Boven, GFM koepels van het Ford
Galgenberg
Hieronder bezoeken we enkele zeer bezienswaardige forten
die onderdeel uitmaakten van de Maginot Linie. Ik beperk mij
op de komende pagina’s tot de noordoost zijde van de linie
(vanaf Sedan tot even voorbij Straatsburg). Wellicht in de nabije toekomst
zal hier een uitbreiding volgen over de forten langs de Alpen
(met mij weet je het maar nooit).
Ik raad u aan een goede kaart aan te schaffen, bijvoorbeeld de Michelin
307 local en de Michelin 315 local. Voordeel van deze kaarten is dat het bewuste fort (Ouvrage)
aangegeven is (in de vorm van een open ster).
12 Fortificaties
van de MAGINOT LINIE
1: Fort La Ferté 2: Fort Fremont 3: Fort Immerhof 4: Fort Galgenberg 5: Fort Hackenberg 6: Fort Bambesch 7: Fort Rohrbach 8: Fort Simserhof 9: Fort Four à Chaux 10: Fort Schoenenbourg 11: Abri Hatten en Abri Esch 12: Kazemat Marckolsheim
- Nr. 1, Fort La
Ferté -
Fort La Ferté is één van twee kleine forten in de sector
Montmédy. Het is te vinden aan de N43. Deze weg loopt van
Sedan naar Montmédy (25km ten zuiden van Sedan). Neem de D52
zuidelijk uit Blagny, ga door het dorpje Villy, ten zuiden
hiervan vind men het fort. Komende vanuit het zuiden, Verdun, Stenay, neem vanauit
Stenay de tweede rotonde de
D13 op richting Villers-Devant-Orval. Na ongeveer 10 kilometer nadert u de splitsing rechts naar La Ferté,
maar ga linksaf (u ziet reeds een kazemat van het complex liggen als richtpunt).
Fort La Ferté na de
strijd en, (onder) in 2007
In mei 1940 werd het fort bemand door 107 manschappen en
onderofficieren, aangevoerd door drie officieren van het 155e
Régiment d’Infanterie de Fortresse en het 169e Régiment
d’Artillerie. La Ferté had een observatiekoepel voor artilleriewaarneming,
vandaar de artilleristen, die geen deel uitmaakten van de bevelvoering. Het was een zwakke verdediging in de Maginot
Linie die in de tweede fase was gebouwd. De zwakke verdediging
moest geen probleem opleveren. Bij een eventuele aanval door
Duitsland via de Ardennen, zouden de Fransen België
binnenvallen en de Duitse aanval tegenhouden. Toen het eenmaal
zo ver kwam braken de Duitsers helaas al snel bij Sedan door
het Franse vooruitgeschoven front op 14 mei 1940. Al vlot
stond de Duitse 71ste Infanterie Division aan de linkerflank
van de Linie bij La Ferté. Om het Duitse front breder uit te
laten waaieren was de inname van deze versterking essentieel.
La Ferté, AM koepel op Blok 2,
Toen en Nu
Vanaf de 15de mei werd de druk opgevoerd, met name rond het
dorp Villy. Op 17 mei kregen twee kazematten de opdracht deze
op te geven. Door onjuiste informatie saboteerden de bemanningen hun kanon
en trokken voortijdig terug. De volgende dag werd Villy ingenomen. Het VIIe
Armeekorps bracht op 18 mei haar artillerie in stelling om
‘Panzerwerk 505’, Fort La Ferté, op de korrel te nemen. Met
8.8cm Flak geschut en 21cm mortieren werd de omgeving en de
koepels beschoten. Met name Blok 2 kreeg het zwaar te
verduren. In
de GFM koepel vonden drie Franse soldaten de dood toen deze
getroffen werd. Tijdens een tegenaanval gingen drie Franse
tanks verloren, waaronder één door eigen vuur, omdat men dacht
te maken te hebben met een Duitse panservoertuig. Duitse genisten plaatsten
springladingen op drie van de vier koepels op Blok 2, waaronder de AM koepel die compleet uit haar
geleiding werd gelicht (tegenwoordig licht de koepel er nog steeds zo bij).
De bemanning van Blok 2 besloot zich terug te trekken in Blok
1. In de tunnel tussen de twee blokken wachtten de mannen op
hun bevel. De lucht was ontzettend verontreinigd en giftig
door de beschieting en de branden, het ventilatiesysteem kon
het niet verwerken. Op 19 mei, rond 05.00 uur werd het stil
vanuit La Ferté. Alle mannen waren omgekomen door de
schadelijke gassen.
De omgekomen manschappen in de
verbindingstunnel tussen Blok 1 en Blok 2.
Pas op 8 juni werden de stoffelijke resten geborgen van 87
mannen die in een massagraf werden bijgezet die na de oorlog
werden herbegraven. In 1973 werden in een graf nabij Blok 2
nog eens 17 onfortuinlijke gevonden, waaronder de commandant,
luitenant Maurice Bourguignon. De Duitse commandant van
Stosstrupp Germer, Oberleutnant Alfred Germer, die met zijn
genisten de koepels uitschakelden, kreeg voor zijn inzet het Ridderkruis.
De GFM van Blok 2, 8.8cm schade en drie doden
Tegenwoordig is een rondgang mogelijk die begint in Blok 1
waar een klein museum in is gevestigd. Via de
verbindingcorridor, waar de meeste mannen omkwamen, gaat men
dan naar Blok 2. Als men de bovenbouw heeft gezien gaat men
naar een kleine begraafplaats. Hier liggen enkele van de
Franse manschappen begraven. In de winter is het gesloten,
maar wel beschikbaar voor groepen. In april en oktober is het
alleen op zondag open. In juli en augustus is het dagelijks
geopend van 13.30 uur tot 17.00 uur en in mei, juni en
september alleen op zaterdag en zondag.
De anti-tank versperring, spoorrails, staan nog steeds rond het gehele complex
- Nr. 2, Fort
Fermont -
In de Chiersvallei tussen Longuyon en Longwy ligt het
dorpje Fermont aan de D174. Even ten zuiden van Fermont ligt
de gelijknamige ‘Ouvrage Fermont’. De sector La Crusnes bezat
drie grote complexen waarvan Fermont er één van was. De sector
was 50 km groot en buiten de drie grote forten bezat het ook
nog eens vier kleine forten en 36 kazematten. Was het kleine
fort Ferme Chappy, A1, het meest linkse in de sector, Fermont
was het tweede complex en stond bekend als A2.
Fort Fermont, de ingang voor
munitie en voorraden.
(foto: Sybrand Zijlstra)
Fermond werd bezet
door 443 onderofficieren en manschappen, aangevoerd door 19
officieren. Het enorme
complex bestond uit zeven gevechtsblokken en twee
toegangsblokken. Ieder blok was voorzien van vaste GFM
koepels alsmede draaibare geschutskoepels, met 81mm mortieren,
75mm kanonnen en/of machinegeweerkoepels. Tevens had Fermont een
flankerend artillerieblok (#4) met drie 75 mm kanonnen.
Blok 4 met de drie 75mm kanonnen
(foto: Sybrand Zijlstra)
Op 12 mei, 1940 werden de eerste 75mm granaten afgevuurd
vanuit Blok 1 op Duitsers die zich in het noorden bevonden. Op
15 mei werd ook Blok 4 aangewezen om ondersteunend vuur uit te
brengen richting fort Latiremont. In de nacht van 10 juni
ontving Fermont de laatste munitie. Langzaam aan stortte het
westerse front in voor de Fransen, op 14 juni gaf de
commandant van Fermont, kapitein Aubert de opdracht ‘zo lang
mogelijk stand te houden’. De Duitse 169ste Infanterie
Division, gevolgd door de 183ste Infanterie Division rukten in
oostelijke richting op, om naar Metz op te trekken. Dit moest
via een omtrekkende beweging om buiten het schootsveld van
Fermont te blijven. De Duitse 161ste Infanterie Division werd
ingezet tegen de achterhoede van het fort.
Op 17 juni werd
Blok 4 beschoten met 8.8cm Flak geschut. Ondanks dat een
granaat naar binnen kwam en de nodige schade veroorzaakte,
raakte niemand gewond. De volgende dagen werden steeds meer
stukken artillerie ingezet tegen dit hinderlijke obstakel. Zes
batterijen van 10.5cm geschut, twee stukken 8.8cm, drie
batterijen zware 21cm mortieren en zelfs vier 30.5cm van de
Schwere Artillerieabteilung 641 openden massaal het vuur op 21
juni om 04.00 uur in de ochtend. Twee uur later stopte het
bombardement en ondernam de Duitse infanterie een aanval op
het complex.
Een 75mm kanon Model 1932
(foto: Sybrand Zijlstra)
Uit alle koepels werd op de Duitsers geschoten en
deze moesten zich aan het einde van de ochtend terug trekken,
met achterlating van 80 doden en gewonden. Aan
Franse zijde was slechts één gewonde gevallen en één dode,
soldaat Florian Piton die op wacht stond in de GFM koepel
nabij de personeelsingang. Na onderhandeling over een staakt het vuren, gaf kapitein
Aubert toestemming aan de Duitsers hun doden en gewonden te
verzamelen. Om 18.00 uur werd een nieuwe vruchteloze
artillerie aanval ingezet. Op 26 juni ontving kapitein Aubert
het bevel van majoor Pophillat het fort te verlaten zoals het
was en zich met de manschappen te melden bij een kamp bij
Doncourt. Pas de volgende dag werd gehoor gegeven aan dit
bevel. Aubert wist een maand later uit krijgsgevangenschap
nabij Metz te ontsnappen. Hij sneuvelde op 21 januari 1943
in Tunesië toen hij aan de zijde van de Vrije
Fransen in Afrika vocht.
Een kilometer met het treintje blijft je lang bij
(foto: Sybrand Zijlstra)
In juni 1977 werd Fort Fermont opengesteld voor het
publiek. Bij de ingang voor voorraden en munitie begint het
bezoek. Met de lift naar beneden en dan met een
smalspoorlijntje een rit van ongeveer een kilometer naar de
gevechtsblokken. Bij Blok 4 verlaat men het complex en men
loopt dan richting Blok 1. Het terrein heeft nog steeds de
kraters van de zware artillerie. Bij Blok 1 wordt het 75mm
kanon bekeken, waarmee met de hefkoepel een demonstratie wordt gegeven.
Vervolgens gaat men weer het fort binnen en met
het treintje naar de achterzijde van het complex, voor een
bezoek aan onder andere de krachtcentrale, keuken,
slaapvertrekken en eerstehulppost.
Een boek over L'Ouvrage de Fermont (Jean-Yves Mary)
(helaas alleen in het Frans)
Fort Fermont is dagelijks
geopend van mei tot en met september van 13.30 uur tot 17.00
uur. In april en oktober alleen op zondag. Voor groepen is er
buiten de openingstijden een afspraak te maken.
(Voor het deel over Fort Fermont heb ik dankbaar gebruik gemaakt van foto's
van Sybrand Zijlstra die mij spontaan zijn gemaakte foto's beschikbaar stelde).
Hiervandaan gaan we naar de forten,
Immerhof en Galgenberg. 'KLIK HIERONDER'
|