De zeeslag bij Jutland,
31 mei - 1 juni, 1916
Franz von Hipper op
de slagkruiser SMS Lützow had zich dus met zijn groep rond 18.00 uur gevoegd bij de vloot van Scheer.
Een kwartier later had Jellicoe opdracht aan zijn vloot gegegeven om eerst naar het oosten
te varen, en vervolgens naar het zuiden af te buigen. Scheer zijn 'Hochseeflotte'
koerste onderwijl gestaag noordwaarts en verwachtte niet dat opeens Jellicoe op zijn rechterflank zou opduiken. Beatty zijn
groep had rond 18.55 uur Jellicoe geprobeerd te bereiken, maar deze was reeds zuidwaarts aan het koersen. Beatty koerste
vervolgens ook zuidwaarts, en spoede zich zuidwaarts ten oosten van de Grand Fleet. De Duitse vloot stak nu af tegen het licht in het westen.
Jellicoe zijn vloot lag aan de donkere oostelijke kant.
Slagkruiser SMS Lützow, het vlaggenschip van Hipper (klik voor vergroting)
Rond 18.00 uur was de lichte kruiser SMS Wiesbaden zwaar getroffen door de kanonnen van de
HMS Invincible, het vlaggenschip van Rear-Admiral Hood.
De SMS Wiesbaden was zo zwaar aangeschoten dat de commandant van HMS Defence besloot,
met ondersteuning van HMS Warrior, om de Duitser de genadeklap te geven. Maar terwijl
HMS Defence naar de SMS Wiesbaden opstoomde, kwam ze in het bereik van de grote
kanonnen van de Duitse slagschepen. Een voltreffer in het munitiemagazijn blies Defence
in een spectaculaire explosie uiteen, waarbij 903 bemanningsleden omkwamen. HMS Warrior
werd ook getroffen, maar kon ontsnappen omdat de Duitsers het vuur verlegden op de HMS Warspite
die cirkels vaarde vanwege een vastgelopen stuurinrichting. Dertien granaten kreeg ze te verduren,
voordat ze weer kon sturen en ontsnappen. HMS Warspite werd later gerepareerd en zag zelfs
nog actie tijdens de Tweede Wereldoorlog. HMS Warrior zonk de volgende dag nadat iedereen van
boord was gehaald door de HMS Engadine. De Engadine had het zwaar gehavende en zinkende
schip 160 km gesleept gedurende de nacht.
De slagkruiser HMS
Invincible, vlaggenschip van Rear-Admiral Hood
SMS Lützow, het vlaggenschip van Hipper, kreeg tegen half zeven in de avond tien treffers te
verwerken van de HMS Lion, HMS Inflexible en de HMS Invincible. Maar enkele minuten
later waren de rollen omgedraaid, HMS Invincible kwam in de vizieren van de SMS Lützow en
Derfflinger. Het derde salvo op de Invincible was haar doodvonnis, midscheeps werden de
magazijnen geraakt, en binnen 90 seconden verging het schip, 1032 bemanningsleden, waaronder Rear-Admiral
Hood, kwamen om, slecht zes gered. De SMS Lützow was zo zwaar beschadigd, dat Hipper overstapte
op de torpedoboot SMS G39.
Terwijl de HMS Invincible om 18.30 uur zonk, liep opeens Von Scheer zijn vloot in de val van Jellicoe.
Von Scheer was niet op de hoogte geweest van de aanwezigheid van de Grand Fleet. HMS Iron Duke scoorde
tien treffers op de Duitse dreadnought, SMS König. Tien van de vierentwintig Britse dreadnought namen
ook deel aan de barrage aan schoten. Von Scheer gaf direct de order aan de vloot: ‘Gefechtskehrtwendung nach
Steuerbord’, waar op ieder schip 180 graden draaide naar het zuiden.
De 'Hochseeflotte’
(rood) en de Grand Fleet (zwart) in de avond
Terwijl Jellicoe verder zuidwaarts koerste, wist Scheer dat het nog niet donker genoeg was om te
ontsnappen aan een achtervolging, dus besloot hij zijn vloot weer naar het noordoosten te sturen.
Maar deze manoeuvre die rond 19.00 uur werd uitgevoerd stuurde rechtstreeks op de schepen van
Jellicoe aan. Schepen werden links en rechts getroffen door granaten en torpedo’s. De Britse torpedobootjager
HMS Shark kreeg een voltreffer van de SMS S54 en werd tot zinken gebracht om 19.02 uur.
Om 19.17 gaf Scheer de opdracht westelijk te koersen. Om de ‘Hochseeflotte’ veilig de manoeuvre te
kunnen uitvoeren moesten de torpedobootjagers en de vier overgebleven slagkruisers van de verkenners groep
I een rechtstreekse aanval op de Grand Fleet ondernemen. De slagkruisers kwamen op soms slechts 6km afstand
te liggen om elkaar te bestoken. De Duitse slagkruisers kregen het zwaar te verduren, maar geen enkel
ging verloren in deze aanval. Binnen 25 minuten werden 37 granaat treffers geregistreerd op Duitse schepen.
SMS Derfflinger kreeg de meeste treffers te verduren, 14 stuks, die twee hoofd geschuttorens
verwoestten. De Duitse torpedoboten openden vervolgens de aanval. Er werden maar liefst 31
torpedo’s afgevuurd, maar geen enkele wist doel te treffen. De torpedoboot S35 werd
tot zinken gebracht door de Iron Duke. Ook de V48 werd door de Britten tot zinken
gebracht. Scheer zijn vloot ontsnapte in een zwaar rook gordijn. Na zonsondergang was er nog een
schotenwisseling waarbij aan Britse zijde alleen HMS Princess Royal een zwaar opdoffer kreeg,
maar de Duitse schepen kregen er nog wel een paar cadeau van de Britse vloot, waarbij de Seydlitz
er vijf extra kreeg op haar zwaar gehavende staal.
De slagkruiser HMS
Derfflinger, kreeg in de avond 14 treffers te verduren
In de nacht was het slecht zoeken naar elkaar. Er was nog geen radar en men was aangewezen op een
donker silhouet tegen de donkere hemel. Zo kruisten de schepen elkaar met enige regelmaat
zonder dat men elkaar in de gaten had. En als men elkaar wel zag was er vaak geen actie, om
de posities van de schepen niet te verraden. Maar om 22.23 uur schoot de HMS Southampton,
het vlaggenschip van Commodore Goodenough, een torpedo op de SMS Frauenlob, welke naar de
kelder ging met 320 manschappen. Tussen 23.20 en 02.15 uur ondernamen de Britse torpedobootjagers
verschillende aanvallen, waarbij vaak rond de 800 meter de torpedo’s werden afgevuurd. De Britten
verloren vijf torpedobootjagers (HMS Ardent, Fortune, Sparrowhawk,
Tipperary en Turbulent) en raakten andere beschadigd. Maar de SMS Rostock (zie
foto van het kanon, top van dit artikel) werd zwaar getroffen en zou de volgende dag zinken.
Ook de SMS Pommern werd tot zinken gebracht, waarbij 839 man omkwamen.
De schade aan de HMS
Spitfire na het rammen door de SMS Nassau
Verschillende
schepen botsen, of werden met opzet geramd, zoals de HMS Spitfire die een aanvaring met
het Duitse slagschip de SMS Nassau kreeg te verduren. De bovenbouw werd vervolgens door
het zware geschut nagenoeg van de boot afgeschoten, de kanonnen van de Nassau konden niet
laag genoeg om het in de romp te treffen. Bij de aanvaring was een stalen rompplaat van de Nassau
(welke gat een van 3.4 meter had) achtergebleven op het dek van de Spitfire. De Duitse SMS
Posen kwam de Britten te hulp, door per ongeluk de SMS Elbing te rammen, welke de
volgende dag zonk. De HMS Black Prince had zich rond middernacht tussen de Duitse vloot
genesteld, want men dacht dat dit de Britse vloot was. Maar de Duitsers hadden deze vreemde
toevoeging snel herkend, en van korte afstand werd het vuur geopend, waarop Black Prince
tot zinken werd gebracht, er waren geen overlevenden onder de 875 manschappen. De al reeds zwaar
gehavende kruiser SMS Lützow werd op last van kapitein Viktor von Harder verlaten, de bemanning, 1150 stuks,
stapte over op Duitse torpedoboten. Om 01.45 uur werd de Lützow
door een torpedo van G38 tot zinken gebracht.
Om 02.15 uur liep de V4 waarschijnlijk op een
zeemijn (of een torpedo van een onderzeeboot), waarbij een deel van de boeg wegsloeg. V2
en V6 nam deze bemanning aan boord, waarna V2 de rest van V4 tot zinken bracht.
Om 04.15 uur vernam Jellicoe waar Scheer zijn vloot zich bevond, te ver om deze nog te kunnen
onderscheppen. Scheer ging om 15.00 uur in de Wilhelmshaven voor anker.
En zo kwam er een einde aan de ontsnappingspoging van de ‘Hochseeflotte’ naar de open zee.
Duitse propaganda na de Slag in het Skagerrak
(schilderij; 'Der letzte Man' door Hans Bohrdt)
De Duitse pers pakte groots uit op 2 juni, dat de slag in het Skagerrak een enorme overwinning
was geworden waarbij veel Britse oorlogschepen tot zinken waren gebracht. Slechts de Pommern en de Wiesbaden waren
in de strijd verloren gegaan (dat ook de Lützow, Elbing en Rostock waren gezonken werd vooralsnog verzwegen).
Het werd door de keizer uitgeroepen tot een nationale
feestdag, de kinderen kregen vrij van school. Er werd een stortvloed aan IJzeren Kruizen uitgereikt aan de zeelieden door Kaiser Wilhelm II.
Kranten berichten over de zeeslag bij Jutland
(Klik rechts voor een vergroting)
Aan Britse kant kwam
het Duitse nieuws via de radio eerder binnen dan van hun eigen pers, en de meer dan 6700 doden en de verliezen
aan schepen aan Britse zijde maakten de terugkerende marine tot spot. Men had gehoopt op een 'nieuw Trafalgar' overwinning.
De Britse admiraliteit probeerde in de dagen erna met rapporten (met overdrijving van de aantallen) de bevolking te overtuigen
dat de Bitse Navy de uitbraak van de 'Hochseeflotte’ naar open zee had voorkomen. Maar de bevolking zag vooral de cijfers:
6784 Britse bemanningsleden tegen de Duitse verliezen van 'slechts' 3039 manschappen. Jellicoe kreeg de meeste schuld, vanwege het laten
ontsnappen van Scheer zijn vloot, zonder deze te hebben vernietigd. Jellicoe werd weggepromoveerd, en Beatty, die veel kritiek had geuit
tegen Jellicoe, kreeg de positie van Jellicoe, commandant over de Grand Fleet. Terwijl Beatty ook de nodige fouten had gemaakt,
door onder andere de inzet van de 5th Battle Squadron met de vier snelle slagschepen niet optimaal te gebruiken, en hij zette
zijn geschut te laat in, hij wachtte zolang tot de Duitsers met hun geschut betere scoringskansen hadden, Beatty verloor
hiermee veel schepen. Toch werden ook aan Britse zijde in de dagen en maanden na de zeeslag medailles en bevorderingen uitgereikt aan
de zeelieden voor betoonde moed.
Verliezen schepen en bemanningen,...
(In volgorde van verlies)
LAND |
NAAM VAARTUIG |
TYPE |
DODEN |
GERED |
Br. Navy |
HMS Idefatigable |
Slagkruiser |
1017 |
2 POW |
Br. Navy |
HMS Queen Mary |
Slagkruiser |
1266 |
9 (2 POW) |
Br. Navy |
HMS Nomad |
Torpedobootjager |
8 |
72 POW |
Br. Navy |
HMS Nestor |
Torpedobootjager |
6 |
68 POW |
D. Marine |
SMS V27 |
Torpedoboot |
0 |
EVAC |
D. Marine |
SMS V29 |
Torpedoboot |
33-43? |
EVAC |
Br. Navy |
HMS Defence |
Pantserkruiser |
903 |
0 |
Br. Navy |
HMS Invincible |
Slagkruiser |
1026 |
6 |
Br. Navy |
HMS Shark |
Torpedobootjager |
86 |
6 |
D. Marine |
SMS D35 |
Torpedoboot |
87 |
0 |
D. Marine |
SMS V48 |
Torpedoboot |
90 |
1 |
D. Marine |
SMS Frauenlob |
Lichte Kruiser |
320 |
9 |
Br. Navy |
HMS Ardent |
Torpedobootjager |
78 |
2 |
Br. Navy |
HMS Fortune |
Torpedobootjager |
67 |
1 |
Br. Navy |
HMS Back Prince |
Pantserkruiser |
857 |
0 |
D. Marine |
SMS Wiesbaden |
Lichte Kruiser |
589 |
1 |
Br. Navy |
HMS Turbulent |
Torpedobootjager |
90 |
13 POW |
D. Marine |
SMS V4 |
Torpedoboot |
0 |
EVAC |
Br. Navy |
HMS Tipperary |
Torpedobootjager |
185 |
12 |
D. Marine |
SMS Lützow |
Slagkruiser |
115 |
EVAC |
D. Marine |
SMS Elbing |
Lichte Kruiser |
4 |
EVAC |
D. Marine |
SMS Pommern |
Pre-Dreadnought |
839 |
0 |
D. Marine |
SMS Rostock |
Lichte Kruiser |
14 |
EVAC |
Br. Navy |
HMS Sparrowhawk |
Torpedobootjager |
6 |
EVAC |
Br. Navy |
HMS Warrior |
Pantserkruiser |
68 |
EVAC |
In bovenstaand staatje zijn bijna 7770 doden gevallen bij het zinken van hun oorlogsbodem.
Naast de vele verloren oorlogsbodems, waren er ook veel schepen die ondanks de treffers, waarbij nog eens
bijna 2000 doden vielen,
terug wisten te keren naar de veilige haven. In totaal waren er 9823 doden te betreuren.
Hieronder een aantal schepen die vier of meer
treffers te verduren kregen, maar het 'overleefden'. Bij onderstaand lijstje hoort ook nog
SMS Von der Tann, die ook vier treffers kreeg, maar 'slechts' één 15" (38cm) granaat incasseerde.
SMS Markgraf kreeg drie 15" granaten te verduren.
NAAM VAARTUIG |
TREFFERS |
NAAM VAARTUIG |
TREFFERS |
HMS Lion |
13 |
SMS Seylitz |
22 |
HMS Prince Royal |
8 |
SMS Derfflinger |
14 |
HMS Tiger |
15 |
SMS König |
10 |
HMS Malaya |
7 |
SMS Molkte |
8 |
HMS Warspite |
15 |
SMS Grosse Kurfüst |
8 |
HMS Barham |
6 |
SMS Markgraf |
4 |
Ter nagedachtenis aan de vele slachtoffers die tijdens de zeeslag bij Jutland vielen, is er in de duinen bij Thyborøn
een herdenkingspark aangelegd. Hier staan grote granieten blokken waarop de naam van het schip en het aantal slachtoffers
is aangebracht. Deze stenen worden geflankeert door verstilde witte figuren,... de omgekomen zeelieden.
De herdenkingsteen voor de HMS Invincible
(Klik voor een vergroting voor de SMS Wiesbaden)
Verstoring oorlogsgraven,...
In 2016 kwamen er kwalijke berichten naar buiten dat er door 'bergingsmaatschappijen' wrakken zouden worden
bezocht en gelicht voor hun staal en de koperen delen.
In Groot-Brittannië wordt dit gezien als het verstoren van het oorlogsgraf, plus ze zien de Royal Navy vaartuigen als
Brits staatseigendom, wat vastgelegd is in ‘Artikel 4 van de Internationale berging conventie 1989'. Alleen de eigenaar,
de Britse staat, mag opdracht geven een bewust marine wrak te bergen. Het Nederlandse bergingsbedrijf ‘Friendship Offshore BV’
werd met name genoemd als berger van onderdelen van de HMS Queen Mary, vanwege het fotografisch bewijs wat er opdook,
waar medewerkers van voornoemd bedrijf bij een geborgen deel van dit schip staan. Vooral een foto van een medewerker welke een
zogenaamde ‘tampion’ in zijn handen houdt zou de zwaarste bewijslast zijn. Op de tampion, een afdekdop voor een kanonsloop,
staat het monogram van de Queen Mary. Daar de Britten geen opdracht of toestemming hadden gegeven voor berging,
zou dit dus een illegale actie zijn en strafbaar.
Het bericht was vooral erg zuur te noemen voor de Nederlanders, daar wij, Nederlanders, in datzelfde jaar, 2016,
er schande van spraken dat in
de Javazee drie gezonken Nederlandse schepen, Hr.Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer, die als oorlogsgraf gelden, verdwenen
waren van de bodem van de Javazee. Naast het spoorloos verdwijnen van deze Nederlandse schepen, bleken ook de Britse HMS
Exeter, Encounter en Electra en een Amerikaanse onderzeeboot zoek.
Duikers onderzoeken de HMS Defence
(Klik voor een vergroting)
(Met dank aan http://divemagazine.co.uk
en René B Andersen)
Dat ‘Friendship Offshore BV’ niet alleen Britse marineschepen bezocht, bewijst het kompashuis van de SMS Rostock
dat geschonken werd door ‘Friendship’ aan het Wrakkenmuseum Terschelling. De Duitsers zelf, die gezonken schepen
niet bepaald als oorlogsgraf bestempelen, hebben in de jaren na de zeeslag verschillende schepen geborgen voor
hun staal ed., zoals bijvoorbeel de SMS Pommern die in 1957 werd geborgen. Maar er zijn ook archeologische duikteams
die met de beste bedoelingen de schepen onderzoeken en in kaart brengen. Dat deze af en toe een object mee naar boven brengen en
dit schenken aan musea of een herdenkingcentrum is van een andere orde, zoals Deense duikers de scheepsbel van
de SMS Frauenlob in 2001 schonken aan het Duitse Marine-Ehrenmal te Laboe nabij Kiel.
Voor het gehele verhaal en onderzoek naar het illegale bergen van wrakdelen voor de kust van Jutland,
KLIK HIER.
'JUTLAND' als spelletje?
Niet alleen de commerciele berging van de zeeslag brengt geld op, er zijn meer die meeliften op deze geschiedenis.
Er werden verscheidene boeken over de slag geschreven, en in 1967 bracht Avalon Hill het spel 'Jutland' op de markt.
Het is geen bordspel maar moet op een ruime vloer gespeeld worden.
Het is niet het populaire 'zeeslag', dit is een tactisch spel met vooruit denken. Het is niet meer in de handel (in 1974
is nog een nieuwe versie uitgebracht).
Zegelvel uitgegeven door posterijen Isle of Man
(klik erop voor een vergroting)
(Met dank aan Isle of Man Post Office)
In 2016 werd naar aanleiding van de 100 jarige herdenking rond de zeeslag bij Jutland door de posterijen van
het Isle of Man een postzegel uitgegeven. Het was een vel met twee zegels, nominale waarde 175 pence per zegel.
Op de zegels de beeltenissen van Jellicoe, Scheer, Beatty en Hipper. Het vel waarin de zegels zijn gevat, bestaat uit
een schilderij van Willy Stöwer met een Duitse torpedoboot met daarnaast een schilderij van William Whyllie met de
'HMS Iron Duke'.
Na stilgestaan te hebben bij deze grote zeeslag, wordt het weer tijd om wat beton tot
ons te nemen. De fraaiste bunkers van Thyborøn liggen aan de zuidzijde van het stadje, in de duinen en op het strand.
Op de volgende pagina wijs ik aan hoe er te komen,...
Klik hieronder om naar de
volgende pagina te gaan,
de 4./H.K.B. 180 van Thyborøn
GA TERUG