De ontdekking bij
Bruneval
Begin 1941 waren de Britse geleerden op de hoogte van het
Duitse radarnetwerk ‘Freya’. Aan het einde van het jaar waren
er 27 stations in kaart gebracht die in de 125 megahertz
opereerden. In diezelfde periode werden ook signalen
opgevangen in de 570 megahertz band, maar de posten die deze
uitzonden konden maar niet gelokaliseerd worden. Aangezien de
radar van de Duitsers grote nadelige invloeden uitoefenden op
Bomber Command door deze vroegtijdig aan te ‘stralen’. In
november 1941 kreeg Dr. Charles Frank, werkzaam bij de British
Scientific Intelligence (Britse wetenschappelijke
inlichtingendienst) van de luchtverdediging, een foto onder
ogen genomen door de fotoverkenningseenheid van de RAF (zie
boven). De foto was genomen ten noorden van Le Havre, bij het
plaatsje Bruneval. Men wist dat hier op een 130 meter hoge
klif, Cap d’Antifer, een Freya station gevestigd was. Dr Frank
ontdekte een klein platgetreden paadje dat zomaar stopte aan
de rand van de klif met in het midden een klein ‘pitje’.
L. n R. Dr.
Charles Frank (ontdekker), Fl-Lt. Tony Hill (‘fotograaf’) en
Dr. R.V. Jones (hoofd BSI)
Piloot Fl-Lt A.E. ‘Tony’ Hill die een Spitfire PR IVD,
fotoverkenner vloog voor No. 1 Photographic Reconnaissance
Unit bood aan om te proberen een foto te nemen van lage
hoogte. Op 4 december ondernam hij een poging vanaf Benson met
Spitfire R7044 en wist rakelings het object te passeren.
Helaas bleek de camera geweigerd te hebben. Maar het
ooggetuigen verslag van Hill was overtuigend genoeg om te
vragen of hij nogmaals een poging wilde wagen. De volgende dag
kwam Hill met twee foto’s terug die als de klassieke
luchtverkenningsfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog te boek
staan. Op de foto is een mooie villa te zien met op de
voorgrond, halverwege een onverhard pad, een ongeveer drie
meter brede schotel. Was dit de oorzaak voor het 570 megahertz
signaal? Om elektronische tegenmaatregelen te nemen was het
noodzakelijk deze schotel te bemachtigen.
De klassieke foto van
de Würtzburg van Bruneval
Een commando aanval vanuit zee alleen was onmogelijk in
verband met de steile klif. Lord Louis Mountbatten, marine
Commodore, stelde voor een parachute team te gebruiken en deze
via zee weer te repatriëren. Op 21 januari 1942 kreeg het plan
groen licht van de Chiefs of Staff en onder de codenaam
‘BITING’ ging ‘C’ Company onder leiding van Major John Frost
van het 2de Parachute Battalion in training. De Compagnie werd
in drie delen opgesplitst, 'DRAKE', 'NELSON' en 'RODNEY',
vernoemd naar drie beroemde namen uit de Britse maritieme
geschiedenis.
De structuur van ‘C’
Company voor Operation ‘BITING’
De Franse spion, kolonel Andre Neufinck en verzetstrijder
Charles Chauveau wisten meer gegevens door te spelen over de
radarpost van Bruneval. Onder andere dat de radarschotel
bekend stond als Würtzburg. Dr. R.V. Jones hoofd van de
British Scientific Intelligence (BSI), waar Dr. Charles Frank
zijn eerste ontdekking maakte van de Würtzburg, stelde
een lijst op van wat er buitgemaakt diende te worden. In ieder
geval de antenne uit de schotel, de ontvanger (om te zien of
er anti-storings mechanisme in zat), de zender (om er achter
te komen hoe ver de Duitsers waren met hun frequentie
techniek), zoveel mogelijk labels, inspectie stempels en wat
maar van waarde bleek. Ook vroeg hij om twee gevangenen, als
het kon radarbedieners. Zeven man, onder leiding van
Lieutenant D. Vernon, werden aangewezen om deze taak te
volbrengen. Eén van hen was geen soldaat, maar een
radartechnicus van de RAF, Flight-Sergeant C.W.H. Cox, die als
specialist op zou treden ter plekke. Er werd een maquette
vervaardigd waarmee de paratroepers zich vertrouwd konden
maken met het object.
De maquette voor
Operation ‘BITING’, bewaard in het Airborne Assault Museum, Duxford
Er werd getraind op een Britse radar met in het achterhoofd
dat men binnen een half uur de zaak moest hebben ontmantelt.
In februari 1942 waren de mannen gereed voor de operatie. Deze
werd gepland op de 24ste, mede door de volle maan, maar slecht
weer verhinderde de operatie voor enkele dagen. De 27ste was
de uiterste datum, aangezien ook de zee hoog genoeg moest zijn
om de landingsboten die de groep terug moest halen niet zouden
vastlopen. Die avond leek het weer prima te worden en werd
besloten ‘Operation BITING’ uit te voeren.
Een Whitley
bommenwerper
Om 22.00 uur waren alle twaalf aangepaste Whitley
bommenwerpers van No.51 Squadron, van RAF Thruxton, in de lucht
voor een vlucht van twee uur. Aan boord waren 119
paratroepers. Kwart over twaalf in de nacht van de 28ste
februari sprong de eerste stick naar buiten. Binnen tien
seconden waren deze geland in een dun laagje sneeuw, slechts
600 meter ten oosten van de radarpost. In de verte dreunde het
geluid van de Whitley’s langzaam aan weg.
Het rendez-vous punt
in 2004
De
overval
De para's ontdeden zich van hun parachutes en renden naar het rendez-vous punt.
Wapens werden doorgeladen en men verwachtte ieder moment
dat het vuurgevecht zou losbarsten, maar alles bleef stil.
Plan: DZ: Drop-Zone, RV: Rendez-vous punt
Witte lijn 'HARDY', geel:
'RODNEY', blauw: 'NELSON'
Major John Frost, leider van de gehele operatie kon niet
direct ten aanval, eerst moest hij wachten tot de meeste van
zijn mannen hun blaas hadden geleegd,… er was teveel hete thee
met rum gedronken om bestand te zijn tegen de ongemakkelijke
koude vlucht in de Whitley’s. Ondanks dat de mannen nu het
kwetsbaarst waren zag Frost er ook een daad van uitdaging
tegen de Duitse bezetter in.
Plan voor de aanval;
1. is het objectief, de radar ('Henry'), 2. is het grote huis ('Lone House').
De operatie begon met de tegenslag dat de sectie ‘NELSON’,
onder commando van Lt. E.C.B. Charteris niet bij het
rendez-vous punt aankwam. Deze waren verantwoordelijk om het
terugtrekken naar het strand te dekken. Ook een klein deel van 'RODNEY' was
neer gekomen nabij de sectie 'NELSON', drie kilometer ten zuiden van de officiele
'Drop Zone'.
'NELSON' (blauw) en een klein deel 'RODNEY' (geel),
komen drie kilometer zuidelijk neer
(de olieopslag links bestond in die tijd nog niet)
Op het rendez-vous punt gaf Major
Frost de opdracht door aan Captain John Ross, commandant over
de zware wapens, om zich van deze taak te kwijten. De tweede
sectie, ‘DRAKE’ splitste zich in drie groepen, ‘JELLICOE’ ging
onder leiding van Lt. Peter Young naar de radarinstallatie
(codenaam HENRY) met het ontmantelingsteam in het kielzog.
Toen deze groep de omgeving veilig in handen had, kwamen de
Royal Engineers om de installatie te ontmantelen. ‘HARDY’
groep werd geleid door Major Frost. Deze gingen naar de villa
(codenaam LONE HOUSE) om deze in te nemen. Commandant van de
‘DRAKE’ sectie, Lt. Peter Naumoff, nam met zijn groep positie
in tussen de villa en La Presbytere, een rechthoekig gebied
van een boerderij omzoomt door bomen (codenaam RECTANGLE).
Hier zaten ongeveer 100 Duitsers. De sectie ‘RODNEY’, onder
commando van Lt. John Timothy, was verantwoordelijk om
eventuele aanvallen op de flanken af te houden. De meeste van commando's
van 'RODNEY' namen positie op de noordelijke flank om 'DRAKE' te ondersteunen.
Verder was een klein detachement
van vijf 'RODNEY' para's, aangewezen om de zuidelijke flank van ‘JELLICOE’ te beschermen.
Frost ging de villa binnen
via de voordeur (onder de poort)
Major Frost zijn ‘HARDY’ groep bereikten de villa waarvan
de deur open stond. Toen iedereen in positie was, blies Frost
viermaal op zijn fluitje. Hij stormde het huis binnen en
hoorde schieten van de bovenverdieping. Hier zag hij een
Duitser schieten op de ‘JELLICOE’ groep bij de radar. Met een
snelle actie wist hij de Duitser, de 19 jarige Paul Käfferbitz, uit te schakelen.
Lt. Young had met
zijn groep weinig tegenstand gevonden bij de radarpost. Eén
Duitser, Johannes Senge, werd gedood en de anderen vluchtten alle kanten op. Hierbij
werd Unteroffzier Gerhard Wenzel aangeschoten en gewond, hij stierf ten zuiden van
'Lone House'.
Vijftig meter ten zuiden van de radar was Gefreiter Funker Heller, en deze probeerde ook naar
het noorden voorbij de radar weg te komen. Maar vanwege de oprukkende Britse
commando's kwam hij te dicht aan de rand van de klif waar hij pardoes over heen
viel,... gelukkig voor hem op een uitstekende rots. Heller werd door de para’s naar
boven gehaald en gevangen genomen.
Een Würtzburg radar
zoals bij Bruneval (met ronde dipole op de staafontvanger in de schotel, de Bruneval schotel had
een rechthoekige, zie lager).
('Bruneval' was voorzien van een beschermende cabine voor de bemanning)
Rond de radar was de
omgeving veilig gesteld en de ontmanteling kon beginnen. Als
eerste nam Lt. Vernon een foto. Het flitslicht trok gelijk vuur
naar de radarschotel. Vernon gaf opdracht aan Stanley Halliwell om direct de antenne
af te zagen. Andere mannen waren al bezig in de
bedieningscabine om verschillende zaken los te breken, onder
andere met behulp van koevoeten. Er was een klein karretje
meegekomen en deze diende nu om de radaronderdelen op te
laden. Onder hevig vuur werd soldaat McIntyre dodelijk
getroffen nabij de villa. Major Frost was bang dat de Duitsers
ieder moment mortieren in zou zetten en gaf de order terug te
trekken naar het strand.
Terug naar het
strand
Uitzicht vanaf 'Beach Fort' richting
bunker 'Redoubt' (centraal, boven op de klif)
De mannen trokken langs een verlaten geschutsbunkertje
(codenaam REDOUBT) maar toen de mannen over de heuvel
verschenen staken ze af tegen de sneeuw. Direct kwam er
machinegeweervuur vanuit de bunker (codenaam BEACH FORT) die
aan de overkant op een heuvel lag (waarop tegenwoordig het
monument is aangebracht). Soldaat Strachan raakte gewond door
dit Duitse vuur. Terwijl Frost de gewonde Strachan zijn wonden
aan het verbinden was, hoorde hij Captain Ross roepen dat het
strand niet veilig was en nog in Duitse handen. Ondertussen
was Lt. Charteris met zijn mannen aan een speedmars bezig om
het strand te bereiken. Doordat de twee Whitleys met zijn
eenheid ('NELSON') van koers waren geraakt, was zijn stick
ongeveer drie kilometer zuidelijker neergekomen. Terwijl de
groep op Bruneval aanging voegde zich opeens een Duitse
soldaat tussen hen in, denkende met eigen troepen van doen te
hebben, hij werd snel het zwijgen opgelegd. Er werd vuur
gewisseld met een Duits reserve peloton van het 1ste Comp.
658ste Inf. Reg. dat in Bruneval gelegerd was.
Villa Stella Maris (de Duitse wachtruimte,
let op de zandzakken met schietgaten)
Major Frost was juist bezig zijn eigen aanval in te zetten
met de DRAKE sectie, toen de oorlogskreet opklonk uit de
sectie 'NELSON'. De twee groepen vielen BEACH FORT aan. Deze
overmacht deed de Duitse bemanning op de vlucht slaan.
Hier werd Gefreiter Tewes gevangen genomen. Aan het
strand stond de villa Stella Maris, hier werd de Duitse telegrafist Georg Schmidt
gevangen genomen. Onderhand was het kwart over twee
in de nacht. Het strand was in Britse handen, er waren drie Duitse
gevangenen, onderdelen van de Würtzburg waren in hun bezit,
en Frost meende aan de opdracht voldaan te hebben. Hij gaf
opdracht de boten aan te roepen voor de terugtocht.
De Duitse gevangen telegrafist Georg Schmidt
Major Frost zijn ordonnans Taylor hanteerde een lantaarn, voorzien van een blauw filter,
en zond de letter 'F'
in morse ('punt', 'punt', 'streep', 'punt') richting zee.
Het werd ook tijd dat de boten kwamen,... van alle
kanten kwamen nu Duitse eenheden hun richting op. In het
vuurgevecht sneuvelde soldaat Scott. Op de oproepen aan de
boten werd niet gereageerd. Er werden twee groene lichtkogels
afgeschoten. Major Frost vreesde het ergste nu. Hij gaf
opdracht het strand te verlaten en een betere verdediging te
maken. Maar het was niet nodig, want juist op dat moment
kwamen zes landingsboten uit het donker het
strand opgeschoven.
De andere Duitse gevangenen, Tewes
en Heller worden gefouilleerd
(let op Corp. Freeman met twee geweren, een Lee Enfield en een Duitse K98 Mauser)
Vanuit de boten werd machinegeweervuur
afgegeven op de kliffen als dekkingsvuur. Binnen enkele
minuten waren de boten met hun kostbare lading weer op zee.
Het bleek dat de landingboten niet eerder naar de wal konden
vanwege het passeren van een Duitse torpedoboot en een aantal
E-boten, deze hadden gelukkig niets gemerkt. Toen het daglicht
werd waren de landingsboten nog maar 25 kilometer vanaf de
Franse kust. Vanuit de lucht werd het laatste stuk gedekt door
een aantal Spitfires.
Major Frost (rechts) op de terugweg,
ondervraagd door Lt-Col John Goschen
De paratroepers likten hun wonden. Zes gewonden en zes
vermisten. Later bleek dat vier van de vermisten vrijwel
direct opgepakt waren door de Duitsers. De andere twee werden
door het verzet opgevangen maar alsnog gepakt toen ze
trachtten te ontsnappen naar Engeland toen ze de
Demarcatielijn wilden oversteken nabij Blere.
Vier para's in Duitse gevangenschap:
2de van links; John Willoughby, Donald Sutherland (arm in mitella),
David Thomas (met sigaret) en John McCallum (hand in borstzak)
De twee
omgekomen soldaten Hugh McIntyre en Alan Scott werden begraven
door de Duitsers op de begraafplaats St Marie te Le Havre
(Division 67, rij E, graf 3 en 4). Ondanks deze verliezen werd
de aanval als een groot succes gezien. Aan alle opdrachten was
voldaan. Aan boord van de MS Prins Albert, waar de radar onderdelen overgedragen waren
aan Donald H. Preist, een radar specialist van Telecommunications Research Establishment,
bleek men de juiste stukken mee gebracht te hebben.
Het enige dat ontbrak was de weergaveappartuur van de
Würtzburg. Het koste teveel tijd deze te ontmantelen.
Donald H. Preist, van het Telecommunications
Research Establishment, met de rechthoekige dipole ontvanger van de Bruneval Würtzburg radar
Eén van
de Duitse gevangenen verklaarde dat hij thuis, tijdens een
verlof, over het eenzame huis had gesproken en wat voor een
makkelijk doelwit het zou zijn voor de Britten. Hij vroeg zich
openlijk af, of zij wellicht niet een Britse spion was?
Eén van de
zes LCA landingsboten met enkele paratroepers aan
boord.
De Duitsers begonnen na Operation ‘BITING’ het gebied rond
de Würtzburg beter te verdedigen. Er werden loopgraven
aangelegd, alles omzoomd met prikkeldraad. De villa, die zo
prominent op de klif stond, werd gesloopt. Er werden enkele
bunkers toegevoegd op deze plek. Een nieuwe Würtzburg werd
iets noordelijker herbouwd. Naar aanleiding van de Britse
commandoaanval werden ook andere radarstations van een betere
periferieverdediging voorzien. Hierdoor werden ze voor de
Britse verkenningvliegtuigen nog beter te vinden.
Eén van de Tobrouk bunkertjes
rond de voormalige villa
Waar en wat is er nog
te vinden?
Het kleine strand waar
de commando-eenheid werd opgepikt,
rechtsonder is nog juist
iets te zien van voormalig Stella Maris
Bruneval ligt tussen Le Havre en Étretat. Op ongeveer 30
kilometer ten noorden van Le Havre. Volg de bordjes ‘Bruneval Monument’.
Via een korte slingerweg komt men op het smalle strand, nu
afgeschermd door een betonnen golfbreker. Aan de linkerkant
verschijnt het afgetakelde huis Stella Maris. Naast dit huis
is een trap, de General de Gaulle, die naar het
monument leidt. In het tweede stuk van deze trap is een
opvallende inscriptie in een trede aangebracht met de letters
Mauthausen. Boven aangekomen is een monument te vinden
aangebracht op de voormalige Duitse bunker, door de Britten
‘BEACH FORT’ genoemd. Hiervandaan heeft men een mooi uitzicht
op het strandje en de klif aan de overzijde waar bovenop de
andere bunker (REDOUBT) nog te zien is.
Het monument op de bunker ‘Beach Fort'
Om bij het voormalige Würtzburg radarstation te komen moet
men rondrijden naar het noorden, naar la Poterie en daar de
afslag linksaf nemen. Helaas mag men niet verder dan een
stukje van de weg naar de boerderij La Presbytere. Toen wij er
waren heb ik de auto geparkeerd bij het ‘rendez-vous’ punt,
naast de DZ (Drop Zone). Hiervandaan getracht lopend naar de
verdwenen villa te komen. Jammer genoeg was het niet mogelijk
daar te geraken. Op de plaats van de villa waren wel drie
bunkers te zien, maar ook een kudde stieren achter
prikkeldraad.
Vijandelijke koeien doen ons
terugtrekken!
Achter ons drong een kudde koeien ons in een
kleine cirkel. De combinatie stieren en koeien bracht iets op
gang in de hormoonhuishouding van de dieren dat ons deed
besluiten terug te trekken naar het rendez-vous punt. Door de
vele hekken met prikkeldraad (ook nog oude Duitse),
schrikdraad en koeienvlaaien die als landmijnen op onze
schoenen lagen te wachten, was het niet mogelijk om dichter
bij La Presbytere te komen. Wel zijn nog verschillende bunkers
te zien in de bosjes van dit boerenbedrijf.
De kelder van de 'Lone House' is
bewaard gebleven
(foto: Koos)
Jammer dat deze historische plek niet beter toegankelijk
is. In februari 2014 kreeg ik van Koos ...... enkele foto's die hij in 2012 gemaakt had van de
plek waar eens 'Lone House' gestaan had. Met toestemming is hierboven er één van afgebeeld.
Operatie ‘BITING’ was een kleine actie maar van groot
belang voor de verdere oorlogsvoering. Niet alleen werd er een
beter inzicht in de Duitse radar verkregen, ook de maatregelen
om deze te storen kwam voort uit deze overval.
Links een wolk 'Window' uitgeworpen
door een Lancaster
Later in de
oorlog werd ‘Window’ ontwikkeld. Smalle stroken aluminiumfolie
werden in grote bundels door bommenwerpers uitgeworpen om de
Duitse radar te doen geloven met een enorme grote aanvalsmacht
van doen te hebben. Deze afleiding zorgde dat de ware
hoofdmacht via een andere route vloog, niet onopgemerkt, maar
wel verwarrend voor de Duitsers,… welke echo was de ware golf
bommenwerpers.
Major-General John
Frost
Major John Dutton Frost ontving voor zijn leiderschap gedurende de
raid het Militairy Cross. Zijn inzet in Tunesië, Sicilië en
Italië in 1943 leverde hem het Distinguished Service Order op.
Admiral Lord Mountbatten en Major-General John
Frost worden geinterviewd in Bruneval, 1975
Later gepromoveerd tot luitenant-kolonel, maakte John Frost
nog meer naam door als één van de eerste de brug te bereiken van Arnhem
tijdens operatie Market-Garden op 17 september 1944. Hij
voerde het commando over 2nd Battalion van de 1st Para
Brigade, 1st Airborne Division. Met
slechts 740 man wist hij drie dagen en vier nachten de brug te
bewaken. Dankzij de inzet bij de brug van Arnhem kon de brug
bij Nijmegen ook gepakt worden, want er konden geen Duitse
versterkingen vanuit het noorden worden aangevoerd. Was de
brug van Nijmegen niet in geallieerde handen gevallen, dan was
de hele 1st Airborne Division afgesneden en was er geen
mogelijkheid geweest de terugtocht te blazen. John Frost raakte
gewond in Arnhem en werd krijgsgevangen gemaakt. In maart
1945 werd hij door Patton’s 6th US Army ontzet toen hij in
het krijgsgevangenkamp hospitaal lag van Obermassfelt. Hij
ontving een extra ‘balk’ aan het DSO.
Generaal John
Frost (met Rob Perquin) in Arnhem, in de jaren zeventig van de vorige eeuw
(Foto: via Onno Schretzmeijer)
In 1968 gaat Frost met pensioen in de rang van
Major-General. In 1967 was hij een adviseur toen 'A Bridge Too Far' werd verfilmd.
Kort daarop bereikte hem het bericht dat de brug bij Arnhem naar hem vernoemd zou worden. Hij was
eerst nogal terughoudend om die eer te krijgen, maar op aandringen van Freddie Gough accepteerde
hij het met graagte. John Frost schreef een boek over zijn escapades; A Drop Too Many dat in 1980 verscheen.
In 1988 verscheen een boek van zijn hand dat nogal controversieel was, 2 PARA Falklands: The Battalion At War.
De kritiek die hij daarin uitte was vooral gericht op het kader en dat viel slecht. Ook was de defensie slecht
te spreken dat Frost namen onthulde die eigenlijk geheim dienden te blijven. Frost trok zich terug om aan zijn
laatste boek te werken, 'Nearly There', dat in 1991 verscheen. Op 21 mei 1993 overleed John Dutton Frost op
tachtigjarige leeftijd.
Eerste
dagenveloppe uit 1992 met de handtekening John Frost (stempel),
eigen coll.
In 2012 verscheen een geweldig boek over deze raid: 'Raid De Bruneval Et De La Poterie-cap D'antifer'
(Heimdal isbn 978-2-84048-315-1). Het is geschreven door Alain Millet en alleen in het Frans verkrijgbaar.
De enorme hoeveelheid foto's zijn wel voorzien van Engelse vertaling. In Nederland (nog) niet verkrijgbaar, maar klik op
het boek voor een leverancier.
Wilt u meer commandoactie, kijk eens op de pagina:
Saint-Nazaire
GA TERUG
|