Jan Flinterman
'Spitfire jachtvlieger'

Na een jaar van instructeur en lessen ondergaan, werd Flinterman naar Charmy Down gestuurd voor nog een cursus, Flight Leader School. Het was een nieuw opgezette cursus om vliegeniers op te leiden tot leiders en Wing commanders. Aan het einde van de oorlog zou Flinterman zelf instructeur worden aan de F.L.S.

Na terugkeer op RAF Annan waar Flinterman tactische instructies gaf, werd er weer eens gekeken hoeveel uur deze piloot had. Flinterman voelde dat hij weer naar 'Operations' zou gaan. Zo vroeg hij aan om naar een squadron van 11 Group kon gaan, deze zouden, zo ging het gerucht naar Afrika uitgezonden worden. Maar het lot besliste anders, de opdracht kwam naar RAF Woodvale te gaan naar het No. 322 (Dutch) Squadron, het Nederlandse jachtvliegers squadron. Op 12 juni 1943 was het No. 167 Squadron omgedoopt tot het No. 322 (Dutch) Squadron. Eén van de vliegers, Jan van Arkel ging mee van het 167 naar het 322 Squadron. Bij het 322 Squadron werd nog met de 'oude' Spitfire Mk V gevlogen. In Flinterman zijn boek Jachtvlieger staat het woord 'helaas' dat hij naar het 322 gaat, want hij was graag naar het zuiden gegaan,... En zo nam het oefenen weer aanvang, met name over de Ierse Zee. Tijdens een verlof vloog Flinterman met een collega vlieger in een Tiger Moth naar Annan. Op de terugweg werd het weer slecht en de tussenlanding op Longtown verliep desastreus toen de Tiger Moth over de kop sloeg, gelukkig zonder dat de heren gewond raakten. Binnen een week ging het weer mis. Tijdens een nachtvluchttest wilde het landinggestel, volgens het waarschuwingslampje van de Spitfire, niet naar buiten. De verkeerstoren gaf door dat ze het gestel keurig onder het toestel zagen. Met twijfel werd de landing ingezet, en toen het toestel toch rollende tot stilstand kwam, zakte het alsnog door de rechterpoot. Beide 'krakers' werden bestraft met een zes weekse cursus 'Air Crew Refresher School', bij Sheffield,... Het bestond voornamelijk uit weer discipline bijbrengen, appèl inspecties, lichaamlijke oefeningen en kerkdiensten bezoeken. Fris als een hoentje keerde Flinterman terug op Woodvale bij het 322 Squadron. Daar was onderwijl een grijze roodstaart papagaai als mascotte het squadron komen versterken. De papagaai, Polly Grey, stond centraal in het wapen met de spreuk, 'Niet Praten, Maar Doen'. Ook zwaaide Keith Kuhlmann nu als Squadron Leader de scepter (hij was ook de enige waar Polly respect voor had).

Polly Grey in het 322 Squadron wapen, 'Niet Praten, Maar Doen'

Eind november 1943 ging het 322 naar Llanbedr in Wales gezonden voor een schietcursus. Na veertien dagen keerde het squadron weer terug op RAF Woodvale. Maar er stonden weer nieuwe veranderingen klaar. De commandant van Fighter Command, Sir Roderick-Hill kwam eens kijken bij het 322 en kon ze meedelen dat het squadron naar RAF Hawkinge, bij Dover, verplaatst zou worden, de kans op het tegenkomen van de Duitse Luftwaffe steeg hiermee significant. Op 31 december 1943 namen de Nederlanders de intrek in de oude slaapvertrekken van het Belgische 350 Squadron dat hier had gezeten, een Engelse villa 'White Gate'. De Nederlanders namen ook de Spitfires over van de Belgen, nog steeds oude Mk V versies. Vanaf Hawkinge werden verkenningen en escortes gevlogen. Vanwege de locatie van Hawkinge was het ook een vliegveld waar met regelmaat toestellen in problemen noodlandingen maakten. Een Liberator bommenwerper vol gaten van de Duitse defensie maakte een noodlanding. Flinterman schrok van hoe jong de 'mannen' waren die uit het wrak kwamen. Ze werden allen meegnomen naar 'White Gate' om ze eens lekker te trakteren. Maar niet altijd liep het goed af. Er waren ook verschillende met dodelijke afloop. Een Belgische piloot in een Spitfire was zo gewond dat hij niets zag en door een collega via de radio werd binnen geleid, helaas raakte de zwaar beschadigde Spit in een spin en stortte neer, waarbij de jonge piloot het leven liet. Een andere keer kwam een Mitchell bommenwerper met problemen binnen. De piloot liet zijn bemanning boven het veld springen, maar de piloot kon er zelf niet meer uitkomen en vond de dood.

Op deze geposeerde foto zien we hoe grondpersoneel op RAF Hawkinge
een Spitfire van het No. 322 (Dutch) Squadron onder handen neemt

Eind februari 1944 werd het squadron naar Eyre bij Prestwick in Schotland overgebracht. De Spitfires werden overgebracht door piloten die uren moesten maken, en de zogenaamde kapitalisten, die in oude rammelende auto's reden, zouden de tocht over de weg maken. Flinterman reed mee met de waaghals Jan van Arkel, welke bijna zijn leven kostte toen hij op een smalle weg dacht tussen twee elkaar passerende voertuigen, een tractor en een biertruck, door te kunnen. De wagen met bier dook de berm in wat een geluk was. In Woodvale werd het karretje van Van Arkel achtergelaten en stapten ze over in de wagen van Flinterman die daar achtergebeleven was voor revisie. Op Eyre werd het duikbommen geoefend wat weinig succesvol was, want de Spitfire is van vele markten thuis, maar geen bommenwerper. Wat wel een succes was, Flinterman trouwde daar op 29 februari. Zijn huwelijksreis was twee dagen verlof, precies de periode toen het 322 Squadron weer terug ging naar Hawkinge.

Een Spitfire Mk XIV van het 322 Squadron

Op 9 maart 1944 vertrok het 322 naar Acklington waar de heren de door een Griffon motor aangedreven Spitfire Mk XIV gingen vliegen. Deze stukken zwaardere Spitfire kon maar zo'n 40 minuten vliegen voor de tanks droog waren. De gevoelens over dit toestel verschilden, want de klimprestatie was geweldig, maar was weinig koersstabiel. Vanwege het op grote hoogte opereren met de Mk XIV werden de piloten in een caisson getest om met weinig zuurstof om te gaan. Op '40.000' voet (ruim 12 km) werd de zuurstoftoevoer uitgezet. Bij Flinterman resulteerde dit direct in zogenaamde 'bends', stikstofblaasjes in de spieren en zenuwen, welke zeer pijnlijk en verlammend waren. Nog dagen erna liep Flinterman met hevige pijn rond. Maar het squadron werd in maart ook weer verder verplaats, nu ging de tocht naar Hartfordbridge, ten westen van Londen. Hiervanaf was het de bedoeling om Duitse verkenners te onderscheppen. In het zuiden van Engeland waren toen de enorme voorbereidingen voor de invasie op de Franse stranden in volle gang.

De routes van Flinterman vanaf Annan naar Woodvale (No. 322 Sqn), van
juni 1943 tot en met mei 1944 eindigde in Hartfordbridge

Zoals bovenstaand kaartje laat zien, was Hartfordbridge het laatste station voor Flinterman bij het 322 Squadron. Vanwege zijn falende test op hoogte in de druk caisson, werd hem een vliegverbod opgelegd, en mocht hij als intructeur zijn verdere diensten doen. Maar Flinterman wilde operationeel blijven vliegen. Via een vriend wist Flinterman bij het No. 126 Squadron te komen dat gespecialiseerd was om op lage hoogtes te opereren. Op 10 mei 1944 meldde Flinterman zich op RAF Sawbridgeworth, zo'n 35 km ten noordwesten van Londen. Opvallend was de kaki-kleding, inplaats van het RAF blauw, van het personeel van het 126 Sqn, een overblijfsel uit de periode dat het squadron vanaf Malta opereerde. Het squadron vloog met de Spifire Mk LF IX (Low-Flying) vanaf het kleine vliegveld van Sawbridgeworth. Als startbaan was PSP (Pierced Steel Planking) gebruikt. Deze platen werden aan elkaar gehaakt tot één geheel. Nadeel was dat met regelmaat een staartwiel in de aansluitgroeve bleef steken en dan werd afgerukt. Op 18 mei verhuisde het 126 naar RAF Culmhead. Het oefenen, om de omgeving te leren kennen, nam weer aanvang, maar verkenningen langs de Franse kust namen aanvang. Tijdens één van deze vluchten ontdekte Flinterman een locomotief ten zuiden van Cherbourg. De 20mm kogels sloegen in de ketel waarna grote stoomwolken eruit ontsnapten. Iets verder naar het noorden werd een kolonne Duitse legervoertuigen gevonden. Flinterman dook naar het voorste voertuig en zijn kanonnen sloegen verwoestende erin. Nog juist op tijd wist hij zijn toestel uit de duik tussen de bomen weg te trekken de lucht in. En zo regen de dagen aaneen, gewapende verkenningen over Frankrijk, op zoek naar Duitse doelen.

Op dit beeldje van een 'gun-camera' is een aanval op een locomotief vastgelegd

Kort voor D-Day kreeg het 126 Squadron de opdracht de Duitse radars aan de kust van Frankrijk uit te schakelen. Voor deze missies werden bommen onder de Spitfires gehangen. Het ophalen van de bommen werd op RAF Bolt Head gedaan, waar ook vanaf het No. 263 Typhoon squadron opereerde. Na de eerste aanval met bommen, kwam dan het Typhoon squadron met raketten om het af te maken. Als slotstuk werden de boordwapens gebruikt om alles zoveel mogelijk aan gort te schieten. In vijf dagen verloor het squadron 1 spitfire. Bij het Typhoon squadron waren de verliezen veel groter, iedere dag keerde één of twee niet terug, welke voornamelijk te wijten was aan de onbetrouwbare Napier motor. De missies waren maar deels succesvol. De meeste bommen die geworpen werden misten hun doel, sommige raketten dede het beter, maar het bleek dat de boordkanonnen de meeste schade maakten. De dag van D-Day, 6 juni 1944, is er één van bescheidenheid van Flinterman, zijn squadron heeft een klein gebied boven zee waar ze de top dekking verzorgen. Op 7 augustus 1944 vertrok het 126 squadron naar RAF Harrowbeer als onderdeel van de wing met 64 Squadron onder leiding van Wing Commander Bird-Wilson. In deze tijd was Flinterman Flight Leader. Tijdens een terugvlucht over Frans grondgebied, zag het squadron in zee een twaalftal 'dingy's' (rubberbootjes) drijven. Dit werd gerapporteerd, en men vroeg zich af, dit kan geen bommenweper bemanning zijn, die hebben grotere rubberboten, en twaalf jagers in één keer op dezelfde plek? Een uur na de landing moest Flinterman naar de basiscommandant komen. Daar stond een Duitser, die zijn hakken klakte en zijn arm omhoog stak, "Heil Hitler",... Het bleek een U-Boot bemanning te zijn geweest die in de rubberbootjes had gezeten. De Duitse officier kwam zijn dank uitspreken voor hun redding.

Vóór de Spitfire van 'Johnny' Plagis, dec. '44, tijdens een bezoek van Lady Fowl,
weduwe van minister Trenchard Fowl van de Perzische Golf,
die Spitfires aanbiedt namens het Perzische Golf Spitfire Fonds.

Om Caen in te nemen werd een rigoreuze stap genomen, met meer dan 600 bommenwerpers werd de stad finaal platgegooid. Het squadron van Flinterman zorgde voor 'top-cover'. In deze tijd was John Agorastos 'Johnny' Plagis, een Griek, de Squadron Leader, een ace met tot dan 13 'kills' (Plagis zou de oorlog met 16 overwinningen afsluiten). Tijdens een zogenaamde 'fighter sweep' onderschepte het squadron een kolonne van zwaar luchtafweer welke direct werd aangevallen. Vanaf alle kanten kwamen Spitfires naar dit doelwit, 24 stuks doken en schoten tot er slechts rokende puinhopen achterbleven. Op 29 juli 1944 voerde het 126 onder leiding van Sqn.Ldr. Plagis een aanval uit op een Duits hoofdkwartier Scrignac in Bretagne. Het dorpje werd zwaar getroffen, en alleen de kerktoren werd gespaard na de bomaanval. Het is onduidelijk, omdat Flinterman er geen gewag van maakt in zijn boek, of Flinterman er die dag bij was. Maar op 14 augustus, tijdens een missie in de omgeving van Mélun, op zoek naar een Duits vliegveld, was Flinterman er zeker bij. Opeens doemden daar een squadron Fw 190 jagers op, die bezig waren aan de landing. De boordkanonnen van Flinterman schieten op een Duitse jager die juist zijn landinggestel uitzette. De vijandelijke jager draaide op zijn lengteas en stortte reddeloos neer. Iets verder kwam ook een Fw 190 in brand naar beneden. Maar ook de Spitfire van Flinterman kwam niet ongeschonden uit de strijd. Terug in Engeland, bleek een stuk propellerblad verdwenen en een gat in de vleugel. Later werden de wrakken van de Fw 190's gevonden, zes stuks (al zijn er bronnen die van drie Fw 190 en drie Me 109 spreken). Flinterman kreeg er twee toegewezen, plus een deel van twee beschadigde Duitse jagers.

Op 30 augustus werden 126 en 64 Squadron gestationeerd op RAF Bradwell Bay, ten noordoosten van Londen, aan de Noordzeekust. Bradwell Bay had een zogenaamd FIDO systeem. Wanneer de mist over het land trok, en er vliegtuigen binnenkwamen dan werd via een buizenstelsel langs de landingsbaan brandstof onder druk gezet welke werd ontstoken. Deze vuur linie was het baken voor vliegtuigen dat daartussen de landingsbaan lag. Tijdens een groot offensief van bommenwerpers maakte Flinterman een keer mee dat zeker 100 viermotorige bommenwerpers gebruik maakten onder FIDO te landen op Bradwell Bay. Ook was in dit gebied een gordel luchtafweer geplaatst tegen de vliegende bom, de V1, die vanuit België en Nederland met regelmaat over het gebied van Bradwell Bay kwamen. Op Bradwell was ook het No. 501 RAuxAF squadron met Tempest jagers tegen de V1 gestationeerd.

Een Tempest Mk V van het 501 Squadron op Bradwell Bay

Op 17 september 1944 begon Operation Market-Garden, en werd ook het 126 Squadron, met Flinterman als Squadron Leader, ingezet als escorte voor de C-47 Dakota's en de zweefliegtuigen die voortgetrokken werden. Over de Zeeuwse eilanden en dan naar Arnhem. Terwijl het squadron over het Hollands Diep vloog zag Flinterman enkele schepen varen. Bij nader onderzoek bleek het een konvooi van zes Flak schepen te zijn. Op gepaste afstand hield het squadron het konvooi in de gaten, als de Geallieerde troepentransport vliegtuigen in gevaar zouden komen, dan zouden de Spitfires de Flak schepen aanvallen. Maar het gevaar week toen het Duitse konvooi een andere koers ging varen. Later zouden Tempest jagers wel het konvooi aanvallen wat resulteerde in vier neergeschoten Tempest jagers. Tijdens de periode Market-Garden werd Squadron Leader 'Johnny' Plagis in zijn Spitfire neergeschoten. Met slechts lichte verwondingen kon hij later terugkeren op Harrowbeer.

Toen Bomber Command besloot direct na zonsondergang of vlak voor zonsopgang doelen in Duitsland aan te vallen, werd er ondermeer getrained in escorte bij donker. Maar ondanks de inzet en vastberadenheid bleek al spoedig dat de Spitfire daar niet voor geschikt was. In november 1944 kreeg het 126 Squadron als vervanger voor de Spitfire, enkele P-51 Mustangs. Terwijl missies nog met de Spitfires werden gevlogen, werd tussendoor geoefend met de Mustang. De eerste echte missie met Mustangs werd door het 64 Squadron gevlogen vanaf Bradwell Bay toen alle vliegers minimaal 5 uur training hadden gehad. Direct na hun vertrek zou een 20 tal Spitfires van een Tsjechies squadron vertrekken, welke op Bradwell hadden bijgetankt. De start ging vreselijk mis. Toen enkele Spitfires los kwamen van de startbaan, knalde een Spitfire van een volgende groep op een andere Spitfire. De vuurzee was enorm, en de hulpdiensten reden snel naar de plek. Een brandweerman zijn hoofd finaal van het lichaam geschoten door ontploffende munitie. De Mustang vlucht van het 64 Squadron werd terug geroepen. In de chaos beneden vergaten de piloten dat ze nog met de afwerpbare tanks vlogen. De eerste die binnenkwam maakte de klassieke Spitfire, maar de lage snelheid was funest voor de overbelaste Mustang, deze raakte in een spin en stortte neer, waarbij de vlieger het leven liet. De andere piloten brachten de Mustangs met meer beleid naar beneden.

Een Mustang II van het No.126 Squadron

Op 29 december 1944 werd de Wing weer verhuisd, nu naar RAF Bentwaters, 80 km noordelijker van Bradwell Bay. Het was er koud en de mannen werden ondergebracht in nissenhutten die met moeite warm gestookt konden worden. Met de Mustang konden de bommenwerpers tot het doel en terug begeleid worden. Duitse jagers waren zeer schaars en alleen de Flak was een bedreiging voor de bommenwerpers en de jagers. Op 20 maart 1945 werd een geheime missie aangekondigd waar de Bentwaters Wing, die nu uit vier squadrons, naar RAF First Field in Yorkshire moest gaan. Na een eerste briefing tgen de avond, waarin niets duidelijk werd, werden de piloten naar bed gestuurd door Michel 'Mike' Donnet, de Belgische Wing Leader van No. 64, 126 en 234 Squadron. Om twee uur in de nacht werden de vliegers uit hun bed gehaald. In de briefing-room zaten naast de Mustang piloten ook vliegeniers van Mosquito's. Het doel was het Gestapo Hoofdkwartier in Kopenhagen, Denemarken, onder de codenaam 'Operation Carthage'. De Mustangs begeleiden de Mosquito's naar Kopenhagen en vallen waar nodig afweergeschut posities aan. Het werd een missie die niet van chaos vrij was. Eén Mustang werd geraakt door afweer waarbij F/Lt. Dave Drew omkwam. P/O. Hamilton zijn Mustang maakte een buiklanding en werd krijgsgevangen gemaakt. Het doel, het Gestapo Hoofdkwartier, werd goed geraakt, maar helaas stortte een Mosquito op een school in de buurt waarbij 86 kinderen gedood werden en meer dan 60 gewond raakten. In totaal zouden 133 Denen het leven laten bij de aanval.
Voor meer over deze operatie, KLIK HIER

De verplaatsingen van Flinterman tussen mei 1944 en mei 1945
(beginnende bij RAF Sawbridgeworth)

Met 240 operationele vlieguren zat de inzet voor Flinterman erop. Op 23 maart 1945 werd hem het Distinguished Flying Cross (DFC) uitgereikt voor zijn inzet bij het No. 222 Squadron. Voor een toekomst om toch met jachtvliegtuigen te kunnen vliegen, nam Flinterman contact op met zijn oude Wing Commander Bird-Wilson. Deze zou kijken of er een instructeur positie was te vinden voor jachtvliegers. Maar voor hij kon verhuizen, vloog Flinterman op 25 maart zijn laatste operationele missie, een escorte van bommenwerpers naar Hannover. Maar een motorstoring gooide roet in het eten. Flinterman vreesde in Duitsland te moeten landen. Maar met een rustige sputterende motor werd een koers gezet naar bevrijd Nederland. Met geluk werd Eindhoven bereikt, waar de motor vervangen zou moeten worden. Flinterman zijn nummer twee, Frits, was niet van zijn zijde geweken, en samen stonden ze dus stil op Eindhoven. Frits stelde voor naar zijn ouders te gaan die nabij Eindhoven woonden. Met een geleende auto werd naar de boerderij gereden, waar de monden opengevallen zullen zijn toen vader en moeder de verloren zoon ontwaarden! Nadat de Mustang weer gerepareerd was vlogen de heren terug naar Bentwaters,... de laatst operationele vlucht van Jan Flinterman was een feit.

Op RAF Tangmere stonden ook buitgemaakte Duitse toestellen zoals deze Me 110

Flinterman meldde zich op RAF Tangemere als instructeur bij het Central Fighter Establishment. Hier werd niet alleen theorie gegeven over Duitse vliegtuigen, er waren ook buitgemaakte Duitse toestellen op Tangmere. Flinterman kreeg de kans om met een Messerschmitt Bf 109 te vliegen. Op Tangmere deelde Flinterman een kamer met F/O Colin G.S. 'Hoppy' Hodgkinson, die net als Douglas Bader, beide benen kwijt was. Hodgkinson was in mei 1939 zijn onderbenen verloren toen hij crashte met een Tiger Moth. Maar met kunstbenen en doorzetting stapte hij in september 1942 weer in een Spitfire. Hij behaalde twee luchtoverwinningen voor 'Hoppy' uit de lucht viel in november 1943 vanwege gebrek aan zuurstof op grote hoogte en neerstortte in een Frans veld. Hij kwam gewond, en zonder één kunstbeen, terecht in een Duits gevangenkamp, maar werd na 10 maanden door de Duitsers gerepatrieerd met het oogmerk dat hij van geen nut was voor verdere oorlogsvoering. Maar de Duitsers kenden de doorzetter 'Hoppy' niet, en zo werd hij instructeur naast ondermeer Flinterman. Flinterman hoorde ook in deze periode dat zijn vrouw zwanger was, die later de gezonde zoon Peter ter wereld bracht. Iedereen leefde naar het einde van de oorlog toe, en op 4 mei 1945 was het dan eindelijk zover, Europa was bevrijd. Twee dagen later vloog Jan Flinterman naar Nederland, met twee tassen lekkernijen begaf hij zich vervolgens naar zijn ouders,...

Van links naar rechts: Flinterman, Van Arkel en Van Daalen op
RAF Eastleigh in maart 1948 om Spitfire T.Mk IX trainers naar Twente te brengen

Flinterman werd voor zijn inzet in de oorlog bekroond met de Orde van Oranje-Nassau en het Vliegerkruis. Na de oorlog werd de nieuwe Nederlandse luchtmacht ingericht waarin Flinterman als majoor zijn plekje vond. Met onderandere ouwe maat Jan van Arkel vloog Flinterman Spitfires van Engeland naar Nederland. Toen Nederland met de Gloster Meteor ging vliegen wist Flinterman zelfs enkele Nederlandse snelheidsrecords op zijn naam te zetten met deze straaljager!

Flinterman staande in de cockpit van een Gloster Meteor

Ondanks dat vliegen zijn werk was, hij werd zelfs basiscommandant van de vliegbasis Volkel, was zijn grootste passie toch wel snelle auto's. En zo kon het gebeuren dat hij zich in 1952 kwalificeerde als eerste Nederlandse coureur in een Grand Prix! In een Maserati zou hij uiteindelijk negende worden in tweede Grand Prix race (bij de eerste Grand Prix was hij uitgevallen). In 1960 kreeg Flinterman een managment positie in de leiding van het luchtvaartbedrijf Martinair.

Het boek van Flinterman met illustraties van Otto Dicke

In 1962 verscheen het boek 'Jachtvlieger', geschreven door luitenant-kolonel vlieger b.d. der Koninklijke luchtmacht, Jan Flinterman, welke over zijn 5 jaar oorlog gaan. Het boek is een grote reis over Engeland, Schotland en Wales, waarbij een groot deel vooral besteed wordt aan het bezoeken van pubs, het aanschaffen van motorfietsen en oude auto's, en ook aan het vliegen tegen de Duitse opositie. Ter illustratie staan er een tiental tekeningen in gemaakt door Otto Dicke. Op de laatste bladzijde is een gedicht van Flinterman afgedrukt:

Dag wolken
dag lucht, een oude vliegerszucht
daarboven heb ik leren leven
in grauwe wolkenmassa's en dunne blauwe dreven
gij was mijn vijand en toch mijn vriend
gij hebt dit leven trouw gediend.
Onzichtbare draden tussen ons gespannen
verbindingen tussen vliegers, mannen
kameraadschap, eer en trouw
fundamenten voor het gebouw
waar's levens geest aan is ontsprongen
waar het karakter wordt gedwongen.
Die lucht, die wolken die ons dragen
ons aller concentratie vragen,
gelijk een vrouw die in haar haat
het liefst ook aan stukken slaat.

Op 26 december 1992 overleed Jan Flinterman op 73 jarige leeftijd.

GA TERUG