De wederopbouw, de schuldigen en het proces
Nadat de slachtoffers waren geteld, bleken er 642 mensen vermoord te zijn,
245 vrouwen, 207 kinderen en 190 mannen.
Slechts een handjevol had het overleefd. Een handjevol dat moest zien te overleven en verder
leven met gruwelbeelden die nooit meer van hun netvlies zouden wijken.
De 328 gebouwen van het dorp waren allen vernietigd. Uitgemergelde gevels met hun ramen zonder
kozijnen, de palen met de stroomdraden die geen elektra meer brachten, schoorstenen die als
lange vingers naar de hemel strekten.
Enkele nabestaanden brengen bloemen naar het kerkhof
(via de oude marktplaats, eens de plek waar de bevolking werd samengedreven)
Als waarschuwing voor de mensheid, werd al snel besloten,
met generaal De Gaulle als initiatiefnemer dat Oradour-sur-Glane niet herbouwd zou worden op dezelfde plek.
Er zou een nieuwe stad naast het oorspronkelijke dorp komen. Het oude Oradour werd ontdaan van de ergste
rommel en de vervaarlijke hellende topgevels neergehaald.
Aangezien de bergen puin en wankele gevels een gevaar vormden,
werd de ergste rotzooi afgevoerd, en is het nu een opgeruimd ruïne dorp
Zoals al eerder aangegeven, was de Duitse 2de SS-Panzer Division 'Das Reich' was niet alleen
verantwoordelijk voor de slachtpartij in Oradour-sur-Glane. Eenheden van deze divisie die onderweg
waren naar het noorden om te assisteren bij het
terug drijven van de geallieerden in Normandië, deinsden er niet voor terug om de burgerbevolking van Graignes te terroriseren. Ook het executeren van
Amerikaanse paratroepers die zich aan 'Das Reich' zich hadden overgegeven, lag in de lijn van verwachtingen
bij deze SS eenheid.
Executies in Tulle, rechts; SS Gruppenführer Heinz Lammerding
Het onderdeel van de 2de SS-Panzer Division 'Das Reich' wat verantwoordelijk was voor de massamoord in
Oradour-sur-Glane behoorde tot de 3de compagnie van het SS-Pz Gren. 4de Regiment 'Der Führer'. Dit onderdeel viel onder
het commando van SS Gruppenführer Heinz Lammerding. Deze was onder meer verantwoordelijk voor het ophangen van 99 burgers
in Tulle op 9 juni, 1944 (de dag voor Oradour haar slachting onderging) als represaille voor het ombrengen van
meer dan zestig Duitse soldaten door het verzet in de omgeving. Ook werden nog eens 149 mensen gedeporteerd
naar Duitse concentratiekampen waarvan slechts 101 zouden terug keren. Lammerding gaf de order aan majoor
Diekmann om een strafexpeditie uit te voeren in Oradour-sur-Glane. Onder de manschappen die zouden huishouden
in Oradour waren ook 22 Franse landgenoten afkomstig
uit de Elzas, die na de val van Frankrijk 'gedwongen'
waren om als soldaten dienst te doen in het Duitse leger.
In 1953 begon het proces in Bordeaux. Al snel werd duidelijk dat de beschuldigden uit de Elzas, 13 van
de 22 waren aangeklaagd, een status aparte zouden krijgen. Als verdediging werd opgevoerd dat de Elzassers, op slechts één na
gedwongen waren toe te treden tot de SS (uit de Elzas afkomstig stonden deze bekend onder de term 'Malgré-Nous').
Maar we kunnen aannemen dat ze allen vrijwillig toegetreden waren, omdat
veel mensen in de Elzas zich eerder Duitser voelden dan Frans. Ondanks dat het er dik bovenop lag dat het allen
vrijwilligers waren in dienst van de SS, werd een dag voor de uitspraak amnestie verleend aan deze 'Franse'
heren als teken van eenheid van Frankrijk. Het was een rechtzaak tegen het Nazi-regime en dat de beklaagden
'slechts orders hadden uitgevoerd opgelegd door het regime'. Nu de oorlog voorbij was, waren de inwonders van de Elzas
allemaal slachtoffer van de Duitse bezetter, en nu voelde dat de gehele Elzas voor de rechter stond. Op 27 januari 1953,
terwijl het proces gaande was, werd de wet aangepast onder druk van de Elzas, en stemde de Nationale Vergadering
om alle Fransen vrij te stellen van Artikel 1 van de wet van 1948 die het concept van collectieve
verantwoordelijkheid vestigde. De volgende dag werd artikel 1 afgeschaft. Fransen konden niet
langer worden berecht onder het concept van collectieve verantwoordelijkheid, en dat gold ook voor niet-Fransen.
Waar het proces om moest gaan, verbrande vrouwen, kinderen en mannen,
liep uit op een zware desillusie
Het proces ging wel verder, ondanks de afscahffing van artikel 1 en één van de belangrijkste getuigen
en overlevende van het bloedbad was Madame Marguerite Rouffanche.
Madame Rouffanche was door ziekte erg zwak, en de juryleden hadden de grootste moeite te horen wat ze vertelde.
Haar afsluitende woorden aan het hof waren: 'Ik vraag dat gerechtigheid met Gods hulp wordt gedaan.
Ik kwam levend uit de crematorium-oven, ik ben de heilige getuige van de kerk, ik ben een
moeder die alles heeft verloren.' De opmerking 'crematorium-oven', welke aan de Holocaust deed denken,
was een verwijzing naar het verbranden van de vrouwen en kinderen in de kerk van Oradour-sur-Glane.
Madame Marguerite Rouffanche getuigt over het bloedbad,...
Een wrang detail blijft vaak onbesproken in het drama van Oradour-sur-Glane, en dat is de
dood van 48 vluchtelingen uit de Elzas en het Moezelgebied, met name uit Schiltigheim en Erstein,
in de buurt van Straatsburg, en Charly, nabij Metz. Deze waren het noorden van Frankrijk ontvlucht
(lees; verdreven) vanwege de Nazi ideologie die in hun streek de boventoon voerde. In november 1940
kwamen ze aan in het zuiden van Frankrijk waar ze liefdevol werden opgenomen in Oradour-sur-Glane.
Ook deze mensen zouden uiteindelijk door hun eigen mensen uit de Elzas vermoord worden tijdens het
bloedbad. Op 12 augustus 1950 kreeg de stadsnaam Charly een toevoeging, Oradour.
Het 'recht' had gesproken onder druk vanuit de Elzas. Vrijdag de
13de februari, 1953 werden de uitspraken bekendgemaakt tegen de moordenaars van de bevolking van Oradour-sur-Glane.
De strafeisen liepen van de doodstraf, dwangarbeid tot gevangenisstraf. Maar de rechters besloten anders.
De enige 'vrijwillige' Waffen-SS'er uit de Elzas en de Duitse Feldwebel Lenz werden ter dood veroordeeld.
De overige Malgré-Nous kregen straffen van vijf tot twaalf jaar dwangarbeid of vijf tot acht jaar gevangenisstraf.
Direct na de uitspraak kwam er een fel protest uit de Elzas, en in Straatsburg ging de bevolking in protest de straat op.
Parlementslid Pierre Pflimlin, stuurde een telegram aan René Pleven, de minister van Defensie,
om tot 'onmiddellijke opschorting van de straffen tegen de dertien Elzassers' over te gaan.
Op 17 februari 1953 werd een voorstel daartoe ingediend tot 'amnestie bij hoogdringendheid'
bij leden van alle politieke partijen (behalve bij de communisten), en op 19 februari 1953 werd de wet
met 319 stemmen tegen 211 goedgekeurd. Op 21 februari werden de dertien veroordeelden vrijgelaten
keerden terug naar hun families in de Elzas, omdat het voorarrest 'voldoende' straf was geweest.
De vijf Duitsers zagen hun straffen verminderd
worden en kwamen enkele maanden later ook vrij. De twee doodstraffen werden in september 1954 omgezet
in levenslang. De bij verstek veroordeelden bleven geheel buiten schot.
Enkele voorbeelden van tegenstrijdigheden tijdens het proces in Bordeaux, KLIK HIER
De voorzitter van de Stichting der Slachtoffers windt zich op
De woede was onbeschrijfelijk onder de paar overgebleven overlevenden van Oradour.
De burgemeester, Monsieur Fougeras, gaf het Légion d'Honneur alsmede het Croix de Guerre terug waarmee het
martelaars dorp mee was gedecoreerd. Oradour verbrak alle betrekkingen met de Republiek dat 17 jaar zou duren.
De families weigerden een staatsmonument voor de slachtoffers hun as. Er werd voldoende geld ingezameld om een
eigen monument op de plaatselijke begraafplaats in te richten. Het waren zware tijden voor de bevolking van
Oradour dat geen enkele steun meer ontving vanuit de staatskas.
In het nieuwe Oradour, dat in 1953 werd ingewijd, werden alle gevels grijs geschilderd net als de
luiken voor de ramen, ter nagedachtenis aan het grijze verleden waaruit de nieuwe stad was geboren.
Het nieuwe Oradour-sur-Glane geboren uit het as van het oude
Een nieuw proces,...
In 1983 kwam er een nieuw proces, ditmaal in Berlijn. De beklaagde is de voormalige luitenant Heinz Barth die tot
die tijd rustig woonde in Oost-Duitsland. Op 25 mei begon de rechtzitting in aanwezigheid van vijf overlevenden
van het bloedbad. De heren, Hébras, Roby, Machefer, Beaubreuil en Darthout vertellen hun gruwelijke verhalen
weer. Barth erkend de aanklacht. Er waren geen wapens gevonden in Oradour, ook van verzetstrijders hadden ze
geen spoor ontdekt. Zonder een spoor van spijt wees hij zijn commandant Diekmann aan als de man die de order
gaf en die hij en zijn manschappen dienden uit te voeren. In Barth zijn woorden; 'In oorlogstijd opereert
men met alle gewenste strengheid en met alle middelen'. De straf die Barth kreeg opgelegd was levenslang en
de enige spijt die hij betuigde was dat hij zijn kleinkinderen niet zou zien opgroeien.
Heinz Barth voor de rechter
Na 16 jaar gevangenschap kwam Barth vrij wegens 'gezondheidproblemen'. Dit belette hem er niet van om bij
het Oorlogsgehandicapten fonds een claim in te dienen voor het verliezen van een been in Frankrijk (wat hem
was overkomen na Oradour). Op 6 augustus 2007 overleed Heinz Barth op 86-jarige leeftijd in Gransee bij Berlijn.
Grafsteen op La Cambe van SS-Sturmbannführer Diekmann
SS-Sturmbannführer Diekmann, commandant van het 1ste bataljon ontsprong de gerechtelijke 'dans'. Het schijnt dat direct na
de slachting er een Duitse krijgsraad is geweest waarvan de strafmaatregel nooit bekend is geworden. Op 29
juni 1944, terwijl hij in Normandië was, verliet hij zijn onderkomen zonder helm. Een stuk scherf van een
ontploffende granaat sloeg in zijn hoofd en hij was op slag dood. Diekmann ligt op de Duitse begraafplaats in La Cambe,
Normandië begraven Diekmann in Blok 25, Rij 4, Graf 121.
SS Gruppenführer Heinz Lammerding, die reeds in 1935 tot de Nazi partij was toegetreden, werd bij verstek veroordeeld tot de
doodstraf in Bordeaux voor de moord op de 99 burgers in Tulle. Tot zijn dood in 1971, woonde hij in alle
rust in Düsseldorf waar hij een bloeiende zaak dreef.
Deze foto werd na de oorlog gevonden in de resten van Oradour-sur-Glane.
Zijn deze SS soldaten, die lachend op de foto gaan na een 'bezoek' aan een Russisch dorp,
dezelfde die Oradour aandeden?
In december 2011 kreeg ik een mail van Jos Pangels welke een artikel uit het Dagblad De Limburger bevatte. Het bleek dat
er een nieuw onderzoek gestart was in Duitsland om de, nog in leven zijnde, daders alsnog te kunnen vervolgen
die verantwoordelijk waren voor het bloedbad in Oradour-sur-Glane. Mocht dit onderzoek tot een herziening
van de rechtszaak komen, dan houd ik u daar van op de hoogte.
(Bron: Dagblad De Limburger, met dank aan Jos Pangels)
Een bezoek aan Oradour-sur-Glane
Een bezoek aan Oradour-sur-Glane begint bij het entree paviljoen dat gekenmerkt wordt door enorme roestige platen,
voorstellende de verbrande gevels van Oradour. Via een trap of lift daalt u af naar een ontvangsthal waar een klein
museum is ondergebracht en een boekwinkeltje. Tussen 16 december en 31 januari is het dorp direct te betreden
zonder afdaling door de tunnel.
Entree naar Oradour-sur-Glane
Om in het dorp te komen, gaat u door een tunnel. Bij het betreden van
de ruïnestad wordt u verzocht de stilte in acht te nemen. Daar heeft u geen verzoek voor nodig,… de restanten zijn
meer dan indringend. Achter iedere gevel drukt het hulpeloze gevoel aan u op van de mensen die hier zonder mededogen
zijn vermoord. Het is een sober gebeuren, het slenteren door de uitgebrande straten. De eerste stop die u
waarschijnlijk maakt is aan de rechterkant bij de eerste verbrande huizen. Hier valt een oude waterput op die
verloren op een binnenpleintje staat. In deze put werden ook lijken gevonden van burgers uit Oradour. Er zijn
geen verklarende borden, alleen hier en daar een plaquette die u wijst op een bepaalt gebouw waar mensen zijn
omgebracht. Het is evenzogoed zich moeilijk voor te stellen wat het moet zijn geweest, het drama van Oradour-sur-Glane.
De kerkvloer is opgeruimd, het altaar steekt wit tegen de donkere gevel, met daarachter de ramen waardoor de enige
overlevende ontsnapte.
De biechtstoel waarin een gruwelijke vondst werd gedaan
Een korte overdenking bij de biechtstoel die wonderwel in tact is gebleven. Toch probeert
men in de kerk de echo van het geschrei van vrouwen en kinderen te horen, om de pijn te delen. Het lukt niet,…
de stilte wordt overstemd door het ruizen van de wind en het zachte gefluit van vogels. De natuur zal eens dit dorp
terugeisen. In de geblakerde gevels groeit gras en onkruid, met hier en daar een kleurig bloempje. Het zijn de enige
kleuren in een verder mistroostige wereld.
De enige kleur tussen de geblakerde gevelstenen
Aan de noordkant van het dorp ligt de begraafplaats waar de as en resten van de burgers van Oradour-sur-Glane
zijn bijgezet. U passeert eerst een tombe waarin resten van verbrande persoonlijkheden te zien zijn, verwrongen
horloges en klokken die op vier uur zijn blijven steken. Door kogels en scherven doorzeefde roestige goederen,
zoals een kinderwagen.
Het monument op de begraafplaats (klik op de foto voor vergroting)
Het monument op de begraafplaats bestaat uit een enorme pilaar. Aan de voet hiervan zijn twee glazen kisten
geplaatst met bot- en asresten. Deze aanblik moet de aanschouwer bewust maken dat het werkelijk mensen zijn die
hier zonder schuld zijn omgebracht. Aan de achterzijde zijn zwarte plaquettes aangebracht met alle namen. Er
is ook een scherm te vinden waarop steunbetuigingen zijn aangebracht.
Verder vallen de talloze bordjes op waarop familieportretjes staan,… de omgekomen gezinnen bijeengehouden via
enkele fotootjes.
Zomaar een gezin uit Oradour-sur-Glane dat een toekomst werd onthouden
Naar aanleiding van deze pagina's, werd uw schrijver uitgenodigd voor het programma 'Met het oog
op morgen'. Er volgde een interview met Eva Jinek, vanwege het feit dat voor het eerst een Duitse
president, Joachim Gauck, Oradour-sur-Glane zou bezoeken in september 2013.
Samen met Franse collega François Hollande, werden de ruïnes bezocht. De overlevende Robert Hébras begeleidde
de heren tijdens het bezoek. Gauck vertelde hem dat hij begrip heeft dat de Fransen bitter zijn en
dat veel daders van de moordpartij nog altijd niet gestraft zijn.
In Duitsland waren zes verdachten van de moordpartij aangeklaagd,
maar na twee jaar (2013) was er nog altijd geen proces.
President François Hollande, Robert Hébras en Joachim Gauck
Op de volgende pagina's wordt ingegaan op twee andere 'frustratie-acties'
(WAARSCHUWING: BEVAT SCHOKKENDE BEELDEN) FRUSTRATIE-OPERATIES: WOUNDED KNEE EN MY LAI
OF KEER TERUG NAAR STRIJDBEWIJS:
|