- DORA-MITTELBAU -
Aan het einde
van de tunnel,
is geen licht,...

INLEIDING TOT DE HORROR,...

Het moet hel op aarde geweest zijn. Het vergelijken met iets dat het verstand niet te boven gaat, is hier onmogelijk. De recente geschiedenis van het Nazi ‘tijdperk’ heeft zijn gruwelijke sporen nagelaten, ondanks dat het op veel plaatsen er naar zoeken is, want er is getracht veel te vernietigen om de smeerlapperij te verdoezelen. De gruwelijkste tastbare herinneringen uit de Tweede Wereldoorlog in Europa zijn de voormalige concentratiekampen, werkkampen en vernietigingskampen. Als vernietigingskamp staat Auschwitz, in Polen, bovenaan als het meest bekende Nazi misdaad kamp. Maar het meest gruwelijke werkkamp ligt op ongeveer 4 uur rijden vanaf de grens met Nederland, in de Harz, bij Nordhausen,… ’Dora-Mittelbau’. Rond de 20.000 slavenarbeiders werkten hier onder onmenselijk omstandigheden in enorme tunnelcomplexen om de gevreesde V-wapens te produceren.

De Kohnstein,... 'heuvel van de hel', ten westen van Niedersachswerfen

Ten noorden van Nordhausen, nabij Niedersachswerfen ligt een puist van een heuvel, de Kohnstein, die geheel uit kalksteen en gips bestaat. Ideaal als grondstof voor de aanmaak van synthetische ammoniak welke weer gebruikt kon worden voor het produceren van nitrogene kunstmest, die weer omgezet kon worden tot explosieven, handig om een oorlog mee in te gaan. Na 1870 was reeds met de winning begonnen. In 1916 werd de Badische Anili- & Soda fabriek in de nabijheid van de berg gebouwd. In 1918 werd er voor 32.000 ton uit berg gewonnen en het jaar daarop was het al opgelopen tot 82.000 ton. Na de Eerste Wereldoorlog fuseerden de acht grootste verffabrieken tot het IG Farben GmbH, later berucht geworden door de aanmaak van het Zyklon-B gas welke gebruikt werd in de gaskamers van de vernietigingskampen. Ook de Gipsfabriek van Niedersachswerfen werd onderdeel van dit concern. Was de productie in 1928 opgelopen tot 1.244.000 ton aan gewonnen gips, door de economische crisis zou dit daarna dramatisch dalen.

Een jaar nadat de Nazi’s aan de macht kwamen, 1933, richtte IG Farben en de Deutsche Gesellschaft für Offentliche Arbeiten, de Wirtschaftliche Forschungsgesellschaft op, afgekort tot Wifo. Deze organisatie moest toezien op de opslag en bevoorrading van strategische stoffen mocht het oorlog worden. Ondergrondse opslag, liefst centraal gelegen, van brandstof was daar één van. IG Farben stelde voor om de Kohnstein daarvoor in te richten. Het kalksteen van de berg was ideaal om tunnels in te hakken en de kalkgips die hierbij vrij kwam kon weer gebruikt worden voor de aanmaak van ammoniak. Zo sneed het mes, financieel gezien, aan twee kanten.

De logo's van 'WIFO' en 'IG Farben'

In de Kohnstein waren, aan de noordzijde, al enkele tunnels gehakt, maar deze waren verre van toereikend. Er kwam een voorstel tot twee parallel lopende tunnels met een verbinding naar een grote opslagruimte. In 1936 kwam Wifo-ingenieur Karl Wilhelm Neu met een idee om de twee parallel lopende tunnels te schakelen met 18 verbindingstunnels. In de tunnels kon men het transport regelen, en in de verbindingstunnels de opslag onderbrengen. In dat zelfde jaar, in juni 1936, begonnen 400 mijnwerkers met het uithakken van de tunnels. Dit gebeurde vanaf twee kanten. Er werd vanuit de zogenaamde eerder aangelegd Notstollen (Noodtunnel) in de berg naar het noorden gehakt, en vanaf de buitenzijde naar het zuiden gehakt. Op 13 maart 1937 was men zo ver gevorderd dat er een doorbraak kwam in Tunnel A. Tunnel B werd opengebroken op 5 mei van dat jaar. Gelijk met het uitdiepen van de Tunnels A en B, werden ook de 200 meter diepe verbindingstunnels uitgehakt. De tunnels hadden een standaard maat van negen meter breed en zeven meter hoog in een rechthoek. Het uithakken bracht 780.000 ton aan kalksteen aan de oppervlakte, oftewel 260.000 kubieke meter.

Noordzijde Tunnel A (vanaf deze kant kwamen de burgerarbeiders binnen)

Nadat de Tunnels A en B gekoppeld waren, werden er 18 verbindingstunnels gerealiseerd. In de verbindingstunnel #1 werden de ovens voor de ventilatie geïnstalleerd om de gangen zo droog mogelijk te houden. In de overige verbindingstunnels werden reserve brandstofvoorraden in duizenden vaten opgeslagen. Tijdens het inrichten van Wifo I (de eerste 18 tunnels), werden er al plannen gemaakt om de Tunnels A en B door te trekken naar de andere kant van de Kohnstein. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van de heuvel, werd er een flauwe ‘S’-vorm bedacht (een noord-zuid tunnel kreeg dan een lengte van ongeveer 1800 meter). Tussen de Tunnels A en B zouden dan een totaal van 50 verbindingstunnels aangebracht worden. Waren de eerste 18 verbindingstunnels ononderbroken tunnels, de volgende zouden in het midden doorbroken worden. Hierdoor zou een tunnel tussen A en B gecreëerd worden.

De zwarte tunnels zijn de eerste 18 tunnels (fase 1936-1937)
Het blauwe tunnel gedeelte werd aangebracht tussen (1937-1940)
(de werkelijke doorbraak door de gehele Kohnstein was pas in 1943)
Het oranje deel (tunnels 43-46) werd tussen 1943-1944 gerealiseerd
De rode tunnels zijn niet afgemaakte tunnels (1945)

Met de fase 2 (Wifo II) zouden dan 50 verbindingstunnels worden gerealiseerd. In plaats van de olievaten in Wifo I, zouden in de nieuwe verbindingstunnels containers met een lengte van 80 meter komen met een inhoud van 1 miljoen liter elk. De tunnels moesten, door de ronde vorm van de containers, rond worden uitgehakt tot een diameter van 11 meter. Ook Wifo II werd vanaf twee kanten aangevangen, vanaf de Noodtunnel (Notstollen) en vanaf de zuidkant, vanuit de zogenaamde Grenstunnel (Grenzstollen). Vanwege het uithakken vanaf twee kanten kwam het op gedegen rekenwerk aan, mede omdat er nu onder een hoek werd gewerkt. Tunnel A werd doorbroken op 8 december 1939, en Tunnel B op 22 mei 1940. De uitgehakte hoeveelheid aan steen was 700.000 kubieke meter wat neer komt op 2,1 miljoen ton kalk.

Tunnel B aan de noordzijde welke nu is verdwenen onder tonnen steenafval
(vanaf deze kant kwamen alleen de burgerarbeiders binnen)

De werkelijke doorbraak door de gehele Kohnstein, van noord naar zuid, zou moeten plaatsvinden in fase 3 (Wifo III). Door de geologische samenstelling kon niet simpel het laatste deel eruit gehakt worden. Stukje bij beetje werden de ingangen van Tunnel A en B onder handen genomen. De ingangen kregen een gewelfde bovenzijde en ieder stukje moest gestut worden. Tunnel B werd pas geheel doorbroken op 28 augustus 1943. Onderwijl was de Kohnstein het grootste brandstofdepot van Duitsland geworden. Niet alleen brandstof en smeermiddelen waren erin opgeslagen, ook chemicaliën waren er te vinden, zoals in verbindingstunnel 17, waarin twee tanks met elk een miljoen liter waterstofsuperoxide opgeslagen.

Op de volgende pagina gaan we verder het complex binnen en wordt duidelijk waarom het enorme tunnelcomplex in de Kohnstein opeens belangrijk werd voor Nazi-Duitsland. Niet langer als brandstofdepot, maar omgebouwd tot fabriekshallen, waar duizenden slavenarbeiders aan het werk werden gezet voor de fabricage van onder andere de V2 raket.

klik hieronder,...