'The Shining sword in
the hands of Bomber Command crews' (Air Chief Marshal Sir Arthur
Harris)
Voorwoord
Op de komende pagina's wordt de roemruchte geschiedenis
beschreven over de belangrijkste bommenwerper die het Britse
Bomber Command gebruikte in de Tweede Wereldoorlog, de Avro
Lancaster. Ontwikkeld uit de Manchester werd de Lancaster voor
allerlei doelen ingezet, niet alleen conventioneel
bombarderen, maar ook de speciale opdrachten werden
toevertrouwd aan de Lancaster. Aan de hand van een paar
spectaculaire belevenissen van bemanningsleden, die het
Victoria Cross daarmee verdienden, illustreren de komende
pagina's de hachelijke situaties waar in de Lancaster
regelmatig haar kunnen vertoonde. Ook is er een pagina gewijd
aan de verdere ontwikkeling, zoals de verschillende conversies
als testvliegtuig, maar ook de Lancastrian krijgt haar ruimte.
Een vroege productie Manchester,
L7466
In september 1936 werd specificatie P13/36 uitgevaardigd
die de opbracht bevatte om een middelzware tweemotorige
bommenwerper te ontwikkelen. Deze moest geheel uit metaal
opgetrokken zijn, en wereldwijd inzetbaar. De snelheid moest
op een gemiddelde van 275 mijl per uur liggen op een hoogte
van 15.000 voet (5 km). In de neus en staart moest een
motorisch aangedreven geschutskoepel zijn ondergebracht.
Handley Page diende het ontwerp HP56 in (die zou leiden
tot de Halifax) en Avro kwam met ontwerp Type 679. Beide
toestellen zouden de Rolls-Royce Vulture als krachtbron
krijgen. In juli 1937 bleken er te weinig Vulture motoren
beschikbaar en Handley Page kreeg de opdracht hun ontwerp te
herzien en de HP56 uit te rusten met vier Rolls-Royce Merlin
motoren inplaats van de twee Vultures.
De Avro
Manchester
Avro
Manchester Mk IA (L7515) van 207 Squadron
(eerste squadron uitgerust met de Manchester)
Avro kreeg in juli 1937 een order voor de bouw van 200 toestellen van
het Type 679, de Manchester. Het eerste
prototype (de L7246) maakte haar eerste vlucht op 25 juli 1939.
De vluchtkarakteristieken waren verre van ideaal. De
staartconfiguratie moest herzien worden en groter uitgevoerd.
Later werd er een extra staartvin op de romp geplaatst. Verder
bleek de Vulture een onbetrouwbare krachtbron te zijn. Tijdens
operaties bleek als een motor uitviel, het een zware opgave om
de bommenwerper naar de basis terug te brengen, iets waar de
Halifax minder moeite mee had.
Ook van 207 Squadron,
Manchester L7284, nu met de extra fin op de romp
Rolls-Royce gaf aan te stoppen met het produceren van de
Vulture, waarop het Ministry of Aircraft Production (MAP) de
productie van de Manchester gelaste te stoppen. Deze
tegenvaller bij Avro dreef hen tot een dramatische beslissing,
de Manchester werd uitgerust met vier Merlin motoren. De
specificatie P13/36 werd terzijde geschoven. De nieuwe modificaties
begonnen aan de 159ste Manchester. De eerste
vernieuwde Manchester, de Mk III met serienummer BT308 kreeg
als aanduiding Type 683.
De eerste viermotorige
Manchester III, BT308
De Avro
Lancaster
Op 9 januari 1941 maakte BT308, nu tot Lancaster omgedoopt, de
eerste vlucht. Het bezat nog steeds de staartvin op de romp,
maar het hanteren van de machine was verre van ideaal. Het
gehele concept moest op de helling en werd
herzien en aangepast, al werden wel zoveel mogelijk onderdelen van de Manchester gebruikt als
mogelijk was, want daar was veel van voorhanden, en scheelde enorm veel tijd.
Het tweede prototype, DG595, maakte op 13 mei 1941 haar eerste vlucht.
Met het tweede prototype werden de gehele zomer van 1941 testen
uitgevoerd, en de viermotorige bommenwerper van Avro werd door het Ministry of Aircraft production
geaccepteerd.
Het tweede prototype (DG595)
van de Lancaster
Tussen
april 1941 en maart 1942 werden er verschillende
testprogramma's afgewerkt met de productiemodellen L7527,
L7529 en L7535 op Boscombe Down. Er bleven zich problemen voor
doen, zoals het kreukelen van de huid aan de bovenzijde van de
vleugels. Ondertussen was er wel een order geplaatst voor 1070
Lancasters. De supervisie lag bij Avro, maar de Lancaster
Group, bestaande uit Metro-Vickers en Vickers-Armstrong werden
ingezet bij de bouw van de Lancaster.
De Lancaster
in produktie bij Avro te Woodford, februari 1943
In september 1941 werd het prototype BT308 ter evaluatie en
training aangeboden bij het 44 (Rhodesia) Squadron. Ook productiemachine
L7527, die na een landingsincident op Boscombe Down weer
hersteld was, kwam in oktober bij het 44 Squadron terecht. De
Lancaster Mk I was niet alleen voorzien van een FN5
neusgeschutskoepel en FN20 staartkoepel, maar ook een FN50
geschutskoepel was aangebracht op de rug van het toestel. Als
motoren maakte het gebruik van de Merlin XX. In totaal werden
er 3544 Mk I's gebouwd, de grootste productie-serie van dit
type.
De Lancaster
in produktie in juni 1944 te Chadderton
Vanwege het gevaar door de aanhoudende Duitse
bombardementen werd het risico vergroot dat de aanvoer van
Merlins verstoord kon worden. Lancaster DT810 werd aangewezen
als testbed te fungeren voor de Bristol Hercules radiaal
motor, zodat er een alternatief zou zijn.Op 26 november 1941
vloog deze configuratie voor het eerst. Van de Lancaster met
de Hercules, de Mk II, zouden er 300 gebouwd worden voor de
productie stopte in september 1944.
Lancaster B Mark II, LL725 'EQ-C', 408 Squadron RCAF
met de Bristol Hercules motoren (28/29 juli 1944 gecrashed nabij Paal, Nederland)
Om de druk op de productie van de Merlin niet alleen te
laten afhangen van Rolls-Royce, werd de Packard Company in de
Verenigde Staten de licentie gegeven ook Merlin motoren te
produceren. Lancasters uitgerust met de Packard Merlin stonden
bekend als de Mk III, waarvan 2990 stuks werden gebouwd.
Eén van de drie prototypen voor de Type 694 Avro Lincoln met Rolls-Royce Merlin 85 motoren
De Mk IV en Mk V waren prototypen voor de Avro Lincoln. Een
opvallende versie was de Lancaster Mk VI versie. Deze was
uitgerust met de Merlin 85/87 die een vierbladige propeller
aandreef. In augustus 1943 behaalde een Mk VI een snelheid
van 555 km/u! Het toestel werd hoofdzakelijk ingezet bij
radarstoring missies, ECM (Electronic Counter Measures). Er
werden slechts 9 van deze versie gebouwd. Na de oorlog werd Lancaster Mk VI, ND784
onder andere gebruikt als testvliegtuig voor de zogenaamde Air Screw Mamba Testing.
Lancaster Mk VII, NX611, hier in Franse dienst, is bewaard gebleven als 'Just Jane' op East Kirkby, Lincolshire, en wordt wellicht ooit weer vliegwaardig
De Lancaster Mk VII vloog met Packard Merlins en een door
Martin, uit de Verenigde Staten, gebouwde rugkoepel. Er werden
180 geproduceerd.
In Toronto, Canada bij de Victory Aircraft werden ook in
licentie Lancasters gebouwd als de Mk X. Er werden 430 stuks
met de Packard Merlin geproduceerd.
Het kantoor
van de gezagvoerder
Bijna 7400 Lancasters werden er in alle versies gebouwd. Op
een gegeven moment werkten alleen al bij de Lancaster
Production Group 131.000 mensen aan het toestel, dat zijn
hoogtepunt bereikte in augustus 1944 toen er die maand 293
vliegtuigen werden afgeleverd. De Lancaster werd voor alle
soorten doelen ingezet, en bleek de krachtpatser voor RAF
Bomber Command.
KLIK OP ONDERSTAANDE Lancaster III,
de ED831, (WS-Y) van No. 9 Squadron en u vliegt een missie naar
de volgende pagina
(ED831 stortte 26 juni 1943 in het IJsselmeer waarbij, de bemanning omkwam)
|