The Netherlands American Cemetery and Memorial
MARGRATEN
Medal of Honor

Hierboven trekken GI's van het 18th Infantry Regiment, 1st Infantry Division, op 29 februari 1945 door Frauwüllesheim in Duitsland. Een maand later werden twee Medal of Honors verdiend door leden van dit Regiment. Helaas zouden beide mannen omkomen tijdens de acties en werden de medailles postuum uitgereikt, en de beide mannen, George Peterson en Walter Will, liggen op Margraten begraven.


Staff Sergeant George Peterson

De uit Brooklyn, New York afkomstige Staff Sergeant George Peterson diende in Company K, van het 18th Infantry Regiment van de 1st Infantry Division, toen zijn compagnie op 30 maart, 1945 onder vuur kwam te liggen nabij Eiseren in Duitsland. Een Duits bataljon schoot met geweren, machinegeweren en mortieren om de Amerikaanse compagnie op afstand te houden. Het Tweede peloton kreeg opdracht een aanval vanuit de flank op de Duitse stellingen uit te voeren, de rest van de compagnie zou een frontale aanval inzetten. Sergeant Peterson kroop naar een goede uitgangspositie en gaf aan het 2nd Platoon aan hem te volgen. Een mortiergranaat sloeg naast hem in de grond waardoor hij gewond raakte aan de benen. Hevig bloedend en zijn pijn verbijtend, bleef Peterson oprukken naar de Duitse stellingen. Twee Duitse machinegeweren openden het vuur richting Peterson. Hij bereikte een kleine holte die hem wat dekking verschafte. Hij pakte een handgranaat, richtte zichzelf op. In een hagel van kogels wierp hij de granaat in het eerste machinegeweernest. De Duitse bemanning werd gedood of gewond en het machinegeweer zweeg. Maar het tweede machinegeweer bleef vuren richting Peterson. Met weer een doeltreffende granaat wist hij deze ook uit te schakelen. Vier Duitsers kwamen om. Terwijl hij verder kroop, wist een Duitse kogel hem in zijn arm te raken. Peterson kroop desalniettemin 20 meter verder toen een derde machinegeweer hem onder vuur nam. Peterson plaatste een granaat op zijn geweer en schoot deze in de vijandelijke stelling. Drie Duitsers kwamen om en de rest vluchtte.

Staff Sergeant George Peterson ligt op Margraten in plot D, Rij 21, Graf 10.

Toen deze stellingen eindelijk gevallen waren kon hij zijn wonden laten verzorgen. Terwijl hij behandeld werd viel een mortier die één van zijn mannen verwonde. Voordat de hospik klaar was met Peterson zijn verwondingen wist deze zich aan hem te ontworstelen om de gewonde man te gaan helpen. Peterson kroop naar voren, maar een kogel trof hem toen dodelijk.

Een lokaal meisje plaatst bloemen bij omgekomen bevrijder in 1945

Op 17 oktober, 1945 werd de Medal of Honor toegekend aan George Peterson voor zijn doorzettingsvermogen en het welzijn van zijn manschappen boven die van hemzelf te plaatsen. Hierdoor konden drie Duitse posities met minimale verliezen ingenomen worden.


First Lieutenant Walter J. Will

Net als de hierboven beschreven Peterson, deed de First Lieutenant Walter J. Will dienst in Company K van het 18th Infantry Regiment van de 1st Infantry Division. En net als Peterson was Will op 30 maart, 1945 in de omgeving van Eisern, Duitsland.
Walter Will, afkomstig uit West Winfield, New York leidde zijn peloton tijdens een aanval op de zwaar verdedigde Duitse linie. Tijdens het helpen van twee gewonde mannen raakte hij zelf gewond. Ondanks zijn verwondingen ging hij terug het veld in om nog een gewonde man op te halen. Hierna leidde hij zijn peloton, bloedend uit verschillende wonden, naar voren, tot ze niet meer verder konden vanwege hevig machinegeweervuur vanaf twee kanten. Lieutenant Will kroop binnen 10 meter van één van deze vijandelijke posities en vuurde een granaat. De vier Duitsers werden gedood en het machinegeweer zweeg. En weer kroop Will verder naar de andere Duitse stelling. Op enkele meters voor deze positie sprong Will op en stormde op het Duitse machinegeweer af. De overrompelde negen Duitsers gaven zich direct over. Even later observeerde Will hoe een ander peloton onder vuur lag van twee andere machinegeweren. Met een kleine groep maakte Will een omtrekkende beweging en schakelde met een welgemikte worp drie handgranaten in het eerste machinegeweernest. Met een enorme agressiviteit stormde hij op het tweede machinegeweer af en schakelde ook deze uit met een geweergranaat. Nadat hij bij zijn peloton was ging hij zijn eenheid voor in een inspirerende aanval op de restanten van de Duitse linie, die hierop terugtrok. Tijdens deze laatste actie raakte Will dodelijk gewond.

Op 17 oktober, 1945 werd aan Walter J. Will
postuum de Medal of Honor toegekend.

Walter J. Will werd op Margraten ter aarde besteld in Plot D, Rij 3, Graf 32


Lieutenant Colonel Robert G. Cole

Robert G. Cole, geboren op 19 maart, 1915 in Fort Sam Houston, Texas, trad in Amerikaanse dienst in San Antonio, Texas. In maart, 1941 ontvangt hij zijn ‘para-vleugels’ in de rang van luitenant. In 1943 voert hij het commando over het 3de bataljon van het 502nd Parachute Regiment, van het 101st Airborne Division. Na de landing met zijn eenheid in Normandië tijdens D-Day onderscheiden Lieutenant Colonel Cole en zijn mannen zich door bij ‘Exit 3’ van Utah Beach, in een vuurgevecht, 75 Duitsers uit te schakelen. Vijf dagen later, op 11 juni, krijgt Cole opdracht de laatste vier bruggen van LaCroix Pan naar Carentan in te nemen. Ondanks hun inzet komt het 3th Battalion vast te zitten in een moordend vuur dat de Duitsers op hen los laat. Na een uur bestookt te zijn met granaten en mortieren die veel slachtoffers eisen, besluit Cole tot een laatste ultieme poging om uit te breken en hun objecten in te nemen. Na een artillerie bombardement op de Duitse stellingen, gaf hij opdracht verse magazijnen in de geweren te plaatsen en tevens hun bajonet aan te brengen.

Schilder James Dietz heeft de aanval van 11 juni, 1944 vereeuwigd

In de vroege ochtend, om 06.15 uur klonk een schrille fluittoon als teken van Cole om de aanval in te zetten. Persoonlijk, met getrokken pistool, leidde hij de aanval met de nog ongeschonden restanten van zijn eenheid naar de Duitse stellingen. Als één van zijn mannen getroffen wordt neemt Cole zijn wapen over en stormt verder, ook met de bajonet naar voren. Met man tot man gevechten worden de Duitsers uiteindelijk verdreven en hiermee het bruggenhoofd veiliggesteld. Deze bajonetaanval was de eerste Amerikaanse van de Tweede Wereldoorlog. De eenheid had zoveel doden en gewonden opgelopen, dat deze zwaar bevochten weg voortaan ‘Purple Heart Lane’ genoemd zou worden.

Lt.Col. Robert Cole vóór de boerderij die ingenomen werd na de bajonet aanval

Lt. Colonel Robert G. Cole werd de Medal of Honor toegekend voor zijn heldhaftige inzet en vooral leiderschap. Helaas mocht hij deze nooit in ontvangst nemen. Tijdens operatie ´Market-Garden´, op 18 september, 1944 werd Robert Cole door een kogel getroffen van een Duitse sluipschutter toen zijn eenheid bezig was de brug nabij Best in te nemen. Op 30 oktober, 1944 nam zijn moeder deze postuum in ontvangst, in aanwezigheid van zijn vrouw en bijna twee en half jaar oude zoon.

Ter ere van Robert Cole, is de Cole Junior & Senior High School
in Fort Sam Houston naar hem vernoemd.

Robert Cole ligt op Margraten in Plot B, Rij 15, Graf 27