Landing Vehicle
Tracked (LVT)
US Marine Corps LVT-1's nabij
Guadalcanal.
Het troepentransportschip USS President Hayes (AP-39)
ligt aan de horizon (7-9 augustus 1942)
Na de orkanen van 1926, 1928 en 1932, die Florida
teisterden, begon Donald Roebling, aangemoedigd door zijn
vader John, aan de ontwikkeling van een amfibisch voertuig
voor commercieel gebruik voor reddingswerk. De eerste
‘Alligator’ was gereed in 1935. De testen waren niet
indrukwekkend. Als voertuig op het land haalde het een
snelheid van 40 km/u, maar als vaartuig haalde het slechts een
snelheid van 4 km/u. De motoren werden verbeterd en de
snelheid in het water liep op tot 14 km/u in 1939. De US.
Marine Corps raakte geintresseerd. In 1938 werd door gebrek
aan financiën een voorstel tot een marine versie afgewezen
door de Navy’s Bureau of Construction and Repair. Maar
Roebling stak, uit eigen zak, $ 18.000 in het project en hij
bouwde een nieuw model. Door de oorlogsdreiging in 1940 kreeg
Roebling toch nog $ 20.000 voor verdere ontwikkeling van de
Landing Vehicle Tracked (LVT).
Het prototype van de 'Alligator'
In dat zelfde jaar werd een eerste contract getekend voor
200 in staal uitgevoerde LVT-1's. Samen met de Food Machine
Corporation (FMC) en de Chemical Corp werd vanaf juli 1941 de
LVT-1 geproduceerd. De LVT-1 kon 24 volledig uitgeruste
manschappen vervoeren of bijna 3000 kg aan lading. De LVT-1
was in productie van 1941 tot 1943.
De LVT-1 in zijn testfase
De eerste, bijna 8 meter
lange LVT-1's werden voortgedreven door een 146 pk sterke
Hercules motor die het voertuig een snelheid gaf van ongeveer
30 km/u aan de wal en rond de 12 km/u in het water. De
voorstuwing in het water ging doormiddel van schoepen aan de
rupsbanden. Aangezien deze schoepen ver uitsteken, is het
voertuig niet echt geschikte voor een harde ondergrond.
De voorstuwschoepen
op de rupsbanden.
Op 7 augustus 1942 werd de LVT-1 voor het eerst ingezet
bij een militaire operatie toen troepen en voorraden aan wal
werden gebracht van Guadalcanal. De uitvoering LVT-(A) 1 was voorzien van
een M3 lichte tank toren. Aan de achterzijde was ruimte voor
twee .30 machinegeweren in 'putten'. De US. Marines vervingen
het 37mm kanon voor een E7 vlammenwerper.
De LVT(A) 1 met 37mm
kanon.
In 1941 begon ook de ontwikkeling van de verbeterde
versie, de LVT-2. Dit werd het basisontwerp voor een serie
varianten, lopend van de LVT-(A)2, LVT4, LVT-(A)4 en de
LVT-(A)5. Uitgerust met de Continental W670 stermotor werd
deze versie gebouwd tot 1945. De LVT-2 werd voor het eerst
ingezet in Tarawa in november 1943, als transporter van
goederen. Dit vanwege het feit dat het geen bepantsering
voerde. De LVT-(A)2 'Water Buffalo' liep in 1942 van de
productielijn. Dit type was wel bepantserd en kon als zodanig
18 man vervoeren. Er zouden 450 gebouwd worden door Roebling
en Ford.
Een Britse LVT 'Buffalo' komt aan land
De LVT-4 werd uitgerust met een laadklep. Er was ruimte
voor 30 man of een licht voertuig. Van dit type ontving Groot
Brittannië 500, waar het bekend stond als de 'Buffalo'. Heel veel Britse 'Buffalo's' werden ingezet
tijdens de aanval op Walcheren, in 1944, om de Schelde veilig te stellen richting Antwerpen.
De LVT-(A)4 was voorzien van een open
geschutstoren van een M8 Howitser Motor Carriage. De
Canadezen bouwden een type met een vlammenwerper inplaats van
het geschut. De US. Marines deden proefnemingen met
raketwerpers aan de zijkant van de LVT-(A)4. En zo werden er
nog enkele aanpassingen toegepast aan verdere versies.
Nieuwe LVT-4's van de 718th Amphibious Tractor Battalion
staan klaar op Okinawa voor de aanval op Japan
Een aantal LVT-(A)5's werden gemoderniseerd in 1949 en
bleven in dienst tot half jaren 50 van de vorige eeuw. Hier en daar kan men in Europa ook nog een LVT tegenkomen,
zoals in het Utah Beach Museum, nabij Kotem (België) of in privé verzamelingen. Hieronder worden enkele weergegeven,...
Eén van de twee wrakken tot 2007 bij het Utah
Beach Museum.
De gerestaureerde LVT in 2011 in het Utah Beach Museum
Bij het Utah Beach Museum lagen tot 2007 twee wrakken van LVT’s
(zie bovenstaande foto). Nu is daar nog maar één van over (die in 2007 tijdelijk weg is voor restauratie).
Volgens een tekst nabij het wrak zouden beide LVT's op Utah Beach geland zijn om als testvoertuig dienst te doen.
Als zodanig voeren ze tussen bevoorradingschepen en de wal en werden gebruikt om in het ondergelopen gebied achter
Utah Beach te opereren.
De 'Buffalo' geborgen aan de Belgische zijde van de Maas
(Foto: Edwin van der Meer)
Als u woonachtig in Nederland of België bent, dan hoeft u niet helemaal naar Normandië af te reizen om
een LVT te kunnen bewonderen. Op de grens van België/Nederland nabij Maas-Mechelen staat een goed
gepreserveerde 'Buffalo'. Om deze LVT te kunnen
vinden neemt men afslag 33 op de A2-E314. Ga Maas-Mechelen in, na ongeveer 500 meter rechtsaf richting
Kotem. Nabij het viaduct staat een goed gerestaureerde Britse LVT-4 ‘Buffalo’.
De 'Buffalo' nabij Kotem
In 1945 was de LVT gezonken in de Maas tijdens een training. Hierbij waren twee man omgekomen, de chauffeur
Phil Harding en assistent chauffeur Stanley Clark. Harding werd enige tijd later gevonden,
maar van Clark is nooit meer iets gevonden. In juni 1977 werd de LVT gelokaliseerd door de
duikclub Jaws. Het voertuig was afgedreven naar de Nederlandse zijde en werd in het
geniep versleept naar België. Het werd gerestaureerd en onthuld in september 1977. In 2007
werd de LVT opnieuw gerestaureerd en ziet er buitengewoon goed uit.
Vanaf het viaduct heeft men een goed uitzicht op de LVT
Hieronder is nog een LVT te zien die in opslag staat in een privé verzameling ergens in Nederland. Goed is hier te zien dat er
met gemak een Jeep in gaat.
Als u op de foto hieronder klikt krijgt u een blik te zien van de zeer
eenvoudige cabine voor de chauffeur.
KLIK HIERONDER OP DE LINK OM NAAR EEN FILMPJE TE GAAN
WAAROP TE ZIEN IS HOE BOVENSTAANDE LVT WEER WORDT OPGESTART:
GA TERUG