INFANTERIE EN TANK
SYMBOOL
Op kaarten die gebruikt worden door legereenheden vindt men
allerlei symbolen die van strategisch belang zijn.
Bevelhebbers zien in één oogopslag welke eenheden zich waar
bevinden. Een basis symbool voor infanterie eenheden is de
rechthoek met een kruis erdoorheen. Strepen en kruisen boven
het symbool geven de grote van de eenheid aan. Bijvoorbeeld
twee kruisen boven het rechthoek geeft aan dat we met een
divisie te maken hebben.
Hierboven zijn de
verschillende symbolen te zien die hieronder worden
uitgelegd (De Dropzones voor de Amerikaanse paratroopers over de Cotentin, Normandië)
Wat opvalt is het grote verschil in nummers. Een divisie
kan bestaan uit 10.000 manschappen of een veelvoud daarvan.
Sommige divisies zijn 'self-supporting' en hebben
verschillende vaste eenheden binnen hun gelederen. Een
tankdivisie had een andere structuur dan een infanterie
divisie. Tanks hadden brandstof nodig, reparatieeenheden,
bruggenleggers, etc. Andere divisies werden uitgebreid voor
een specifieke opdracht waarbij eenheden werden toegevoegd.
Duitse divisies hadden een andere structuur dan die van de
Verenigde Staten, en dat gold net zo voor de Britten en de
Russen.
BEVELHEBBER EERSTE AMERIKAANSE
LEGER: Luitenant-Generaal Omar Bradley
KORPS (30.000-60.000)
BEVELHEBBER
AMERIKAANSE VII LEGER KORPS: Generaal-Majoor Joseph
Lawton Collins (01-05-1896 / 12-09-1987)
|
BEVELHEBBER
AMERIKAANSE V LEGER KORPS: Generaal-Majoor Leonard T.
Gerow (13-07-1888 / 12-10-1972) |
Major-General
Major-General Collins leidde de 25th
Infantry Division tegen Japan op Guadalcanal van
1942-1943 en later van juli tot oktober 1943 op New
Georgia. In Europa kreeg Collins het commando over VII
Corps (het US 7de Leger Korps) waarin de 4th Infantry
Division de eerste divisie was die zou landen tijdens
D-Day op Utah Beach. ‘Lightning Joe’ Collins had niet
alleen een leidende rol in Operation Cobra, maar
speelde ook een belangrijke rol het plannen van de
uitbraak vanuit Normandië. In april 1945 werd Collins
tijdelijk gepromoveerd tot Lieutenant-General welke
permanent werd in juni 1945.
|
Major-General
Major-General Gerow kreeg op 17 juli
1943 het commando over V Corps (het US 5de Leger Korps)
de grootste eenheid aan troepen in het ETO (European
Theater of Operations). Hij plande de invasie voor de
twee infanterie divisies van V Corps, de 1st Infantry
Division en de 29th Infantry Division. Gerow was de
eerste Korps commandant die aan land ging tijdens D-Day,
in Normandië. Gerow was de eerste Major-General die
Parijs na de bevrijding, door de 2de Franse Pantser
Divisie en de 4th Infantry Division, binnen ging. Gerow
ontving de Silver Star voor zijn inzet tijdens en na
D-Day. |
Naast de eerste drie Amerikaanse infanterie divisies, de
1st, 29th voor Omaha en de 4th voor Utah, waren er twee
Amerikaanse luchtlandingdivisies, de 82nd Airborne en de 101st
Airborne Division die tijdens D-Day actief waren. Daar deze
twee divisies opereerden op het Cotentin schiereiland viel het
onder het commando van VII Corps van Major-General Collins.
Vanwege de individuele commando structuur van een
luchtlandingdivisie had Collins, zeker in het begin van de
operatie, weinig invloed op het commando. Dit werd geheel over
gelaten aan de divisiecommandanten.
INFANTRY DIVISION
(10.000-20.000)
AIRBORNE DIVISION
(13.000)
BEVELHEBBER
82ND AIRBORNE DIVISION: Generaal-Majoor Matthew
Bunker Ridgway (03-03-1895 / 26-07-1993)
|
BEVELHEBBER
101ST AIRBORNE DIVISION: Generaal-Majoor Maxwell
Davenport Taylor (26-08-1901 /
19-04-1997) |
Major-General
Voor de landingen tijdens D-Day waren de
volgende regimenten beschikbaar: (12.921 manschappen)
505th PIR* 507th PIR 508th PIR 325th GIR*
* PIR: Parachute Infantry Regiment * GIR: Glider
Infantry Regiment
De vaste eenheid 504th PIR was achtergebleven in
Italië. 504th PIR werd later weer toegevoegd voor
Operation Market-Garden waarbij 507th werd
toegevoegd aan de 17th Airborne Division.
|
Major-General
Voor de landingen tijdens D-Day waren de
volgende regimenten beschikbaar: (12.335 manschappen)
501st PIR* 502nd PIR 506th PIR 327th GIR*
* PIR: Parachute Infantry Regiment * GIR: Glider
Infantry Regiment
De 327th GIR kreeg een toevoeging van de 401st GIR,
in de vorm van 1st Battalion naar 101st Airborne
Division. Het 2nd Battalion van 401st werd aan het 325th
GIR, 82nd Airborne Division toegevoegd.
|
De Amerikaanse Airborne Divisions hadden globaal dezelfde
opbouw en commandostructuur als de standaard infanterie divisies. Beide bestonden uit vier
regimenten met enkele toegevoegde specialisten en
ondersteunende eenheden. Bij de airborne divisies was bij
ieder regiment een bataljon artillerie toegevoegd. Bij de Britse Gemenebest (Commonwealth) eenheden werd de term
'Brigade' gebruikt in plaats van 'Regiment'.
REGIMENT 2000-5000
USA (BRIGADE = COMMONWEALTH)
82ND AIRBORNE
DIVISION REGIMENTEN |
101ST AIRBORNE
DIVISION REGIMENTEN |
Colonel en Lieutenant Colonel
505th PIR: Lt Col William Ekman
1st Battalion: Maj. Frederick C. A. Kellam (KIA 6
June 44)
2nd Battalion: Lt Col. Benjamin H. Vandervoort
3rd Battalion: Lt Col. Edward C. Krause
507th PIR: Col. George V. Millet (POW 8 June 44)
1st Battalion: Lt Col. Edwin J. Ostberg
2nd Battalion: Lt Col. Charles Timmes
3rd Battalion: Lt Col. Arthur A. Maloney
508th PIR: Col. Roy E. Lindquist
1st Battalion: Lt Col. Herbert Batcheller (KIA 6
June 44)
2nd Battalion: Lt Col. Thomas J. B. Shanley
3rd Battalion: Lt Col. Louis G. Mendez
325th GIR: Col. Harry L. Lewis
1st Battalion: Lt Col.Klemm R. Boyd
2nd Battalion: Lt Col. John H. Swenson (WIA 11 June
44)
2d Battalion, 401st GIR: Lt Col. Charles A. Carrell
|
Colonel en Lieutenant Colonel
501st PIR: Col. Howard R. Johnson
1st Battalion: Lt Col. Robert C. Carroll (KIA 6 June
44)
2nd Battalion: Lt Col. Robert A. Ballard
3rd Battalion: Lt Col. Julian J. Ewell
502nd PIR: Col. G. Van Horn Moseley, Jr. (WIA 6 June
44)
1st Battalion: Lt Col. Patrick F. Cassidy
2nd Battalion: Lt Col. Steven A. Chapuis
3rd Battalion: Lt Col. Robert G. Cole
506th PIR: Col. Robert Sink
1st Battalion: Lt Col. William L. Turner (KIA 7 June
44)
2nd Battalion: Lt Col. Robert L. Strayer
3rd Battalion: Lt. Col. Robert L. Wolverton (KIA 6
June 44)
327th GIR: Col. George S. Wear (relieved 9 June
44)
1st Battalion: Lt Col. Hartford T. Salee (WIA 10
June 44)
2nd Battalion: Lt Col. Thomas J. Rouzie
1st Battalion, 401st GIR: Lt Col. Ray C. Allen
|
Wat nu opvalt in bovenstaande structuur, is dat officieren in divisies het gevaar lopen slachtoffer te
worden van oorlogshandelingen, daar deze dicht op het front zitten. In bovenstaande structuur zijn enkele
afkortingen te zien achter namen van officieren. POW= Prisoner Of War, WIA= Wounded In Action en KIA= Killed
In Action (een andere afkorting die we veelvuldig 'down the line' achter een naam zien vanaf lagere officieren,
onderofficieren en soldaten is MIA= Missing In Action).
AIRBORNE (TACTICAL) REGIMENT
(500-2000)
Regiment Commander: Colonel (kolonel)
AIRBORNE BATTALION
(300-1000)
Battalion Commander: Lieutenant Colonel (lt.Col),
(luitenant-kolonel of overste)
2nd in command: Major (majoor)
Een infanteriebataljon (800 en 1000 manschappen) was opgedeeld in compagnieën, waarin tussen de 80 tot 250 man
ondergebracht waren.
Een compagnie (Company) werd aangegeven met een letter, welke kon lopen van 'A' ('Abel' in de Tweede Wereldoorlog,
in het Navo alfabet als 'Alfa'), tot 'I' ('Item' toen, nu 'India'). Een compagnie bestond uit drie tot vijf geweer
pelotons met een zwaar wapen peloton en/of een commando peloton. Veel landen hanteren tegewoordig min of meer
de Amerikaanse structuur, alleen met minder opgedeelde compagnieën. Meestal zien we nu drie tot vier compagnieën
lopende van 'A' (Alfa), 'B' (nu 'Bravo', in de Tweede Wereldoorlog 'Baker'), 'C' ('Charlie'), en 'D' (nu 'Delta',
in de Tweede Wereldoorlog 'Dog') waarin
de 800 tot 1000 manschappen van een battaljon zijn ondergebracht (inclusief het hoofdkwartier).
Twee compagiën (2 x 135 man) van de 101st Airborne Division
zijn aangetreden op 20 juni 1944 in Carentan
INFANTRY COMPANY (80-250)
Company Commander: Captain,
(kapitein)
2nd in command: Lieutenant (luitenant 1ste klas)
1st PLATOON 20 - 50 manschappen
|
2nd PLATOON 20 - 50 manschappen
|
3rd PLATOON 20 - 50 manschappen
|
4th/HQ PLATOON 20 - 50 manschappen
|
2nd Lieutenant (luitenant 2de klas)
GROUPS - SQUAD (groepen)
3 - 8 manschappen
First Sergeant (sergeant 1ste klas)
Sergeant (sergeant)
Corporal (korporaal)
Private 1st Class (soldaat 1st klas)
Private (soldaat)
Private (soldaat)
|
2nd Lieutenant (luitenant 2de klas)
GROUPS - SQUAD (groepen)
3 - 8 manschappen
First Sergeant (sergeant 1ste klas)
Sergeant (sergeant)
Corporal (korporaal)
Private 1st Class (soldaat 1st klas)
Private (soldaat)
Private (soldaat)
|
2nd Lieutenant (luitenant 2de klas)
GROUPS - SQUAD (groepen)
3 - 8 manschappen
First Sergeant (sergeant 1ste klas)
Technical Sergeant (technisch-sergeant)
Corporal (korporaal)
Private 1st Class (soldaat 1st klas)
Private (soldaat)
Private (soldaat)
|
Lieutenant (luitenant 1ste klas)
GROUPS - SQUAD (groepen)
3 - 8 manschappen
Sergeant Major (sergeant-majoor)
Master Sergeant (hoofd-sergeant)
Staff Sergeant (staf-sergeant)
Corporal (korporaal)
Private 1st Class (soldaat 1st klas)
Private 1st Class (soldaat 1st klas)
|
Een peloton infanterie (30 man) aan boord van een LCVP
INFANTRY PLATOON (20-50)
Infanterie pelotons waren opgedeeld in verschillende groepen. Deze groepen bestonden uit
(machine)geweergroepen,
mortier en/of anti-tank groepen, en een hoofdkwartier groep. Tevens was in de groepen verzorgend
personeel ondergebracht, zoals hospik, chauffeurs (ordonnance), radio personeel,... etc.
Alles wat een infanterist nodig had was in een compagnie ondergebracht.
6 Juni 1944, een groep (squad) paratroepers van de 82nd
Airborne op patrouille in Saint Marcouf
(Onder: de situatie in 2009)
Een peloton was opgedeeld in groepen. Deze konden bestaan uit slechts
3 tot 8 manschappen. Een patrouille bestond gewoonlijk uit zo'n groep. Een kleine patrouile werd geleid door een
onderofficier, zoals een sergeant of een korporaal, en enkele geweerschutters.
INFANTRY SQUAD (6-8)
INFANTRY GROUP (3-5)
De soldaat aan het werk in het veld,...
(6 juni 1944, Turqueville),
een Amerikaanse para neemt een Duits soldaat gevangen
En zo zijn we bij de basis van de legerstructuur aangekomen,... de soldaat. Het wordt door de staf
over het algemeen gezien als een ingecalculeerde verliespost. Die ene soldaat maakt niet het
verschil in winst of verlies, denkt de staf vaak. Niets is minder waar. De 'gewonde' soldaat zou
in de legerstructuur op een hoog voetstuk moeten staan. De Generale staf bepaalt wellicht de positie waar
de soldaat zich moet laten gelden, maar diezelfde soldaat moet dan ook in staat worden gesteld zijn
opdracht tot een goed uiteinde te brengen. Het is in de geschiedenis vaak bewezen, dat die ene soldaat
een voorbeeld was voor zijn kameraden om, wat leek op een verlies uit te draaien, het om te zetten
naar een overwinning. Achteraf worden de spaarzame medailles uitgereikt, aan de overlevenden, of postuum,...
Hierboven zijn de
verschillende symbolen te zien die hierboven worden
uitgelegd (De slag om Bastogne tijdens het Ardennen
Offensief, december 1944)
GA TERUG
|