TOUR DE SLAGVELDEN VAN NORMANDIË
NAAR UTAH BEACH

Deze route brengt u naar Utah Beach, via Carentan en eindigt in Ste-Mère-Église. Volgt u de route zoals op voorgaande pagina's is aangegeven, dan arriveert u in Carentan vanuit het oosten over de D974 (u komt dan door Saint-Hilaire-Petitville). U kunt ook via de autoweg N 13, richting Cherbourg, als u bijvoorbeeld vanuit richting Bayeux vertrekt (half uur rijden).

CARENTAN VALT

Dat Carentan één van de belangrijkste punten is om in te nemen mag duidelijk zijn. Deze stad ligt op het kruispunt naar de aansluiting richting Insigny-sur-Mer en Omaha Beach. Slechts via een smalle corridor vanuit het noorden kon Carentan aangevallen worden door de paratroopers van het 101st Airborne Division. Hun Duitse tegenstanders waren Fallschirmjäger van het 6. Regiment onder commando van major Friedrich August Freiherr von der Heydte.


Major Friedrich August Freiherr von der Heydte

Ondanks bloedige gevechten die zich op enkele meters van elkaar afspeelden, schoot het niet op. De Amerikanen begonnen op 7 juni de stad met artillerie te beschieten voor drie dagen. Op tien juni werden binnen 24 uur, 6000 granaten de stad ingeschoten. De aanval op Carentan werd op 11 juni vanuit het noordwesten ingezet door de laatste bruggen vanaf LaCroix Pan naar Carentan in te nemen. De laatste brug voor Carentan bleek het zwaarst verdedigd. Lt.Col. Cole, commandant van 3rd Battalion, 502nd PIR, 101st Airborne Divison, besloot tot een onorthodoxe manier tot de aanval. Op 11 juni 1944, met de bajonetten op de geweren stormde hij met zijn mannen in een overrompellende actie op de Duitsers af. De brug werd genomen en de mannen consolideren in en rond een boerderij die enkele honderden meters rechts van de brug lag. Versterking van het 1st Battalion volgden direct om deze hoek veilig te stellen. Via het noorden hebben dan met een omtrekkende beweging het 327 Glider en het 1st Battalion 401 Glider, en onderdelen van de 501st PIR van de 101st Division de oostelijke zijde van Carentan bereikt. Aan beide kanten vielen veel slachtoffers, maar de Duitse para's onder commando van Von der Heydte hielden stand. In de middag werd de stad beschoten met fosforgranaten. Door de vele branden kwamen de bewoners uit hun kelders de straat op om te vluchten. De Amerikanen die hadden verwacht dat de bevolking de stad had verlaten, wisten op het laatste moment de bommenwerpers tegen te houden die onderweg waren om de stad plat te gooien. Die nacht trokken de laatste Duitsers Carentan uit. Op 12 juni werd de stad bevrijd verklaard.

Mede door de in Graignes (verkeerd) neergekomen paratroopers van de 82nd Airborne Division, die vertragende actie uitvoerden op de Duitsers die noordwaarts trokken was er net voldoende tijd om de westkant van Carentan te bereiken voor de eenheden van de 101st Airborne. Para's van de 506th PIR, 101st Airborne Division groeven zich in ten westen van Carentan, rond een heuvel ('Hill 30') nabij Cantepie. Op de zuidelijke flank lagen eenheden van 501st PIR. In de ochtend van 13 juni was er een felle aanval door de 17. SS-Grenadiers Panzer Division en Fallschirmjäger van het 6. Regiment op deze positie en een doorbraak dreigde rond 10.30 uur. F Company, 506th trok terug, waardoor D Companie ook begon terug te vallen. De commandant van F Company, Cpt. Thomas P. Mulvey, werd ter plekke van zijn taak ontheven. E Company kreeg de volle laag, maar wisten met een bazooka een tank uit te schakelen (deze episode is in beeld gebracht in de tv serie 'Band of Brothers'). D- en F Company werden weer in de strijd geworpen, en 2nd Battalion, 502nd PIR versterkten Easy Company, 506th PIR op de rechterflank. Maar rond 01.00 uur werd duidelijk dat het een kwestie van tijd was dat het een verloren strijd was. Redding kwam in de vorm van zestig tanks van de 2nd Armored Division en manschappen van de 29th Infantry Division die een aanval inzetten ten zuidwesten van Carentan. De Duitsers leden zware verliezen en trokken terug met achterlating van vier uitgeschakelde tanks.

'Museum Memorial Bloody Gulch' te vinden bij Manoir de Donville

Om deze slag te herdenken is er een 'Museum Memorial Bloody Gulch' ingericht bij de boerderij Manoir de Donville. Buiten hangen enkele plaquettes en binnen liggen wat opgegraven roestige stukken metaal en munitie, niets om over naar huis te schrijven. Om deze plek te vinden verlaat u de ring van Carentan (D971) en neemt u de afslag naar Auvers (D223).

Als u Carentan nadert vanuit het oosten over de D974 (u komt dan door Saint-Hilaire-Petitville), ga dan over de rotonde, eerste afslag rechts de Rue de Pont op. Na honderd meter komt u bij een smalle brug. In juni 1944 was deze brug, over de Taute, opgeblazen door de terugtrekkende Duitse troepen. Dit was ten tijde de enige brug die naar het oosten liep (plus 200 meter zuidelijk een spoorbrug).

De Bailey Bridge over de Taute, Toen en Nu

Er werd een Bailey brug over de Taute aangelegd zodat verkeer naar het oosten kon. Om op de Bailey brug te komen moesten voertuigen scherp insteken via een bocht. Het was een levensgevaarlijke plek, er waren dagelijkse beschietingen door Duitsers richting deze brug. Op 20 juni werd door Company B, 300th Engineer Combat Battalion begonnen om er weer een brug met een doorlopend wegdek aan te leggen. Tijdens de bouw vielen verschillende slachtoffers door Duitse artillerie. De mannen waren meer aan het schuilen dan aan het bouwen. Op 27 juni kwam de commandant Major John E. Tucker bij de brug aan, toen het juist weer garnaten regende. Mannen zochten een goed heenkomen, maar Major Tucker liep de brug op om zijn manschappen aan te moedigen toch door te werken. Tucker zijn gung-ho gedrag werd hem fataal. Terwijl hij dreigde met krijgsraad voor diegene die niet aan werk ging, sloeg een granaat in welke het hoofd afsloeg van Tucker.

De houten jukken brug gebouwd door B Comp. 300th Engineer Batt.

Er vielen naast de omgekomen Tucker vijftien gewonden waarvan 4 ernstig genoeg om afgevoerd te worden. Op 28 juni was de zogenaamde 'houten jukken brug' gereed. Naast de brug werd een bord geplaatst met de tekst: 'Tucker Bridge, in honor of Major John Tucker killed while supervising construction of this bridge'. De brug zou 30 jaar in gebruik blijven voor er een nieuwe permanente brug werd aangelegd.

Op 5 juni 2017 werd een nieuw monument onthuld bij de Tucker brug

Detour naar een Bailey brug
en het verhaal over de 'Filthy 13'

Een interessant overblijfsel uit de oorlog en nog steeds in gebruik in de omgeving van Carentan is een Bailey brug. Deze is gelegen over het riviertje de Taute bij Saint-Hilaire-Petitville. Tevens op deze pagina aandacht voor de actie rond twee bruggen waar de zogenaamde 'Filthy 13' opereerde.

Om het allemaal te vinden:
KLIK HIER
(keer hier wel weer terug)

Als u de Bailey brug en het monument van de 'Filthy 13' heeft bezocht, keer dan terug naar Carentan. Als u het haventje nadert, dan ziet u recht voor u een LCVP in het water. Dit type landingsvaartuig, de Landing Craft, Vehicle and Personnel werd massaal gebruikt tijdens de D-Day landingen, met name door de Amerikanen. Deze LCVP is een origineel gerestaureerd exemplaar. Oorspronkelijk droeg deze LCVP het nummer n° 586, maar kreeg in 1951 de NAVO aanduiding #9386. In december 1997 werd het wrak geborgen aan de rivier Laïta, 20 km ten noordwesten van Lorient.

De gerestaureerde LCVP 'PA30-4' in de haven van Carentan

In 2004 was de restauratie van de LCVP afgerond en kon het in al haar glorie bewonderd worden tijdens de tentoonstelling La Barge de la Liberté in Saint Germain-en-Laye. En nu ligt de LCVP, met de aanduiding PA30-4 in de haven van Carentan en doet jaarlijks mee aan de vele D-Day herdenkingen in Normandië.

De 2nd Armored Division trekt Carentan binnen, Toen en Nu

'Hell's Corner'

Vervolg de route noordwaarts richting Saint-Côme-du-Mont via de D974. Neem op de grote rotonde ten noorden van Carentan de eerste weg rechts (D971) en steek na 1 kilometer de N13 over. Links en rechts ziet u dan een forensen parkeerplaats, maar vervolg uw weg over een wildrooster. Volg de smalle landweg die naar linksaf buigt. na een kilometer bereikt u een sluizencomplex. Dit was een belangrijk strategisch object. Als de Duitsers de sluizen op zouden zetten, zouden de omliggende landerijen onder water komen te staan. De inname van het sluizencomplex was toegewezen aan Colonel Howard Johnson commandant van de 501st PIR. Deze wist na de landing in het Normandische landschap zo'n 150 manschappen bijeen te brengen, waaronder ook enkele van de 506th PIR.

Het sluizencomplex van 'Hell's Corner' is nog steeds in bedrijf

De paratroopers wisten zonder al teveel tegenstand rond 04.00 uur het sluizencomplex, dat lokaal bekend staat als La Barquette, in te nemen. Col. Johnson probeerde nog de brug over de Douve ten noorden van Carentan in te nemen, maar met te weinig manschappen was dit onbegonnen werk. Als de Duitsers geweten hadden dat het sluizencomplex met slechts iets meer dan een compagnie werd verdedigd, dan hadden ze waarschijnlijk een grote tegenaanval ingezet.

Keer terug naar de D971 en na een kilometer gaat u op de rotonde rechtsaf richting Saint-Côme-du-Mont. Deze rotonde is aangelegd op het punt waar de beroemde bajonetaanval door de mannen onder leiding van Lt.Col. Robert Cole met succes op de hier toen gelegen brug ondernam. Ter nagedachtenis staat er een hoog monument in de noordwest hoek van de rotonde (zie foto onder aan deze pagina).
Op één van de pagina's over Margraten kunt u meer lezen over het heldenverhaal van Lt.Col. Robert Cole en zijn mannen. Na twee kilometer op de D974 verschijnt recht voor u het museum, 'Dead Man's Corner'. Omdat u nu in het gebied bent waar de 101st Airborne Division landde, is dit museum geheel gewijd aan de paratrooper.

Meer over de bevrijding van Carentan, zie de uitbraakpagina's

'Dead Man's Corner' met aan de achterzijde de 'D-Day Experience'

'Dead Man's Corner'

Voor de 101st Airborne Division was Carentan één van de hoofddoelen. Daar de verdediging optimaal was in Carentan door de Duitsers, wachtten de paratroopers op steun van tanks. De D 913 was de enige weg vanaf Exit 2, via St.-Marie-du-Mont richting Carentan die stevig in handen was van de Amerikanen. Op 7 juni kwam de eerste tank, een M5 Stuart, van de 70th Armored Battalion (D Company, tank 12) de paratroopers van de 101st Airborne Division te hulp nabij de Y-splitsing van de D 913 met de D 270 naar St. Côme-du-Mont. Volgens de ooggetuige Donald R. Burgett in zijn boek 'Currahee' brak de tank door de bocage en reed achter een heg op en neer om de indruk te geven dat er meer dan één tank was. Toen de tank al zijn munitie had verschoten draaide hij de weg op. Een Duitse 88mm trof de tank waarop de gehele bemanning omkwam. De commandant, 1e Luitenant Walter T. Anderson uit Minnesota, zou nog dagen nadien uit de tankkoepel hebben gehangen. Voor de Amerikanen zou deze plek tijdens de gevechten 'Dead Man's Corner' worden genoemd.

De onfortuinlijke Stuart tank nabij 'Dead Man's Corner'

Het paratrooper-museum is een doorgaand project. In 2015 werd in een grote hal achter het museum een simulator (het 'D-Day Experience') met een originele romp van een C-47 geopend waarin de bezoekers even het 'gevoel' kunnen ondergaan wat de paratrooper moet hebben gevoeld tijdens de hachelijke sprong in het duister boven Normandië. Sinds 2016 staat er als blikvanger een M5 Stuart tank voor de deur. Het museum is ondergebracht in een historisch huis. De inrichting is zeer smaakvol bedacht.

Een M5 Stuart tank staat als blikvanger voor 'Dead Man's Corner'

De Duitsers gebruikten het eerst als hoofdkwartier en later als eerstehulppost. Beneden is het museum dan ook als zodanig ingericht zoals het tijdens de eerste gevechten in juni 1944 eruit zou hebben gezien. Zodra u boven bent, krijgt u een idee dat u in een soort van C-47 transportvliegtuig bent. De decorinrichting is van hoogstaande kwaliteit. Ook de tentoongestelde zaken zijn zeer de moeite waard. Veel originele stukken geschonken door veteranen staan in de vitrines (tot 2016 waren er ook uitgeleende objecten van Major Dick Winters, beroemd geworden door 'Band of Brothers' te vinden, maar deze zijn door de eigenaar weer weggehaald). In het achtergedeelte van het museum is de mogelijkheid om authentieke souvenirs te kopen.

De souvenirs winkel van 'Dead Man's Corner'
(Foto: Menno Sietses)

Op de volgende pagina gaat de tour verder richting Utah Beach en het noorden. Eerste stop is de kerk van Saint-Côme-du-Mont en vervolgens naar Angoville-au-Plain waar twee Amerikaanse medics onder hachelijke omstandigheden hun levensreddende werk moesten uitvoeren. Klik op onderstaande foto van het monument ter herdenking van de bajonetaanval onder leiding van Lt.Col. Robert Cole.

GA TERUG