De 'Bedford Boys' en de US 29th
Division
116th Infantry Regiment van de 29th National Guard Infantry
Division bevatte een grote groep jonge mannen uit het 3000
tellende stadje Bedford, Virginia, welke ondergebracht waren
in Company A, 1st Battaion. De meesten waren als vrienden in
1938 al aangesloten voor de 30 dollar per maand. Hiervoor
hoefden ze slechts eenmaal per week te oefenen en twee weken
in de zomer. Er was altijd het risico dat ze werkelijk in
actieve dienst gezet zouden worden, maar 'dat zou toch niet
zo'n vaart lopen?' Maar met enige ongeloof werd Co. A op 18
februari 1941 op de trein gezet naar Fort Meade, Maryland.
De actieve dienst zou in eerste instantie slechts voor 12
maanden zijn. Waren de 'Bedford Boys' weekend soldaten en
werd op hun neergekeken door reguliere soldaten, het kader
wilde toch het beste uit deze jongens halen. Met de Japanse
aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941, werd de 29th Division
niet langer gezien als een tijdelijk actieve divisie, maar werd
ingezet voor de duur dat het conflict duurde. In september 1942
stak de 29th de Atlantische Oceaan over in de Queen Mary.
US 29th Infantry
Division: Maj. Gen. Charles H. Gerhardt
In juli 1943 nam Charles H. Gerhardt het commando over
van Gerow om de 29th Infantry Division te gaan leiden. Hij
had een slechte reputatie onder de soldaten, een echte
'West-Pointer' die weinig eerbied leek te hebben voor
de mannen van de National Guard, welke de 29th was.
Maar hij gaf plotseling driedaagse verlofpassen uit.
Helaas was de vreugde van korte duur. Gerhardt had 20
jaar gewacht op deze kans, en wilde beslist niet dat
het zou mislukken. Dus, de zweep ging over de manschappen,
glad geschoren, strak in het uniform en gepoetste voertuigen,
en vooral, de kinband van de helm was verplicht! Niemand had
enige bewondering voor Gerhardt, maar deze wist dat de 29th
één van de eerste divisies was die Normandië zou bestormen.
En hij ging voor de victorie, en niets minder. 'Uncle'
Charley kreeg al snel de naam dat hij drie divisies onder
zich had, één in het veld, één in het ziekenhuis, en één
op het kerkhof,... Gerhardt had een strijdkreet bedacht voor
de 29th; 'Twenty Nine, Let's Go!'. Voor het einde van de
oorlog was deze al verbasterd tot : 'Twenty Nine Go Ahead!'
Gen. Dwight Eisenhower spreekt officieren
van 116th Regiment toe in feb. 1944
(Naast Eisenhower staat (links) Gen. Gerhardt
en rechts Maj.Gen. Gerow)
Het werd steeds duidelijker dat Company Abel,
116th Regiment in de Eerste Golf zat en DOG-Green
als doel kreeg. De compagnie ging aan boord van de SS
Empire Javelin. Even leek het erop zonder Captain
Taylor Fellers, omdat deze met een infectie was opgenomen
in een ziekenhuis. Maar tijdens het inschepen verscheen
Fellers; 'Ik trainde met jullie, en sterf met jullie
mocht het zover komen'. Op zo'n 20 kilometer voor de kust
stapten de 'Bedford Boys' van 116th RCT over van het
transportschip in zeven LCA's. Tijdens de
landing op DOG-Green stond Co. A er niet alleen voor, er zou ondersteuning zijn van Company C,
2nd Ranger Battalion.
Lt.Col. Ch.D.W. Canham (CO. 116th)
en Lt.Col. J.E. Rudder (CO. Ranger Bn.)
116th Regimental Combat Team (RCT) |
2nd en 5th Ranger Battalion |
Tijd van Landing Eerste Golf: 06.36 uur
Bestaande uit:
116th Infantry Regiment
wwPlus toegevoegde
ondersteuning:
121st Engineer Combat Battalion
5th Ranger Battalion
2nd Ranger Battalion (2 Companies)
743rd Tank Battalion (DD)
|
Force A, Lt. Col. James Rudder, C.O. (Pointe du Hoc)
Tijd eerste landing op DOG-Green: 06.45 uur
Force B, Capt. Ralph Goranson, C.O. (DOG)
Company C, 2d Ranger Battalion
Force C, Lt. Col. Max Schneider, C.O. (DOG)
Company A en B, 2nd Ranger Battalion (07.30 uur)
Company A, B en C, 5th Ranger Batt.(07.45 uur)
Company D, E en F, 5th Ranger Batt. (07.45 uur)
|
|
De sectoren voor
116th en 16th Regiment, en hun uiteindelijke
landingsplaats
DOG-Green, Abel Company, 116th RCT,
29th Infantry Division
En zo voer Compagnie A (Abel), 116th Regimental Combat Team (RCT), 29th Division,
naar de sector DOG-Green, richting uitgang D-1, de opgang naar Vierville-sur-Mer.
Om de Eerste Golf ondersteuning te geven, kwamen eerst de DD tanks aan land.
Hier werden de DD tanks rechtstreeks op het strand
gezet vanuit de LCT's toen bleek dat in de sector van de 1st Division nagenoeg
daar alle DD's verloren gingen in de ruwe zee.
De eerste landingsboot welke werd getroffen
door Duits vuur, was de LCA met sectie 5 aan boord. Op bijna een kilometer
vanaf het strand, zonk de boot, waarbij zes man verdronken. De anderen werden
later uit het water gevist, en terug gevoerd. De volgende LCA die geraakt werd,
met sectie #3, kost het leven aan twee man. Maar vanwege de onderstroom op honderd meter
vanaf het strand, verdronken er zeker twaalf man. Om 06.36 uur vielen de kleppen
van de overgebleven vijf boten toen deze de zandbank raakte. Bij het verlaten van hun LCA
verdronken er zeker twintig man van sectie #1 in de diepe onderstroom, de andere tien
hielden zich vast aan de zijkant van de woest stampende LCA. LCA met sectie #4 verloor
ook gelijk de helft van de mannen aan boord door machinegeweervuur en verdrinking.
Degene die uiteindelijk het strand bereikten waren zo uitgeput dat ze neerstortten
in het onbeschermende zand,
waarna verschillende slachtoffer werden van de beschietingen en de opkomende
vloed. Sommigen keerden terug het water in om achter de hindernissen te schuilen.
Een beeldje uit een stukje film toont een LCA
onderweg naar Omaha Beach
Van LCA 911, kwam Capt. Taylor Fellers en iedere andere man aan boord om het leven toen
zij het strand probeerden te bereiken, en slechts
de helft van de manschappen werd later geborgen toen deze aanspoelden op het
strand. Fellers had tijdens een meeting van officieren zijn ongezouten mening gegeven.
Hij verklaarde dat hij met slechts één machinegeweer, een BAR, het strand kon verdedigen.
Maar er werd geen acht op geslagen. Tegen Lt. Ray Nance sprak hij de
voorspellende woorden uit, 'We'll all be killed, Ray'. Binnen zeven minuten was 'Abel'
Company al haar officieren verloren, op één na,
Lt. Ray Nance, binnengelopen in LCA 911, die gewond was geraakt aan hiel en buik.
Capt. Taylor Nicholas Fellers en rechts de eerste Amerikaanse begraafplaats
gelegen tussen Les Moulins en Vierville-sur-Mer (ingericht op D+1).
De plek waar omgekomen 'Bedford Boys' tijdelijk een rustplaats vonden,...
Van de 'Bedford Boys', sneuvelden er negentien op 6 juni 1944 (later nog eens drie).
Geen enkele gemeenschap in de Verenigde Staten droeg in percentages zo'n zwaar verlies.
Slechts 10% van Co.A overleefden min of meer de 'Zelfmoord Golf'.
Na tien minuten was er ook geen sergeant meer die leiding kon geven,
deze waren gewond of gedood. Toen LCA met sectie #7, het medische personeel, arriveerde
en de klep liet vallen, werden alle 17 hulpverleners gedood door het
geconcentreerde vuur van twee machinegeweren. Toen 'Able' 15 minuten aan wal was,
was er nog geen schot door hen gelost op de Duitse verdediging. De aanval was
omgeslagen in een reddingsoperatie. Hospik, Medic Thomas Breeden kleedde
zich half uit, ontdeed zich van zijn schoenen, en waadde de zee in om mannen het strand
op te helpen. Zijn voorbeeld deed volgen en meerdere kerels gingen het water
in om kameraden eruit te sleuren. Met een mes werd eerst de bepakking losgesneden
om het gewicht te verminderen. Verschillende van deze mannen, in sommige publicaties omschreven
als 'Tide-Walkers' (wadlopers), werden slachtoffer van hun
heldhaftige optreden. Maar ook zij konden niet voorkomen dat binnen
een half uur tweederde van 'Abel' uitgeschakeld was, waarvan
de meeste manschappen door verdrinking om het leven waren gekomen.
Landingsboten zinken voor de kust,
reddingspogingen werden in gang gezet
Van Abel Company zouden binnen twee uur na de landing nog slechts zes man
in staat zijn hun geweer te dragen. Deze hadden zich in beweging gezet om de klif
te beklimmen, maar vier moesten het door uitputting al snel opgeven. De andere
twee sloten zich aan bij een sectie van Co.C, 2nd Ranger Battalion (Force B) dat als
doelwit Pointe du Hoc had, om hun kameraden daar te ondersteunen. Deze groep was
in twee LCA's binnengelopen rond 06.45 uur.
De 65 Rangers in twee LCA's waren zwaar bestookt en de helft van de mannen van LCA 1038
waren omgekomen in een kogelregen. Ook de andere LCA was verloren gegaan toen het
getroffen werd door verschillende mortieren en granaten.
Hierboven de sector
'DOG-Green' bij Vierville-sur-Mer
Wat de grote problemen ook in de hand werkt was het gemis aan
landende troepen van Company G op DOG-White. Deze misten hun doel en
dreven af naar de sector EASY-Green (hiermee zelfs aan DOG-Red voorbij te gaan!).
Ook Company F, 116th RCT miste hun sector (DOG-Red), en kwamen ook terecht
in EASY-Green. Hierdoor werd al het Duitse vuur vanaf Wn 71, Wn 72 en Wn 73
geconcentreerd op de onfortuinlijke Co.A. Maar het meest dramatisch verdwalen overkwam
Co.E, 116th RCT, waarvan enkele secties in EASY-Red landden en zelfs
helemaal in de sector FOX-Green terecht kwamen.
Door een brand in het lage gewas op de rand van EASY-Green en EASY-Red,
nabij E-1, de Exit tussen Wn 64 en Wn 65,
werd door de rook het zicht ontnomen van de Duitse verdediging richting het strand.
Company G. en F., 116th RCT landde precies in dit deel, EASY-Green (terwijl DOG-White
en DOG-Red hun respectievelijke doelwit was). Nadat de manschappen van Co.G aan wal
gestrompeld waren kregen ze daar te horen dat ze hun doel gemist hadden en een kilometer
westwaarts moeten trekken,… over het strand. De verliezen liepen daarna snel
op onder Co.G. Sommigen zochten daarop een schuilplek onder de heuvel.
Anderen begonnen uit eigen beweging de heuvel te
beklimmen, om ergens een doorbraak te vinden, ondanks het gevaar voor mijnen.
Co.F, 116th RCT kwam terecht in een punt waar de rook hun enige bescherming bood,
maar evenzo goed ook een punt waar moordend vuur van de Duitsers veel slachtoffers eiste.
LCA 1063 van Company 'Baker' na de strijd om DOG-Green
(rechts een Sherman tank met waadschachten heeft het niet gehaald,...)
De Tweede Golf zou 26 minuten na de Eerste Golf binnenlopen met, met Company Baker en
het Hoofdkwartier Co.A, 1st Bn, 116th Regiment (de laatste in een LCVP). Company Baker,
in zes LCA's, had zware zee te verduren, en de mannen probeerden met hun helmen het
water uit de boten te krijgen. De vloed was hoger opgekomen, en de stuurlui van Co.B zochten hun
weg tussen de hindernissen en de stuurloos dobberende 'Abel' LCA's. Er vielen
nu ook mortieren tussen de boten, en toen van de eerste LCA de klep viel,
herhaalde zich hetzelfde als met Co.A. Velen stierven door verdrinking of kogels,
waaronder Captain Ettore Zappacosta.
Eén LCA van 'Baker' probeerde de rand van het strand te bereiken,
maar stootte zich lek, en door het stilvallen werd het een gemakkelijk doelwit, en
geen enkele man aan boord overleefde het. De Britse stuurlui van de andere LCA's
zagen het gebeuren en willen zich terug trekken met hun aanvalsboten. Sommige
Amerikaanse officieren zagen zich genoodzaakt met overtuiging (lees; met getrokken pistool)
de stuurman door te zetten naar het strand. De stuurlui zagen zich genoodzaakt
een betere landingsplaats te vinden.
Eén van hen zette zelfs koers richting Pointe du Hoc, maar vijftig meter naar het
westen leek het wat rustiger, en de mannen verlieten daar hun boot.
Achtentwintig man wisten het kleine kiezelstrand te bereiken en onder de
bescherming van de hoge steile klif zetten ze zich in
beweging richting het strand. Onderweg daar naartoe verloren ze vijf man,
waarvan twee gedood.
Manschappen van 2nd Ranger Battalion in een LCA,
tijdens een training, op 1 juni 1944 in Weymouth Harbor, Engeland
Vanaf 07.15 uur kwamen de LCA's van Rangers 'Force C' naar DOG sector. De eerste die aan land
kwamen waren de manschappen van Companies A en B, 2nd Battalion Rangers,
gevolgd rond 07.45 uur door 6 companies van 5th Battalion Rangers, onder leiding van Lt. Col.
Max Schneider. Deze had vruchteloos gewacht op een signaal van Rudder om naar Pointe du Hoc
te komen, en koos toen voor zijn alternatieve doel, de sector DOG.
De Rangers sloten zich aan bij het handjevol eerder gelande mannen van
Co. C, die in een vuurgevecht waren met Duitse verdediging. Na een snelle organisatie
werd de aanval ingezet op het zogenaamde 'Versterkte Huis', in de sector CHARLIE,
dat boven op de klif stond, en gezien werd als een bedreiging voor de sector DOG (zie foto hieronder).
Het 'Versterkte Huis' in betere tijden,...
Slechts wat resten van achtergebleven metselwerk
herinneren aan het 'Versterkte Huis'
Company H liep rond 07.00 uur binnen op de scheidslijn DOG-White en
DOG-Red, zo'n 500 meter ten westen van Les Moulins. Accuraat vuur vanuit
Wn 66 en Wn 67 maakte veel slachtoffers.
Company C, 116th RCT landde om 07.10 uur in het midden van DOG-Green,
en leed minimale verliezen, mede vanwege dat Co.B al het vuur naar zich
toe trok. Company D landde ook om 07.10 uur op DOG-Green, west van Co.C en verloor
hun kapitein, Walter Shilling, de vierde compagnie commandant van 116th deze
morgen en de derde van 1st Battalion. Op een andere LCA moest Sergeant William
Norfleet al zijn overtuiging gebruiken om de Britse 'coxwain'(stuurman) om door te duwen
naar het strand omdat de stuurman de manschappen in diep water wilde laten 'uitstappen'. De stuurman zette
met tegenzin de LCA verder naar de branding, maar knalde op een obstakel en maakte water. Maar de
manschappen wisten allemaal veilig het strand op te komen.
Om 07.20 uur kwamen de Companies I en K, 3rd Bn. 116th RCT,
naar het strand ten oosten van D-3 in EASY-Green. Dit was één
van de eerste landingen die redelijk ging zoals gepland. De enige die gewond raakte was een luitenant
die gestoken werd door een bajonet aan boord van de LCVP. De Companies L en M van de 116th, kwamen
in EASY-Red binnen, de sector van de 1st Division, en de meesten wisten veilig de
onderzijde van de heuvel te bereiken.
Deze zeemuur gaf enige
bescherming in de sector DOG-White
Om 07.30 uur landde de staf van 116th met LCVP 71 in de sector DOG-White. Aan boord was General Norman Cota, assistent divisie commandant naar Maj. Gen. Charles H. Gerhardt en Colonel Canham, commandant 116th Regiment. Onderweg naar het strand was de LCVP onder vuur genomen door machinegeweren en mortieren, waardoor drie man aan boord omkwamen. Onder dekking van de rook van brandend gras was de landing vervolgens relatief veilig verlopen. Generaal 'Dutch' Cota, een bijnaam die hij kreeg toen hij football speelde aan de Worcester Academy, bevond zich opeens in een grote chaos van manschappen die voornamelijk behoorden tot Co. C en Rangers. Terwijl Cota de zaak in ogenschouw nam kwamen er alweer versterkingen binnen van 5th Battalion Rangers. Als dit zo doorging, constateert Cota, dan dreigde de gehele landing op een fiasco uit te lopen. Er moest snel iets ondernomen worden.
General Cota was niet de enige met het idee dat er iets ondernomen moest worden,
verscheidene mannen van 116th RCT hadden op eigen initiatief de heuvel beklommen om Duitsers te zoeken
die hun het leven zo moeilijk maakten. Maar dit waren individuele acties, want er was
weinig of geen leiding. General 'Dutch' Cota bleef op doodsbange mannen onder aan de zeemuur
inpraten op te staan en op de heuvel te sterven inplaats van op het strand. In het
provisorisch ingerichte 'command post' van de 'Force C' Rangers, ontmoette Cota later Lt.Col. Max
Schneider. Hier werd min of meer een aanval op de heuvel met een omtrekkende beweging naar
Vierville-sur-Mer besproken.
General Norman 'Dutch' Cota en Lt.Col. Max Schneider
('Force C', Rangers)
Met hulp van het 5th Rangers
Battalion, dat geen 'kick in the butt' nodig had (volgens
eigen zeggen) werd rond 09.00 uur een doorbraak geforceerd met
de opdracht van Cota; 'Rangers (you) lead the way!',
een slogan die later in het Ranger hun wapenspreuk terecht zou komen. Na het plaatsen van
Bangalore torpedo's werden gaten geslagen in de prikkedraad versperringen en
klommen de Rangers naar boven, gevolgd door meerdere mannen van de 116th.
Door Cota zijn beroemd geworden uitspraak, 'Rangers lead the way', kregen de Rangers
wel erg veel eer achteraf, want verscheidene mannen van het 116th RCT waren op eigen
initiatief al op de heuvel in gevecht geraakt met Duitsers.
Een dramatische foto toont hoe
voertuigen door de branding naar het strand worden gebracht of
op eigen kracht er proberen te komen.
Centraal is de brand op de rand van sector
DOG-Red/EASY-Green te zien.
Al vrij snel nadat de Eerste Golf aan land was gegaan, probeerden
Landing Craft Tank (LCT's) hun weg te vinden om tanks,
gemotoriseerde artillerie
en dergelijke op het strand te zetten. Maar vaak was er geen plek te vinden door de obstakels, of
de schade die opgelopen werd door mijnen en beschietingen. Sommige LCT's keerden terug naar zee
om hun lading over te zetten op platte drijvende pontons, de zogenaamde 'Rhino ferries'. Het bestond
uit samengestelde pontons en aangedreven door twee grote buitenboordmotoren. Ze waren ideaal om bij hoog water
over de obstakels heen te varen, en vervolgens als lospieren gebruikt te worden. Als de LCT of LST
(Landing Ship Tank) niet op het strand kon landen, losten ze hun lading op de Rhino, waarna
de voertuigen eraf reden als ware het een pier.
Op de voorgrond een Rhino Ferry
(RHF 19) met daarnaast een LCT (526).
Achter de Rhino is een Landing Ship Tank (LST 502) te zien.
Door de enorme aanvoer van voertuigen werd de chaos op
Omaha alleen maar verergerd. Sommige voertuigen waren zo ingericht dat ze bij
hoog water nog konden voortbewegen. Maar in het water ontstonden al files.
En als dan een voorste voertuig zijn motor het begaf, of getroffen werd door Duits vuur, dan
waren de voertuigen daarachter gedoemd ook verloren te gaan. Inhalen was meestal geen optie,
vanwege de smalle ruimtes tussen de hindernissen en obstakels.
Heel veel voertuigen werden door hun bestuurders achtergelaten in de stijgende vloed. Hiermee creërden ze
nog meer obstakels voor de volgende golven die naar het strand kwamen.
Verlaten voertuigen werden weer zichbaar tijdens de eb,
maar bleken tijdens de vloed geplet door binnenkomende landingschepen
Om 08.30 uur werd de aanvoer van
voertuigen dan ook gestaakt. Het strand was nu ook zo smal
geworden, daar de vloed het strand tot een smalle streep had
terug gebracht, dat er ook geen voertuig meer bij kon. Veel voertuigen,
van Jeeps, Half tracks, tot vrachtwagens en tanks, werden doelwitten
voor Duitse kanonnen en mortieren. De meeste voertuigen gingen dan ook in vlammen op, terwijl
een groot deel van de ladingen die de voertuigen meevoerden door de golven het strand werden
opgeduwd, wat de enorme bende alleen maar vergrote.
Lt.Gen. Omar Bradley (2de van links)
aan boord van de USS Augusta overwoog rond 09.00 uur een terugtrekking van Omaha Beach.
Door miscommunicatie met Eisenhower, die het verzoek pas 7 juni zou krijgen,
werd er niet teruggetrokken.
Colonel Canham beklom de heuvel globaal westelijk vanuit de sector DOG-White.
Om 09.00 uur bereikte hij de top en richtte daar zijn Command Post (CP) in. Rond hem heen
waren Rangers en manschappen van het 116th RCT. Verschillende zochten reeds een weg naar
Vierville-sur-Mer. Hier zag hij met eigen ogen dat het luchtbombardement gefaald had. Ook
hier was geen enkele bomkrater te zien, de bommen waren veel te ver in het binnenland neergekomen.
Hadden de mannen gehoopt om via bomkraters zich enigszins wat dekking te hebben, nu was het vlak
land afgescheiden met heggen. Vanachter deze heggen knalden Duitse machinegeweren, scherpschutters
en werden mortieren op de Amerikaanse troepen afgevuurd. Wie ook de top van de heuvel had bereikt,
was General Cota. Hij was westelijker omhoog gekomen, centraal vanuit de sector DOG-Green.
Hij bereikte Vierville-sur-Mer aan de zuidoost zijde. Hier kwam hij Col. Canham tegen. Cota
zou doorzetten Vierville binnen, en Canham zou proberen manschappen oostwaarts te sturen
richting St. Laurent-sur-Mer.
De route van Gen. Cota (blauw) en Col. Canham
(wit) naar Vierville-sur-Mer
Met slechts een pistool in de hand leidde Cota de manschappen
voorzichtig door de straten, van huis tot huis. Het gedreun van de 14-inch granaat inslagen,
afgevuurd door het slagschip USS Texas op de betonnen versperring over de weg bij Wn 71, was
aangevangen om 12.23 uur, en dit dwong de mannen tot een tijdelijke pauze. Om 12.30 uur werd
het vuren gestopt, toen gebleken was dat het niets uithaalde. Het zou trouwens nog 14 uur
duren alvorens de betonnen wegversperring opgeblazen kon worden door het 121st Engineer
Battalion. Na het bombardement kon Cota met vijf man vanuit
Vierville afdalen, weer terug naar de kust. Met zijn haveloze groepje raakte hij nog kort in
een vuurgevecht met Duitsers, maar deze waren zo murw geslagen door het bombardement van de
Texas, dat deze zich al spoedig gewonnen gaven. Vijf Duitsers gaven zich over, en
onder dwang van de GI’s leidden deze Duitsers hen door een mijnenveld naar het strand.
Ondanks de schokkende aanblik van de brandende ravage, de doden en gewonden die Cota bij
terugkeer aan de boulevard in ogenschouw nam, nam hij gelijk weer het voortouw door
mannen aan te moedigen dit gebied te verlaten en het binnenland in te trekken. Voor
het donker zou worden moesten de invalswegen naar Vierville-sur-Mer beveiligd worden,
tegen de te verwachten Duitse tegenaanval.
Het slagschip USS Texas,
verzorgde vuursteun voor Omaha Beach
Aan het einde van de dag was de westelijke toegang in Vierville-sur-Mer beveiligd,
maar de Amerikaanse verdediging was zwak. Colonel Canham wilde zijn aangewezen hoofdkwartier
inrichten in het Chateau de Vaumicel, aan de zuidkant van Vierville. Maar deze bleek nog
bezet door de Duitsers. Canham was slechts met enkele soldaten en een paar officieren
achter een heg gekropen en besloot daar dan maar zijn CP in te richten. Terwijl zij hun
verdere plannen maakten, verscheen er een peloton Rangers onder leiding van de soldaat
Carl West. Canham gaf de Rangers de opdracht de beveiliging rond zijn CP te regelen.
Even later kwam een Duitse soldaat op een fiets aangepeddeld. De Rangers knalden hem
van zijn tweewieler, en namen vervolgens posities in rond de CP.
Chateau de Vaumicel, het geplande HQ van Col. Canham
Uit het kasteel kwam
een peloton Duitsers. Gade geslagen door Pvt. West werden gewonden op een kar geladen.
Geduwd en getrokken door kameraden zette de kar zich in beweging. Even later liepen
ze in de handen van de Rangers, waaraan zij zich direct overgaven. Het bleken geen
Duitsers, maar Hongaren, Russen en Roemenen, die graag deze oorlog aan hen voorbij
wilden laten gaan. Met het vallen van de duister zaten de Rangers nu met een grote
groep gevangen, maar deze hielden zich de gehele nacht rustig bij de aanblik van een
BAR op hen gericht. Maar voor Canham was het een penibele situatie, anderhalve
kilometer landinwaarts met slechts 35 man om hem heen, en het gevaar voor een Duitse
tegenaanval was niet ondenkbaar.
Het ligt voor velen niet direct voor de hand, maar de steile kliffen van Pointe du Hoc
vallen wel degelijk onder Omaha Beach. Vanaf de monding van de rivier Vire in het westen (sector ABEL),
tot Port-en-Bessin (sector GEORGE) liep Omaha Beach. de sectoren ABEL, BAKER (tot aan Pointe du Hoc) en
GEORGE werden niet opgenomen in de eigenlijke landingen. Pointe du Hoc lag in de sector CHARLIE
Op de volgende pagina gaan we naar
Pointe du Hoc KLIK HIERONDER
|