Mustangs met
Merlins
Ondanks dat de Mustang een op Brits verzoek
gebouwde jager was, bezat het een cockpit die geheel
Amerikaans uitgevoerd was. Het bekende 'blind-vlieg' paneel,
dat de RAF in haar vliegtuigen voerde ontbrak. De knuppel was
een rechttoe-rechtaan stick, terwijl die van de RAF ringvormig
was.
Het instrumentenpaneel van een P-51B
In Maart 1941 werd een Lend-Lease overeenkomst getekend door President Roosevelt. Dit hield in
dat Amerika oorlogsmaterieel zou leveren aan de Geallieerde partners (zoals de Britten), waarvan de betaling door
de Amerikanen zou worden gedragen. En zo kon de RAF 150 NA-91's (P-51's) krijgen.
Deze werden rechtstreeks aan de RAF overgedragen, maar contractueel aan de US Army Air Corps. Deze P-51,
met de Allison V-1710-39 motor, werd door de Britten als Mustang IA aangeduid. De Mustang IA had vier
Hispano-Suiza M2 20mm kanonnen in de vleugels en verloor de twee .50 machinegeweren die onder de
motor in de romp zaten. Van de 150 bestelde RAF Mustang IA's, bleven er 55 in de Verenigde Staten.
De Mustang IA was uitgerust met vier 20mm kanonnen
En
dan bezat de Mustang ook een Amerikaanse motor, de Allison V-1710. Er
was wel een plan voor de Merlin motor om deze door Ford in
licentie te laten bouwen, maar dat ging niet door. De licentie
ging naar Packard Motor Co. Maar dit bedrijf produceerde pas
vanaf 1942 genoeg V-1650 motoren, maar die waren al toegezegd
aan P-40's, Lancasters, Mosquito's en zelfs de Spitfire en
Hurricane. Met de komst van de Merlin 60 van Rolls Royce werd
er een test uitgevoerd op 30 april 1943 in een Mustang vanaf
Duxford. Testpiloot Ronald Harker was enorm onder de indruk en
deze drong aan bij General Manager Ernest Hives om de Mustang
standaard te voorzien van een Merlin. De rolsnelheid van de
Mustang bij hoge snelheid en de ongeëvenaarde actieradius was
voldoende om de top te overtuigen. Enkele dagen later werden
nog drie Mustangs omgebouwd naar een Merlin, en later nog eens
twee extra, allen met de Merlin 65.
P-51B-1-NA, 43-12408,
tijdens een testvlucht
Met
de komst van de Merlin, kreeg het toestel ook een vierbladige
propeller, een luchtinlaat onder de spinner, de Mustang was nu
goed voor een snelheid van 710 km/u op een hoogte van 30.000
voet (10 km), 100 km sneller dan de 'oude' Mustang. Nadeel was
het grotere lawaai dat de motor produceerde, het knetterde en
sputterde. Ook vereiste de Merlin meer aandacht, maar dit
alles woog op tegen de geweldige prestaties. Packard kreeg
toestemming de nieuwe motor in licentie te bouwen. Packard
produceerde daarna de Merlin 68 V-1650-3. Toch zouden in de meeste P-51B en alle
P-15C's de Packard Merlin Merlin V-1650-7 worden geïnstalleerd.
De Packard Merlin in een P-51B
North American
Aviation kreeg toestemming om twee uit Engeland gestuurde
Merlin 65 in te bouwen in hun conversie van de XP-78,
uitgebreide testen werden ondernomen, tot uitgebreide
windtunnel proeven aan toe. Voordat de werkelijke
testresultaten binnen waren had NAA al een contract voor 400
P-51B's gekregen. Op 30 november 1942 maakt de XP-78, nu XP-51B
genoemd, haar eerste vlucht. Het was een ommekeer van een
zoveelste aanvals/verkennings vliegtuig naar de belangrijkste
jager voor het Geallieerde leger. Om het succes te onderstrepen
werd bij de Dallas vestiging een contract voor 1350 stuks neergelegd.
De toestellen uit Dallas kregen de
aanduiding P-51C, maar verschilden slechts in kleine details met de P-51B.
Onderhoud aan de Merlin
van P-51B-5-NA, 43-6520 'Woody's Maytag' (WR-W),
van Capt. Robert E. 'The Kid' Woody 354th FS, 355th FG
De P-51B trekt ten
strijde
De eerste Merlin Mustangs kwamen aan in september 1943, en op 11 november werden de eerste
afgeleverd bij 354th Fighter Group. Ondergebracht bij de USAAF Ninth Air Force, werden ze 'geleend' door de Eighth
AF om als escorte jager de bommenwerpers te ondersteunen. De
eerste echte missie met een Merlin Mustang van de Ninth
Air Force was op 11 december 1943 tijdens een escorte naar
Emden, Duitsland ter bescherming van bommenwerpers van de Eighth
Air Force. Die dag gebeurde weinig, maar een paar dagen later, op 16 december,
wist Lt. Charles F. Gumm van 355th Fighter Squadron, een Bf 110 te verschalken,
(op 21 februari 1944 schoot Gumm zijn vijfde Duitser neer, wederom een Bf 110, en werd daarmee de eerste Ace van
354th FG). Aan het eind van december 1943 had 354th Fighter Group acht Duitse toestellen vernietigd.
Helaas waren ook acht Mustangs verloren gegaan, meeste door technische problemen.
Lt. Charles F. Gumm, tweede van links,
met grondpersoneel
Op 11 januari 1944 vloog
Major James H. Howard van het 356th Fighter Squadron, 354th FG, alleen in
de buurt van een B-17 formatie die werden aangevallen door een
stuk of zeven Bf 110's. Ook andere, éénmotorige Duitse jagers,
mengden zich in de strijd. Howard aarzelde geen moment en wist
in snelle successie een Bf 110 te verschalken,
gevolgd door een Fw 190 en een Bf 109. Tijdens het gevecht
weigerden steeds meer machinegeweren dienst door vastlopen of
bevriezing, tot hij nog maar één in bedrijf had.
De Medal of
Honor en Major James H. Howard,
In zijn
rapport maakte hij slechts notie van twee vernietigd en één
waarschijnlijk, maar de dankbare bommenwerper bemanningen, die
hem daar ruim een half uur lang Duitse jagers zagen afslaan,
wilden daar niets van weten, deze wilden dat hij zes op zijn
conto kreeg, Howard weigerde. Door zijn inzet ontving 'Ace in a Day'
Howard als eerste Amerikaan in Europa
de Medal of Honor, de hoogste Amerikaanse militaire
onderscheiding voor moed. Howard zou ook de enige Amerikaanse jachtvlieger in Europa blijven
die deze medaille mocht
ontvangen. Er is enige onduidelijkheid over de naam 'Ding Hao!' welke de P-51B van
Major Howard voerde. De vertaling voor 'Ding Hao!' kan als volgt worden
geïnterpreteerd: 'Thumbs Up!', 'Excelent!' of (en het meest aannemelijke) 'you're The Best!'.
P-51B, 43-6315, 'Ding Hao!' van Major Jim Howard
(de Japanse overwinningen zijn gescoord tijdens zijn verblijf bij de "Flying Tigers')
Tuskegee Airmen in hun 'Roodstaarten'
Ondanks dat er nog zoiets als ‘apartheid’ tegenover de negroïde Amerikaan bestond in jaren veertig van
de vorige eeuw, en daardoor zeer veel beperkingen waren opgelegd, werd er toch een Fighter Group opgericht dat
geheel bestond uit zwarte piloten. Deze piloten vochten niet alleen tegen het Derde Rijk, maar ook tegen de
discriminatie binnen het Amerikaanse leger.
332nd Fighter Group begon met P-47 Thunderbolt en vervolgens met de P-51B/C, en vloog later met de P-51D,
en bouwde een zeer respectabele reputatie op.
Een bouwdoos van Hasegawa ter ere van de Tuskegee Airmen
(de P-51C op de achtergrond is het toestel van Lee A. Archer)
Aangezien de piloten van 332nd FG getraind werden in Tuskegee, Alabama, stonden ze later bekend onder de naam
Tuskegee Airmen. De toestellen van de 332nd FG waren herkenbaar aan de opvallende rode staarten en een rode
propeller-spinner. In eerste instantie was het helemaal de bedoeling niet dat deze groep in gevechtsacties
gestuurd zouden worden, maar op aandringen van Benjamin O. Davis, kregen de vliegers uiteindelijk in juni 1944 toestemming
bommenwerpers te escorteren vanaf Foggia, Italië, naar Duitsland en Joegoslavië.
Een P-51C van 332nd Fighter
Gr. wordt gereed gemaakt voor de volgende missie
Topscoorder van 332nd Fighter Group was Lee A. Archer, van het 302nd Fighter Squadron,
met vijf overwinningen in de lucht, welke hem de Ace-status zou moeten opleveren, en zes op de grond.
Maar één overwinning werd later aan een andere vlieger ‘gegeven’, omdat het niet toegestaan was dat een zwarte
piloot de Ace-status zou behalen. Archer en Wendell O. Pruitt kwamen eens een groep Messerschmitt
jagers tegen, en het was zes tegen één,… Maar Archer en Pruitt schoten beide elk twee Duitsers neer en kwamen
er zelf zonder kleerscheuren vanaf. Archer en Pruitt stonden in de 322nd FG bekend als de 'Gruesome Twosome'.
Archer vloog 169 missies, driemaal de hoeveelheid van de doorsnee vlieger uit dezelfde periode.
De 'Gruesome Twosome',
Wendell O. Pruitt en Lee A. Archer
Tijdens 200 missies ging onder de hoede van 332nd FG geen enkele bommenwerper verloren, werden 409 Duitse
vliegtuigen vernietigd, rond de 1000 grond transporten aangevallen en zelfs een torpedoboot tot zinken
gebracht met enkel gebruik van de boordwapens! Daarentegen gingen 66 piloten verloren en werden 32 gevangen genomen.
In
totaal zouden er 3338 P-51B/C geproduceerd worden en toch zijn
nog maar weinig P-51C's heden ten dage te vinden. maar een
opvallende mocht ik fotograferen in 1991 te Santa Monica. Hier
stond de, vuur rood gespoten, 43-25147 met race nummer #97 te
glimmen in de Californische zon. Met de naam 'The Believer'
maakte ze onder andere propaganda voor een 'Drug Free
America'. Later is het toestel naar 'The Fighter Collection',
Engeland verscheept en als 'Princess Elizabeth' was ze te zien
vanaf juni 1997 in het airshow circuit. Met de registratie N487FS is het toestel nu in handen van
Dan Friedkin, Houston, Texas, en ondergbracht in de Friedkin Air Force of Texas. Hieronder is het
toestel afgebeeld (meer over dit toestel verderop op deze pagina's).
De knalrode P-51C, 43-25147 'The Believer' in 1991
En
nog was de Mustang nog niet optimaal. Met name het uitzicht
rondom was door de verschillende stijlen in het glas nog al
beperkt. De Britten brachten een bollere glazen kap aan, de
zogenaamde 'Malcolm hood'. In de 'oude' P-51B werden er zes in
plaats van vier machinegeweren geplaatst. Menig piloot vond
deze conversie van de P-51B de allerbeste Mustang die er
geproduceerd was.
De 'Malcolm hood' op de P-51B, 42-106942, 361st Fighter Gr., 374th Fighter Sqn.
De P-51D/K, een raspaard
met vleugels
Maar de grootste uiterlijke verandering werd
doorgevoerd op de P-51D. In januari 1943 werden de Amerikanen
opmerkzaam gemaakt op de nieuwe 'druppel' cockpitkap die op de
Spitfire Mk IX en de Typhoon werden aangebracht. Het zicht
rondom was nagenoeg geheel vrij van iedere obstructie. Als
eerste werd de nieuwe kap op de Republic P-47 Thunderbolt
gezet. In Inglewood werd door NAA de romp van de Mustang
verlaagd en van een langgerekte druppelkap voorzien.
Drie P-51D's in formatie, let op de subtiele verschillen
van de cockpitkappen
(De achterste P-51D (CY-D) heeft een 'Dallas hood')
In de
nieuwe configuratie werd op 17 november 1943 de eerste vlucht
gemaakt. Later zouden nog een iets anders gevormde en grotere cockpitkap worden geïntroduceerd,
de zogenaamde 'Dallas hood'. Deze kap was herkenbaar aan zijn iets hogere 'opbouw' om de piloot meer hoofdruimte te geven.
Samen met de zes .50 machinegeweren, een verbeterd
reflector vizier, was de P-51D het ultieme raspaard onder de
Mustangs.
Links, twee P-51D Mustangs met de Hamilton propeller
(links met 'Cuffs') en rechts een P-51K met de Aeroproduct propeller
In Dallas, Texas werd de zusterversie gebouwd van de
P-51D, de P-51K, het enige verschil was een ander type
propeller. De P-51K was uitgerust met de iets slankere holle stalen Aeroproduct
propeller. De P-51D had de Hamilton propeller. Deze was hoekiger en van aluminium. Sommige Hamiltons
waren uitgerust met zogenaamde 'Cuffs', een
verdikking nabij de spinner.
P-51D-5-NA 44-13357 (B7-R) 'Tika IV', 374th FS, 361st FG,
let op het ontbreken van de stroomlijnfin bij het kielvlak
De
P-51D zag er dan het meest flitsend uit, hij was het niet, hij
was iets langzamer dan de P-51B/C en daardoor was de laatste
bij menig piloot de beste Mustang. Hierdoor werd de P-51B/C
tot het einde van de oorlog gebruikt naast de P-51D. Bij de
latere modellen van de P-51D/K werd een stroomlijn-fin
aangebracht voor een betere richtingsstabiliteit (hier waren ook zogenaamde 'kits'
voor, die in het veld aangebracht konden worden).
Binnen enkele jaren was de Mustang totaal veranderd,...
Met de komst
van de P-51D verscheen ook steeds vaker een kleurige markering
op het verder kaal metalen toestel. Vooral de fel rode en gele
staarten van de 15th Air Force in de Italiaanse campagne waren
opvallende verschijningen. Ook de gekleurde schaakborden rond de motorkappen van bijvoorbeeld
de 78th, 353rd en 357th Fighter Group die vanuit Engeland opereerde vielen op.
Klik hieronder om op de volgende missie te gaan
op de volgende pagina
|