SPECIFICATIE F.18/37
In 1938 schrijft het Air Ministry de
Specificatie F.18/37 uit. Hier werd in bedongen dat er een
jachtvliegtuig moest komen met niet minder dan vier 20-mm
Hispano kanonnen. Deze zware bewapening vroeg wel om een zeer
zware motor, minstens 2000 pk. Hawker, die dan midden in de
productie zit van haar Hurricane, stelt toch een toestel voor
met twaalf 7,7 mm Browningmitrailleurs, maar de eis van het
Air Ministry is onverbiddelijk. Het Verenigd Koninkrijk heeft
de keuze uit verschillende motoren. Er wordt gekozen voor een
lijnmotor boven de Bristol Centaurus stermotor. Veel
ontwerpers kunnen (nog) niet geloven dat een luchtgekoelde
stermotor een jachtvliegtuig tot goede prestaties kan brengen.
De ontwerpers van Hawker onder leiding van Sydney Camm maken
twee ontwerpen, één met de Napier Sabre (N) en één met de (R)
Rolls-Royce Vulture.
PROTOTYPE TORNADO EN TYPHOON
Prototype van de Hawker Tornado (P5219) met de
Rolls-Royce Vulture motor
(Let op de radiator in het midden onder de romp)
Begin 1938 worden er vier prototypes
besteld, twee Type R en twee van het Type N. De uitvoering met
de Rolls-Royce Vulture draagt de naam Tornado en het prototype met de
Napier Sabre krijgt de naam Typhoon. De Vulture van Rolls-Royce
bestaat uit twee blokken, elk met twaalf cilinders in een
X-opstelling die één krukas aandrijven. De Napier Sabre is een
dubbele twaalf cilinder van het boxer-type met twee krukassen
die samenkomen in een reductiekast. Beide motoren worden
vloeistof gekoeld en het vermogen ligt ongeveer gelijk, 2000
pk. De eerste Tornado, de P5219, wordt te Kingston gebouwd en op 6
oktober 1939 maakt het toestel haar eerste vlucht.
Het monster, de Napier Sabre IIA
(Foto: cyberplasticmodeler)
Op het eerste gezicht lijkt het
toestel op de Hurricane, mede doordat de radiator in het midden onder de
romp geplaatst is en het landingsgestel een brede basis heeft
en naar binnen wordt ingeklapt. Opvallend zijn de twee rijen
van uitlaten aan beide zijden (die later tot één rij wordt teruggebracht). Een verder opvallend kenmerk
is het op een autoportier gelijkende deurtje om de cockpit
binnen te klimmen. Hawker sleept een order binnen voor 1000
toestellen, 500 Tornado's en 250 Typhoons, de rest zal gebouwd
worden met de motor die het beste zal bevallen.
Een later prototype van de Hawker Tornado (P5224)
(Bij dit prototype is de radiator onder de motor aangebracht)
Tijdens het testen van de Tornado P5219 wordt al snel duidelijk dat de
luchtwervelingen rond de radiator de stroomlijn verstoren bij
hoge snelheden en wordt de radiator, net als bij het
prototype van de Typhoon, naar de kin verplaatst.
Het prototype van de Hawker Typhoon (P5212)
Op 24
februari 1940 kiest het prototype van de Typhoon (P5212) het
luchtruim. De hooggespannen verwachtingen van dit
toestel vallen zwaar tegen, de berekende snelheid van 747 km/u
wordt niet gehaald, de motor blijkt uiterst onbetrouwbaar. Op
9 mei 1940 ontsnapt testpiloot P.G. Lucas aan de dood als vlak
achter de cockpit de romp begint te breken. Met een briljante
noodlanding brengt hij het toestel terug. Hij had eruit kunnen
springen, maar dan had men nooit de toedracht van de schade
kunnen achterhalen.
Een voorproductiemodel van de Hawker Typhoon (P5216)
IN PRODUCTIE, EXIT TORNADO, ENTER
TYPHOON
Omdat Hawker volop in de productie van
de Hurricane zit, wordt de constructie van de Tornado
uitbesteed aan AVRO en de Typhoon aan Gloster, zusterbedrijven
van de Hawker Siddley Group. In 1941 zijn de bedrijven gereed
om de productie ter hand te nemen. De toestellen zijn dan
verder aangepast. Zoals wijzigingen aan de wieldeuren, de vier
gewenste kanonnen zijn geplaatst, extra ramen achter de
cockpit en het kielvlak met richtingroer zijn dan vergroot.
Zorgenkind blijken de motoren te zijn.
Close-up van de cockpit met het 'autoportier'
en extra glas aan de achterzijde
Hawker krijgt
toestemming een Centaurus te plaatsen. Deze Tornado maakt op
23 oktober 1941 haar 'maiden-flight'. Maar het was al te laat,
de Tornado zou niet verder ontwikkeld worden, ondanks dat het
toestel beter vliegt dan de Typhoon, stiller en vooral veel
sneller. Pas in juli 1942 mag Camm een Centaurus in een
Typhoon II plaatsen. Door verdere tegenwerkingen van Air
Marshal Wilfrid Freeman, een tegenstander van de stermotor,
wordt de productie van dit toestel stil gelegd. Later zal er
nieuw leven in het toestel geblazen worden en als de Tempest
bekend worden (waar later de Fury en Sea Fury weer uit
voortkomen). De Tempest zou de meest succesvolle jager van
Hawker worden.
Vroege productie van de Typhoon IB
Gloster begint op 27 mei 1941 met de productie
van haar Typhoons te Hucclecote. De eerste honderd hebben nog
twaalf mitrailleurs, de rest wordt gebouwd met de vier
kanonnen. Tijdens de productie worden verschillende typen
Typhoon getest, kortere vleugels, langere vleugels, enkele en
dubbele aanjagers, en met camera's uitgerust. Van de laatste
worden er later 60 afgeleverd aan de RAF.
Typhoon IB DN406, 609 Squadron (PR-F) (nog met de oude cockpitkap)
De eerste Typhoons worden aan de RAF
geleverd bij het 56 Squadron te Duxford aan het einde van
september 1941. Bij de RAF raakt de Typhoon bekend als de
'Tiffy'. Dat klinkt liefelijk, maar dat is het toestel van
verre. Het is soms een drama. Op de vliegkwaliteiten is weinig
aan te merken. Als de motor het doet dan loopt het als een
naaimachine. Maar startproblemen blijven het toestel
achtervolgen, en om de 25 uur is de Sabre toe aan een grote
beurt.
Onder de vleugels van Typhoon IB DN406, 609 Sqn. het zwart/wit patroon
(dit om verwarring te voorkomen voor grondgeschut dat het geen Fw 190 betrof)
Tijdens luchtduels is de Typhoon geen partij tegen de
Fw 190. Bij heftige manoeuvres blijkt nog wel eens de staart
te willen afbreken. Menig toestel gaat zo verloren. Als extra
versteviging wordt een krans van plaatjes rond de achterzijde
van de romp geplaatst. In januari 1943 wordt begonnen met het testen
van een 'bubbel-kap' cockpit op de plaats van de de zware overkapping, met de op de autoportier
gelijkende toegang. De testen zijn meer dan positief en de nieuwe kappen worden in productie genomen
bij de latere Typhoon Mk IB.
Een fraaie close-up van een Typhoon Mk IB (met de druppel-kap)
In 1943 wordt ook getest met Typhoon Mk IA, R7881 welke uitgerust wordt met de eerste radar geïnstalleerd in een jachtvliegtuig. De AI Mk VI radar was een door één man bediende versie van de Mk IV radar voor gebruik in een nachtjager. De electronica was ondergebracht in een container onder de vleugel met antennes aan de buitenvleugel (zie de foto hieronder).
Typhoon Mk IA, R7881 met de experimentele AI Mk VI radar
EEN NIEUWE OPDRACHT
Omdat de Typhoon niet het beoogde
jachtvliegtuig blijkt te zijn wil het Air Ministry het toestel
schrappen. Maar door, onder andere, de inzet van de jonge
vlieger Roland Prosper Beamont van het 609 Squadron die de Air
Staff weet te overtuigen van het geweldige potentionele
vermogen van de Typhoon. Niet meer als hoogvliegende jager
maar als grondaanvaller, met bommen en later raketten.
Roland Prosper Beamont in zijn Typhoon
Na zeer
succesvolle aanvalsproeven wordt de complete voorraad Typhoons
ingedeeld bij het 2nd Tactical Air Force. De Typhoons lijken
iets op de Fw 190 en om verwarring te voorkomen worden de
Typhoons in 1943 uitgerust met brede witte en zwarte strepen.
In 1944 zouden vanwege de invasie in Normandië alle
geallieerde vliegtuigen voorzien worden van deze strepen.
Rond D-Day heeft
Gloster bijna 2000 Typhoons gebouwd en staan 26 squadrons
gevechtsklaar in de 2nd TAF.
Een Typhoon van 440 Squadron vertrekt met bommen voor een missie
De Typhoons worden ingezet als een
nieuw tactisch wapen. Grondtroepen staan in radiocontact met
de vliegeniers. Als er zich een obstakel op de weg bevind, een
Duitse tank of een anti-tankkanon, dan wordt een groep
Typhoons opgeroepen om de doelen met hun kanonnen, bommen en
27-kg's raketten te bestoken. In de derde week van augustus
1944, als de Duitse terugtrekkende troepen vast komen te
zitten in de 'Zak van Falaise', houden de Typhoons vreselijk
huis. Hier worden de voertuigen en tanks van de Duitsers
massaal vernietigd.
Typhoons houden huis in de 'Zak van Falaise',
weergegeven in een dramatisch schilderij van Robert Taylor
Vanwege het laag opereren van de Typhoon vielen er veel ten prooi aan luchtafweergeschut. Maar ook storingen aan de
Napier Sabre bleef slachtoffers maken. Een voorbeeld van een motorstoring is hieronder afgebeeld. Deze Typhoon, 'Babs VI', behorende tot 174 Squadron (XP-K) maakte op 9 februari 1945 een noodlanding op Volkel in Nederland nadat zijn motor de geest gaf en het een buiklanding moest maken. De Typhoon werd afgeschreven. Wat opvalt is dat de kanonnen al zijn verwijderd uit de vleugels. Het was standaard zo snel mogelijk de wapens uit verongelukte toestellen veilig te stellen.
Typhoon 'Babs VI' na een buiklanding op Volkel, en afgeschreven,...
Om aan te geven dat de Typhoon evenzogoed veel kon incasseren, is onderstaande foto geplaatst. Hierop kijkt de RCAF Pilot Officer C.E. Benn van 182 Squadron naar de schade aan zijn vleugel van Typhoon IB, JR427 'XM-S', op B6/Coulombs, Normandië. Hij liep de schade op ten oosten van Vire, Frankrijk, tijdens een aanval op Duitse tanks. Luchtafweer sloeg gaten niet alleen in de vleugel, maar ook in de romp en rond de cockpit, en Benn ontsnapte maar net aan verwondingen van rondvliegende brokstukken en granaatscherven. Ondanks het verlies aan instrumenten en schade aan de vleugel, volgde hij zijn vlucht commandant, Flight Lieutenant P.H. Strong, in de aanval op de tanks.
Pilot Officer C.E. Benn bekijkt de schade aan zijn Typhoon IB, JR427
Na de intrede van de Hawker Tempest, vliegt de Typhoon nog enige tijd missies naast
de Tempest, maar aan het einde van de oorlog
verdwijnt de Typhoon snel van het toneel. En direct na de
oorlog is er al geen Typhoon meer te vinden. Tegenwoordig is
er nog maar 1 exemplaar over, Typhoon Mk IB, MN235, deze staat
in het RAF Museum te Hendon.
Deze Typhoon wordt voorzien van raketten
In Nederland was lange tijd een deel van een staartsectie
te vinden in het museum op de vliegbasis Twente. Dit toestel,
Typhoon Mk IB, RB396, XP-W van het 174 Squadron maakte een
noodlanding nabij Denekamp op 1 april 1945 na getroffen te zijn door
luchtafweer. De piloot, Flt Lt Chris House wist uit handen van de
Duitsers te blijven en meldde zich twee dagen later weer bij zijn eenheid.
Het wrak kwam na de oorlog in handen van een chemisch bedrijf. Maar kwam uiteindelijk in Twente terecht en later
in Fort Veldhuis.
Eén zijde was gerestaureerd, de andere kant werd
origineel gelaten. Dave Robinson van de Hawker Typhoon Preservation Group wist de
staartsectie te bemachtigen. Nu is dit deel één van de belangrijkste onderdelen om een Typhoon weer
luchtwaardig te maken. Streefdatum is 2024, 80 jaar na D-Day.
Typhoon Mk IB, RB396 onder restauratie tot vliegwaardig
(Foto: Airsoc)
Ook is er
nog een langdurige restauratie gaande aan Typhoon EJ922, QO-F,
van het 3 Squadron, die ooit in het Brooklands Museum te
Weybridge geplaatst zal worden. Deze specifieke Typhoon is van
het 'autoportier-type', waarvan in de jaren zeventig van de
vorige eeuw alleen de cockpitsectie gered werd. Verder is een gerestaureerde
cockpit-sectie, voorzien van Napier Sabre motor, te vinden in
het D-Day Museum bij het vliegveld van Shorham, UK. Van de
opvolger, de Tempest zijn wereldwijd nog elf exemplaren te
vinden.
Typhoon Mk IB, MN235 in het RAF Museum, te Hendon
In de vrij korte periode dat de Typhoon operationele vluchten maakte, verloren veel piloten het leven in het toestel.
Alleen al tijdens de missies in Normandië verloren 151 piloten het leven. Aan het einde van de carriëre van de Typhoon stond
de teller op 666 omgekomen vliegers.
Een monument voor de gevallen Typhoon piloten over Normandië
is te vinden in Noyers-Bocage
Fabrikant |
Hawker |
Ontwerper |
olv.
Sydney Camm |
Gebruik |
jachtbommenwerper |
Motor |
Napier Sabre IIA
H-zuigermotor |
Vermogen |
2.180 pk |
spanwijdte |
12,67 m |
Lengte |
9,73 m |
Hoogte |
4,52 m |
Vleugeloppervlakte |
25,9
m² |
Gewicht |
leeg |
3.992 kg |
Geladen |
6.010 kg |
Snelheid |
652 Km/u |
Plafond |
10.650 m |
Bereik |
982 Km (volledig geladen 821
km) |
Bewapening |
4 x 20mm Hispano
kanonnen |
Externe bewapening |
2 x 454 kg bommen of 127mm (27-kg)
raketten of afwerpbare 205-liter
brandstoftank |
Bemanning |
1 |
Eerste
vlucht |
(6
oktober 1939; Tornado-prototype) Typhoon; 24 februari 1940 |
Aantal
gebouwd |
3.330
(allen Gloster Aircraft
gebouwd) |
BRONNEN
GA TERUG
|