’We’re not going to just shoot the
sons-of-bitches, we’re going to rip out their living Goddamned
guts and use them to grease the treads of our tanks. We’re
going to murder those lousy Hun cock suckers by the
bushel-fucking-basket. War is a bloody killing business.
You’ve got to spil their blood, or they will spill yours. Rip
them up the belly. Shoot them in the guts! When shells are
hitting all around you and you wipe the dirt off your face and
realize that instead of dirt it’s blood and guts of what once
was your best friend beside you,… you’ll know what to do!'
George S. Patton, June 5, 1944
Het Ardennen Offensief
(The Battle of the Bulge)
Patton had half december 1944 niet meer de beschikking over het VIIIste
Legerkorps van Middelton, deze was weer een onderdeel van het
Eerste Leger onder Hodges. Deze had het VIIIste Legerkorps
over een afstand van 100 km door de Ardennen verdeeld. En nu
stonden de Duitsers op doorbreken door deze zwakke linies. Op 18 december, twee dagen na de start
van het Ardennen Offensief moest Patton zich vervoegen bij Bradley in Luxemburg,
waar hij te horen kreeg hoe de zaken ervoor stonden.
Patton realiseerde zich direct dat er haast geboden was. Voor
hij een order kreeg van het opperbevel had hij zijn staf al
opdacht gegeven om het Derde Leger pas op de plaatst te maken
in het Saargebied en zich op te maken om een kwart slag naar
het noorden te maken.
Op 19 december, spoedde Patton zich naar
Verdun voor een conferentie met Eisenhower, Bradley en
verschillende andere hoge officieren waaronder van de Britse
legerleiding (geen Montgomery, die niet graag aanschoof bij lagere
rangen). Patton stak gelijk van wal:
‘... (if the German) Sons of Bitches getting all
the way to Paris, then we would really cut them up and chew’em up’.
Er werd gelachen, maar Eisenhower was direct tegen Patton
en weigerde dat de Duitsers de Maas zouden bereiken. Hij
wilde dat Patton direct zes divisies naar het noorden zou sturen.
Patton kon slechts drie divisies leveren, want er waren nog geen aanvullingen
genoeg na de slachtpartij rond het Hürtgenwald. Alleen de 4th Armored en de
26th en 80th Infantry Divisions waren beschikbaar.
Eisenhower gaf opdracht aan Patton om direct op
Luxemburg af te gaan, en vroeg wanneer hij dacht te kunnen
oprukken. Tot ieders verbazing kon Patton antwoorden dat hij
op de 22ste december kon vertrekken. Vol overtuiging sprak hij
tot Bradley; ‘Brad, deze keer hebben de moffen hun kop in de
gehaktmolen gestopt,… en ik heb de slinger’. Patton beloofde
voor Kerstmis in Bastogne te zijn. Terwijl overal het
geallieerde leger zich opmaakte voor defensieve taken, was het
Derde Leger van Patton het enige dat in het offensief ging.
Patton zijn gebed voor goed weer,...
(klik voor vergroting)
Het was 'slechts' 200km naar bastogne, maar het was
slecht weer, sneeuw en gladde wegen en de bruggen waren vernietigd,
plus overal lagen landmijnen. Patton vroeg kapelaan Col. James O'Neil
een gebed te schrijven om te bidden voor goed weer. Het gebed werd op kleine kaartjes gedrukt,
in een oplage van 250.000, en verdeeld onder de manschappen. En het werkte,
het weer klaarde genoeg op om weer vliegtuigen de lucht in te sturen en voertuigen
vonden een betere grip op de wegen. Kapelaan O'Neil werd later door Patton zelf
voorgedragen voor de Bronze Star medaille.
5 februari, 1945, Patton (r) ontmoet
Bradley en Eisenhower in Bastogne
Het doorbreken van het beleg van Bastogne op 26 december 1944 door de 4de
Pantserdivisie was het keerpunt voor Patton, die al zo lang
bezig was geweest zich te bewijzen. Bradley sprak openlijk
zijn waardering uit aan Patton zijn adres voor zijn geweldige
logistieke succes. Onder Patton zijn commando werden 133.178
motorvoertuigen verplaatst van het Saargebied naar de
besneeuwde velden van de Ardennen. De stoot naar Bastogne was
niet de beslissende factor dat de Duitsers versloeg, het was
een onderdeel. De logistieke problemen van de Duitsers
gekoppeld aan het slechte weer, de enorme verliezen en het
verzet van volhardende geallieerde soldaten, ook dat droeg bij
aan het doorbreken en stoppen van het Ardennen Offensief.
Voor meer info over
het Ardennen Offensief klik 'HIER'.
Patton heeft het DSC opgespeld bij generaal McAuliffe
(de generaal die Bastogne wist te behouden)
Patton was de grote winnaar onder de generaals. Hij stond
onder commando van Bradley, terwijl het Eerste Leger van
Hodges diende onder Montgomery. Montgomery had al zeer veel
kritiek te verwerken gehad, waaronder het falen van Operatie
Market-Garden en nu zijn defensieve houding in de
Ardennen, dat men zou denken dat deze minder te zeggen zou
krijgen. Na het debacle van de Ardennen keerde het Eerste Amerikaanse leger terug onder
commando van generaal Bradley en zijn 12de legergroep, maar het Negende Amerikaanse leger bleef onder commando
van Montgomery en zijn 21ste legergroep. Met de terugkeer van Patton hadden de Amerikanen aan het
thuisfront weer een ‘held’ met een gezicht en een stem.
Patton vecht voor discipline
Patton, geliefd en tegelijkertijd gehaat van hoog tot laag. De manschappen hadden respect voor zijn optreden
aan het front, zijn eigenzinnige vechtersmentaliteit en vooral zijn minachting tegen de bevelvoerende staf.
Maar vreesden zijn plotselinge uitbarstingen en zijn vaak kleinzieligheid door over kleine zaken vallen.
Maar die kleinigheden waren voor Patton juist van doorslaggevend belang als het er op aan kwam tijdens het gevecht.
Hij verwachtte niet alleen, maar eiste, dat een ieder zich aan zijn toegewezen taak hield, niet bang was,
en dat de ene man de andere zou stimuleren.
Hoog in Patton zijn vaandel was orde en netheid ten alle tijden. Van iedereen werd verwacht zich zoveel mogelijk aan de
voorgeschreven uniformiteit te houden. Om zijn pleidooi kracht bij te zetten werden er boetes opgelegd die varieerden
van $50 voor officieren en $25 voor reguliere manschappen, voor mecaniciens, hospitaalmedewerker tot de man in het
veld.
William 'Bill' Mauldin achter zijn tekentafel
Patton zijn opvattingen waren gewild stof voor cartoonisten om de draak mee te steken. De bekendste
cartoonist die graag gebruik maakte van de GI ten velde en Patton zijn 'regels', was William Henry 'Bill'
Mauldin (29-12-1921 / 22-01-2003) die zijn cartoons publiceerde in Stars and Stripes. Het toeval? was dat de
twee hoofdfiguren in de cartoons de namen Joe en Willie droegen (de hond van Patton heette Willie).
"Radio th' ol' man we'll be late on account of a thousand-mile detour."
(de cartoon waar Patton zich mateloos aan ergde (klik voor vergroting)
Mauldin was
sergeant in de 45th Infantry Division, die het Purple Heart verdiende vanwege verwondingen opgelopen bij Cassino,
toen hij voor het eerst zijn 'soldaten in het veld' (de zogenaamde dogfaces, de ongeschoren GI's) begon
te tekenen. Deze ontwikkelden zich langzaam tot de twee figuren Willie en Joe. Veel oude school officieren
ergerden zich mateloos aan Willie en Joe, met name Patton. Deze schreef een brief aan de Stars and Stripes
om te stoppen met deze ondermijnende activiteit anders zou hij de soldatenkrant niet langer verspreiden in het
Derde Leger. Vooral de cartoon over het glad geschoren zijn en het dragen van een stropdas deed hem in woede
uitbarsten. Eisenhower regelde een onderhoud tussen Patton en Mauldin. In maart 1945 reed Mauldin naar Patton
in Luxemburg. Patton probeerde op zijn bombastische wijze Mauldin te overdonderden met een disciplinaire preek
over hoe het Amerikaanse leger geportretteerd diende te worden. Hij vreesde dat de tekeningen tot muiterij konden
lijden en dat hij een medaille van Duitse zijde verdiende voor het meewerken om de discipline naar
de verdommenis te helpen. Mauldin mocht zijn weerwoord geven, maar Patton had er geen oor voor, alleen de opmerking
dat 'hij hem er het liefst voor in de lik wilde gooien'. Willie en Joe bleven gepubliceerd omdat Eisenhower ook
wel zag dat het onschuldige tekeningen waren die het moraal van de GI geen schade toebrachten.
Nog twee cartoons van Mauldin, waarbij de eerste over Patton gaat?
(klik voor vergroting)
Mocht Maulin doorgaan met zijn 'ondermijnende' activiteiten, Patton bleef zelf de haviksoog om toe te zien
dat zijn leger er onberispelijk bij liep. Daarbij lette hij niet alleen op de persoon, maar ook op zijn materiaal.
Hij duldde maar weinig aanpassingen aan voertuigen die niet in het handboek stonden. Hij kon zich enorm opwinden
als zijn tanks volhingen met allerlei in het veld verzonnen zaken om de bepantsering te verbeteren.
Rapporten zouden aantonen dat juist zandzakken de constructie eerder verzwakten dan verbeterden. Granaten konden,
afgevuurd onder een hoek, nog wel eens afbuigen op het staal, terwijl de extra 'bepantsering' het karakter van de
baan zo veranderen dat het de structuur nadelig veranderde, met alle gevolgen van dien, zo luidde de theorie.
Patton ging ervan uit dat de producenten van zijn 'hardware' het beste met zijn manschappen voorhadden, en dat
extra voorzieningen niet nodig waren. Maar belangrijker was dat het leek dat Amerikaanse tanks inferieur waren
ten opzichte van de Duitse.
Patton heeft de bemanning van deze M4A3E8 'op hun nummer gezet'
(14th Armored Div. was van het 7de Leger toegevoegd aan 3de Leger)
Patton zal jaloers geweest zijn op de uitmuntende bepantsering van Duitse tanks en
het zware geschut dat die tanks voerden. Dus geen extra aangebrachte bepantsering, de mannen moesten maar geloof
hebben in hun wapens zoals ze waren en een colonne 'schone' tanks zag er volgens Patton ook een stuk beter uit.
Supreme Commander Eisenhower en de in de VS mateloos populaire Patton
sierden het omslag van Life in 1945 (klik voor vergroting)
Vanaf begin januari 1945 werd het offensief van Patton
voortgezet om de Duitsers voorgoed over de grens van Luxemburg
en naar Duitseland op te jagen. Op 11 januari werd de
verbinding gelegd in Houffalize door Patton zijn 11de
Pantserdivisie en de 2de Pantserdivisie van het Eerste Leger.
De ‘Buil’ was dicht geknepen. Patton kreeg de opdracht in het
defensief te gaan en niet terug te keren naar het Saargebied.
Patton explodeerde en eiste een offensief. Bradley wees er op
dat Montgomery zich opmaakte voor de Rijnoversteek en dat
Patton daarvoor een verdediginglijn moest maken. Patton
dreigde met ontslag waarop Bradley voorstelde dat het Derde
Leger een ‘actieve verdediging’ mocht voeren. Meer had George
Patton niet nodig. Hij stuurde gelijk een verkenning uit
richting Bitburg en Trier.
'Daar ergens ligt Trier',.... De Westwall (Siegfriedlinie) doorbroken
De ‘verkenning’ werd een aanval dat
uitliep op een overwinning. Dit mede dankzij het ‘lenen’ van
de 10de Pantserdivisie dat eigenlijk tot doel had om Duitse
verzetshaarden te zuiveren uit het Saar- Moeselgebied.
Voorgaande klinkt erg eenvoudig maar was het verre van. Patton
moest zich in alle bochten wringen en dwars liggen om zijn zin
door te drijven. Steeds werd er gevraagd om de 10th Armored Division (10de
Pantserdivisie) terug te geven aan het VIIIste Legerkorps van
Middleton. Maar Trier stond hoog op het verlanglijstje van
Patton en de 10de diende daarvoor te zorgen. Trier viel in
handen en werd gezuiverd op 1 maart 1945. Voor meer info over
Trier; 'KLIK HIER'
Een Sherman tank van de 10th Armored Division rolt door de straten van Trier
Op 3 maart kregen Hodges Eerste Leger en Patton zijn Derde
Leger de opdracht zich gereed te maken voor de sprong naar de
Rijn. Patton zijn geliefde 4th Armored Division (4de Pantserdivisie) onder leiding
van Gaffey werd vooruit gestuurd. Er werden afstanden van 50
km in twee dagen afgelegd. Zonder hulp van infanterie,
artillerie en bevoorrading stormde de 4de op de Rijn af waar
op 8 maart contact werd gemaakt met de 11de Pantserdivisie die
getracht had de 4de bij te houden. Hiermee zaten elf Duitse
divisies klem tussen het Derde en Eerste Leger waarmee de
Eifel-campagne, na de zuivering, ten einde liep.
William Mauldin was niet de enige cartoonist die Patton als bron gebruikte
Ook Gordon Campbell gebruikte Patton in één van zijn cartoons,...
'Klik' op de cartoon om naar de volgende pagina te gaan!
|