'A BRIDGE TOO FAR'
Vergelijking tussen Fictie en Feit
‘Holy Mary, Full of Grace’
(Major Julian Cook)
Eén van de meest tot de verbeelding sprekende acties tijdens operatie Market-Garden is de oversteek
van de Waal bij Nijmegen in canvas bootjes door een eenheid van de 82nd Airborne Division.
Op 19 september, om 15.30 uur, begon een gecombineerd offensief om op te rukken naar de Waalbrug van Nijmegen.
Generaal Gavin, commandant van de 82nd Airborne had de 505th PIR onder het commando van Lt-Col. Ben Vandervoort,
aangewezen voor deze opdracht. Steun van tanks zou komen van het Britse 1st Battalion van de Grenadier
Guards, onder leiding van Lt-Col. Edward H. Goulburn. Tot de binnenstad van Nijmegen werd weinig
weerstand ondervonden.
Vervolgens splitsten de tanks in twee groepen. Twintig tanks en andere pantservoertuigen gingen richting
de spoorbrug over de Waal, terwijl twintig andere tanks en begeleiding onder leiding van Vandervoort en Goulburn
naar de verkeersbrug over de Waal optrokken. Doel was het Valkhofpark en Hunnerpark waar enkele honderden Duitser de
verkeersbrug opgang verdedigden. Waren het in eerste instantie een ratjetoe aan Duitse soldaten, in de middag
waren deze versterkt met ongeveer honderd man SS-pantsergrenadiers onder leiding van Hauptstormführer Karl-Heinz Euling.
Om de colonnes de weg te wijzen door Nijmegen waren enkele Nederlandse
verzetsmensen toegevoegd die meereden op de tanks. Onder hen de 22 jarige student, Jan van Hoof.
Deze zou de kabels reeds hebben gesaboteerd die naar de springladingen liepen aan de Waalbrug.
De Duitsers waren begonnen de woonhuizen in het noorden van Nijmegen in de brand te steken om de opmars te vertragen van de
Britten en Amerikanen. Nabij
de spoorbrug werden de eerste Britse tanks uitgeschakeld door verdekt opgestelde 8,8cm Flak kanonnen.
Het intensieve Duitse vuur dwong de infanterie terug te trekken. Ondanks een nieuwe aanval op de Duitsers
was er geen doorkomen aan en werd de aanval op de spoorbrug tot stoppen gedwongen.
Een foto genomen door een fotoverkenner van de RAF
van de Waalbrug en de spoorbrug (links)
De tweede colonne naar de verkeersbrug werd vanaf de oude burcht de Valkhof onder vuur genomen door een
bataljon SS-pantsergrenadiers met gemotoriseerde kanonnen en door infanterie. Een compagnie werd door
Vandervoort naar voren gestuurd om de zaak te zuiveren. Om de zaak te dekken werd er door de Britten
met rook geschoten. Toen het leek dat het veilig was kwamen de Britse tanks weer naar voren, maar enkele
over het hoofd geziene Duitse kanonnen schakelden in rap tempo twee tanks uit. Na uren hevige gevechten
waren beide colonnes tot stoppen gedwongen voor de nacht. Kapitein Karl Heinz Euling zond in het donker
een groep SS-ers naar de Geallieerde stellingen. Eén peloton Duitsers kwam op meters afstand en een enorm
vuurgevecht brak los waarbij de Amerikanen verliezen leden en drie Duitsers omkwamen en verscheidene
gewond raakten. Eulings stuurde enkele gewondenverzorgers om zijn gekwetsten te halen, waartoe ze de
ruimte kregen van de Amerikanen. Even later werd er weer over en weer geschoten.
De oude spoorbrug over de Waal, ten westen van de verkeersbrug
De avond van de 19de legde Gavin een plan voor aan Browning en bevelhebbers van XXX Corps (een aangepast voorstel
dat hij een dag eerder ook had gedaan, maar toen was afgewezen) om de Waalbrug van beide kanten te veroveren. Hiertoe
zou de 350 meter brede rivier moeten worden overgestoken in boten die door Horrocks waren toegevoegd in de
colonne van XXX Corps. Er kon niet langer voorzichtig worden gehandeld, maar er moest voortvarend worden opgetreden.
In drie dagen had Gavin tweehonderd man aan gesneuvelden en rond de zevenhonderd gewonden, de trage opmars kostte teveel
levens. Colonel Reuben Tucker van de 504th PIR was ook aanwezig daar zijn eenheid de oversteek zou maken. Waren de
Britten nogal verbaasd over het plan, Tucker zag het als een opdracht die een para kon verwachten, al sprak hij duidelijk af met Horrocks dat; 'zodra de tanks de brug over waren deze door zouden zetten naar Arnhem'. Onderzoek wees
uit dat de genie van Horrocks 28 uit multiplex en canvas bestaande boten kon leveren. Als alles meeliep zouden die
in de loop van de ochtend van de 20ste september in Nijmegen kunnen zijn. Onderwijl waren er in de nacht rond de
150 SS’ers van Kampfgruppe Reinhold over de verkeersbrug getrokken om de troepen op de zuidelijke brugopgang te
ondersteunen. De gevechten laaiden in de ochtend weer op, maar rond het middaguur was het Valkenhofpark omsingeld en
was de zuidelijke verkeersbrug opgang tegen 18.00 uur in handen van de Geallieerde macht. Terwijl de gevechten
nog in volle gang waren om de zuidelijke opgangen van de verkeersbrug en de spoorbrug veilig te stellen zat
Major Julian Cook te wachten op de boten die hen de Waal over moesten brengen,...
Na zware verliezen aan Duitse zijde is het Hunnerpark in Britse handen
Rond de klok van 13.00 uur, het geplande uur-U, was het 3rd Battalion onder leiding van Major Julian Cook gereed,
maar de boten waren nog steeds niet gearriveerd. Het uur-U werd verplaatst naar 15.00 uur. Uren die de spanning opvoerde
bij de mannen die de oversteek zouden moeten maken. Cook probeerde de moed erin te houden door aan te kondigen dat hij
als een George Washington rechtop in de boot zou staan, zoals hij de Delaware overstak, en zou roepen: ‘Voorwaarts mannen, voorwaarts’.
Op 19 september 1944 werd het zelfde type boot
gebruikt
toen Britse troepen het Kempisch Kanaal overstaken bij St.-Huibrechts-Lille
Vanwege de gevechten rond de zuidelijke opgangen van
de spoorbrug en de verkeersbrug werd als vertrekpunt voor de amfibische landing
daarom gekozen voor een positie anderhalve kilometer ten westen van de spoorbrug, nabij de PGEM elektriciteitcentrale.
Om 14.30 uur kwam een squadron Typhoons die hun raketten en boorkanonnen afschoten op Duitse stellingen
aan de noordzijde van de bruggen. Om 14.40 rolden tanks van Vandeleur in positie die de oversteek zouden dekken.
Links: Major Julian Cook
Rond deze tijd kwamen ook de drie vrachtwagens met de roeiboten aan in Nijmegen. In de 5,70 meter lange opvouwbare
bootjes moesten 13 man plaatsnemen plus drie pontonniers die de volgende lading para’s zouden halen. Van de 8 standaard
peddels waren er gemiddeld twee aanwezig, de geweerkolven zouden dienst moeten doen als roeispaan. Zesentwintig boten
werden in elkaar gezet en geladen met uitrustingstukken. Het oorverdovende gebulder van honderd lopen van dertig Britse
tanks en mortier en artillerie van de 82nd op de Duitse stellingen begeleidde het sleuren van de roeiboten over de dijk.
Onderwijl waren tanks begonnen hun rookgranaten af te schieten. Over de volle breedte van de rivier lag in een mum een
vette mist van ondoordringbare rook.
De para's die overstaken behoorden tot de H en I Company van de 504th PIR. De onervaren mannen raakten hopeloos
in de problemen. Boten sloegen om, of raakten vast in de modder, anderen werden door de stroming meegesleurd of draaiden
hulpeloos rond. De paar peddels die aanwezig waren, werden verder uitgedund. Captain Carl Kappel, was wel een kapitein,
maar niet voor op een boot, net als Private Legacie. Toen hun boot zonk wist Kappel Legacie te redden uit de sterke
stroming. Van dit korte gevecht was Kappel al helemaal uitgeput, maar stapte toch aan boord van een andere boot om de
oversteek te maken. Boven het lawaai uit waren de bevelen door Major Cook te horen; ‘Roeien blijven, roeien blijven!’
Terwijl de boten de rivier opgingen kon men Cook horen bidden in een cadans voor het roeien; ‘Holy Mary, full of grace’
(later vertelde Cook dat hij eigenlijk ‘The Lord be with you’, wilde gebruiken, maar het was voor het roeien ongeschikt).
De Duitsers openden het vuur op de krakkemikkige vloot van Cook. Kogels vlogen door het dunne canvas en sloegen in de roeiende
manschappen.
Vanaf het PGEM gebouw moesten Horrocks, Browning en Vandeleur hopeloos toekijken. Vandeleur zijn tanks
hadden tien minuten rook geschoten, maar men raakte door de munitie heen. De wind rukte het rookgordijn helemaal
open en de rivier kookte van de explosies. De eerste boot met troepen onder Lt. James Megellas, die zelf niet aan boord was van deze boot,
werd geheel opgeblazen, er waren geen
overlevenden. Van een andere boot, die terug dreef naar de zuidzijde, bleek nog één overlevende, de gewonde Private
Leonard Tremble. Dertien boten zouden de overkant niet halen tijdens de eerste golf.
Hier kwamen de mannen van het 504th PIR aan land
(aan de overzijde de PGEM centrale)
Toch bereikten de eerste boten
de noordzijde van de rivier. De mannen stormden het ‘veilige’ land op. Zonder dekking renden ze op de Duitse stellingen
af, vol van wraak na de moorddadige oversteek. Boten die leeg waren keerden weer om een volgende lading para’s te gaan
halen. De para’s kenden geen genade en hielden als beesten huis onder de Duitsers die ze op hun weg tegenkwamen.
Handgranaten en bajonetten maakten korte metten. Duitsers die zich wilden overgeven hadden geen kans, de Amerikanen
hadden haast. Binnen een half uur was de noordoever in handen en gezuiverd van Duitsers. De tweede lading para’s
kwam aan wal. Toch waren weer twee boten verloren gegaan. In totaal maakten de elf overgebleven boten nog vijf tochten.
De para’s vochten één tegen vijf, maar met zo’n ongekende felheid dat het eerder leek dat de Amerikanen de overhand
aan manschappen hadden. Eén van de mannen die de Waal overstak was de enig Nederlander in het gezelschap, Ben Bouman.
Hij had op 17 september al als gids gediend en op 20 september was hij, deels gekleed in zijn vaders KNIL uniform, op de fiets in
Nijmegen. Tegen ruil van de fiets, die als koeriersfiets verder dienst ging doen voor de Amerikanen, kon hij een parajack
krijgen plus een wapen met munitie. Ben Bouman overleefde de oversteek maar had zijn wapen niet gebruikt, hij hield zijn
hoofd zoveel mogelijk laag. De volgende dag werd hij lichtgewond van verdere deelname uitgesloten.
Aangaande bovenstaande foto, de meest linkse brug
(waar de tekst 'Irish Guards' staat)
is van recente datum. Ook de brede afgraving waar de rode pijlen vandaan gaan richting
Fort Hof van Holland, is ook van recente datum.
In 1944 was dit allemaal dicht, en stroomde daar alleen de Waal. Zie ter vergelijking de
luchtverkennings foto, geschoten tijdens de gevechten in september 1944 door de RAF, hoger op deze pagina.
Eén van de doelen was het fort ‘Hof van Holland’ waarvandaan onophoudelijk machinegeweren knetterden en een
luchtdoelbatterij vuur afgaf. Verbeten werd de slotgracht overgezwommen en werden muren beklommen. De Duitse
verdedigers hadden geen schijn van kans. Ondanks dat de Duitsers bij de spoorbrug de beschikking hadden over
34 machinegeweren, twee 20mm kanonnen en een 88mm Flak kanon, werden ze door de Amerikanen de brug overgejaagd,
naar de zuidoever waar ze werden opgewacht door Britse tanks. Andere Duitsers probeerden via de noordelijke
oprit te ontkomen, maar werden meedogenloos verwelkomt door de para’s. Rond de spoorbrug werden later 260 doden
geteld aan Duitse zijde en een veelfout aan gewonden en gevangenen. Na twee uur onophoudelijk vechten was de eerste
brug onbeschadigd in handen. Er werd verzocht om tanks die over de spoorbrug naar het noorden moesten komen om de
aanval op de verkeersbrug te ondersteunen. Maar Lt-Col. Tucker vreesde dat de spoorbrug ondermijnd was en durfde
geen tanks te sturen. Major Cook rukte gelijk zonder verdere steun op richting noordelijke oprit van de verkeersbrug.
De hedendaagse spoorbrug
Onderwijl hadden de tanks van Goulburn en de para’s van Vandervoort goede vooruitgang geboekt en hadden de SS-ers van
Euling het zwaar te verduren. De barrage van vuur over en weer was van een ongekende felheid. Langzaamaan werden
de verzetshaarden opgeruimd. De laatste vier ingegraven gemechaniseerde kanonnen die in het verkeersplein waren
ingegraven werden in een massale tankaanval vernietigd. In man tot man gevechten kregen de para’s rond 16.00
uur de overhand en sloegen vele Duitsers op de vlucht. Vier tanks onder leiding van Sergeant Peter Robinson trokken
nu op naar de zuidelijke oprit van de verkeersbrug. Op de oprit werd een loopwiel van Robinson zijn tank kapot geschoten
en verloor hij het radiocontact met het hoofdkwartier van de divisie. Snel klom hij uit zijn koepel en rende naar de
tank achter de zijne. Hier stuurde hij (een hevig protesterende) Sergeant Billingham uit zijn tank en nam zijn tank
als commandovoertuig over. Billingham kon volgen in Robinson zijn beschadigde, maar nog steeds rijdende tank. Onderwijl had
de derde tank, van Sergeant Pacey, de leiding genomen, en Robinson sloot achter hem aan.
Twee Amerikaanse para's zien
hoe tanks van het XXX Corps de brug oprijden.
De grote afstand tussen de twee Cromwell tanks geeft aan dat het nog niet veilig is.
Een 88mm kanon vuurde op
de tanks op de brug, maar de schutter van Robinson zijn tank, Leslie Johnson, wist deze uiteindelijk uit te schakelen.
Duitsers die zich schuil hielden tussen de spanten van de brug werden beschoten door de mitrailleurs van de tanks.
Een tweede 88mm viel stil en was waarschijnlijk ook uitgeschakeld door één van de vier tanks. Er was een betonnen versperring
in het midden van de brug, maar er was een gat van drie meter waar een tank precies doorheen paste. Pacey stopte na het
passeren en dekte zo de volgende tank, Robinson, toen deze door het gat wurmde. Robinson nam hierop weer de leiding.
Hij ontdekte een derde 88mm en gaf met een kort bevel opdracht het vuur erop te openen. Overal renden Duitse
soldaten die slachtoffer werden van de boordwapens van de tanks. De bemanningen konden voelen hoe ze over de
lijken reden van omgekomen SS-ers. Een gemechaniseerd kanon probeerde de tanks nog te stoppen maar enkele
granaten brachten ook deze tot zwijgen. Eindelijk werd de noordzijde bereikt en uit het talud kwamen de besmeurde para’s
van de 504th tevoorschijn om de tanks te verwelkomen.
Zou deze Duitse soldaat bij het aantrekken van zijn spijkerlaarzen
een vermoeden kunnen hebben gehad dat het de laatste keer zou zijn?
Lt. Tony Jones van de Royal Egineers was achter de tanks aangelopen en vernielde onderwijl enkele kabels waarvan
hij vermoedde dat die naar springladingen liepen. Niet alleen vond hij mijnen op zijn weg, maar ook grote hoeveelheden
TNT die verstopt waren in de noordelijke pijler van de brug. Springladingdozen waren op maat gemaakt voor de spanten
en in dezelfde kleur geverfd. Hij verwijderde ontstekers en gooide deze in de Waal.
Captain T. Moffatt Burriss
De brug was nu geheel in handen
en gereed voor de grote oversteek van mens en materieel, om de laatste 17 kilometer te overbruggen en de mannen van
Frost te ontzetten bij de brug van Arnhem. Tot woede van de de 82nd Airborne ging dit ‘feest’ niet door.
De tanks bleven staan aan de noordelijke oprit. Er was geen ondersteunende infanterie, die vocht nog in Nijmegen en in het
donker had doorzetten geen zin, volgens het Britse scenario. Ondanks smeekbeden van Captain T. Moffatt Burriss,
commandant van Company I, 504Th PIR, die zo veel verliezen had geleden om de brug veilig te stellen,
aan het adres van Captain Lord Carrington, de 2de commandant 2nd Battalion, van de Grenadier Guards, om toch door te zetten richting Arnhem, bleef Carrington volharden. Toen Burriss zijn pistool trok om zijn smeekbeden te onderstrepen dook de Britse tankcommandant snel in zijn koepel. Captain Burriss ontving voor zijn leiderschap tijdens de inname van de Waalbrug de Silver Star Medal.
De 504Th PIR, van de 82nd Airborne Division had in de oversteek 47 mannen verloren en 87 gewonden en vermisten,... en nu leek het erop dat de hele actie voor niets was geweest. Als ze nu niet zouden doorzetten, zouden de Duitsers de tijd krijgen hun wonden te likken en nieuwe verdedigende posities in te nemen. Als het aan Lt-Col. Tucker had gelegen hadden de para’s zelf die 17 kilometer afgelegd om hun para kameraden van de 1st Airborne te ontzetten. Maar hij wist ook dat ze nooit toestemming zouden
hebben gekregen omdat het front voor de 82nd al zo langgerekt was. En nu stond de hele zaak stil op een smalle dijk.
Sherman tanks trekken over de zwaar bevochten brug.
(De tanks rijden dicht opeen, de situatie is onder controle)
Onderwijl was de situatie voor Frost uitgedraaid op een deceptie. Zonder dat het hoofdkwartier van Browning het wist
was de groep van Frost
drie uur voor de eerste tanks over de Waalbrug reden, al onder de voet gelopen toen Duitse tanks zich een weg vochten
naar de brug van Arnhem. De strijd om Nijmegen en het innemen van de Waalbrug nam zoveel tijd in beslag dat we kunnen zeggen
dat de brug van Nijmegen 'een brug te laat' was.
Na de strijd worden de Duitse springstoffen veilig gesteld
(let op de Teller mijnen rechtsonder en het kistje met Amerikaanse handgranaten)
A Bridge Too Far
’What did you expect,… destroyers?’
(Robert Redford als Major Julian Cook als de para's de boten zien)
Om de scènes op te bouwen, die moesten leiden tot de gewaagde oversteek over de Waal, naar hoge spanning,
zou er enkele malen heen en weer ‘gesneden’ worden tussen de wachtende paratroepers en de voortrijdende vrachtwagens
met de canvas boten. Wat vooral over moest komen, was de hachelijke toer om de vrachtwagens over smalle wegen te sturen,
wegen die regelmatig onder Duits vuur lagen. De vertragingen die de vrachtwagens opliepen, liepen gelijke tred met het
steeds maar verder in de dag opschuiven van de oversteektijd.
Eén van de Bedford QL trucks welke een rol gaat vertolken in
A Bridge Too Far
(Foto: Henk Hendriksen)
De scènes met de voortrazende vrachtwagens, werden geschoten langs het kanaal bij Heerde. Om enige veiligheid
te waarborgen was de plaatselijke brandweer paraat om bij een calamiteit in te grijpen. Eén van deze brandweerlieden
was Henk Hendriksen die op de dag van de opnames een fototoestel bij zich had gestoken. In 2012 kreeg ik een mail
van de zoon van Henk, Arjan, welke enkele van de opnames bevatte die zijn vader in 1976 had gemaakt. Ik kreeg toestemming
om deze scans van dia's te mogen gebruiken.
Regisseur Richard Attenburough aan het werk bij de Waalbrug
Eén opvallende foto springt eruit. Een Bedford QL truck is uitgerust met een platform rond de cabine.
Hierop is een camera geplaatst welke de chauffeur vastlegt als deze juist langs een enorme explosie rijdt.
De Bedford met het cameraplatform
(Foto: Henk Hendriksen)
Om de scènes te schieten rond de verkeersbrug van Nijmegen voor A Bridge Too Far was veel organisatie
nodig daar de Waalbrug een drukke verkeersader was. Er was toestemming om een aantal zondagochtenden gebruik
te maken van de brug, maar niet langer dan een uur per keer. De eerste scène die geschoten werd was de Duitse
versterking die over de brug werd aangevoerd. Hiertoe marcheerden ‘Duitse’ troepen en reden Leopard tanks en
enkele AMX-13 tanks een paar keer op en neer. Er werd nog tweemaal op een zondag op en rond de brug gefilmd
en dat zouden achteraf de meest controversiële scènes worden. William Goldman, de scenario schrijver, had een
dramatische scène bedacht voor steracteur Robert Redford. Dat hij hiermee de waarheid geweld aan deed werd pas
laat onderkend. In het oorspronkelijke plan zou het lijken of Redford (in de rol van Major Julian Cook) met
zijn mannen de verkeersbrug alleen zouden veroveren. Zoals reeds geschetst is, namen ze de spoorbrug in en
vervolgens de noordelijke oprit om daar te wachten op de tanks van de Grenadier Guards. Er werd dus aan
voorbijgegaan dat Robinson en zijn vier tanks de gehele spanwijdte van de brug hadden overgestoken zonder
hulp en dat ze de para’s pas anderhalve kilometer verder, bij Lent, ontmoetten. Dus alleen voor een
dramatisch effect, werd de geschiedenis herschreven. Dat de heldhaftige oversteek met de bootjes in de
film moest, dat sprak voor zich. Het wordt heden ten dage nog steeds beschouwd als één van de
heldhaftigste daden uit de Tweede Wereldoorlog.
Een korte scène werd geschoten aangaande de gevechten in Nijmegen
Regisseur Richard Attenborough werd steeds meer onder druk gezet door de militaire adviseurs en
op het laatste moment werd een compromis gesloten. Er werd een scène toegevoegd waarin de tanks van
de Grenadier Guards de brug oprijden nadat ze zich vechtende door Nijmegen bewogen. Op een zondagochtend
werd op een gehuurd pleintje enkele tonnen aan puin gestort, ‘lijken’ neergelegd en brandende voertuigen
neergezet. In twee uur werd de scène geschoten en werd de bende weer opgeruimd. De pers had lucht gekregen
dat Robert Redford de brug had gered en de tanks had doorgezwaaid. Er werd een persconferentie belegd waarin
Attenborough uitlegde dat er een extra scène was toegevoegd en dat de strijd om de spoorbrug en de verkeersbrug
samengevoegd was. Hij vond dat de pers zich niet netjes opstelde, vooral omdat de film nog niet eens klaar was.
‘Holy Mary, full of grace’,... de hachelijke
oversteek in volle gang
De oversteek van de stormboten werd ook bij de verkeersbrug geschoten, maar wel aan de andere zijde, een
kilometer stroomopwaarts en vanaf de noordkant. Hiertoe moest het vaarverkeer enkele uren stilgelegd worden.
Om het de ‘roeiers’ iets gemakkelijker te maken waren de boten uitgerust met een motor die halverwege de boot
geplaatst was. Er werden verschillende oversteken met succes gemaakt.
Tussen de rode lijnen voeren de stormboten voor
A Bridge Too Far
(Google Earth)
Zondag 3 oktober 1976 was de dag dat waarschijnlijk de ingewikkeldste scènes gefilmd moesten worden op
en rond de verkeersbrug. Het werd bij de filmmakers ‘The million dollar hour’ genoemd. Het uur viel tussen
08.00 uur en 09.00 uur. De producenten hadden een uur de tijd om de belangrijkste scènes met de ster van de
film, Robert Redford te maken. Redford was tot de woensdag daarop gecontracteerd. Mocht door bijvoorbeeld het
weer, de ‘shoot’ niet doorgaan, dan moest Redford vier dagen langer blijven en dat koste 125.000 dollar per
dag, alleen voor hem. Maar,... daarmee was men er nog niet,...
Bij de productie van 'A Bridge Too Far' was ook Reineke
Kramer aangetrokken als productieassistent. Bovenstaande
'Call Sheets' mocht ik gebruiken voor deze pagina's, waarvoor hartelijk dank.
Woensdag 6 oktober zou de laatste dag van filmen zijn en
iedere dag langer koste geld. Zou men dus bij mislukken op de geplande 3de oktober uit moeten wijken naar een week
later, was men dan genegen nogmaals de brug vrij te geven aan de filmmakers? Niet alleen Redford zou moeten blijven,
ook de andere acteurs en ‘extra’s’, catering, camera- en geluidsmensen etc. moesten betaald worden en langer onder
dak gebracht, vandaar dat het op 3 oktober om 08.00 uur, het uur-U, ‘The million dollar hour’ werd genoemd.
Redford is aan land en gereed, 'to kick some ass'
Op de bewuste zondagochtend waren 275 mensen gereed. Ze waren al om 06.00 uur op de set en het weer dreigde
met een koude harde wind en het stond naar regenen. Attenborough floot Handel om naar de anderen geen ongeruste
stress te tonen, maar hij was gespannen. Vooral tegen acht uur. Redford was in positie en de ‘Duitsers’
(stuntmensen) klommen tussen de spanten van de brug en bonden zichzelf er aan vast, niet voor hun veiligheid,
maar oorspronkelijk hadden de Duitsers zich ook vastgebonden. De Sherman tanks waren gereed om de brug op te rijden.
Met een megafoon werd omgeroepen dat de ‘lijken’ ten alle tijden hun ogen gesloten moesten houden;
‘Corpses,… listen now you corpses,… all corpses will keep eyes shut at all times while the cameras are
rolling,… you got that? Not one bloody blink from one bloody corpse and that’s final!’
De rookpotten
werden gestart en de oorlog werd weer in gang gezet. Redford bestormde de brug en er werden de nodige Duitsers
uit de spanten geschoten.
Zondag 3 oktober 1976,
Robert Redford bestormt de Waalbrug
(de 'dode' Duitser houdt keurig zijn ogen dicht)
Om de scène over de inname van de Waalbrug nog spannender te maken werd regelmatig ‘gesneden’ naar generaal
Ludwig (Hardy Kruger, nu in de rol als generaal Heinz Harmel). Deze was gereed om de Waalbrug te laten springen
zodra de eerste
Britse tanks over de brug kwamen. Hier kunnen nogal wat kanttekeningen geplaatst worden. In A Bridge Too
Far hangt een enorme blok
springstof onder de brug (in het echt was deze keurig verborgen) en heeft Ludwig vanuit het westen uitzicht op
de brug, terwijl Harmel vanaf het dak van een kazemat in Lent (noordoosten) de verkeersbrug in
de gaten hield. We zien af en toe ook een glimp van de toren van de Sint Stevenskerk van Nijmegen. Dit klopt niet,
de toren was zwaar beschadigd door een vergissingsbombardement, door de Geallieerden op 22 februari, 1944.
Ludwig voor de onbeschadigde
Sint Stevenkerk in Nijmegen
Als het opblazen van de brug mislukt zien we de Britse tanks van rechts naar links gaan, in het echt was dit
voor Harmel dus niet zichtbaar, die kwamen schuin op hem af. Opvallend detail, als men goed kijkt kan men tevens een
Leopard tank tussen de Shermans ontwaren (ironisch dat een Duits gefabriceerde hedendaagse tank tussen de
Geallieerde tanks rijdt).
Redford (in de rol van Major Cook) 'speelt' ook Captain T. Moffatt Burriss
Voor dramatisch effect kreeg Redford ook de scène waarin hij zeer verontwaardigd is dat de Britten niet
doorstoten met hun tanks, omdat ze tijd nemen om thee te drinken,… Deze situatie is dus aangepast daar deze
woordenwisseling niet door Major Cook werd gedaan, maar door Captain T. Moffatt Burriss. Redford in de rol van
Major Cook wierp een handgranaat en schoot ook een scherpschutter uit de spanten van de brug. Dit is ook een toegevoegd
element, Cook, als hogere officier was meer naar achteren geplaatst om zijn mannen te leiden en heeft volgens
Burriss zijn wapen nooit gebruikt, laat staan een handgranaat gegooid.
Het monument ter nagedachtenis
aan de heldhaftige oversteek
Ook al werd de waarheid nogal verbogen en werd de belangrijke strijd rond de spoorbrug en ‘Hof van Holland’
geheel weggelaten, het is een zeer indrukwekkende scène vol actie waarin Redford zich professioneel staande houdt.
Om de herinnering aan de heldhaftige oversteek levendig te houden is er op 18 september 1984 een monument
op de noordelijke oever geplaatst. Dit monument is te vinden aan de Oosterhoutse Dijk.
Klik hieronder om naar de volgende
episode te gaan van Market-Garden en 'A Bridge Too
Far'
| | |