Hierboven een P-51D en hieronder een P-51H
(let op de vleugelwortel van beide toestellen)
DE (GE)WILDE MUSTANGS
De P-51H, de
lichtgewicht
De verdere ontwikkeling hield vooral het besparen van
gewicht. Bij de P-51H variant wist men in de constructie een
besparing van 454 kg terug te winnen, vooral door de vleugel
anders in te richten en dunner uit te voeren. Ondanks deze aanpassing behield de P-51H de
zes machinegeweren.
Meest in het oog springende aan de vleugel was dat deze
aan de voorzijde strak doorliep tot aan de romp, de schuine 'zetting' aan de vleugelwortel was verdwenen.
De vijfde P-51H, de 44-64164, tijdens een proefvlucht
Van de geplande 4100
stuks zouden er 'maar' 555 gebouwd worden, waarvan 370 werden
geleverd aan de USAAF. Het einde van de Tweede Wereldoorlog
maakte een voortijdig einde aan de P-51H. Toch werd het nog
verscheept om ingezet te worden tegen Japan, maar kwam in
feite te laat.
Een P-51H
bewaard gebleven op Lackland AFB, Texas (1989)
De P-51 voor de Air National Guard
Naast de US Army Air Force bestond ook vanaf 1947 de Air National Guard in de Verenigde Staten.
Voor 1947 bestond er alleen de National Guard welke wel vliegtuigen vloog, maar nooit 'zwaarder' dan de
North American O-47 verkenner. Vanaf 1946 kregen de Guards de beschikking over na-oorlogse toestellen als de
B-26 Invaders, P-47 Thunderbolts en de P-51. Na de oorlog stonden
velden vol met nieuwe P-51D/K's welke dan ook als frontjager naar de Air National Guard gingen.
600 werden uit permanente opslag gehaald bij Newark, New Jersey.
De eerste Air National Guard die uitgerust werd met de P-51D was die van Colorado, toen in juni 1946 de eerste
P-51D afgeleverd werd bij 120th Fighter Squadron. Uiteindelijk zouden 75 Guard squadrons worden uitgerust
met de Mustang.
Op 18 september 1947 werd de United States Air Force een onafhankelijke organisatie in de defensie.
Eén van de gevolgen was dat, op 11 juni 1948, de 'P' van 'Pursuit' veranderd werd in de 'F' van 'Fighter'.
Een trio P-51D's
van de Kentucky Air National Guard
MUSTANGS EN UFO'S
Twee incidenten waarbij Mustangs van Air National Guards betrokken waren, zorgden voor veel ophef in 1948.
Beide incidenten hadden betrekking op een 'nieuwe hype', namelijk de UFO. De UFO (Unidentified Flying Object)
waren een fenomeen dat direct na de oorlog overal opdook, maar voornamelijk, zo leek het, in de Verenigde Staten.
Het eerste incident waarbij Mustangs waren betrokken, vond plaats op 7 januari 1948. Rond 13.20 uur ontving de
controle toren van Godman Air Force Base in Kentucky een bericht van de militaire politie van Fort Knox dat er zich
een ‘vreemd object’ in de lucht bevond. Vanuit de toren was het object ook te zien, en werd later omschreven als
enorm cirkelvormig ding van wel 100 meter in doorsnee dat zich rustig zuidwaarts bewoog. Vier P-51D's van het
165th Fighter Squadron,
Kentucky Air National Guard (KY-ANG) vlogen rond 14.30 uur richting hun basis Standiford en werden door Godman
richting het fenomeen gestuurd. Eén van de toestellen was laag aan brandstof en haakte af, maar de andere drie
vlogen door en klommen naar 15.000 voet (5 km) hoogte. De vluchtleider van de overgebleven drie P-51D's was Lt. Thomas
Francis Mantell Jr. in P-51D 44-63869. Dit toestel was een veteraan van de Tweede Wereldoorlog, en was ooit de
persoonlijke kist geweest van Lt. Halbert G. Marsh, 358th Fighter Squadron, 355th Fighter Group. De P-51D 44-63869 was nu voorzien
van de Kentucky Air National Guards kentekens 'NG 869'.
P-51D, 44-63869, van Lt. Halbert G. Marsh,
358th Fighter Squadron, 355th F.G.
(na de oorlog ging het toestel naar de Kentucky Air National Guard als NG 869)
Omstreeks 14.45 uur rapporteerde de vluchtleider, Lt. Thomas
Francis Mantell Jr. in NG 869, dat hij het enorme voorwerp voor zich zag, welke metaalachtig glom en zijn halve snelheid
voer (hij nadere het voorwerp dus rap, en werd steeds groter, kunnen we aannemen). De andere twee toestellen
moesten de achtervolging naar grotere hoogte staken vanwege dat de P-51’s geen zuurstof op dat moment bij
zich hadden. Ook Mantell zijn toestel niet, maar hij zette nog even door. Op 30.000 voet, zo’n 10 km hoogte, zou Mantell
buiten westen zijn geraakt door een tekort aan zuurstof. De P-51 viel naar beneden, brak uit elkaar door de
grote valsnelheid en crashte om 15.16 uur.
P-51D, 44-63869 van
Thomas F. Mantell Jr. is gecrashed
De luchtmacht kwam al snel met een verklaring dat Mantell een
zogenaamde ‘Skyhook’ balloon had nagejaagd (deze weerballonnen waren niet geheim, maar hun missies soms wel),
en ook de planeet Venus was een mogelijkheid (een planeet heel laag aan de horizon en door getuigen op de grond
niet eens zichtbaar en ook vreemd dat een planeet zo’n enorme omvang zou hebben als verklaard door Mantell). Mantell was
niet zo maar een piloot. Hij was een veteraanvlieger die het Distinguished Flying Cross en de Air Medal had
ontvangen voor zijn moedige vliegwerk tijdens de landingen in Normandië op 6 juni 1944 toen hij piloot was
bij de 440th Troop Carrier Group. Deze ervaren piloot zal bepaalde ‘vreemde’ zaken in de lucht goed hebben
kunnen inschatten. Mantell overleefde zijn ontmoeting met een UFO dus niet,…
Lt. Gorman, van de North Dakota Air National Guard, deed dat wel.
Krantenbericht en Thomas Mantell Jr.
Op 1 oktober 1948 vloog Lt. George F. Gorman solo in zijn F-51 van de North Dakota Air National Guard rond
21.00 uur in de donkere avond over Fargo, North Dakota. Terwijl hij zich opmaakte voor de landing op het
vliegveld Hector, werd Gorman gewaarschuwd dat er een Piper Cub in de omgeving vloog, welke Gorman op zo’n
200 meter onder zich zag. Opeens zag hij, wat hij hield voor een ander vliegtuig, lichten knipperen. Hij
rapporteerde dit aan de toren, maar deze zagen alleen Gorman zijn F-51 en de Piper Cub. Gorman besloot de
lichten te gaan benaderen. Toen Gorman het knipperende licht genaderd was tot op zo’n 1000 voet (300 meter),
stopte het knipperen en werd het licht een vast punt en maakte gelijk een haakse hoek naar links. Gorman zette
de achtervolging in, en na weer een linkse hoek steeg het voorwerp met Gorman erachter tot een hoogte van 7000
voet (ruim 2 km). Plots maakte de UFO een snelle draai en dook recht op de F-51 van Gorman af. Deze duwde de
stick naar voren en zag het voorwerp op zo’n 150 meter over zich heen schieten. De UFO dook naar een 1000
voet met Gorman achter zich aan en weer maakte de UFO een snelle draai en kwam weer op Gorman af. Vlak voor
beide toestellen zouden botsen, maakte de UFO een ongelofelijke beweging, vanuit een horizontale vlucht,
schoot het in één beweging verticaal omhoog. Gorman liet de F-51 weer stijgen, tot 14.000 voet (5 km), maar
zag de UFO niet meer en na 27 minuten werd de achtervolging gestaakt.
Een F-51D van de North Dakota Air National Guard
Ondanks dat de UFO niet op de radar
was gezien, hadden twee ooggetuigen in de controle toren en de twee mensen in de Piper Cub het ‘gevecht’
tussen Lt. Gorman en de UFO kunnen waarnemen. Ondanks de ongelofelijke manoeuvre van de UFO om loodrecht
te stijgen, verklaarde Gorman achteraf dat de UFO zich verder ‘normaal’ gedroeg in zijn bewegingen tijdens
het wentelen en draaien op hoge snelheid. Er is nooit een verklaring naar buiten gekomen wat Gorman heeft
achtervolgt, anders dan dat ‘hij een nabije ontmoeting had met een vliegend object van onbekende afkomst’.
Lt. Gorman (links) bespreekt de volgende dag zijn avonturen met
Dan Oxley en Duan Lundt op Hector Field
Het spotten van UFO’s was niet iets nieuws voor piloten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, vanaf september 1944,
hadden Geallieerde vliegers regelmatig ‘vreemde lichten’ gerapporteerd. Deze werden aangeduid als ‘Foo Fighters’,
en werden gezien als geheime wapens van de vijand.
11 jaar lang waren de P-51D/K's en de P-51H's de belangrijkste jagers bij de Guards voor deze werden
uitgefasseerd. Er waren zoveel P-51's dat bijna ieder squadron de beschikking hadden over 25 toestellen en voldoende
reserve onderdelen. Toen de oorlog in Korea uitbrak werden 145 van de 754 Mustangs uit de Guard reserves gehaald en
naar Korea gestuurd.
Door de enorme aantallen van de P-51D/K's die tijdens de
oorlog geproduceerd waren, waren er, naast de levering aan de Air National Guards,
voldoende om luchtmachten
in her-opbouw van deze moderne jager te voorzien. Zoals al eerder opgemerkt, werd de P-51 ook tijdens de
oorlog in Korea, begin jaren 50, weer ingezet. Onder deze Mustangs bevond zich een vreemd exemplaar,
namelijk de Twin Mustang, F-82.
F-82 Twin
Mustang
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er de gedachte dat de
ideale escorte jager voorzien moest zijn van twee motoren en
twee vliegers. De P-51 Mustang bewees het tegendeel, maar het
idee bleef doorsudderen. In juni 1943 kwam NAA met een simpele
maar doeltreffende oplossing, verbind twee rompen van de
P-51's via één vleugel en je hebt de dubbele prestaties van de
Mustang, in theorie.
De XP-82, 44-83887 Twin
Mustang, het tweede prototype
De USAAF bestelde vier prototypen wat
terug werd gebracht naar twee. Twee rompen van P-51G's werden
gekoppeld via de vleugel en een gekoppeld hoogteroer. De
machinegeweren werden in het midden tussen de rompen
geplaatst. Het landingsgestel werd aan de buitenzijde van de
romp geplaatst en klapte naar binnen. De twee motoren waren
respectievelijk een V-1650-23 en een V-1650-25 die zorgden dat
de propellers contra draaiden tegen elkaar in, wat ten goede
kwam in de stabiliteit en daardoor makkelijker te hanteren
was.
Boven de linker cockpit en onder
de rechter van de P-82B-NA 44-65168
(National Museum of the United States Air Force)
De piloot vloog het toestel vanuit de linker cockpit, de
rechtse cockpit had eenvoudige bediening als back-up. Als
P-82B's werden er 500 besteld, maar door het einde van de
oorlog werd dit terug gebracht naar slechts 20 stuks. Maar het
was niet het einde van het idee. Het bleek een ideaal platform
voor een nachtjager versie. Met een APG-28 radar onder de romp
en de radaroperator in de rechtercockpit werden er 100 van de
P-82F besteld en een 50 stuks van de P-82G.
Een P-82C night fighter
Nadat in 1948 de
aanduidingletter 'P' (Pursuit) werd veranderd in 'F' (Fighter), werd dit ook doorgevoerd op de
Twin Mustang. Een laatste
versie van de Twin Mustang, de F-82H, waren aangepaste P-82F
en P-82G's die in winterse omstandigheden konden opereren
vanuit Alaska. De F-82E werd tussen 1948 en 1950 ingezet als
escorte jager bij het Strategic Air Command. F-82G's en
F-82H's zagen actie in de Koreaanse oorlog, naast de 'normale'
P-51D's
Een bewaard
gebleven exemplaar van een F-82E, Lackland AFB,
Texas (2016)
(foto: Rick Willis)
Er zijn vijf Twin Mustangs bewaard gebleven, waarvan drie complete toestellen in het bezit zijn van de United States
Air Force. Eén van de bewaard gebleven toestellen is de P-82B-NA 44-65168,
welke zich bevind in het USAF Museum in Ohio. Dit bewuste toestel met de naam ’Betty Jo’ ondernam
op 27 februari 1947 een historische vlucht van 14 uur en 33 minuten, toen ze naar New York vloog, non-stop vanaf Hawaï. Col. Robert E. Thacker
ondernam de 8129 kilometer lange tocht met 6874 liter brandstof aan boord verdeeld over één interne brandstoftank en
vier externe tanks (waarvan Thacker er drie vergat af te werpen nadat ze leeg waren, en daarmee dus landde in New York).
P-82B-NA 44-65168 'Betty Joe' (sic)
over Los Angeles (let op de enorme brandstoftanks onder de vleugel)
Vloog het toestel eerst nog onder de naam 'Betty Joe' de record vlucht, dat werd hierna veranderd in
'Betty Jo' (en zo staat deze Twin Mustang tentoongesteld in het museum).
Tot op de dag van vandaag staat het record voor de langste nonstop vlucht gemaakt door een propeller aangedreven
jachtvliegtuig, en de snelste over zo’n afstand met een cilinder motor (de Rutan Voyager heeft het record voor
de langste nonstop vlucht voor een propeller vliegtuig).
Naast de drie complete USAF Twin Mustangs, zijn er ook nog twee
in particulier bezit. De eerste, een prototype XP-82 Twin Mustang 44-83887
maakte de eerste vlucht na restauratie op 31 december 2018. Het toestel was na veel
onderhandelingen in handen gekomen van Tom Reilly die het in 2008
begon te restaureren in een hangar van het vliegveld van Douglas, Georgia in de Verenigde Staten.
De testvlucht was min of meer per ongeluk. Het zou een snelle test-run worden, maar de beide Merlin motoren
gaven het toestel zo'n grote acceleratie, dat het stoppen voor de startbaan eindigde opeens geen optie was, waarop
de testpiloot, Ray Fowler, besloot de stick naar achteren te halen. De onvoorziene testvlucht, van 5 minuten,
was een groot succes.
De eerste vlucht na restauratie van XP-82, 44-83887
(foto: Michael O'Leary)
Ook van de 'standaard' P-51 zijn nog veel bewaard gebleven, sommige staan permanent in musea, anderen
zijn liefdevol gerestaureerd en graag geziene gasten tijdens luchtshows, maar ook omgebouwd
tot racer wordt nog steeds het uiterste gehaald uit de bijna 70 jarige toestellen,... Meer hierover, op de
volgende pagina,....
KLIK HIERONDER EN GA NAAR
DE VOLGENDE PAGINA
|