Publishing). Plus eigen onderzoek ter plekke.


GA TERUG