WAARSCHUWING: DEZE PAGINA BEVAT SCHOKKENDE BEELDEN
Voorwoord
Naar aanleiding van een mail aangaande het uitmoorden van het Franse dorp
Oradour-sur-Glane, op 10 juni 1944,
is onderstaande pagina geschreven. In januari 2011 kreeg ik een mail van Willem-Jan met de opmerking dat er
enkele onvolkomenheden zouden zitten in de pagina’s over Oradour-sur-Glane. Nu is over dit ‘incident’ een
boekenkast vol geschreven, waarvan het grootste deel door schrijvers die er niet bij zijn geweest, vaak
geen getuigen hebben gesproken en elkaar naschrijven. Ik durf te beweren dat geen enkel geschrift of boek
de volle 100% waarheid zal en kan bevatten. Eén dader en slachtoffer vertellen altijd het verhaal uit hun
standpunt van waarneming en is daardoor nagenoeg onbruikbaar. Kun je meerdere verhalen van slachtoffers en
daders met elkaar vergelijken, dan wordt de waarheid al dichter benaderd (die ligt nu in het midden). Wordt
de daad vastgelegd op een beelddrager direct als het zich afspeelt dan heb je bijna de waarheid voor
ogen,… maar is dat de waarheid? Voor meer over deze problematiek, zie
‘Wat is Waar’.
Op de komende pagina's wil ik drie gevallen van excessen met elkaar verweven, vanwege de zeer vele raakvlakken.
Deze drie gevallen staan niet op zich, want in de geschiedenis zijn heel veel gemeenschappen in een
vlaag van dolleman acties uitgeroeid. Maar deze drie gevallen laten duidelijk zien wat de oorzaak en
motief zijn om tot zo’n afschuwelijke daad over te gaan. Een kleine discussie op mijn facebook pagina
van Strijdbewijs, deed André verzuchten, na mijn opmerking dat mensen beesten kunnen zijn, dat men ook
spreekt van ‘dierenRIJK’ en ‘mensDOM’. En daar ligt ook de kern van ons gedrag tegen anderen als wij
uit frustratie niet meer weten wat we doen. De mens is het enige wezen dat door zijn hoge denkvermogen
frustraties op kan stapelen. Terwijl andere dieren op een gegeven moment berusten in hun frustratie,
gaat dit bij de mens verder. Wij uiten onze frustraties bij anderen die begrip hebben voor jou frustraties.
Als de ballon genoeg is opgepompt vol met frustraties dan zal deze met één harde knal uiteen spatten.
WOUNDED KNEE
De één spreekt over ‘The Battle of Wounded Knee’ (de overwinnaar) en de ander over ‘The Massacre at Wounded Knee’
(het indiaanse slachtoffer). Eén ding is wel zeker, Wounded Knee zou de laatste grote slachting worden tegen de
prairie indiaan. De oorspronkelijke
bewoner van Amerika, de indiaan, werd vanaf dat de eerste Europeaan voet aan wal zette, uitgebuit, opgejaagd,
afgescheept, beroofd en uitgemoord (in willekeurige volgorde). Vanwege de verspreid wonende indiaanse gemeenschappen
in het immense land, hadden de indianen ieder een eigen leefstijl ontwikkeld. In het noorden (Canada) de bos
indianen, zoals Blackfoot en Cree. Ten zuiden daarvan leefden de prairie indianen, zoals de Shoshone, Sioux,
en Cheyenne.
Trotse Sioux indianen kijken uit over het landschap dat ze gaan verliezen
(foto: Edward S. Curtis)
Centraal in de toekomstige Verenigde Staten vond men de Arapaho, Pawnee, Kiowa en Ute. Zuidelijker
de Navajo, Apache, Mescalero, Comance, en Wichita indianen. Aangezien de indianen niet georganiseerd waren was
het ‘opruimen’ van de geïsoleerde groepen een eenvoudig systeem, zo leek het. De nieuwe bewoners eisten steeds
meer grond in Amerika, en het leger zorgde ervoor dat de indianen uit deze gebieden werden verdreven. Maar dat
ging niet zonder slag of stoot. Kleine groepen indianen besloten in het verzet te gaan. Nieuwe ‘settlers’ (kolonisten) werden
vermoord. De daders waren vaak niet te vangen, dus werd een willekeurig indianen gemeenschap ‘gestraft’.
'Veilig' in het reservaat...?
Hoe
verder men Amerika binnentrok werd het verzet heviger door de indianen. Er werden reservaten opgezet, in meestal
ongeschikte gebieden voor de kolonisten, om de oorspronkelijke bewoners in op te sluiten zodat men hun bewegingen
kon volgen. Op strategische punten werden forten gebouwd van waaruit het leger kon opereren en waarop de kolonist
kon terugvallen. Indianen uit de reservaten kwamen naar deze plekken om voor hun toegezegde voedsel en kleding te bedelen.
Little Bighorn
Vanwege hun onderlinge totaal andere levensstijlen, bijvoorbeeld de prairie indianen, zoals de Sioux, waren
geboren paardrijders, de Apachen aten deze liever op dan er op te gaan zitten, duurde het enorm lang voor er
van enige organisatie sprake was. Er waren ook indianen die zich aanboden bij de nieuwe Amerikanen,
zoals de Pawnee en Crow die veelal als scout (verkenner) werden ingehuurd en als zodanig hun eigen ras, de prairie indianen verraadden.
Ook zuidelijke Apache indianen hadden overlopers, die hun soortgenoten hielpen opsporen (zie de laatste alinea op onderaan deze pagina).
De grootste verzetsdaad kwam op 25 en 26 juni 1876 bij de Little Bighorn in Montana, toen enkele duizenden
georganiseerde Lakota (Sioux) en Cheyenne indianen 263 soldaten van het 7th cavalry Regiment US. Army, waaronder Lt. Col.
George A. Custer versloegen en ombrachten. Het was ook de laatste grote overwinning op het Amerikaanse leger,
de prairie indianen werden hierna naar alle kanten opgejaagd.
Lt. Col.
George A. Custer en Sitting Bull
In de jaren na Little Bighorn gaven steeds meer groepen indianen zich over. In 1877 gaf de gevreesde Crazy
Horse (Thašúnke Witkó) zich over om zijn volk in leven te houden na een strenge winter. Sitting Bull (Thathánka
Íyotake), ook een verantwoordelijke voor de slachting bij Little Bighorn, moest zich in 1881 uiteindelijk
gewonnen geven. Ook Chief Joseph (Hin-mah-too-yah-lat-kekt) van de Nez Perce werd na een lange vlucht richting Canada
gedwongen zich over te geven op 5 oktober 1877. De Nez Perce hadden niets van doen met Little Bighorn,
maar hun opstand kwam voort uit de dreiging dat ze een reservaat kregen toegewezen dat hun niet aanstond.
Chief Joseph had eerst hulp gezocht bij de Crow, maar die verraadden hen aan de U.S. Army. Na drie maanden
vechten met het leger, en 2600 km verder gaf Joseph zich over met de woorden ‘I will fight no more forever’.
Van de 800 in zijn stam waren er nog 600 over. Vierhonderd van hen werden gevangen gezet waarbij veel omkwamen
door ondervoeding en ziektes. Een klein deel keerde later terug in een toegewezen reservaat in Idaho.
Verbitterde indianen op oudere leeftijd, Chief Joseph en Geronimo
Zoals
Chief Joseph in het noorden vocht voor behoud van zijn volk, zo verzette in het zuiden het Apachen volk zich
onder leiding van Geronimo (Goyaalé). Hij leidde verschillende ‘war-parties’ tegen het Amerikaanse leger, maar
moest zich uiteindelijk ook gewonnen geven in 1886. Zijn schamele groep van het eens zo dappere volk werd afgevoerd
naar Florida waar het roemloos zou verdwijnen. Dit is maar een zeer klein voorbeeldje van ellende die de
Amerikanen toebrachten op de eens zo trotse indianenstammen.
29 december 1890 Wounded Knee
Maar er was nog steeds een oude rekening te vereffenen. Er was nog steeds wraakgevoel over de afslachting
die het Amerikaanse leger had ondergaan bij de Little Bighorn. In 1890 werd de zwarte rekening dan eindelijk
gepresenteerd. De Paiute medicijnman Wovoka had een visioen dat de blanken van de aarde zouden verdwijnen
en de overleden voorvaderen weer zouden terugkeren. Hiertoe moesten de indianen oprecht gaan leven, geen alcohol,
zelfreiniging en,… dansen. Het ging als een olievlek door de stammen. Kicking Bear, een Sioux, die een bezoek
aan Wovoka had gebracht, kwam met een vest terug dat hen zou beschermen tegen kogels.
De Ghost Dance,...
In het Pine Ridge reservaat
vreesde men een opstand en verbood de zogenaamde ‘geestesdans’ en riep de hulp in van het leger. Sitting Bull
die benaderd werd door de Minniconjou Lakota om zich aan te sluiten werd gearresteerd door indiaanse politie
en tijdens een schermutseling gedood. Het 7th Cavalry Regiment begon een zoektocht naar de ontsnapte Minniconjou Lakota
stam die, onder leiding van Big Foot (Spotted Elk), uiteindelijk verkleumd en uitgehongerd werden gevonden samen
met 38 Hunkpapa indianen. De groep werd opdracht gegeven haar kamp op te slaan bij de kreek, Wounded Knee.
De volgende dag, op 29 december 1890, wilde het leger, dat hen met 500 man had omsingeld, de indianen gaan ontwapenen.
Medicijnman Yellow Bird zette een geestesdans in en riep zijn volk op dat ze hem moesten volgen. Het
leger probeerde hem zijn geweer te ontnemen waarop een schot afging. Het was het startsein voor een massale
schietpartij. Van dichtbij vuurden de soldaten in de nagenoeg onbewapende groep Lakota met geweren en met Hotchkiss kanonnen.
Medicijnman Yellow Bird gedood in zijn 'kogelwerend vest'
(de tekst in de foto spreekt van 'The Battle of Wounded Knee' terwijl we nu weten dat
het een 'Massacre' was)
De ‘beschermende vesten’ bleken geen kogelwerende vesten en er vielen meer dan 150 doden aan indiaanse kant
(84 mannen, 44 vrouwen en 18 kinderen stierven in het veld, en minstens zeven Lakota stierven later aan de verwondingen).
Toch wisten enkele indianen terug te vechten en wisten 25 militairen te doden en verscheidene te verwonden
(waarvan waarschijnlijk verschillende soldaten door eigen ongecontroleerd vuur). Tijdens en na de schietpartij
werd het grootste deel van het Indianenkamp door brand verwoest. In de
sneeuw bevroren de lijken in groteske vormen en er konden slechts enkele worden begraven. In het voorjaar van
1891 konden pas de meeste doden geborgen worden toen de sneeuw en het ijs zich terugtrok, en er 144 indianen,
begraven werden in een massagraf.
Links: Chief Big Foot (Spotted Elk) in betere tijden,... en vermoord,...
Er werd een onderzoek ingesteld onder leiding van General Nelson Miles en deze legde de verantwoording
van de moorddadige slachting bij de commandant van het 7th Cavalry Regiment, Lt. Col. James W. Forsyth.
Miles had het gebied bezocht en had met eigen ogen geconstateerd dat de vluchtende indiaanse vrouwen met
hun kinderen dood waren geschoten op meer dan drie kilometer van het kamp. Miles concludeerde dat er sprake
was van vooropgezet plan tot het bloedbad, in plaats van een uit de hand gelopen drama. Maar de legerleiding
zou anders concluderen, de opinie rees al snel dat Miles de carrière van Forsyth wilde torpederen, en Forsyth
werd gepromoveerd tot Major General.
In 2000 werd het 'slagveld' van Wounded Knee bezocht,
met het eenvoudige monument bij het massagraf,...
(Klik op de foto voor een vergroting)
Twintig militairen kregen de hoogste militaire onderscheiding
uitgereikt, de Medal of Honor, voor 'hun moedige optreden' en Little Bighorn werd als gewroken beschouwd.
Was bij de meeste voorgedragen militairen voor de Medal of Honor slechts de aanmerking 'Distinguished gallantry', voldoende
om de onderscheiding toe te kennen, een enkele kreeg de medaille met een duidelijke opmerking, zoals bij Jacob Trautman;
'Killed a hostile Indian at close quarters, and, although entitled to retirement from service, remained to the close of the campaign.'
Deze Trautman was dus duidelijk in dienst gebleven om wraak te kunnen nemen voor zijn omgekomen collega's van het
7th Cavalry Regiment bij de Little Big Horn. Voor de slachting onder de soldaten betrokken bij Little Big Horn op 25 juni 1876, waarvan
weinigen het overleefden, werden maar liefst 22 Medal of Honors uitgereikt, waarvan het merendeel voor het
'verzorgen van water voor de (gewonde) manschappen?'.
Het Amerikaanse leger had indiaanse verkenners (scouts) in dienst om
'opstandige' Indianen op te sporen, verraders onder hun eigen volk,...
Opvallend in het rijtje ontvangers van de Medal of Honor tijdens de 'Oorlog tegen de indianen' zijn zes
White Mountain Apache indianen, onder leiding van Chief William Alchesay, die als verkenners (scouts)
voor het Amerikaanse leger in de winter van 1872-1873 hun eigen volk verraadden. Naar mijn bescheiden mening
zouden de Medal of Honor medailles, uitgereikt ten tijde van de 'Oorlog tegen de indianen', nog eens onder
loep moeten worden genomen en in de meeste gevallen weer worden afgenomen,...
Bovenstaande lijkt niet direct raakvlak(ken) te hebben met de moordpartij in Oradour-sur-Glane,
maar dat wordt op de komende pagina duidelijker.
Voor de volgende frustratie operatie KLIK HIERONDER
|