Het is vaak genoeg in de meeste boeken aangehaald, maar blijft
toch op één of andere manier onderbelicht. Waarschijnlijk vanwege het
feit dat ze niet direct opvallend hun werk deden, de destroyers
(torpedobootjagers) van de Amerikaanse en Britse marine. Maar het
blijft wel een feit dat acht destroyers van met name Destroyer Squadron
(DESRON) 18, met drie Britse jagers ongelooflijk goed werk hebben verricht,
en voor de ondersteuning zorgden die nodig was om belangrijke doorbraken
door grondtroepen te verwezenlijken.
De Benson-Gleaves-class destroyer
USS Satterlee (DD 262)
De destroyers van DESRON 18 behoorden tot een vloot van 66 torpedobootjagers van de
Benson-Gleaves-class. Dit type jager was een versie van de Sim-class waarin meer machinerie
ingebouwd kon worden. Daarom zijn deze klasses herkenbaar aan een enkele schoorsteen (Sim)
en de dubbele schoorsteen (Benson-Cleaves). De Benson-en Cleaves klasse werden populair genoemd
de Livermore class. Maar er waren wezenlijke verschillen. De Benson had ronde boorden aan de brug,
en die van de Cleaves waren recht. Het is dus niet eenvoudig deze types torpedobootjagers
uiteen te houden. Alle negen schepen van DESRON 18 waren gebouwd bij de Seattle-Tacoma
Shipbuilding Corporation (met uitzondering van de USS Emmons (DD457) die bij Omaha Beach zou opereren
onder de vlag van DESRON 18, deze was gebouwd bij Bath Iron Work, Bath, Maine).
'Thank God for the U.S. Navy!'
(Bericht van General Leonard Gerow aan Lt.Gen. Omar Bradley)
Twee DESRON 18 destroyers in
de baai van Belfast Lough, Noord Ierland. De
USS Satterlee (DD 262) en (midden) de USS Baldwin (DD-624).
Achteraan ligt de USS Nelson (DD-623) behorende tot DESRON 17.
In DESRON 18 was oorspronkelijk ook opgenomen de USS Endicott (DD 495).
Maar in mei was ze in botsing gekomen met een ander schip en raakte
daarbij beschadigd. Haar plek werd ingenomen door de USS Emmons (DD 457)
voor inzet tijdens D-Day op 6 juni.
De jagers waren als volgt verdeeld: ter ondersteuning van de 1st Division op de
oostelijke flank van Omaha beach, de FOX en RED lagen de HMS Melbreak (L73), de USS
Emmons (DD 457), USS Baldwin (DD 624), USS Harding (DD 625), en de USS Doyle (DD 494)
geleid door de HMS Tanatside (L69). Voor de 29th Division op EASY en DOG waren de USS
Carmick (DD 493), de USS McCook (DD 496) en de USS Thompson (DD 627) beschikbaar.
Om de Rangers te ondersteunen die Pointe du Hoc moesten innemen, waren de USS
Satterlee (DD 626) en de HMS Talybont (L18) in positie. Er was wel een ‘plan’ bedacht,
maar dat werd al snel ‘overboord’ gegooid. Zeker toen eenmaal de landingsboten
richting hun sectoren gingen.
Rond 07.30 uur trokken de Britse jagers zich terug en nam de negende Amerikaanse jager,
de USS Frankford (DD 497) haar positie in. De Frankford was het vlaggenschip
van DESRON 18 en was constant aan het bewegen om agressie te tonen.
Het slagschip USS Arkansas (BB 33)
in actie voor de kust van Omaha Beach
Maar voor de eerste troepen de stranden van Omaha Beach zouden bestormen, zouden
Geallieerde bommenwerpers de Duitse stellingen bombarderen (maar die hielden hun
bommen enkele seconden te lang vast, uit vrees eigen troepen te raken, en vielen
in het achterland). Nadat de bommenwerpers vertrokken waren, begonnen de kanonnen
van de oorlogsbodems te bulderen vanaf 05.30 uur. Als eerste opende de Franse lichte
kruiser Montcalm het vuur op haar moederland. Vanaf de batterij van
Longue-sur-Mer werden de USS Doyle en de USS Emmons onder vuur genomen door het
15.5cm geschut, waarop er direct werd terug gevuurd, ondersteund door de USS Harding
en de USS Baldwin. De Doyle zou later rapporteren dat zij bestookt was door
7.5cm of 8.8cm geschut ten westen van Port-en-Bessin. Dit is waarschijnlijk vuur
afkomstig geweest vanaf Wn 60.
De destroyers hadden opdracht gekregen om ondersteuning te geven daar waar nodig
voor de landende troepen. Hiertoe waren er signaal eenheden onder de landende Eerste
Golf. Maar vanwege de stroming en het verkeerd terecht komen van de troepen, was er
van enige vorm van communicatie nagenoeg geen sprake. Tevens gingen de meeste radio’s
verloren in de chaos. De enige die daadwerkelijk de troepen de eerste uren ondersteunden waren de
destroyers bij Pointe du Hoc. Nadat het slagschip USS Texas haar beschieting stopte
op de klif, om de Rangers de rots te laten beklimmen, werd de ondersteuning overgedragen
aan de USS Satterlee (DD 626) en de USS Thompson (DD 627).
De USS Satterlee (DD 262)
De beschietingen door de marineschepen op de kust van Omaha Beach werden gestaakt
om 06.25 uur. Er waren rond de 3000 granaten afgeschoten zonder ook maar één doelwit
geraakt te hebben. Hierop vuurden de Britse LCT(R)’s hun barrages aan 5-inch (12.7mm)
raketten af op de sector Omaha Beach. In totaal werden 173.736 3-inch raketten
afgeschoten (een totaal van bijna
4700 ton!). De meesten vielen onschadelijk voor de kust in zee. Vervolgens was het
plan om de DD tanks aan land te laten komen, gevolgd door de Eerste Golf aan infanterie
eenheden in 48 landingsboten.
Een LCT(R)
vuurt een salvo 5-ich raketten af
Vanaf enkele kilometers afstand werd er vanaf de
torpedobootjagers gekeken hoe de bonkende landingsboten een weg
zochten in de stampende zee. De kust was bijna niet te onderscheiden vanwege
de rook die de afgevuurde raketten veroorzaakt hadden. De USS Baldwin schoot
met haar voorste twee 5-inch op enkele van te voren vastgestelde doelen over
de hoofden van de landingstroepen heen. Ook de USS Doyle vuurde haar
kanonnen, maar noteerde in het actie rapport om 06.30 uur dat door de rook en
opgeworpen stof geen doelen zichtbaar waren. Rond deze tijd kwam het
bericht binnen niet meer op doelen te vuren dicht op het strand, want er
zouden eigen troepen onder vuur liggen van de jagers. In het log van de
USS Carmick werd vastgelegd dat er vanaf 06.47 uur op hen geschoten werd
door een Duitse kustbatterij. De Carmick vuurde terug en om
06.50 uur werd vastgelegd dat hun geschut de Duitse batterij tot zwijgen
had gebracht.
Leek eerst alles volgens plan te gaan, binnen een half uur bleek al dat
het een chaos was op de landingstranden van Omaha Beach. Terwijl de
infanterie op de stranden werden afgeslacht, vuurden de torpedobootjagers
hun granaten het achterland in.
Ten westen van de exit D-3 (DOG-Red) was gras en struikgewas
in brand geraakt door de afgeschoten raketten of het marine geschut.
De rook verhinderde om vuursteun vanuit zee te geven aan de troepen
aan land, al hadden deze wel enige bescherming van diezelfde rook.
Zoals op deze beroemde foto van Robert Sargent is te zien;
dikke rookwolken over EASY-Red verhinderen DESRON 18
ondersteuning te geven aan de landende Tweede Golf
De eerste serieuze mededeling dat de US Navy verliezen leden, kwam vanaf de sector Utah Beach.
Om 06.36 uur was de destroyer USS Corry (DD 463) getroffen, en tot zinken gebracht,
door de
batterij van Saint Marcouf (Crisbecq). Men was dus gewaarschuwd,…
USS Satterlee, bij Pointe du Hoc, trok om 07.10
uur machinegeweervuur aan, waarop terug werd geschoten. Het eerste contact met de Rangers
‘Shore Fire Controle Party’ (kust vuurcontrole groep) werd om 07.28 uur gelegd. Toen
deze groep het binnenland in trok, nam een seinlamp van de Rangers het over.
Satterlee kon op deze manier vuur afgeven op doelen die de Rangers zeer zwaar
bedreigden. Later zouden de USS Thompson en de USS Harding tevens de Rangers extra
ondersteunen om te overleven. De US Navy heeft bij Point du Hoc de Rangers zien
vechten en waren extra gemotiveerd om hen te steunen.
Om 07.30 uur verliet de Britse jager HMS Talybont de sector
Omaha Beach voor beveiliging van de periferie.
Om 08.30 uur gaf de commandant van de 7th Naval Beach Battalion
opdracht geen voertuigen meer aan te voeren, de chaos was compleet.
De USS Frankford kwam uit de beveiligingssector om 08.35 uur en koerste
tot op een kilometer van EASY-Red onder de kust. Het zou het eerste teken
worden van een zeven uur durend verblijf in de EASY en DOG sector voor
de Frankford. Ondanks herhaaldelijke pogingen kon er geen contact
worden gelegd met SFCP aan de wal (op één keer na) en werden uit eigen
observatie doelen uitgezocht en bestookt.
Destroyer USS
Frankford (DD 497), commandojager van DESRON 18 in 1945
Tussen 08.00 uur en 09.00 uur voer de USS Doyle een oostelijke koers
op 1500 meter uit de kust tussen Colleville-sur-Mer en Port-en-Bessin. Om
08.05 uur opende de USS Doyle het vuur op een machinegeweer positie
nabij Port-en-Bessin en schoot 40 granaten met succes op het doel.
Om 08.10 uur werd een eerste contact gelegd met een ‘Shore Fire Control Party’
(SFCP), maar deze hadden toen nog geen doelen voor de Doyle.
De USS Carmick ontving om 08.10 wel een bericht van een SFCP, toen er
vuursteun gevraagd werd op een doelwit op 17.000 yards (15.500 meter).
Vervolgens viel de verbinding weg met deze SFCP toen hun radio uitviel.
Maar dat de destroyers zelf ook niet onschendbaar waren, was al aangetoond door
het verlies van de USS Corry bij Utah Beach. Om 08.20 uur werd
In het log van de USS Baldwin opgetekend dat ze getroffen was door twee
granaten (8.8cm of 10.5cm) afgeschoten vanaf de oostelijke batterij bij Port-en-Bessin
(Longue-sur-Mer?).
De eerste treffer was in het achterste kwartier aan stuurboordzijde waar de
motorboot ('whaleboat') in de davits hing. De tweede sloeg in
op het voorkasteel aan bakboordzijde en explodeerde op het hoofdek. Het sloeg een gat
in het dek waarbij de automatische vuurgeleiding beschadigd werd. Hiermee
werd het voorste kanon, toren #1, uitgeschakeld. Maar binnen enkele minuten beantwoordde de
Baldwin de aanval met vuur van haar 5-inch No.3 en 4 kanonnen. Ook
het 40mm kanon aan bakboordzijde schoot de nodige granaten af richting
de vijandelijke batterij (die volgens het log tot zwijgen werd gebracht).
Er waren geen gewonden aan boord van de Baldwin en de schade was
vrij snel verholpen.
Destroyer USS Baldwin (DD 624)
en de, globale aangegeven, Duitse treffers
De commandant van DESRON 18, Captain Sanders, aan boord van de Frankford,
gaf rond deze tijd aan alle Destroyers de opdracht dicht op de kust te komen varen,
en ondersteuning te geven aan de landingstroepen. De commandant van de DESDIV 36,
waar DESRON 18 onder viel, was aan boord van de USS Satterlee bij Point du Hoc en
had geen zicht op de stranden van Omaha.
Sommige jagers hadden zich al dichter op de kust gewaagd, zoals de Comdr. Robert Beer van de
USS Carmick, die zich zelfs tot op een 800 meter van de kust waagde.
De Carmick was de eerste die het 'staakt het vuren' verbrak.
Uit het 'action report' van de USS Carmick:
'Early in the morning a group of tanks were seen to be having difficulty making
their way along the breakwater road toward Exit D-1 [the Vierville draw]. A
silent cooperation was established wherein they fired at a target on the bluff above
them and we then fired several salvos at the same spot. They then shifted fire
further along the bluff and we used their bursts again as a point of aim.'
Observanten aan boord zagen rond 08.30 uur enkele tanks op het strand, waarvan er één vuurde op
‘iets’ boven op de heuvel. Voor de Sherman tanks was de hoek te steil en het
doelwit niet te raken. Dus werden de kanonnen van de Carmick op dat punt
losgelaten.
Een bewaard 5"/38 kanon van een destroyer in Dresden, Duitsland
Iets soortgelijks ondernam men ook aan boord van de Frankford.
Gunnery Officer Keeler verklaarde later: 'Een tank met een gebroken track (rupsband)
schoot vanaf het strand op een doelwit. Direct werd met de 5-inch kanonnen ook het vuur geopend
op dat zelfde doel.'
Men kan zich de verbaasde blikken in de tank voorstellen toen op
‘hun doelwit’ opeens enorme inslagen te zien waren. Keeler: 'De commandant van de tank
stak zijn hoofd uit de koepel en keek om zich heen waar de schoten vandaan kwamen
en ontdekte de destroyer. Hij zwaaide naar de jager en dook daarna snel weer
terug in de bescherming van zijn koepel. Het vuur van de tank werd verlegd op een
ander doel en schoot een markeergranaat in de richting. De Frankford draaide
haar geschut en opende het vuur op het nieuw ‘aangewezen’ doelwit.'
Op deze wijze werd stilzwijgend een samenwerking gesmeed tussen de Navy en de Army dat wonderwel
werkte. Verschillende doelen werden met succes het zwijgen opgelegd.
Om 09.00 uur waren er 5000 manschappen aan wal
gezet op Omaha Beach. En de condities waren afschuwelijk. Drie kwart van de
radio’s die contact moesten houden tussen wal en schip, waren onbruikbaar.
Rond dezelfde tijd, 09.00 uur, werd het de officieren aan boord van de torpedobootjagers
duidelijk dat er iets faliekant mis was op Omaha Beach. Maar niet iedere jager durfde
zomaar op doelen te schieten die op de heuvelrug lagen, bang als men was eigen
troepen te raken. Eén van de eerste die het waagde zich dichter op de kust te varen
was Lt.Comdr. Ralph 'Rebel' Ramey, de schipper van de USS McCook. Op de hoogte van
Vierville-sur-Mer opende het schip het vuur met haar 5-inch kanonnen op bunkers en
kazematten. Twee doelwitten, Duitse kanonnen in de klif ondergebracht, werden een
uur lang bestookt. Eén werd finaal uit de klif geknald, de andere explodeerde later.
De komst van de destroyers naar de kust had nog een voordeel, de lichte landingsvaartuigen
konden enigsinds schuilen achter de jagers voor ze het laatste stuk naar het strand onbeschermd
moesten nemen.
Om 09.01 uur opende de USS Doyle, volgens hun log, het vuur op een patrouille
boot van de Duitsers die achter de pier van de havenmond van Port-en-Bessin lag
(dit is waarschijnlijk op een FLAK schip geweest waarvan er twee in de voorhaven
lagen). Ondanks 5-inch en 40mm granaten, en snelvuur werden geen treffers gescoord
vanwege de dekking van de pier.
KLIK HIERONDER, OP DE USS DOYLE, OM
NAAR DE VOLGENDE PAGINA TE GAAN
|