Een nieuwe start
Zo’n Spitfire piloot spreekt tot de
verbeelding, wie wil dit niet?
Met de ervaringen opgedaan gedurende de
oorlog, werd het duidelijk dat de vooroorlogse luchtmacht van
Nederland ingrijpend ging veranderen. In enkele jaren tijd waren de
vliegtuigen ontzettend veranderd. Niet alleen krachtigere
schroefjagers, ook de eerste straalmotoren voorspelden een dynamieke
toekomst. In 1944 begon de Nederlandse regering in Londen plannen te
maken voor die nieuwe toekomst. Zodra het zuiden van Nederland
bevrijdt was, werd er een rekruteringsstation geopend in Eindhoven.
Dit was hard nodig, de piloten die op dat moment in dienst waren
konden nooit een serieuze luchtmacht bevolken. In de tijden van
grote veranderingen, trok ook de spanning van de luchtmacht veel
rekruten. Opleidingen werden gedaan in Engeland en Amerika.
1946, LF.Mk IXc, MJ271 tijdens een testvlucht voor acceptatie
In de zomer van 1946 kwamen
de eerste Spitfires naar Nederland. De Spitfire sprak tot de
verbeelding, een mooie kist, met een heftige naam. Tijdens de oorlog
had menig Nederlander deze legendarische machine al eens door het
zwerk zien schieten, soms letterlijk. Na de oorlog was de Spitfire
ruim voorhanden. Nederland besloot er 58 aan te schaffen. Twintig
gingen direct naar Nederlands Indië en 35 kwamen naar Nederland.
Drie stuks waren een tweezitter om piloten in te trainen.
Officieel vloog de laatste Spitfire in Nederlandse dienst tot
september 1953. Vanaf Texel werd daarna nog enige tijd de Spitfire
gebruikt als doelsleper door Schreiner Aero Contractors. Om ze goed zichtbaar te laten
zijn voor de bedieners van het luchtafweergeschut, waren de Spitfires in een knallende kleur oranje geschilderd.
Na drie ongelukken,
en de opkomst van snellere met straalmotoren uitgeruste jagers, was het in 1957 echt
afgelopen met de operationele Spitfire in Nederland.
Spitfire IXc, MK475 als PH-NFO in dienst als doelsleper bij Schreiner
De Spitfire
in Nederlands-Indië
De 20 Spitfires die in Nederlands-Indië
aankwamen werden vanuit 40 kratten opgebouwd. De eerste Spitfire,
NH238, vloog op 24 oktober 1947. Op 31 oktober vloog de tweede
Spitfire, de nu nog steeds luchtwaardige MH434. Tijdens de opbouw
van de toestellen bleek er een tekort aan onderdelen en vanuit Europa kwam ook geen
aanvulling. Vanuit Medan ging een groepje luchtmacht personeel naar
Celebes waar een RAF dump was,… inclusief Spitfires. Hoe die
Spitfires daar gekomen waren, is een raadsel. De Spitfires waren de
jungle in getaxied, waarop het landingsgestel was ingetrokken. Toch
wisten de Nederlandse techneuten veel bruikbare onderdelen te
bergen, waardoor haar eigen Spitfires operationeel bleven.
Een Spitfire LF.Mk.IXc van het 322 Squadron in Nederlands-Indië
Vijftien maanden na
aankomst had 322 Squadron twaalf Spitfires operationeel vanaf
Semarang. Na eindeloos oefenen en vooral zweten en balen in de
tropen, kwamen op 19 december 1948 twee Spitfires, de H-63 (MH725)
en de H-104 (MK923), voor het eerst in daadwerkelijke actie. Er werd een missie gevlogen naar het
vliegveld nabij Delanggoe. Deze werd beschoten en gebombardeerd. Het
doel, een radiozender, werd vernietigd. De operationele vluchten
hielden aan tot half augustus 1949. In september vlogen de Spitfires
via Kalidjati naar Andir om terug te keren naar Nederland. Twee
gecrashte Spits bleven achter in Semarang. Omdat de oorspronkelijke
kratten niet meer voorhanden waren, moesten er eerst nieuwe
geconstrueerd worden, die pas halverwege 1950 gereed waren.
Terug in Rotterdam sloeg de corrosie snel toe in de lekke
kratten. De Nederlandse Luchtmacht had de Spitfires niet meer nodig
omdat de Gloster Meteor haar opwachting maakte. Maar er was een
klant voor de oude Spitfires.
Naar België
In april 1952 werd
een contract getekend met België waarbij de 18 Spitfires uit
Rotterdam naar hen over zouden gaan. Bij Fokker werden de toestellen
geheel ge-‘stripped’ waarbij aan het licht kwam dat drie Spitfires
te verrot waren om nog gered te kunnen worden. De andere 15
Spitfires, nu met de benaming B-1 tot en met B-15, moesten geheel
gereviseerd worden. De drie afgeschreven Spits werden
gekannibaliseerd om de anderen weer op te bouwen.
SM-29 (MK912), de eerste Spitfire voor België bij Fokker
Fokker spoot de
Spitfires in Belgische kleuren met de codes SM-29 tot en met SM-43.
Testpiloten van Fokker vlogen vanaf Schiphol de machines, om ze op
gebreken te testen. Als alles naar behoren werkte werden de
Spitfires overgedragen aan Belgische piloten die ze daarop naar
België overbrachten. De eerste Nederlands/Belgische Spitfires, SM-29
en SM-30, werden op 4 juni 1952 geaccepteerd. De laatste, de SM-41
werd afgeleverd op 9 september 1953.
Spitfire LF Mk IX, MK297, (OO-ARB) heeft een lange geschiedenis, niet
alleen in de Nederlandse en Belgische luchtmacht, maar ook als
doelsleper en te zien in de speelfims 'The Longest Day' en 'The Battle of Britain'
Zes Spitfires werden later overgedaan aan Cogéa (Compagnie Générale d'Exploitation Aéronautica)
waar ze vooral gebruikt werden voor het slepen van doelen. De volgende zes werden hiervoor aangewezen;
LF IXb; MH434 (ex-SM-41) met civile registratie: OO-ARA
LF IXc; MK297 (ex-SM-43) met civile registratie; OO-ARB
LF IXc; NH188 (ex-SM-39) met civile registratie; OO-ARC
LF IXc; MH415 (ex-SM-40) met civile registratie; OO-ARD
LH IXc; NH238 (ex-SM-36) met civile registratie; OO-ARE
LF IXc; MK923 (ex-SM-37) met cicile registratie; OO-ARF
... En ze vliegen nog steeds!
Van de oude Spitfires die in Nederlandse en Belgische dienst zijn geweest, zijn nog verschillende bewaard gebleven.
In Nederland is de MJ143 in Soesterberg (MLM) te vinden. De MJ271 die tot voor kort nog in het Aviodrome stond, is verkocht naar Engeland,
en is luchtwaardig gemaakt op Duxford, en vloog weer voor het eerst in 2019. De NH238 (tot voor kort luchtwaardig)
schijnt nog steeds in opslag in Engeland te staan.
Spitfire LF Mk IX, NH238, (OO-ARE) omstreeks 1960 in België
Ook de MH415 is opgeslagen, in de USA. De 'static' NH188
is te bewonderen in Canada, in het Canadian National Aviation Museum, Rockcliffe, Ontario. De Mk912 is luchtwaardig
in Canada bij de Russell Group vanuit Ontario. Tevens had Canada een andere luchtwaardige ex-Nederland/België Spitfire,
de MK297, filmster in 'The Longest Day' en 'The Battle of Britain'. Deze is helaas vernietigd in een alles verzengende
vuurzee toen de hangaar te Hamilton, Ontario, Canada, in februari 1993 afbrandde. Verschillende andere uit 'onze'
luchtmacht zijn nog luchtwaardig. In Seattle, staat Washington, in het Museum of Flight wordt de MK923 bewaard. MK923
was ooit eigendom en luchtwaardig gehouden door de acteur Cliff Robertson (helaas is er op dit moment geen geld
om het toestel weer luchtwaardig te maken).
De Spitfire MK732, PH-OUQ is luchtwaardig in Nederland. De Spitfire LF Mk. XVIe, TB885
is ook weer luchtwaardig. De TB885 heeft tijdens de oorlog bij het 322 Squadron gevlogen, en valt
daardoor enigsinds uit dit staatje, daar dit artikel voornamelijk gaat over Spitfires in na-oorlogse dienst. Ook
de Spitfire MK959 is weer luchtwaardig in de USA. Een andere bekende nu weer
luchtwaardige Nederlandse machine is de PR XI, PL965. Wellicht de beroemdste van alle bewaard gebleven en luchtwaardige
Spitfires is de MH434. Deze vliegt sinds april 1983 bij The Old Flying Machine Company, vanaf Duxford.
Maar deze eerste plek staat onder druk van Spitfire MJ271, G-ITRY die in 2019 een vlucht rond de wereld heeft gemaakt!
Over de Spitfire LF.Mk IXb, MH434 is een aparte pagina geschreven, KLIK HIER.
De Spitfire Mk IXb, MH434 (ex-H-68 en SM-41)
|