Tussen 10.00 en 11.00 uur verkeren steeds twee torpedobootjagers binnen de kilometer
van DOG-Red en EASY-Red om stellingen van Duitsers te bestoken. De USS Frankford bracht vuur
uit om 10.21 uur, (action report: 'at a pillbox in the River Ruquet valley, Exit E-1,
Easy Red, and the target destroyed.'). Het volgende doelwit was een mortier stelling
op de heuvel bij de rivier Ruquet. Deze stelling werd na observatie gelokaliseerd
om 10.32 uur. Vanaf 1200 yards (1100 meter) werd om 10.36 de stelling onder vuur genomen,
welke na het vijfde schot werd uitgeschakeld,... 'a large cloud of green smoke was noted
and the mortar battery ceased firing'. De grondtroepen konden weer verder en vanaf
de Frankford werd opgetekend dat men kon zien dat er Duitsers zich overgaven!
Om 10.45 uur werd het vuur geopend op twee machinegeweer nesten geopend, die de weg
afdekten die van de Ruquet vallei naar St.-Laurent-sur-Mer liep. Drie minuten later
werd het vuren gestaakt toen de machinegeweren tot zwijgen waren gebracht.
Hierop verlegde de Frankford de koers naar het westen.
Rechts; de USS Harding
(DD 625) dicht onder de kust van Omaha Beach
De USS Harding vuurt vanaf 10.50 uur op een kleine geschutsbunker die het
grondtroepen lastig maakte die vastgepind waren aan de noordzijde van
E-3 welke naar Colleville-sur-Mer leidde. Volgens het actierapport werd de bunker
tot zwijgen gebracht.
Niet alleen werd er naar doelwitten gezocht door
de torpedobootjagers, ook werd er hulp geboden op een ander gebied. Nadat een landingsvaartuig
in de buurt van de USS Harding zonk, nam de jager rond 11.04 uur vier gewonden aan boord.
De laag gelegen kazemat van Wn 61
De USS Doyle kwam om 11.00 uur tot op 800 yards (730 meter) vanaf de kustlijn EASY-Red en bleef
in deze sector tot 16.00 uur. Deze observeerde een geschutsopstelling aan de westelijke lijn
van FOX-Red. Het eerste schot was aan de onderzijde tegen het beton, maar de tweede vloog
door de gleuf naar binnen en explodeerde daar (was dit Wn 61 haar zware kazemat met 8,8cm PAK 43/41 welke
ook al bestookt was door de DD tank van Staff Sergeant Turner Sheppard, 741st Tank Battalion om 07.10 uur?) In een verslag
van de Gunnery Officer wordt namelijk melding gemaakt van een geschutsopstelling die zo laag lag,
dat het kanon van de Doyle vlak over de boeg moest schieten).
Hierna werd het vuur verlegd naar een machinegeweer nest boven op de heuvel welke ook twee granaten toegewezen kreeg.
LCI(L) brengen manschappen aan land, op de heuvel inslagen van
granaten afkomstig van één van de torpedobootjagers,...
Na het uitschakelen van dit
doel kon men zien dat er troepen zich de heuvel op bewogen. Tevens rapporteerde de Doyle dat het steeds bezig was
tegen het getij van 2.8 knopen te moeten bijsturen (een stroming die er tevens voor had gezorgd dat zoveel
landingsboten veel te ver naar het oosten waren afgedreven). Op aanwijzingen van een Shore Fire Control Party (SFCP)
werden door de Doyle om 11.24 uur Duitse troepen bewegingen beschoten op een afstand van 8700 meter.
Om 11.45 uur werd op verzoek van een SFCP drie schoten afgegeven op een Duitse commando post.
Op eigen initiatief werd door de Doyle om 12.05 uur geschoten op een machinegeweernest.
Op deze bekende aquarel,
'The Battle for Fox Green Beach', van Dwight Shepler
is op de voorgrond USS Emmons te zien met daarachter de USS Doyle
De USS Thompson kwam tegen 11.00 uur de sector binnen en schoot
haar kanonnen om 11.51 uur af op een verstevigd huis op EASY-Red. De Thompson staakte het vuren
om 11.55 uur nadat geconstateerd was dat het doel getroffen was, al was het effect
onduidelijk. Rond dat zelfde moment werd vanaf de Thompson waargenomen dat er
320mm raketten werden afgevuurd vanaf een kruispunt achter EASY-Red. Direct werd het
vuur verlegd welke pas om 12.13 uur gestaakt werd. Volgens het actie rapport
werden 30 granaten afgeschoten en het doel tot zwijgen gebracht.
Hierop vertrok de Thompson richting het westen.
Om 11.30 uur ontving General Omar Bradley aan boord van de USS Augusta
een rapport van Major Chester Hansen waarin een ‘disaster in the making’
(een ramp in wording) gaande was op Omaha Beach. Vier Golven aanvalstroepen
waren vastgepind op een smalle strook en de verliezen aan manschappen en
materieel waren dramatisch. Slechts op kleine schaal, door eigen initiatief
van grondtroepen zonder leidinggevende officieren hadden hier en daar
grondtroepen, ondanks de mijnenvelden, de bovenzijde van de heuvel bereikt.
Met steun van DESRON 18 werd aan de rechterzijde van Exit E-1 (Les Moulins)
een geschutsopstelling uitgeschakeld om 11.30 uur. Op verzoek van het 2nd
Battalion van 18th RCT was het aangevraagd, en op slechts enkele meters
boven de hoofden van de manschappen vlogen de granaten op hun doel aan.
Hiermee was de eerste Exit, E-1, nagenoeg veilig gesteld en open verklaard. Na 10.00 uur
gingen twee Bulldozers aan het werk om de tankgracht dicht te schuiven zodat het verkeer
het strand af kon en de weg richting St.Laurent-sur-Mer konden nemen. De zeer kwetsbare
chauffeurs van de Bulldozers verrichtten hun werk terwijl nog steeds Duits vuur hen links en rechts
om de oren vlogen. Beide chauffeurs zouden later het Distinguished Service Cross ontvangen.
De tankgracht bij Wn 65 is gedicht en E-1 is open
richting St.Laurent-sur-Mer (centraal de H667 kazemat waarin nog steeds het 5cm KwK kanon in staat)
Ondanks de steun van de torpedobootjagers die onontbeerlijk was voor de grondtroepen, want na een bombardement
van granaten kon de infanterie zich vrijer bewegen en de verzetshaarden opruimen, ging toch niet alles
perfect. Om 13.50 uur kreeg de USS Harding het verzoek, via LCI 538 die contact hadden met een SFCP,
om 'de kerktoren' te beschieten omdat deze als uitkijkpost zou worden gebruikt door Duitse artillerie.
De Harding vroeg om welke het ging,
die van Vierville-sur-Mer of Colleville-sur-Mer? Vierville-sur-Mer werd bevestigd. De Harding
vroeg bevestiging van de Force O Forward Observators (CFOFO), die vijf minuten later toestemming gaven
om het vuur te openen. Vanaf een afstand van 3200 yards (bijna 3 kilometer) werden vanaf
14.13 uur 40 granaten afgeschoten en de toren vernield. Volgens het actie rapport was ieder schot raak geweest. Later bleek de eerste granaat in
het huis van de burgemeester ingeslagen, de tweede bij de bakker, die de bakkersmeid dode en de baby
van de bakker. Meerdere huizen naast de kerk werden getroffen, en ook eigen troepen werden slachtoffer
van de granaten. Want, het bleek dat Vierville-sur-Mer al rond de tijd van de schoten op de kerktoren
ingenomen was door Amerikaanse troepen. Ondanks onderzoek is nooit 100% bevestigd geworden of de toren
als uitkijkpost gebruikt is geweest, al verklaarde Ranger officier Major Reed dat er vier verwrongen
machinegeweren in de verwoeste toren waren gevonden.
De USS McCook (DD 496) komt langzij
een vliegdekschip
Misschien wel het meest bizarre wat een torpedobootjager meemaakte was de schermutseling tussen de
Lt.Comdr. Ralph 'Rebel' Ramey, de schipper van de USS McCook, en een Duitse eenheid boven op de klif,
nadat vier schoten erop af waren gelost.
Er werd door de Duitsers met een witte vlag gezwaaid en men probeerde met elkaar te communiceren
via lichtsignalen en de semafoor. Met de één in gebroken Duits, en de tegenpartij in gebroken Engels
werd een uur lang geprobeerd elkaar 'iets' duidelijk te maken. 'Rebel' Ramey had er op een gegeven moment
genoeg van en gaf opdracht dat er weer op 'hen gevuurd zou worden'. Direct kwam een antwoord, 'staakt vuren!'.
Ramey gaf opdracht aan zijn signaalman dat die 'gasten' zich moesten overgeven en naar beneden komen. Er werd
aan dit verzoek voldaan, en met de handen in de nek kwam de groep om 16.35 uur in ganzenpas de heuvel af
en gaf zich over aan de grondtroepen op het strand.
Vanwege hardnekkig Duits vuur, raakte First Sergeant William Presley met een kleine groep,
allen van de 116th RCT, afgesneden in de ‘draw’ van Vierville-sur-Mer van de hoofdgroep ten noorden
van hen. Tijdens het zoeken om terug te trekken en weer contact te leggen met de hoofdgroep,
ontdekte hij op de klif een observatiepost van de Duitsers waarvan artillerie werd aangestuurd.
Hij verdeelde zijn kleine groep mannen en gaf opdracht de post te bestoken, zelf ging Presley
richting het strand, om contact te leggen met een Shore Fire Control Party (SFCP).
Een geposeerde foto van een typische 'Shore Fire
Control Party' (SFCP)
Eenmaal een
SFCP gevonden nam hij deze mee naar een positie waarvan deze een goed zicht hadden op de vijandelijke
observatiepost.
Om de SFCP kans te geven om de juiste positie te bepalen, bewoog Presley zich opzichtig om de
Duitsers af te leiden. De SFCP legde contact met, waarschijnlijk, de USS Satterlee.
De 'Party' wees de coördinaten aan, en het eerste schot was onderweg maar kwam niet op de goede plek,
en de coördinaten werden aangepast, weer een schot,… Deze viel op zijn plek, en de volgende opdracht
was ; ‘Fire for effect!’. De ene na de andere granaat vlogen rakelings over de mannen
hun hoofden en sommigen kwamen schrikbarend dichtbij,… maar alles ging goed en de Duitse stelling
werd tot zwijgen gebracht. Presley zou later het Distinguished Service Cross ontvangen voor deze actie.
Was de kerktoren van Vierville-sur-Mer al om 14.15 uur aangeschoten, door de USS Harding, om 18.54 uur
kreeg de Harding wederom orders om wederom een kerk te beschieten, ditmaal die van Colleville-sur-Mer.
Men vermoedde dat er vanaf deze toren mortiervuur werd geplaatst op het strand. Er werd
twee minuten, vanaf een afstand van 3200 meter, geschoten waarbij verschillende inslagen werden genoteerd.
Ook de Baldwin en de Emmons openden om 19.13 uur het vuur op de toen al beschadigde kerkspits
van Colleville, maar kregen al snel een 'staakt het vuren' van de infanterie.
Om 19.35 uur kwam weer een verzoek om de kerk te beschieten en de omgeving. Nu werd geschoten vanaf een afstand van
3500 meter en was het vuur verspreid neergekomen op en rond de kerk van Colleville.
De kerktoren van Colleville-sur-Mer,
Toen en Nu
En zo bleven gevechtsrapporten volgeschreven worden van een salvo hier en een salvo daar. Zoals bijvoorbeeld
van de Doyle, die om 19.57 uur het vuur opende op een eerder verlaten machinegeweer nest op de heuvel
west van de landingstranden. Duitse soldaten probeerden dit nest weer te bemannen. De Doyle vuurde drie
salvo's af en de post werd geheel verwoest.
Vanaf de Doyle zag men rond 20.53 uur waterfontijnen omhoog komen rond de USS Emmons. Het vuur
leek afkomstig van een batterij nabij Port-en-Bessin. De Doyle assisteerde de Emmons
in het terug vuren met elf salvo's. Maar op de Doyle zag men met afgrijzen hoe
de inslagen op het water nu langzaam naar hen toe kwamen. Minuten lang vlogen granaten richting de Doyle,
waaronder twee die tussen de schoorstenen van de jager vlogen en in het water plonsden. De Doyle
meende dat het vuur van een Flak schip kwam achter een pier in de haven van Port-en-Bessin.
Er werd terug geschoten maar geen treffers gezien, al kon men waarnemen dat er troepen vertrokken uit de
omgeveing van het Flak schip. Dit was dus de tweede keer die dag dat de Doyle met dit doel
geconfronteerd was (ook om 09.01 uur had zij vuur uitgebracht op dit doel).
Torpedobootjagers van DESRON 18 onder vuur!
En zo kwam er aan de 'langste dag' langzaam toch een einde. De Luftwaffe kwam rond 23.20 uur
met enkele JU 88A's bommenwerpers in de buurt van de vloot voor de kust van Omaha Beach. Twee schepen
van Force 'O' zouden worden getroffen door bommen. Maar er werden vijf toestellen neergeschoten.
Eén Duitse vliegenier werd uit zee opgepikt door de USS Emmons, maar deze stierf kort daarna.
Was de aangeslagen infanterie van de 1st- en van de 29th Division toch in staat om van het strand
te raken en het gevecht aan te gaan en een bruggenhoofd te maken voor de nacht, zonder de destroyers
was het maar zeer de vraag geweest of het ook gelukt was. Niet alleen schakelden de torpedobootjagers cruciale
doelen uit, die de opmars de heuvel op afremden, ook de zichtbare steun die de schepen zo moedig
dicht onder aan de kust gaven, gaven een signaal 'dat de infanterie er niet alleen voor stond'.
Dit zorgde voor een mentale 'kick in the butt' om de strijd aan te gaan,...
Om 20.00 uur had General Leonard Gerow de USS Ancon verlaten om op Omaha Beach het V Corps
hoofdkwartier in te richten. Zijn eerste bericht, welke Gerow weer ontvangen had van Colonel B.B.
Talley, Vth Corps, aan Lt.Gen. Omar Bradley was:
'Thank God for the U.S. Navy.'
Hoe het afliep met de destroyers van DESRON 18:
USS Emmons (DD 457) ging op 6 april 1945 verloren door een Japanse Kamikaze aanval.
USS Carmick (DD 493) werd verkocht voor sloop op 7 augustus 1972
USS Doyle (DD 494) werd verkocht voor sloop op 6 oktober 1972
USS Endicott (DD 495) werd verkocht voor sloop op 6 oktober 1970
USS McCook (DD 496) werd verkocht voor sloop op 27 augustus 1973
USS Frankford (DD 497) zonk bij Puerto Rico op 4 december 1973
USS Baldwin (DD 624) liep aan de grond Montauk Pt, New York, gezonken 5 juni 1961
USS Harding (DD 625) werd verkocht voor sloop op 16 april 1961
USS Satterlee (DD 626) werd verkocht voor sloop op 8 mei 1972
USS Thompson (DD 627) werd verkocht voor sloop op 7 augustus 1972
Een naamloze 'destroyer' uit de
Gleaves-klasse wacht om gesloopt te worden,...
Zeven destroyers werden dus roemloos gesloopt. Opvallend was het verlies van de
USS Emmons (DD 457). Tijdens mijnveeg operaties, samen met zusterschip USS Rodman (DD 456),
ten noordwesten van Okinawa op 6 april 1945 werd er een grote Kamikaze aanval ondernomen op de
Amerikaanse marineschepen.
Als eerste werd om 15.32 uur de Rodman getroffen door twee Japanse vliegtuigen, waarbij zware schade
werd toegebracht, met name aan het voorkasteel en aan stuurboordzijde waar een bom een gat
sloeg waardoor verschillende compartimenten water maakten. De USS Emmons begon rond de
Rodman te cirkelen om de brandende torpedobootjager te beschermen. Maar meer
Japanse vliegtuigen waren onderweg, 50 tot 75. US Navy jachtvliegtuigen wisten
verschillende neer te schieten, en eenmaal in het zicht van de schutters van de Emmons,
wisten deze ook nog eens zes stuks neer te schieten.
USS Emmons (DD 457) ligt op haar
stuurboordzijde op de bodem van de oceaan
(Foto: Kelissa Brockett, oktober 2014)
Om 17.32 uur sloeg de eerste Kamikaze vlieger in de USS Emmons, en binnen twee minuten sloegen
nog eens vier Japanse kisten in de destroyer. Bij deze Kamikaze aanval kwamen 60 man om en
raakten 77 man gewond. Rond die zelfde tijd wist nog een Japans vliegtuig de Rodman te
raken. Aan boord van de Rodman
vielen in totaal 16 doden en 20 gewonden. Kon de USS Rodman later geborgen worden en gerepareerd,
de USS Emmons was verloren. De volgende dag, 7 april, werd de Emmons tot zinken gebracht
door kanonvuur van de USS Ellyson (DMS-19).
USS Baldwin (DD 642) liep aan de
grond bij Montauk Point, New York
De USS Baldwin (DD 642) was in 1961 een zogenaamde 'mottenballen' schip.
Op 16 april 1961 rukte het schip zich los van de sleeplijn en dreef naar de kust van Montauk Point,
Long Island New York waar het aan de grond liep. Na vlot getrokken te zijn, werd besloten
haar tot zinken te brengen. Marineschepen namen haar onder vuur op 5 juni 1961, waarop ze zonk.
De USS Frankford (DD 497) ging ook roemloos ten onder nabij Puerto Rico toen ze als een 'target'
tot zinken werd gebracht op 4 december 1973. Eén schip, de destroyer USS Doyle (DD 494),
zou nog een rol vervullen als 'filmster', in de speelfilm 'The Caine Mutiny' (1954) met een hoofdrol
van Humphrey Bogart. Maar ook dit kon het schip niet tegenhouden van een onherroepelijke sloop
in 1972.
USS Doyle (DD 494) speelde een rol in 'The Caine Muntiny'
Op de volgende pagina aandacht voor een andere groep,... de Rescue
Cutters van de ‘Matchbox Fleet’ van ResFlo One KLIK HIERONDER
|