- COLDITZ -
Oflag IVC
Een 'slot' voor krijgsgevangen?

INLEIDING

Colditz, een stadje tussen Leipzig en Dresden, heeft een kasteel. Dat is in deze streken niet uniek, want die zijn er veel in deze streken, kastelen. Maar het kasteel van Colditz zal altijd in de geschiedenisboeken worden vermeldt als ‘het slot waar in de Tweede Wereldoorlog geallieerde officieren werden opgesloten’. Het kasteel, waarvan de geschiedenis begon in 1014, werd gebouwd op de oostelijke oever van de Mulde, een zijrivier van de Elbe. Het werd tijdens het bestaan regelmatig belegerd, veroverd, heroverd, geplunderd etc. Maar haar geschiedenis van recentere tijd maakte het wereldberoemd, als gevangenis.

Een plaquette herinnert aan de opsluiting van tegenstanders van het Nazi regime

In 1933 werden, op last van Hitler, in het kasteel tegenstanders van het Nazi-regime opgesloten. Een plaquette, aangebracht in de tweede oosterse poort, herinnert aan deze tijd. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 werd in allerijl het kasteel ingericht om Poolse krijgsgevangene officieren in op te sluiten. In 1940, met de strijd in het westen van Europa, werden de Polen vervangen door Franse en Britse gevangenen (Poolse officieren keerden later weer terug).

STALAG EN OFLAG

Het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) had twee typen gevangenkamp aanduidingen om krijgsgevangenen in onder te brengen. Voor de lagere rangen waren daar de Stalag kampen (Stammlager), en voor de officieren de Oflag kampen (Offizierlager). Duitsland, en het bezette Polen, waren opgedeeld in verschillende gebieden welke aangeduid werden met een Romeinse letter en bestuurd werden door een Legerkorps. Berlijn bijvoorbeeld werd aangeduid als Wehkreis III, en het gebied rond Dresden en Leipzig werd aangeduid als Wehkreis IV. Het legerkorps in deze gebieden waren verantwoordelijk voor de krijgsgevangenen kampen. In de sector Dresden waren vijf Oflag kampen, IVA in Hohenstein (Bad-Schandau), Oflag IVB in Königstein (Sachs. Schweiz), Oflag IVC in Colditz, Oflag IVD in Elsterhorst (Hoyerswerda) en Oflag IVE in Annaberg. Kan men denken dat Colditz het belangrijkste Oflag was, dan blijkt dit niet het geval, in Oflag IVD (in Elsterhorst) zaten in 1945 nog bijna 6000 officieren opgesloten, terwijl in Colditz (IVC) in 1945, nog maar 325 officieren vast zaten.

STALAG IVH bij Zeithain

Naast deze Oflager, waren er ook nog negen Stalags te vinden in Wehkreis IV. Eén van de meest gruwelijke Stalags was nabij Zeithain (ten noorden van Riesa) gelegen. Deze Stalag, oorspronkelijk in april 1941 aangelegd als Stalag 304 (Stalag IV-H), was ingericht om speciaal Russische gevangenen te herbergen.in juli 1941 zaten er al 11,000 Russische soldaten en enkele officieren gevangen. In april 1942 waren er nog maar 3279 van in leven, de rest was gestorven door typhus en uithongering. Maar de Russische gevangenen bleven komen, en velen stierven door de omstandigheden. De lichamen werden in grote massagraven gedumpt. In 1942 kreeg het de aanduiding Stalag IV-B Zeithain, een sub-camp van Stalag IV-B Mühlberg. Eind 1942 werden er zo'n 10,000 gevangenen naar België overgebracht om in de kolenmijnen te werken. Vanaf 1943 werd het ook als hospitaal voor krijgsgevangenen gebruikt. Zeithain, een militair traininggebied, was een vreselijk kamp waar de Russische gevangenen mensonterend werden behandeld, en waarvan er tussen de 25,000 en 30,000 stierven. Vanaf oktober 1943 arriveerden Italiaanse gevangenen welke net zo slecht werden behandeld als de Russen. Er zouden 849 Italianen omkomen in het kamp, die trouwens niet in een massagraf verdwenen, maar individueel werden begraven. Na de opstand in Warchau in Polen, kwamen er ook Poolse gevangen, waaronder veel verplegend personeel, dokters en zusters. Deze probeerden in iedergeval de hygiëne te verbeteren. Het was het enige krijgsgevangenen kamp waar mannen en vrouwen samen waren ondergebracht. Vanwege hun status als medisch personeel werden ze, net als Britse gevangenen, iets beter behandeld.

In de winter van 1941-1942 stierven duizenden Russen in Zeithain IVH

Het Rode Leger bevrijdde het kamp op 23 april 1945. In 1946 werden de massagraven geopend door de Sovjet Militaire Administratie om de aantallen te registreren en de doodsoorzaak vast te stellen. Ondanks de renovatie van de graven door de Sovjets, werden de slachtoffers tijdens de bezetting van Oost-Duitsland door de Communisten nooit herdacht. De Russen beschouwden deze doden als verraders aan het Moederland Rusland, die zich hadden laten gevangen nemen en niet zich hadden opgeofferd. Als zodanig is het ook nog steeds onduidelijk hoeveel Russen hier echt zijn omgekomen. Dat het Rode Leger niets op had met dit kamp en haar geschiedenis, blijkt uit het feit dat het door hen ook weer gebruikt werd als militair trainingskamp. Hierbij werd de begraafplaats van de Italianen in Jacobsthal verwoest. Na de val van ‘De Muur’, werden de Italiaanse restanten overgebracht naar Italië. Publieke herdenkingen vonden vanaf 1990 pas plaats.

Het Russische monument bij Stalag IVH in Zeithain

Deze komende pagina's gaan over het kasteel Colditz en haar gevangenen. En toch is in het voorwoord aandacht voor de andere kant van de medaille, de gruwelen. De 'romantiek' van Colditz, vooral opgeroepen door de spannende TV-serie uit de jaren '70 van de vorige eeuw, doet snel vergeten wat er op slechts 40 kilometer zich afspeelde in Zeithain. Hoe spannend en indrukwekkend het ook allemaal is hoe de Geallieerde officieren de Duitse bewakers steeds weer een loer draaien, we mogen beslist niet vergeten waar het Nazi-regime ook voor stond,.... brute moord en doodslag,....

- COLDITZ -
Oflag IVC

Het zuidelijke deel van het kasteel, de gevangenenverblijven

Maar in het kasteel van Colditz was van excessen, als in het werkkamp stalag IVH (welke op slechts veertig kilometer ten noordoosten van Colditz lag), geen sprake. Oflag IVC in Colditz had een unieke positie als Sonderlager. In deze gevangenis zaten officieren die een verhoogd veiligheidsrisico vormden, hetzij dat ze regelmatig probeerden te ontsnappen, of daar bij betrokken waren. Het leek het Duitse regime het beste om deze vluchtgevaarlijke officieren bijeen te houden in een zwaar bewaakte, vluchtvrije omgeving, met veel bewaking eromheen.

De eerste commandant van Colditz, Oberst Schmidt, zit centraal op de foto

Commandanten Colditz

Oberst Max Schmidt
Oberst Edgar Glaesche
Oberstlt. Gerhard Prawitt
Van 1939 tot 1-8-1942
Van 1-8-1942 tot 13-2-1943
Van 13-2-1943 tot 15-4-1945

Veiligheidsofficieren Colditz

Hauptmann Hans Lange
Major Horn
Hauptmann Reinhold Eggers
Van 1939 tot 10-1943
Van 10-1943 tot 2-1944
Van 2-1944 tot 15-4-1945

Lager Offiziere (LO) Colditz

LO 1 Paul Priem
LO 2 Aurich
LO 3 Reinhold Eggers
LO 4 Hans Püpke
Van 1939 tot 01-1943
Tot maart 1941
11-1940/02-1944
11-03-1941/16-04-'45

Een kasteel leek in de ogen van de Duitsers de beste oplossing, want die dikke muren zouden bestand zijn tegen vluchtgevaarlijke lieden. Kastelen zijn gebouwd om de vijand buiten te houden,… maar niet gebouwd om er niet uit te kunnen ontsnappen. En nu brachten de Duitsers alle officieren bijeen die een reputatie hadden slim te werk te gaan als het op ontsnappen aan kwam.

Links: Hauptmann Reinhold Eggers

De eerste commandant van Colditz in 1940 was Oberst Schmidt, welke in augustus1942 werd opgevolgd door Oberst Glaesche. In februari 1943 werd Oberst Prawitt aangesteld aan commandant. Onderwijl was er één vaste kracht onder de Duitse officieren, zoals uit bovenstaande stamboom duidelijk wordt, is Reinhold Eggers. Hij werd in november 1940 assistent (als LO 3) van Lager Offizier LO 1, Hauptmann Paul Priem, en werd in december gepromoveerd tot Oberleutnant. De laatste veertien maanden was Hauptmann Eggers de veiligheidsofficier van Colditz, en verzamelde zo ongelooflijk veel informatie over het doen en laten in het kasteel. Na de oorlog zou hij het boek ‘Colditz’ schrijven, (onder andere een bron die ook door deze schrijver wordt gebruikt).

Op 5 november 1940 kwamen de eerste krijgsgevangenen, afkomstig uit het Britse Gemenebest, aan in Colditz. Dit waren drie Canadese RAF officieren, Flying Officer Donald Middleton, Keith Milne en Howard D. Wardle. Op 7 november kwamen zes andere krijgsgevangenen, uit het Britse leger, de drie voorgangers versterken. Onder hen was Captain Patrick Reid van het Royal Army Service Corps. Reid kwam samen met Captain Harry Elliott, Capt. Rupert Barry, Capt. Dick Howe, Capt. Kenneth Lockwood en Lieutenant Peter Allan vanuit Laufen, een kamp nabij München, uit Wehkreis VII, en stonden in Colditz bekend als de 'The Laufen Six'. De eerste poging uit Laufen weg te komen strandde bij het onderzoeken of ze weg konden komen over de daken van de gevangenis, drie uur lang was Reid op het dak een uitweg aan het zoeken, voor hij het opgaf. Vervolgens werd een tunnel in een kelder gegraven naar de vrijheid,.... Op 5 september 1940 ontsnapten de zes mannen, maar vijf dagen later waren ze allen weer opgepakt. En zo kwamen deze onverbiddelijke vluchtgevaarlijke, en gewiekste mannen in Colditz IVC terecht.
Op de foto hieronder zijn de 'The Laufen Six' te zien, waarbij vooral Lieutenant Peter Allan opvalt in zijn kilt. Allan droeg altijd zijn kilt, behalve als hij deelnam aan een ontsnapping.

Captain Harry Elliott, Capt. Rupert Barry, Capt. Pat Reid, Capt. Dick Howe,
Lieutenant Peter Allan en Captain Kenneth Lockwood

In februari werd een nieuwe groep krijgsgevangenen toegevoegd aan het groeiende aantal officieren in Colditz. Ditmaal een groep van 100 Franse officieren. Deze lieten er geen gras over groeien en werkten gelijk aan een idee om te ontsnappen. Ze zouden een tunnel starten onder de klokkentoren, en dan schuin onder de kapel door naar de buitenzijde van het kasteel. De graafwerkzaamheden waren nog maar kort begonnen, toen twee Franse tunnelhakkers werden betrapt. Alle toegangsdeuren die op de verdiepingen toegang gaven tot de toren werden dichtgemetseld.

De indeling: 'Rood' is gevangenverblijven, 'blauw' de Duitse Kommandantur
De gevangenen kwamen via de poorten 1, 2, 3 en 4 het kasteel binnen
(de grote overdekte poort nummer 5. was richting het park)

De gesnapte Fransen betekende beslist niet dat pogingen tot ontsnappen opgegeven werden, de planning om naar buiten te komen werden gewoon doorgezet. In de oostelijk hoek, lag de kantine van de Britten. Ook in de maand maart, na de vondst van de Fransen in de klokkentoren, werden in de kantine twee Polen betrapt die tralies aan het doorzagen waren.

In 'geel' de route naar het parkje, en in 'wit' de route van luitenant Le Ray

Op 11 april 1941 was dan de eerste geslaagde vlucht vanuit Colditz. Eigenlijk klopt dat niet, want het gebeurde buiten het kasteel. De groepen gevangen gingen bij toerbeurten naar het park aan de noordzijde van het kasteel, om daar gelucht te worden. Hiertoe werden de gevangenen vanuit het gevangenen gedeelte, door de twee binnenpoorten, linksaf naar buiten geleid door de grote poort aan de noordzijde, onder de Duitse commandanten verblijven. Dan werd een pad naar bededen gevolgd, langs een groot gebouw (het zogenaamde Terrashuis).

De route uit het kasteel voor de gevangenen naar het park (rechts)
(foto genomen terhoogte van het Terrashuis)

Eén van deze gevangenen, de Franse luitenant Alain Le Ray ontdekte, tijdens het wandelen naar beneden, dat er in de westelijke kopgevel van het Terrashuis een deur aan de onderzijde zat. Op 11 april was het zover, met een bundeltje kleren en andere zaken die hij nodig zou hebben tijdens de vlucht liep Le Ray met de groep naar het parkje. De mannen werden tweemaal geteld voor ze naar buiten gingen, en ook weer als ze door het hek in het park kwamen. Het was al opgevallen dat dit niet zo nauwkeurig werd gedaan als het eigenlijk hoorde.

Het Terrashuis (in 2014 in de steigers), links het speelveld in het park

Na een uur in het parkje, keerden de mannen weer terug,… en toen Le Ray langs de kelderdeur van het Terrashuis liep, wist hij zich ongezien uit de groep los te maken, en ondanks een kleine slipper, wist hij in enkele snelle passen de deur open te duwen en in de kelder te kruipen. Hier bleef Le Ray even op adem komen, tot de groep uit het oog was en terug in het kasteel. Hij verliet weer de kelder en wilde terug naar het park, maar daar waren enkele Duitsers aan het voetballen, en Le Ray keerde weer terug in de kelder.

Het Terrashuis met rechtsonder de nu dichtgemetselde kelderdeur
(Inzet, luitenant Alain Le Ray)

Toen het eindelijk veilig leek, verliet Le Ray weer zijn schuilplaats, daalde weer af naar het park, en bewoog zich naar het oosten, naar de hoge muur rond het parkje. Hier wist hij zich met moeite overheen te trekken, en verdween,… de eerste zogenaamde ‘Home-run’ was een feit. Na 46 dagen in Colditz was Le Ray onderweg naar Frankrijk. Bij terugkomst in Frankrijk, sloot hij zich daar aan bij het verzet.

Op de achtergrond de muur waarover Le Ray ontsnapte,...
...en hij zou niet de laatste zijn.

Onderwijl was tijdens het middagappel al gebleken dat er een Franse officier ontbrak. Lageroffizier 1 (LO1) kreeg de zogenaamde ‘dicke Zigare’, de uitschijter van Oberst Schmidt. Het Generaalkommando in Dresden, en het OKW in Berlijn waren ook benieuwd hoe Le Ray was weggekomen, maar de Duitsers hadden geen idee.

Britse officieren in hun 'casual' kledij waarmee ze ook op appèl verschenen

Op 11 april 1941 had de ontsnapping van Le Ray zich afgespeeld, maar naast de Fransen en de Britten, was er in maart ook een nieuw contingent aan gevangenen gearriveerd, zestig Nederlanders. Een keurige groep officieren, keurig in het gelid en uniform,... (trouwens, de Polen hadden ook de naam zich voorbeeldig te gedragen). De Duitsers keken en vergeleken dit met de Fransen en Britten, in hun pyjama's, truien, op sloffen of klompen op appèl,... Neen, die Nederlanders, die zouden hen geen problemen geven,... keurige lui (maar niet lui, zo zou blijken!).

Hoe al deze mannen in het kasteel arriveerden, wordt uit de doeken gedaan op de volgende pagina. Aan de hand van een 'foto-strip', wandelen wij van het station naar en door het kasteel van Colditz,...

klik hieronder,... en ontsnap naar de volgende pagina,...