TOUR DE SLAGVELDEN VAN NORMANDIË
POINTE DU HOC

6 JUNI 1944, 06.30 UUR, OBJECT: POINTE DU HOC

(Picture: Wim Hilderson)

Ongeveer 6 kilometer na Vierville-sur-Mer, op de D 514, komt u op een rotonde. Ga hier rechtsaf de Rangers Road op voor een bezoek aan een groot complex van 6 geschutsopstellingen boven op de klippen. Halverwege de Rangers Road was een wachtpost geplaatst, de enige toegang tot Pointe du Hoc. Aan het einde van deze weg vinden we de restanten van wat ooit een enorm complex was. De Geallieerden gingen ervan uit dat hier 15,5cm kanonnen geplaatst waren met een bereik van 25 kilometer. Dit geschut zou een grote bedreiging vormen voor de invasievloot, voor zowel UTAH- als OMAHA Beach. Vanaf mei 1944 werd het complex met grote regelmaat gebombardeerd. De dreiging was zo groot dat het 2nd Ranger Battalion de opdracht kreeg het complex zo snel mogelijk te zuiveren van het 100 man tellende garnizoen.

6 juni 1944, 05.45 uur

Terwijl het slagschip USS Texas Pointe du Hoc onder vuur nam (ze verschoot 250 granaten), gingen de Rangers van D, E en F Company, van 2nd Rangers Battalion, 20 kilometer uit de kust in hun landingsboten. De Liberty schepen, de Ben My Chree en de HMS Amsterdam had hen met hun 12 LCA's naar de Franse kust gebracht. Vier DUKW's werden aangevoerd met de USS LCT 46. Het eerste ochtendlicht kwam op over een wilde woeste zee. Om enige bescherming te bieden werden de landingsboten begeleid door een Royal Navy motor launch (ML) en twee Britse LCS (de LCS 91 en LCS 102).

Colonel James E. Rudder

Golven sloegen over de boorden van de LCA’s en de opvarenden moesten hozen met hun helmen. Helaas maakte de LCA 914, een bevoorradingsvaartuig, zoveel water dat ze zonk. Slechts één man overleefde deze ramp. Tevens gingen hiermee waardevolle zaken verloren zoals munitie en andere materialen. Ook LCA 860 kapseisde, maar de 21 man aan boord wisten zichzelf te redden. Onderwijl stuurde de ML 304, die als navigatievoertuig fungeerde, op het verkeerde doel af, naar Pointe et Raz de la Percée, 5 km ten oosten van Pointe du Hoc. De commandant van de 2nd Rangers, Colonel James Rudder, ontdekte de fout en brak uit naar rechts hopende dat de andere boten het zouden opmerken. De kapitein van de ML 304 dacht dat de LCA die naar stuurboord ging de missie afbrak en stuurde zijn ML op Rudder zijn LCA af om hem te dwingen te keren. Even later ontdekte ook de kapitein zijn fout en verlegde zijn koers. Ondertussen was één LCA te ver afgedreven om nog gelijk met de overgebleven de aanval in te zetten. De navigatiefout betekende dat de geplande aanval van 06.30 uur opgeschoven was naar 07.10 uur.

Een steile klim naar de top van Pointe du Hoc

Onder zwaar Duits vuur landden de boten. Eén DUKW werd getroffen door 20mm vuur. De LCS 91 kreeg een voltreffer onder de waterlijn en begon te zinken. In vol daglicht begonnen de Rangers de klim naar boven de afgebrokkelde klip op. Kogels vloten hen om de oren, links en rechts kwamen handgranaten naar beneden. Rudder moest denken aan de woorden van een inlichtingen officier die zijn twijfels uitte over de aanval op Pointe du Hoc;…’Het is onmogelijk. Drie vrouwen met bezemstelen kunnen de Rangers tegenhouden bij het beklimmen van die klif,…’

Rangers komen even op adem na de zware klim naar boven
voor ze positie innemen om tegenaanvallen van de Duitsers af te slaan

‘Gelukkig’ kwam de USS Satterlee onder vuur te liggen vanuit een pillbox. Deze opende gelijk het vuur op deze bedreiging. De inslagen deden de Duitsers op de klif wegduiken waardoor de Rangers wat ademruimte kregen tijdens de klim. Zodra de vuurcontrole party onder aanvoering van Lt. P.C. Johnson op de top was werd contact gelegd met de Satterlee doormiddel van lichtsignalen.

Het Ranger Memorial op de vuurgeleidingsbunker H 636.
Zo'n 400 meter naar rechts is de plek waar de eerste Rangers boven kwamen.
(de vuurgeleidingsbunker is sinds 2011 weer te bezoeken voor het publiek)

Maar er waren nog genoeg Duitsers die moedig genoeg waren om zich bloot te geven en granaten naar beneden te werpen op de Rangers die hun raketten probeerden af te vuren waaraan dregankers en touwen waren verbonden. Ook werden ladders geplaatst en klommen mannen zelfs met hulp van hun dolken de rotswand op. Tijdens de klim raakten 15 man gewond door granaatscherven. De eerste gevechtsgroep die binnen 15 minuten de top bereikte, kwam van LCA 888. In een wilde actie gingen de mannen de strijd aan met de Duitse troepen. Om 07.45 uur werd de boodschap ‘Praise the Lord’ uitgezonden ten teken dat alle manschappen op de klif waren (de boodschap werd nooit bevestigd). Ook Rudder was boven en zette zijn hoofdkwartier op in een bunker in het oosten van het door bombardementen verwoeste gebied.

Korte gevechtspauze op Pointe du Hoc bij Rudders hoofdkwartier

Door het tijdsverlies en de te late signaalgeving van Rangers op Pointe du Hoc, landden de versterkingen, in de vorm van 5th Rangers Battalion en Company A, B en C van 2nd Rangers, niet bij Pointe du Hoc, maar gingen aan land op Omaha Beach, bij Vierville in de sector Charlie, Dog Green en Dog White. Maar het Duitse vuur was hier genadeloos geweest voor de eerste golf van 116th Regiment, 29 Division, en deze hadden de opdracht om de Exit veilig te stellen niet kunnen nakomen. Het Duitse vuur begroette nu de eerste golf LCA’s met Rangers. Rangers commandant Lt.Col Max Schneider besloot meer oostelijk te gaan en de LCA’s te laten landen in de sector Dog Red. Zijn beslissing redde waarschijnlijk honderden mannen het leven. 5th Rangers had slechts 6 man aan verlies geleden, van de 450 man, voor ze de relatief veilige zeemuur bereikten. Company C van 2nd Rangers kwam twee kilometer westelijk van Dog Red aan land. Ondanks hun zware verliezen, negentien doden en achtien gewonden, waren éénendertig man onder aan de klif. Deze begonnen de klim naar boven om het zogenaamde 'versterkte huis' in te nemen. Wat verder met geringe verliezen ook ingenomen werd. De A en B Company van 2nd Rangers hadden ook zware verliezen geleden, maar wisten, aangespoort door onder andere General Norman Cota (met de woorden: ‘Rangers, (you) lead the way!’, de latere wapenspreuk van de Rangers), de klif te beklimmen. Van belang is wel even hier te melden dat de uitbraak hier op dit punt uitgevoerd werd met overlevenden van 116th Regiment, 29th Division. Company C, 116th was trouwens zelfs eerder op de top van de klif dan de Rangers.

Colonel Rudders hoofdkwartier, Pointe du Hoc, Toen en in 1995

(Bovenstaande vergelijking is tegenwoordig niet meer te fotograferen,
door erosie is de grens enkele meters naar links verlegd)

Overal vochten de uitmuntend getrainde mannen individueel met Duitsers. Vervelend vuur werd afgegeven door een 37mm Flak 36/37 luchtdoelkanon driehonderd meter in het uiterste westen van Pointe du Hoc. Ondanks dat er gerichte aanvallen werden uitgevoerd wisten de Duitsers met tegenaanvallen de Rangers bij deze geschutsopstelling weg te houden. Een mortiergroep en een tiental Rangers werden werden uitgeschakeld tijdens aanvallen op deze stelling. Ook Rudder zou later gewond raken door vuur van deze stelling (zie ook de volgende pagina). In het oosten van Pointe was een machinegeweernest, dat verscholen zat in de rand van de klif, actief. Omdat het niet uit te schakelen was door de Rangers, schoot een marineschip het complete nest uit de klif en liet het in zee storten.

De verstilde luchtdoelstelling die zoveel schade toebracht onder de Rangers

Onderwijl hadden de Rangers ontdekt dat de kanonnen niet aanwezig waren in de kazematten (en er ook nooit in geplaatst waren geweest). Hier en daar staken telegraafpalen als zogenaamde kanonslopen door camouflagenetten heen. Het begon er op te lijken dat de hele operatie voor niets was geweest. Zesendertig man van D en E Company trokken onderwijl naar de huidige D 514 op. Rond 08.30 uur werden deze versterkt door 12 man van F Company. Er werden posities ingenomen rond de weg die naar Grandcamp-Maisy liep en patrouilles uitgezonden.

De gele en blauwe lijnen zijn de oprukkende troepen van D, C en F Compagnie
De rode belijning rechts is de verdedigende positie van de Rangers
De witte vlakjes geven de positie van de gevonden kanonnen aan
(Google Earth)

Deze vonden rond 09.00 uur een aantal kanonnen geheel intact in een appelgaard (later bleek dat op 3 juni de kanonnen van de open plateau's waren verwijderd vanwege de aanhoudende bombardementen). Het bleek zelfs dat de Duitsers trachtten de kanonnen op Utah Beach te richten. De granaten lagen al klaar.

De rode belijning is de verdedigende positie van de Rangers
De witte pijlen geven een tegenaanval van de Duitsers aan

De Duitse bemanningen van de kanonnen werden iets verder geïnstrueerd door hun commandanten. Sergeant Len Lommell sloop met thermische granaten naar de kanonnen om deze uit te schakelen. Toen bleek dat hij niet genoeg had om voldoende schade te veroorzaken, sloeg hij met de geweerkolf de richtapparatuur kapot. Even later kwam een tweede patrouille en deze plaatste meer granaten. De kanonnen waren geheel onbruikbaar en konden de Rangers tevreden zijn, ze waren niet voor niets gekomen.

Rangers verdedigen het hoofdkwartier van Rudder

Maar de strijd was niet gestreden. De Duitsers hergroepeerden en tegenaanvallen werden uitgevoerd. Steeds meer slachtoffers vielen onder de Rangers. Rudder zond een bericht over de radio;…’Missie volbracht – munitie en versterkingen nodig – veel slachtoffers’. General Huebner zond een eenvoudig bericht terug;…’Geen versterkingen beschikbaar’. Toch was er uit onverwachte hoek versterking gekomen. Sergeant Leonard Goodgal van de 506th PIR, 101st Airborne Division was geheel verkeerd terecht gekomen en was op het geluid van gevechten afgegaan en had zich aangesloten bij de Rangers. Later in de avond arriveerde Lt. Charles H. Parker Jr. met 23 man van A Company bij Pointe du Hoc. Deze waren in de ochtend geland op Omaha Beach en hadden zich vechtende een weg gebaand naar hun kameraden op de Pointe, met als extra bagage 20 Duitse gevangenen.

Een zwaar beschadigde R 694 van Pointe du Hoc

De volgende dag, 7 juni, werd rond de middag voedsel en munitie gebracht vanaf de USS Texas. Gewonden konden helaas niet geëvacueerd worden vanwege de ruwe zee. De schermutselingen duurden voort, maar uiteindelijk trokken de Duitsers terug langs het riviertje de Aure, iets ten zuiden van de N13. Op 8 juni, vlak voor de middag kwamen de versterkingen vanaf Omaha Beach in de vorm van 5th Ranger Battalion en de 1st Battalion 116th RCT. Deze laatste had met een compagnie Sherman tanks zich een weg geschoten via de D 514. Eindelijke konden Rudder en zijn kleine groep overlevenden uit hun 200 meter diepe perimeter afgelost worden. Toen waren van de 225 gelande Rangers er 135 gedood, gewond of vermist, oftewel 70% verliezen.

EEN BEZOEK AAN HET COMPLEX;

Er is een goed parkeerterrein met een groot bezoekerscentrum dat verre van optimaal wordt benut. Het is Amerikaans grondgebied, dus u wordt gescand op verboden zaken. Er is binnen ruimte genoeg om een klein museum in onder te brengen, maar er staan alleen enkele tekstborden en er wordt een documentaire vertoond met verhalen van veteranen. Als u het bezoekerscentrum verlaat richting Pointe du Hoc, zijn er meer tekstborden langs de route geplaatst. En vlak voor u het complex binnenwandelt wordt op een grote koperen tafel nog meer uitleg gegeven van het gebeuren. Pointe du Hoc is weinig veranderd sinds juni 1944.

Natuurlijke erosie en door bezoekers gemaakte looppaadjes door bomkraters

Het terrein is bezaaid met bomkraters en kazematten en bunkers. Meer dan indrukwekkend! Maar de tijd heeft invloed op dit gebied. De erosie en de duizenden bezoekers per jaar eisen hun tol. Het houdt in dat bepaalde plekken al niet meer toegankelijk zijn. Tot 2011 was hierdoor ook al jaren de vuurgeleidingsbunker met het Ranger Memorial niet meer toegankelijk. Maar na een grootscheepse aanpak is dit deel weer opengesteld.

Aan het eind van het pad, rechts, stonden de kanonnen

De plek waar de kanonnen werden gevonden in de appelgaard is te vinden nabij de rotonde die kruist met de D 514. Neem de richting Vierville-sur-Mer, na enkele meters ziet u rechts een boerenpad. Aan het einde van dit pad waren rechts de kanonnen opgeslagen. Een kanon dat tentoongesteld staat bij het parkeerterrein zou één van de daadwerkelijke 15,5cm K418 kanonnen zijn dat ooit bij Pointe du Hoc stond.

Een bewaard gebleven 15,5cm kanon bij het parkeerterrein

Het slagschip USS Texas, dat Pointe du Hoc beschoot voordat de Rangers aan land gingen, is bewaard gebleven en is te bezichtigen in Houston, Texas, in het San Jacinto Park.

De USS Texas in het San Jacinto Park

Meer over Pointe du Hoc
en haar kazematten en bunkers:

'KLIK HIER'


VERVOLG UW RIT WESTWAARTS NAAR GRANDCAMP-MAISY

Direct als u Grandcamp-Maisy nadert valt het enorme chromen beeld op dat u met gespreide armen verwelkomt. Het beeld is ontworpen door de Chinese kunstenaar Yao Yuan (ware naam: We Yuan Yan). Het beeld heeft een hoogte van 15 meter en is gefabriceerd uit 40 ton roestvrij staal. Yuan had het zwaar tijdens de culturele revolutie in China. En besloot zijn leven te wijden aan de Wereld Vrede. Hij ontwierp het beeld 'World Peace Statue', en de eerst kreeg een plekje op een plein in Peking. Vervolgens schonk hij een exemplaar aan Korea (1995) en aan Rusland (2000). In 2004 werd een beeld aan Frankrijk overhandigd en in 2011 aan Chili. In 2013 schonk Yao Yuan een exemplaar aan Israel in de hoop dat het een symbool van geluk mag brengen in het Midden-Oosten.

Grandcamp-Maisy, World Peace Statue, van Yao Yuan

Aan de voet van het beeld staat in het kleine parkje een monument op een tobruk bunkertje dat herinnert aan de strijd die de Amerikaanse National Guard in dit gebied voerde. Het monument, genaamd 'Espace Frank Peregory' herinnert aan de heldhaftige inzet van Peregory die in deze omgeving zijn Medal of Honor verdiende.

Medal of Honor

Technical Sergeant Frank D. Peregory en de Medal of Honor

Van de drie Congressional Medal of Honor die op de American Cemetery, te Colleville begraven liggen, is Technical Sergeant Frank D. Peregory nog niet besproken. Deze verdiende zijn Medal of Honor vanwege uitzonderlijk moedig optreden nabij Grandcamp-Maisy. Op 8 juni, 1944, toen de voorste gelederen van Comp. K, van het 116th Infantry, 29th Infantry Division Grandcamp-Maisy bereikten werden deze door zwaar machinegeweervuur tegengehouden.

'Espace Frank Peregory', Grandcamp-Maisy

Het Duitse vuur kwam vanaf hoger gelegen grond en bestreek de stad. Toen zelfs Amerikaanse tanks de Duitse stellingen niet kon uitschakelen, vertrok T/Sgt Peregory op eigen initiatief richting de stellingen. Bovenaan gekomen ontdekte hij een loopgraaf. Zonder aarzelen sprong hij in de loopgraaf en bewoog zich naar een versterkt punt, 200 meter verder. Hij kwam een aantal Duitsers tegen die hij met handgranaten en de bajonet bestreed, 8 kwamen om en 3 gaven zich over. Zijn stormloop eindigde bij het mitrailleurnest waar hij een groep van 32 Duitsers dwong zich over te geven. Deze actie maakte de weg vrij voor de oprukkende Amerikaanse eenheden. Helaas kwam Peregory zes dagen later om het leven tijdens een actie nabij Couvains. Zijn graf is te vinden in sector G, rij 21, graf 7.

Vervolg u rit het stadje in richting het havengebied. Hier was tot 2015 aan de kade het Musee des Rangers te vinden. Op de hoek van de haven is een groot monument opgericht voor de Fransen die voor de RAF bij Bomber Command vlogen.

Het monument voor de Franse afdeling van RAF Bomber Command

Voor diegene die enkele interessante kazematten willen zien, rijdt dan om de haven heen. Wandel naar het westen langs de plaatselijke camping (kijk wel uit voor ratten!). Hier, in Wn 81, liggen enkele opvallende stellingen. Er is door Amerikaanse marine geschoten op de stellingen van Grandcamp, maar op 6 juni werden er geen landingen uitgevoerd in dit gebied.

Eén van de kazematten van Grandcamp-Maisy

Nieuw complex gevonden!

Klik op onderstaande foto van 'World Peace Statue', en u komt op een pagina die meer inzicht geeft over het nieuw gevonden bunker complex Wn 83, en nog enkele andere complexen zoals Wn 88 en Wn 90, maar ook over ALG A-3 en de Duitse begraafplaats bij La Cambe. En vervolgens verder naar Utah Beach!