VAN ARROMANCHES NAAR DE BATTERIJ VAN LONGUES:
Neem de kustweg, de D 514, naar het westen vanuit Arromanches. Na ongeveer 5 kilometer,
bij de kruising in Longues-sur-Mer met de 'rare' bocht met stoplicht, rechtsaf en volg de borden 'Batterie de Longues'.
DE BATTERIJ VAN LONGUES-SUR-MER
Vanaf september 1943 werd met de bouw begonnen van deze
vier M 272 geschutsopstellingen. In maart 1944 waren er nog maar twee gereed.
Maar in mei was de stelling gereed voor actie. Voor iedere kazemat was 600 m³ beton nodig en vier
ton stalen bewapening. De twee meter dikke wanden en plafond waren bestand tegen geallieerde bombardementen.
Om verzakking door een nabij-treffer tegen te gaan was er een zware basisfundering gemaakt. De haken aan de
bovenzijde dienden om de camouflage netten aan te bevestigen. Elke kazemat bevatte een snel vurend 155 mm
Tbts.K.C/36 scheepskanon. Deze hadden een bereik van 20 kilometer. De kustbatterij stond in eerste instantie onder bevel
van de Kriegsmarine, maar werd kort voor D-Day overgedragen aan de Wehrmacht. Voor de invasie werd de batterij
regelmatig gebombardeerd. De heftigste waren tussen 28 mei en 3 juni, 1944. 1500 bommen regenden neer,
waarvan enkele van 2000 kg en gaten sloegen van 7 meter diep. De schade was gering. Ondanks dat er ook vóór
de invasie, in de nacht van 5 op 6 juni, 1500 ton aan bommen op werd geworpen liepen de kazematten nagenoeg
geen schrammetje op.
De batterij opende al vroeg in de ochtend het vuur op de geallieerde vloot. Het eerste schot werd
afgeven om 05.37 uur. Dat was twintig minuten voor de zonsopgang. Vuur werd afgegeven richting de destroyer USS Emmonds
en naar het slagschip Arkansas dat voor de kust van Omaha Beach lag. Het slagschip vuurde
terug met twintig 305mm granaten en honderd 127mm granaten. Hierop verlegde de batterij haar vuur naar het
oosten, naar de HMS Bulolo. De Bulolo, met aan boord het oppercommando van het Britse XXX Corps, maakte zich
uit de voeten. De HMS Ajax opende hierop het vuur vanaf ongeveer 11 km. Binnen 20 minuten brachten honderdenveertien
150mm granaten de batterij tijdelijk tot zwijgen. Het vuur van de batterij werd nu verlegd naar de landende troepen
op het strand van Gold Beach en Omaha Beach. Rond 08.45 uur werd, met hulp van de kruiser Argonaut als assistent van
de Ajax, de batterij het zwijgen opgelegd. Er is enige contradictie ontstaan over het uitschakelen van de batterij.
Ook de Fransen claimden het uitschakelen. De kruisers George Leygues en de Montcalm zouden als eerste gevuurd hebben
met hun 152mm kanonnen op de batterij. Zij claimden ook het tot zwijgen brengen van de batterij. Pas in de middag
zou de Ajax verantwoordelijk zijn voor het uitschakelen van de batterij die weer deels operationeel was tegen doelen
op Gold Beach. Zodra het mogelijk was werden de granaatfragmenten onderzocht en werden er daadwerkelijk delen gevonden
van Franse makelij. Hoe het ook zij, Batterie de Longues was een vervelende stelling die opgeruimd diende te worden.
Leitstand M 262, de vuurgeleidingsbunker
Driehonderd meter vóór de kazematten ligt centraal de vuurgeleidingsbunker (Leitstand
Type M 262)die het vuur bepaalde voor de achterliggende batterijen. Om deze vuurgeleidingsbunker
enigszins aan het zicht te ontrekken, is deze geplaatst in een uitgehakte ruimte in de klifrand.
In de voorste onderste ruimte zaten de observatoren te speuren naar doelen door de smalle spleet
aan de voorzijde. Waren doelen gelokaliseerd, dan werd dit doorgegeven aan de telemetriepost op de
bovenste verdieping. Beschermd onder een dak van 70 centimeter beton (gesteund op vier dunne pootjes)
begonnen deze de afstand te berekenen tot het doel en gaven deze coördinaten door aan de achtergelegen
batterij. In 1961 werd de vuurgeleidingsbunker gebruikt voor 'The Longest Day' in de dramatische scène met Major
Werner Pluskat die als één van de eerste de enorme geallieerde vloot voor de kust ziet verschijnen
(in het echt was deze locatie te vinden nabij Ste Honorine des Pertes, maar die bleek ten tijde ongeschikt).
Een wandeling naar de vuurgeleidingsbunker van Batterie de Longues is zeker de moeite waard!
De achterzijde van de vuurgeleidingsbunker (in
2012 is er een brug aangebracht aan de linkerzijde, zodat de bezoeker
eenvoudiger bij de telemetriepost kan komen)
De genie van de RAF construeerde na de overgave op deze plek de ALG (Advanced Landing Ground)
B 11 die dienst deed van 26 juni tot 4 september, 1944. Na de oorlog werd door de militairen, en
door lokale bevolking verzamelde, onontplofte munitie opgeslagen in de oostelijke kazemat. Canadese
soldaten werden op wacht gezet bij deze kazemat. Het vermoeden bestaat dat twee Canadese militairen,
die wacht hadden, met een hoogte ontsteker van een luchtdoelgranaat hebben geprutst. Deze explodeerde
waarna de gehele bende aan opgeslagen explosieven de lucht in vloog en de kazemat zeer zwaar beschadigde.
Hierbij lieten de twee aanwezige militairen het leven.
De oostelijke (eerste) kazemat met de zware schade
In de meeste publikaties wordt aangegeven dat de Batterie de Longues de enige
stelling in Normandië zou zijn die haar originele kanonnen nog op haar plaats heeft. Maar de H 667 kazemat
van Wn 65, bij Les Moulins (Vallei van Ruquet), Omaha Beach heeft nog steeds het originele 5cm KwK, en in
een kazemat van Wn 72 bij Vierville-sur-Mer is nog het 8,8cm Pak 43 te vinden.
PORT-EN-BESSIN-HUPPAIN:
Keer terug naar de kustweg, de D 514, en neem de afslag naar Port-en-Bessin-Huppain. Na ongeveer 5 kilometer,
gaat u rechtsaf in Port-en-Bessin, naar de haven (Le Port).
De duinen van Port-en-Bessin
Bovenstaande foto toont de plaats van de gevechten, de duinen achter de toren. Voor de speelfilm 'The Longest Day' werd dit deel gebruikt voor de
aanval op het Casino van Ouistreham. Wellicht herkent u het pad rechts waarover de nonnen tijdens de gevechten
naar beneden kwamen gewandeld. Het Casino stond links, net buiten het beeld van deze foto. Het Casino was een
bedenksel van de producenten, in het echt was het Casino van Ouistreham gesloopt.
Het Casino, set voor Ouistreham in 'The Longest Day', in Port-en-Bessin
(klik voor hoe het Casino er in Ouistreham vroeger bij stond)
Deze haven is
zwaar bevochten. Pas op 7 juni (D+1) werden de laatste
Duitsers uit de bunkers die nabij de toren op de duinen zaten
verdreven. Na een marine beschieting vanuit zee door de HMS
Emerald en een bestoking van, met raketten bewapende, Typhoon jachtbommenwerpers wisten commando's
van het 47th RM de heuvels hier te zuiveren. De haven zou van groot belang worden voor de Geallieerden.
PLUTO in vol bedrijf aan de westzijde van de haven
De Geallieerde oorlogsmachine had veel brandstof nodig. Er werd een systeem uitgevonden om via
lange slangen brandstof over te pompen vanuit Engeland en vanaf tankers die voor de kust lagen.
Dit is één van die plaatsen waar PLUTO (‘Pipeline Under The Ocean’) aan land kwam. Van
de vijf miljoen ton aan brandstof die naar het vasteland werd overgebracht, kwam 370.000 ton via PLUTO.
De hoofdlijn, 'Bambi', moest komen tussen het Isle of Wight en Cherbourg (met vier lijnen over 70 zeemijlen)
de kleinere lijn liep vanaf tankers naar Port-en-Bessin en naar Ste.Honorine-des-Pertes. Cherbourg kwam te
laat in de oorlog en de lijn werd overgenomen door de Dungeness-Boulogne lijn ('Dumbo') met 17 lijnen.
Op 27 oktober 1944 werden de pompen naar Boulogne gestart, maar toen was Port-en-Bessin al drie maanden
operatief met haar ‘minor system’. Van te voren was berekend dat er dagelijks 700 ton binnengebracht kon
worden. Maar toen bleek dat de haven intact ingenomen was, konden meer schepen hun lading lossen en kon
er 2000 ton per dag gelost worden.
Herinnerings plaquette voor PLUTO (klik op de foto voor een andere hoek)
Er is tegenstrijdigheid over de vertaling van het woord PLUTO. Veel publicaties geven als acroniem:
‘Pipeline Under The Ocean’. Maar volgens het uitstekende artikel van Fred Nash in het magazine
‘40~’45 Toen en NU #116 en andere publicaties staat het voor Pipeline Underwater Transport of Oil.
Via Brendan Brown kreeg ik te horen dat ‘PLUTO’ toch staat voor Pipe Line Under the Ocean.
Hij staaft dit met een rapport dat hij mocht ontvangen van het Imperial War Museum nadat hij daar de
contradictie had aangekaart (zie hieronder).
Collections Enquiry Service
Imperial War Museum
Our response is:
Dear Mr Brown
According to the files kept at The National Archives it is
WO 32/11601 SUPPLIES: Petrol (Code 42(C)): Operation "Pluto" (Pipe line under the ocean) 1944-1946
WO 32/11601 INVENTIONS and PATENTS: General (Code 44(A)): Operation "Pluto" (pipeline under the ocean) 1944-1946
Christopher Hunt
Om inzicht te krijgen hoe uiteindelijk Port-en-Bessin in Britse
handen viel, zijn er een aantal extra pagina's gemaakt, die u via onderstaande link kunt bezoeken:
KLIK HIERBOVEN VOOR EXTRA INFO OVER DE GEVECHTEN ROND PORT-EN-BESIN
(klik op de laatste pagina over de gevechten op de juiste link
om hier weer terug te keren voor het vervolg van de tour)
Musée de Epaves sous-marines de Débarquement
Verlaat de haven van Port-en-Bessin en neem de D 6 op de rotonde richting Bayeux. Na ongeveer een kilometer
ziet u aan de linkerzijde van de weg vlaggen wapperen, deze geven het unieke museum, Musée de Epaves sous-marines
de Débarquement, aan. Het bestaat geheel uit zee geborgen objecten die tijdens de invasie in de golven waren verdwenen.
Musée de Epaves sous-marines de Débarquement
Opvallend waren hier de zogenaamde DD tanks ('DD' = Duplex Drive). Deze tanks werden in zee uitgezet en voeren als
een boot naar het strand. Niet
alleen DD Tanks, ook andere voertuigen, zoals een M5A1 en een M7 'Priest' zelfrijdend stuk veld
artillerie zijn hier tentoongesteld. Toen de M7 geborgen werd
vond men onder 2000 kilo modder de gave documenten van
bestuurder John E. Glass. Ook is er een zogenaamde Dozertank te bewonderen. Deze Sherman tank
heeft een beschadigd bulldozerblad aan de voorzijde.
De
geborgen M7 waarin de documenten werden gevonden van
J.E.Glass
In het kleine binnenmuseum zijn meer voorwerpen te vinden, zoals onder andere een Sabre motor
van een Typhoon jachtbommenwerper, een torpedo, en vitrines vol spul.
Als in mei de deuren van het museum weer opengaan zijn er vaak aardige originele, van de zeebodem
opgeviste, voorwerpen te koop.
Helaas is het museum de laatste jaren in staat van verval geraakt.
Eén van de twee unieke DD tanks is verkocht
aan 'Overlord Research LLC', West Virginia en verdwenen naar de Verenigde Staten.
Ook de houding van de norse eigenaar/medewerker is verre van publieksvriendelijk.
Er mag binnen in het museumdeel niet gefotografeerd worden, niet dat er schade door
ontstaat, maar meer om te zorgen dat de
door roest en schimmel aangestaste zaken in de vitrines niet openbaar wordt gemaakt,... zonde.
BAYEUX
Musée Memorial de la Bataille de Normandie
Het Musée Memorial de la Bataille de Normandie te Bayeux heeft
een moeilijke periode doorstaan toen bijna de gehele collectie werd weggehaald
door de verzamelaar die het had uitgeleend. In het voorjaar van 2006 werd het museum
heropend. Het is minder vol dan het eerst was, wat het gebodene tegemoet komt.
Heldere uitleg in combinatie met verspreid staande objecten houden het museum
overzichtelijk. Gelukkig is niet alles uit de oude collectie verdwenen.
Het voertuigpark is bijna onaangeroerd gebleven. Nog steeds is het gemotoriseerde kanon,
de Sexton, aanwezig, plus verscheidene andere voertuigen, zoals een grote Amerikaanse
Caterpillar bulldozer, een Brencarrier en een Half Track. Helaas is het wrak van de
Spitfire verdwenen. Maar deze kan nu gevonden worden in het Juno Beach Centre te
Courseulles-sur-Mer. Voor het Musée Memorial de la Bataille de Normandie moet men
zeker 2 uur uittrekken. Zeker ook als men de goed uitgeruste
winkel bezoekt. Het is gesitueerd aan de oude binnenringweg rond
Bayeux, aan de zuid-westkant van de stad.
Aan de overkant, iets naar het
noorden, is het Bayeux Oorlogskerkhof, hier liggen 4648
Britse (Commonwealth) militairen begraven, en 466
Duitsers. Oorspronkelijk was dit de begraafplaats voor militairen die gestorven waren
aan hun verwondingen in de militaire ziekenhuizen in Bayeux. Na de oorlog werden in Normandië
gesneuvelde militairen, die een tijdelijk graf hadden gekregen, hier herbegraven. Er ligt één
Britse militair die de hoogste militaire onderscheiding heeft ontvangen, het Victoria Cross,
de korporaal Sidney Bates van het Royal Norfolk Regiment. Hij ontving de medaille vanwege zelf opoffering
op 6 augustus 1944 toen zijn sectie onder machinegeweervuur en mortieren kwam te liggen. Tussen de
50 en 60 Duitsers van 10. SS Pantzer Division hadden al verscheidene manschappen uitgeschakeld, toen Corporal Bates een
machinegeweer oppakte en naar voren stormde, schietende vanuit de heup. Hij raakt vrijwel direct gewond door een Duits machinegeweer.
Hij krabbelde overeind en strompelde verder, en bleef zijn wapen afvuren. Hier en daar trokken groepjes Duitsers terug, maar weer werd
Bates getroffen, nu door een mortier scherf. Ondanks de pijn wist hij weer omhoog te komen, en vuurde nog steeds, en de Duitsers
trokken zich terug. Maar een mortier ontplofte weer nabij Bates, die nu dodelijk gewond raakte. Maar de situatie was onder controle, de
Duitsers trokken zich terug.
Het Bayeux Memorial
Aan de overzijde van de weg, tegenover de begraafplaats, staat het Bayeux
Memorial, waarin de namen van 1805 omgekomen militairen
gegraveerd staan, die geen bekend graf hebben. Onder de namen staan 189 namen van het 43rd Divisional Reconnaissance
Regiment die aan boord waren van de MV Derrycunihy, die voor de kust van Ouistreham in de nacht van
23 juli 1944 voor anker ging om later zijn
lading te lossen. Op 24 juli startte men de motoren om 07.40 uur, die een Duitse akoestisch mijn deed ontploffen,
waarop de romp open scheurde en het schip in tweeën brak. Van de 600 43rd Regiment aan boord verdwenen er 189 en raakten
zo'n 150 gewond. Ook 25 bemanningsleden van het schip verloren het leven.
Op de volgende pagina gaat de tour verder naar de Amerikaanse sector OMAHA BEACH (Ste. Honorine-des-Pertes, Colleville-sur-Mer en de
American Cemetery) klik op de Hetzer 38 hieronder.
GA TERUG
|