- De Willys CJ -
Van de standaard Willys MB Jeep werden maar liefst 360.000 geproduceerd,
daarnaast produceerde Ford nog eens 270.000 stuks, waarmee de teller op een totaal
van meer dan 640.000 stuks zou eindigen. Na de oorlog waren er zoveel prima Jeeps nog
in opslag, dat deze konden doorstromen naar het gewone publiek.
Maar dat was in 1944 nog toekomst, en in dat jaar werd al een Jeep ontwikkeld voor burgergebruik, de
Willys CJ (Civilian Jeep). De CJ-variant is feitelijk nog
steeds in productie. De eerste productie versie was de CJ-2
'agriJeep', al werden er maar 20 stuks van gebouwd in
1944/'45. En dit was feitelijk gewoon een standaard MB versie.
De CJ-2A, handig met een achterklep,...
Vanaf 1945 liep de CJ-2A van de productieband. Er
waren duidelijke verschillen met de legerversie. De koplampen
waren iets groter in een kleinere grill. Aan de
passagierszijde, achterop, was het reservewiel gemonteerd. Dit had als voordeel dat
de nu vlakke achterzijde een klep kreeg, wat uiterst handig was voor burgers, boeren
en buitenlui.
In 1949, na
214.202 stuks, werd de productie gestopt, om plaatst te maken
voor de CJ-3A. De CJ-3A kwam in 1950 beschikbaar. Wat direct
opviel aan deze versie was de voorruit uit één stuk. Ander punt ter identificatie is de brandstof
vulpijp, deze zit prominent zichtbaar aan de bestuurderskant.
De CJ-3A, de voorruit in één stuk, en brandstofvulpijp aan de zijkant
De M38 en de M38A1
NEKAF
Ondanks dat Willys veel kritiek moest verduren vanwege hun
manipulatief gedrag om het ‘Jeep-ontwerp’ zich toe te eigen,
kunnen we niet ontkennen dat Willys de grootste producent was
van het ontwerp en de volgende generaties van het kenmerkende
ontwerp. Willys heeft altijd gezorgd dat het oorspronkelijke
basisidee nog steeds terug te vinden is in de hedendaagse
varianten van de Jeep.
De M38, een 'nieuwe' leger uitvoering
In 1953 waren er al 131.843 CJ-3A's geproduceerd toen de
bouw van deze voertuigen ten einde kwam. Maar er was een
nieuwe legerversie uit de CJ-3A ontstaan. De motor was
verbeterd ten opzichte van de burgerversie. Deze bezat een
waterbestendig ontstekingsysteem zodat de de Jeep door diep
water kon waden. Ook was het elektrische systeem overgegaan
van 12 naar 24 volt. De legerversie kreeg de aanduiding M38 en
bezat een L-134ci vier cilindermotor die het een snelheid van
90 km/u gaf. Er werden 60.345 exemplaren van gebouwd.
Een CJ-3A als
sneeuwploeg, jaren tachtig in
Soesterberg
Naar aanleiding van mijn foto (hierboven) kreeg ik bericht van Pepijn Scheurs, die één van de ex-'sneeuwploeg Jeeps'
in zijn bezit heeft. Hij wist mij te vertellen dat dit geen M38's waren (dat ik per abuis beweerde), maar
CJ-3A versies. Hij schreef mij ondermeer het volgende:
Er zijn er ooit door de Koninklijke Marine negen in dienst genomen. Uitgerust met een
ROLBA snowblower van het type RJS 11 en werden aangedreven door een eigen Ford V8 motor achterin de Jeep.
Zo werden ze geleverd door importeur IMBEDA NV uit Haarlem in 1953. Eind jaren 60 werden bij de
luchtmacht overbodige wagens afgevoerd en kwamen er een aantal bij Rijkswaterstaat terecht'.'
Een CJ-3A stond ook in het Aviodrome in Lelystad (kenteken: ZZ-15-21)
Pepijn vervolgt: 'Exacte aantal is onbekend, maar in elk geval wagens met de volgende kentekens: ZZ-15-05, ZZ-15-27
en ZZ-42-77 (uw reporter ontdekte in zijn bestanden een CJ-3A welke in het Aviodrome, bij Lelystad, stond).
In de jaren 80 heeft er in de collectie van het Militaire Luchtvaart Museum
in Kamp Zeist nog één in het museum gestaan, deze zou later naar het depot zijn gegaan'.
De CJ-3A van Pepijn Scheurs, een
ex-sneeuwruimer
In september 2015 kreeg ik een update van Pepijn; 'Zowel de CJ-3A in het Aviodrome als die van defensie
zijn van de sneeuwblaasinstallatie ontdaan. Waar deze zich nu precies bevinden is onbekend.
Echter via het Nationaal Militair Museum ontving ik informatie
betreffende een complete CJ-3A sneeuwruimer in werkende staat die in een particuliere collectie staat' (Pepijn belooft
mij op de hoogte te houden).
Een CJ-3A sneeuwruimer in vol bedrijf
(klik op de foto voor een vergroting)
(Foto: NMM, via Pepijn Scheurs)
Een verbeterde versie van de M38 verscheen in 1952 als de
M38A1 (MD). Dit type was er ook in de burgeruitvoering als de CJ-5
(met het elektrische systeem op 12 volt, de M38A1, was net als de M38, 24 volt).
Deze Jeep was duidelijk een stuk groter dan al
haar voorgangers. Wat verder opviel was de ronde motorkap en
de rondere spatborden aan de voorzijde. De M38A1 werd
voortgedreven door een F-head ‘Hurricane’ F4-134 motor. De
viercilinder motor produceerde 68 pk. In totaal werden er
101.488 stuks van geproduceerd. Vanwege het succes werd er in
1955 een civiele versie uit ontwikkeld, de CJ-5. Ook Canada
bouwde zeer veel M38A1’s tot 1971.Buiten de Verenigde Staten
en Canada produceerde ook Nederland een aanzienlijke
hoeveelheid van deze Jeep, die als de NEKAF bekend werd.
Een M38A1
M38A1
NEKAFNa de Tweede Wereldoorlog
maakte het Nederlandse leger gebruik van Jeeps die uit surplus
werden aangeschaft. In 1952 kreeg de Nederlandse defensie een
aantal M38A1’s uit Amerika. Het voertuig moest het opnemen
tegen de Nederlandse DAF YA 054, Licht Terrein Voertuig.
Wellicht door de iets hogere ‘stuks’ prijs van de DAF (enkele honderden
guldens) viel de keuze op de M38A1. Het voertuig zou in
licentie gebouwd worden bij de Nederlandse Kaiser-Frazer
Fabrieken NV. (NEKAF), aan de Sluisjesdijk in Rotterdam. De
fabriek kreeg een order voor 4000 voertuigen. De uiteindelijke
prijs werd, door de vele subleveranciers, toch nog vrij hoog,
12.670 ouderwetse guldens (€ 6.000).
De NEKAF welke bijna iedere
dienstplichtige militair zich nog kan herinneren
De eerste M38A1 NEKAF
werd geleverd op 28 mei 1955. Kaiser-Frazer produceerde
ongeveer 55 voertuigen per week in 1956, maar in 1957 waren
dit nog maar 27 per week. In 1958 werden de laatste van 5676
NEKAF’s geleverd door Kaiser-Fraser. De Firma Kemper & Van
Twist Diesel, uit Dordrecht, nam in 1958 de productie over en
bouwde nog eens 2000 voertuigen.
Eenvoudig maar doeltreffend,
het instrumentenpaneel van de M38A1
Niet alleen deed de NEKAF dienst als standaard Jeep, maar
ook als ambulance, brandweerwagen en sneeuwploeg. Een
spectaculaire uitvoering was de M38A1 (ook NEKAF) met 106mm M40 TLV
(terugstootloze vuurmond), waarvan er 355 werden gebouwd. De
loop van het vuurwapen steunde tijdens het vervoer door een
uitsparing in de voorruit (zie de bouwdoos lager op deze pagina).
Een bewaard gebleven M38A1 met 106mm
TLV (in het Nationaal Militair Museum)
De achterzijde van het 106mm TLV geschut
Half jaren zeventig werden de eerste Leyland Land Rovers
bij de defensie geïntroduceerd ter vervanging van de NEKAF.
Toch zou het nog tot 1996 duren eer de laatste NEKAF uit
actieve dienst werd ontslagen.
Een NEKAF gewondentransport voertuig
(foto: nimh-beeldbank defensie.nl)
Deze webmaster heeft tijdens zijn diensttijd in 1977/1978
regelmatig in een NEKAF mogen zitten. Soms werd ik uit 'het veld' gehaald
door de NEKAF van de kapitein, omdat ik ingedeeld was in het nachtwacht draaien
op de kazerne. En dan tijdens het wachtlopen
in de nacht duwden wij elkaar over het kazerneterrein. De
NEKAF bezat geen stuurslot en daarom was het leuk ‘rijden’
voor een jonge soldaat zonder rijbewijs.
Maar hoe leuk een Nekaf ook kan zijn, de enige echte Willys MB of een Ford GPW Jeep
is toch wel het collectors item welke het meest gezocht is onder verzamelaars van
voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Er zijn nog heel veel Jeeps over in allerlei
vormen van restauratie, of nog wachtende als wrak op een enthousiaste liefhebber die
de strijd aan durft te gaan om er één op te knappen. Tegenwoordig zijn het prijzige karretjes,
al gauw 20.000 Euro voor een goed gerestaureerde Jeep.
Op de volgende pagina iets meer over de Jeep als verzamel object met alle zijpaden die daar bij horen.
Klik op de'Follow Me'
en zie waar dit heen leidt:
|