DE BAILEY
BRUG
Ergens in Normandië moest een Bailey brug te vinden zijn,
zo was mij verteld. Het heeft enkele jaren geduurd, maar
dankzij Google Earth heb ik hem eindelijk in 2008 gevonden. Graag
deel ik de locatie met u. De Bailey brug is te vinden ten
noordoosten van Carentan.
Verlaat de snelweg N 13 bij de
afslag Carentan (of als u vanaf Catz komt via de D 974). Bij de rotonde neemt u de afslag
Saint-Hilaire-Petitville / Carentan. Na een kleine kilometer komt u op een rotonde, neem
de eerste afslag rechts, het smalle straatje in. Via de smalle brug ('Tucker Bridge') die
ooit ook bestond uit een Bailey brug, neemt u de eerste afslag rechts en volg deze weg
naar de jachthaven, en houd daar ook rechts aan (houd de haven aan de linkerzijde).
Blijf aan de rechterkant van het
kanaal/jachthaven en rij deze weg helemaal uit (over de N 13
heen).
Vanaf de zuidwest zijde van de brug genomen,...
De Bailey brug van Saint-Hilaire-Petitville is aangelegd
over de rivier de Taute nadat de oorspronkelijke brug
vernietigd was door de Duitsers. De Bailey brug van Saint-Hilaire-Petitville is een uniek
stuk overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog dat nog steeds
tot op de dag van vandaag in gebruik is door de lokale
bevolking. De kwaliteit van de brug is zeer goed. Onder de
later aangebrachte, hier en daar afbladderende verf is de
oorspronkelijke groene verf zichtbaar die nog geheel
onaangetast is. Wel opvallend is dat, waarschijnlijk door
gebrek aan goede borgpennen, hier en daar gewone spijkers
zijn gebruikt als borg.
Improviseren
hoort erbij, hier en daar gewone spijkers als borg!
Jarenlang was er aan één kant van de brug een voetgangers pad aangebracht
(deze is op de bovenste foto zichtbaar).
Tijdens een retour bezoek in 2017 bleek deze nu verdwenen. Waarom deze verwijderd is,
is niet duidelijk, kan zijn
dat het niet meer veilig genoeg werd geacht. Bij inspectie van de brug lijkt deze nog in prima staat en
kan nog jarenlang dienst doen. Mocht hij ooit vervangen (moeten) worden, is het te hopen dat hij
voor het nageslacht bewaard blijft.
Een blik vanaf de
noordoost zijde van de brug
(het voetgangers deel links is na 2017 verdwenen)
DE GESCHIEDENIS VAN DE BAILEY BRUG
De Bailey brug dankt zijn naam aan zijn ontwerper, Donald
Bailey. Deze werkte als ambtenaar bij het British War Office.
In zijn vrije tijd bouwde hij aan modellen van bruggen en
toonde op een gegeven moment één van deze creaties aan zijn
superieuren. Het ontwerp werd positief beoordeeld en een
constructie op ware grote nam een aanvang.
Donald Coleman
Bailey met een model van zijn brug
In 1941 werd de
Bailey brug officieel als Standard Military Bridge in dienst
gesteld bij het Corps of Royal Engineers waarna deze voor het
eerst werd gebruikt in 1943 op Sicilië. De Amerikanen bouwden
de brug in licentie om hem voor eigen gebruik in te zetten. In
totaal produceerden de Britten en de Verenigde Staten 40 km
brug waarvoor 490.000 ton aan staal werd gebruikt.
De Nieuw-Zeelander A.M. Hamilton, de bedenker van de
Hamilton-Callender brug meende aanspraak op één van de
patenten te hebben en diende dit, met succes, in bij de Royal
Commision for Awards to Inventors. Maar een patent was niet
genoeg om de gehele brug te claimen, en Bailey zijn brug had
meer voordelen dan die van Hamilton.
Met
brugopgang en verankering (te vinden in Marckolsheim, Frankrijk)
De Bailey brug werd zo
populair, dat deze tot op heden nog steeds gebouwd wordt en
waarvoor Bailey terecht geridderd werd. Als men oplet, dan kan
men nog verscheidene vinden door heel Europa heen.
Een Bailey brug haar kracht zit hem in de simpele
assemblage. Het wordt in gedeeltes opgebouwd en kan door
menselijke spierkracht tot een brug 'geklonken' worden, er
zijn geen kranen voor nodig. De losse modules worden aan
elkaar gezet. De zijpanelen zijn drie meter lange stalen
U-balken met inwendige schoren ter versteviging. Er wordt een
dubbele rij 'brugleuningen' geplaatst op dwarsbalken waarover
het wegdek van hout wordt aangebracht.
De Bailey brug bij het Overlord Museum, Colleville-sur-Mer, heeft aan één kant een
voetgangerspad.
Aan een zijkant is het mogelijk een smalle uitbouw te maken waarover voetgangers kunnen gaan.
Als de overspanning te groot wordt of er moeten zware lasten overheen
dan worden extra zijpanelen boven de op de eerste rij gezet. En zelfs daarbovenop werden
soms nog een extra rij panelen aangebracht (zie foto lager) Naast het van een extra rij zijpanelen
op de onderste, bracht men ook vaak een extra paneel aan de buitenzijde,
zodat er drie naast elkaar stonden inplaats van de standaard twee (zie de foto hierboven en
hieronder).
Een
Bailey brug over de Rudavoi in de Italiaanse
Dolomieten
Details van een extra
zijpaneel aan een Bailey brug
De eerste Bailey brug die in Frankrijk werd gebouwd was bij
Bénouville over het Caen kanaal. Hij lag enkele honderden
meters ten zuiden van de Pegasus brug. De brug werd op 8 juni,
1944 aangelegd om de bevoorrading tussen beide oevers sneller
te kunnen afhandelen en niet alleen afhankelijk te zijn van de
Pegasus en de, honderd meter verder gelegen, brug over de
Orne. Het was niet de eerst Bailey brug die werd aangelegd, op
Sicilië en het vaste land van Italië waren er al verscheidene
geplaatst (in totaal zouden er al meer dan 3000 in Italië worden
aangebracht).
Drie lagen zijpanelen op elkaar, de Bailey brug bij Thionville,
Frankrijk
'FILTHY
13'
John Hale en Thomas Lonergan, 3rd
Bat., 506th PIR (RHQ), Exeter 5 juni 1944
Na het bezoek aan de Bailey brug raad ik aan een kilometer
door te rijden (over de Bailey brug) richting Brèvands.
Twee kilometer ten noordoosten van de Bailey brug, in Le Moulin staat sinds
2009 een monument ter nagedachtenis aan de acties door 3rd
Battalion, 506th PIR, 101st Airborne Division en C-Company
326th Airborne Engineer Battalion en het Regimental
Demolitions Squad, bij leven al een legende die bekend stond
onder de naam ‘Filthy Thirteen’. Haar bijnaam kwam voort uit
de slechte discipline die de mannen vertoonden tijdens hun
'werk'. Ze deden niet wat het leger hen voorschreef, maar
deden tijdens actie meer dan het leger van hen verwachtte.
Jake McNiece (rechts) verft
het gezicht van Mariano Ferra van C-Comp., 326th AEB (let
op de letter 'E' van Engineer Battalion op de
helm)
Op initiatief van Jake McNiece, een halfbloed indiaan uit
Oklahoma, werd besloten, vlak voor vertrek vanaf hun basis in
Exeter, het haar op de hoofden van zijn gevechtsgroep tot een
hanenkam (mohawk) te reduceren en hun gezichten te
beschilderden met onder andere verf dat gebruikt werd voor de
invasiestrepen op de geallieerde vliegtuigen.
Robert S. Cone controleert
nog eenmaal één van de zes 'parapacks' onder de C-47,
waarin onder andere zware wapens, extra munitie en springstof
zijn verpakt
De 575 paratroopers vertrokken in de nacht van 5 op 6 juni
1944 in vijfenveertig C-47’s van 440th Troop Carrier Group
naar Drop Zone ‘D’ in de omgeving van Angoville-au-Plain. Het
doel van deze eenheid was het veiligstellen van twee bruggen
nabij Le Port zodat het bruggenhoofd van Utah Beach
onbereikbaar was via de kanaalmond van Carentan voor Duitse
tegenactie. En vervolgens gebruikt kon worden als extra
verbindingsweg richting Omaha Beach.
Col. Robert L. Wolverton, CO
en zijn hoofdkwartier 'stick', 3rd Batt., 506th PIR gaan
straks aan boord van 'STOY HORA', C-47 '292717' (5 juni
1944, Exeter, Engeland). Dit toestel is het leidende
vliegtuig (#1) van de 440th Troop Carrier Group, gevlogen
door Col. Frank X. Krebs, 440th TCG CO
De sprong in het duister was niet zonder slachtoffers, 93
man kwamen in de eerste uren om, door missprongen en
vijandelijk vuur. Onder de slachtoffers was de commandant van
deze eenheid, Lt.-Col. Robert L. Wolverton. Ook de commandant
van G-Company, Capt. Harold van Antwerp kwam om. Capt. Robert
Harwick, commandant van H-Comapany en de commandant van
I-Company, Capt. John McKnight werden krijgsgevangen gemaakt
(Harwick wist later te ontsnappen en nam op 9 juni het
commando van het bataljon op zich).
De rode streepjes op de
kaart waren de posities van de bruggen
Tijdens het ochtendgloren bereikte een groep van 30 man
onder leiding van Capt. Charles Shettle de bruggen. Maar de
Duitsers hadden de bruggen stevig onder controle en de
paratroopers werden gedwongen om zich terug te trekken. De
bruggen waren ondertussen door de Duitsers gereed gemaakt om
eventueel te worden opgeblazen. Op 7 juni, als de commandant
van de 506th PIR, Col. Robert F.Sink nog steeds niets heeft
gehoord van 3rd Battalion, wordt het sein gegeven om de
bruggen uit te schakelen. Twee squadrons jachtbommenwerpers
wierpen vervolgens hun bommen op de bruggen die compleet
vernield werden. De Duitsers konden nu geen gebruik meer maken
van deze optie om versterkingen aan te voeren. Maar ook de
extra route voor de geallieerde troepenmacht richting Omaha
Beach was hiermee uitgeschakeld.
Een plaquette op een gevel
geeft het parkje aan waar het monument
staat
Gedurende de periode dat 3rd Battalion in dit gebied
opereerde, (en uiteindelijk zou uitgroeien tot 150 man) werden
verschillende Duitse aanvallen afgeslagen. Hierbij werden 258
Duitsers krijgsgevangen gemaakt en zouden tussen de 70 tot 80
zijn gesneuveld. In de avond van 8 juni werd 3rd Battalion
afgelost door het 327th GIR (Glider Infantry Regiment).
Tijdens de twee dagen durende gevechten waren er 7
paratroopers omgekomen en 21 gewond geraakt. Vier man zouden
voor hun inzet het DSC (Distinguished Service Cross)
ontvangen, Lt. Charles Santasiero (I-Company), Srgt. George
Montilio (H-Company), Pvt. F.Cl. Donald Zahn (H-Company) en
Pvt Fst Cl. Andrew Sosnak van de medische sectie.
Het monument voor de 3rd Battalion staat aan de Espace
Filthy 13, op het kruispunt van Le Moulin richting Brèvands.
Op twee zwarte natuurstenen plaquettes bevestigd op een
gemetselde voet wordt enige uitleg gegeven over de gedenking.
In het oog springt de indrukwekkende gegraveerde paratrooper,
met de hanenkam en gezichtsbeschildering, vervaardigd door de
kunstenaar C. Salembier. In het piepkleine ‘parkje’ is een
vredesboompje geplant en is op een groot bord meer uitleg te
vinden over de strijd door de 3/506th PIR en haar Filthy 13.
Het lijkt op brons, maar is gemaakt
van plastic
Enkele jaren nadat het monument in 2009 was geplaatst, werd
een standbeeld van een knielende paratrooper voor de grote
marmeren plaquette geplaatst. Ernaast staat een geweer, tussen
twee 'empty jumpboots', met een helm er boven op. Het ziet er
indrukwekkend uit,... maar tikt men tegen het 'standbeeld',
dan blijkt het gemaakt van plastic, inplaats van brons. Dit
zal te maken hebben met het feit dat er veel jacht gemaakt
wordt op brons door dieven.
Corporal Joseph J. 'Joe' Oleskiewicz,
3rd Bat., 506th PIR (RHQ), sneuvelde in Nederland op 30
september 1944
GA TERUG
|