Links: Het logo van Jagdgeschwader 1 'OSEAU'
Oberst Herbert Ihlefeld kreeg op 20 mei 1944 het commando over Jagdgeschwader 1 (JG 1), welke hij overnam van
Major Heinz Bär. Major Heinz Bär had bij II./JG 1 in vier maanden 23 overwinningen behaald. Als
Geschwaderkommodore zou Ihlefeld dit Geschwader leidden tot het einde van de oorlog.
Bij zijn aantreden kreeg hij het commando over vier Jagdgruppen, welke opereerden met de
Focke-Wulf Fw 190 (I. II. en IV./JG 1). Eén Gruppe, het III./JG 1, opereerde toen met de Bf 109G-5/AS.
Direct na D-Day, 6 juni 1944, werden twee
Gruppen, I./JG 1 en II./JG 1, (plus II./JG 53), gestationeerd op Le Mans, in Frankrijk, met in totaal
100 Fw 190's en Bf 109's. De volgende dag, 7 juni, kwam de commandant van III./JG 1,
Hauptmann Karl-Heinz Weber, om het leven toen zijn Bf 109G-6 (Werknummer 410 399) door Amerikaanse P-51 Mustangs
uit de lucht werd geschoten. Weber,een aas met 136 overwinningen, zijn lichaam werd nooit teruggevonden.
Op 8 juni werden beide Gruppen naar de invasiestranden gestuurd om Jabo missies uit te voeren.
Ondanks dat JG 1 geen trainingen om als jachtbommenwerper op te treden hadden ondergaan, vlogen 25 Fw 190
over de Geallieerde schepen en bestookten deze met hun lading. Op 9 juni bombardeerden bommenwerpers van de
RAF het vliegveld van Le Mans en vernietigden daarbij zeven vliegtuigen en raakten vijf beschadigd.
Een Fw 190 van II./JG 1 met als logo de 'Tatzelwurm'
op de motorkap
Op 16 juni 1944, werd II./JG 1 verplaatst met haar 25 Fw 190's naar Essay, om van daaruit aanvallen uit te voeren
op de Invasievloot. Maar het wordt dezelfde dag nog gebombardeerd door Amerikaanse B-24 Liberators, waarop II./JG 1
uitwijkt naar Semallé, ten zuidoosten van Alençon. Maar ook hier waren de toestellen niet veilig. Nog maar juist
aangekomen werd het vliegveld bestookt door P-51's Mustangs, waarbij maar liefst 15 Fw 190 werden vernietigd,
plus elf niet-operationele Fw 190's, waarmee het deelnemen van II./JG 1 aan de strijd om Normandië uitgeschakeld was.
Tijdens deze korte strijd waren 27 piloten omgekomen, 3 gevangen genomen en twee gewond.
Een Fw 190 met een opvallend kleurenschema
van Jagdgeschwader 1
Op 17 augustus 1944, werd II./JG 1 ondergebracht op Reinsehlen, in Duitsland. Het was ondermeer
de bedoeling om de vliegers te gaan trainen op de toekomstige straaljagers, zoals
op de lichte jet Heinkel He 162 Spatz (Volksjäger). Maar het vliegen op deze jagers
zou nog tot het voorjaar van 1945 op zich laten wachten, daar de bouw en proefvluchten
nog gemaakt moesten worden. Likte II./JG 1 haar wonden, ook I./JG 1 had
het zwaar. Op 21 november bombardeerde de 8th Air Force Merseburg. Rond de twintig Duitse jagers werden
neergeschoten waarbij veel van de onervaren piloten van I./JG 1 omkwamen. I./JG 1 kreeg vervolgens opdracht
om zich op te maken voor het Ardennen Offensief (Battle of the Bulge) om steun te geven aan de grondtroepen.
Ook tijdens deze missies gingen verschillende piloten verloren, vliegers en vliegtuigen die slechts
mondjesmaat konden worden vervangen.
Herbert Ihlefeld schudt de hand van Adolf Hitler
(naast Ihlefeld, (v.l.n.r); Wolf-Dieter Huy (met arm in mitella) en Wolfgang Spate)
- Unternehmen-Bodenplatte -
(- Operatie Bodenplatte -)
Om nog eenmaal de kracht van de Luftwaffe te tonen aan de Geallieerden, werd Unternehmen-Bodenplatte (Operatie Bodenplatte)
uitgevoerd op nieuwjaarsdag 1945. Om 07.00 uur stegen vanaf verschillende vliegvelden in het noord-en
zuidwesten van Duitsland 1035 vliegtuigen op, samengebracht door tien Jagdgeschwaders en één
Schlachtgeschwader en twee zelfstandige Jagdgruppen. Opdracht was om 17 Geallieerde vliegvelden in Nederland,
België en Frankrijk aan te vallen de vliegtuigen die daar stonden opgesteld, te vernietigen. De operatie
zou samen moeten vallen met Operatie Nordwind, een hernieuwde grond operatie van de Duitsers na het
verlies van de Slag om de Ardennen. Helaas was er een blunder gemaakt in de vliegroutes van sommige eenheden,
toen deze over de zwaarst verdedigde gebieden werden gestuurd, namelijk daar waar de V2 installaties stonden,
rond Den Haag. Rond dit gebied stonden minstens 267 zwaar en 277 middelzwaar anti-afweer geschut, plus
zo'n 100 AA van de Kriegsmarine aan de kust van Nederland. Hierbij kwam de grote geheimhouding voor deze
operatie zodat het Duitse luchtafweer slecht op de hoogte was,... zelfs de piloten kregen maar
heel weinig informatie mee, en de informatie die ze kregen was slechts kort voor de start.
De aanvliegroutes van de Geschwaders van Bodenplatte
(de meest zuidelijke valt net buiten de kaart, die van JG 53, en ontbreekt)
Het Jagdgeschwader 1 van Oberstleutnant Herbert Ihlefeld kreeg drie doelen,
het RAF veld B.61 Sint-Denijs-Westrem,
bij Gent, het RAF veld B.65 bij Maldegem en het USAAF/RAF veld B.67 bij Ursel. In totaal wist
Ihlefeld 71 vliegtuigen bij elkaar te krijgen voor deze aanval. Alle drie Gruppen deden mee, I./JG 1
(gestationeerd op Twente, in Nederland) en II./JG 1
met Fw 190 en III./JG 1 met Bf 109 jagers. Ihlefeld leidde het
Geschwader hoogst persoonlijk en vloog mee in een Fw 190 van I./JG 1.
De artiest Gareth Hector legde op deze manier Operatie Bodenplatte
vast
Voor de aanval begon op Maldegem, om 08.30 uur, waren al vier Fw 190's verloren gegaan aan eigen
afweergeschut (waaronder Ihlefeld zoals we lager zullen zien). Bij Maldegem ging een Bf 109 verloren en
weer een Fw 190 verloren toen deze onderweg
was naar Ursel. Ook gingen minstens twee toestellen wederom verloren door eigen afweer geschut. De schade
aan RAF toestellen bedroeg 13 Spitfires vernietigd en twee zwaar beschadigd. Op Ursel werden zes vliegtuigen
vernietigd, waaronder een B-17 Flying Fortress, twee Lancasters en een Mosquito. De verliezen van I. en III./JG 1
waren 16 toestellen en 12 piloten. II./JG 1 viel het veld aan van St. Denijs-Westrem, van de 36 Fw 190 van deze
Gruppe, zouden er 17 worden neergeschoten. Tijdens het luchtgevecht wisten de Fw 190's twee Spitfires
neer te schieten en zeven tot een noodlanding te dwingen. Op het vliegveld zelf werden 18 Spitfires
vernietigd. In totaal zou het Jagdgeschwader 1 maar liefst 29 vliegtuigen verliezen, en 25 piloten. Hiervan zouden
slechts negen zijn neergeschoten door Spitfires, drie waarschijnlijk (of door luchtafweer). Slechts twee
Geallieerde vliegers kwamen om door de gevechten met het JG 1, één van 308 en één van 317 Squadron.
Crash van Ihlefeld
Berkel en Rodenrijs
Eén van de ongelukkige Duitse vliegers die neergeschoten werd, was de commandant van
Jagdgeschwader 1, Oberstleutnant Ihlefeld.
Hoe het precies gegaan is, is onduidelijk, maar we kunnen er van uitgaan dat het op de
aanvliegroute al reeds is gebeurd. Nadat de Bf 109’s van III./JG 1 vanaf het vliegveld
Rheine waren opgestegen en westwaarts vlogen, stegen ook de Fw 190’s van I./JG 1 vanaf
Twente op. Deze twee Gruppen vlogen gezamenlijk westwaarts, om ter hoogte van Utrecht
in een knooppunt van andere Geschwaders te raken. Over Utrecht braken de formaties en de
(noordelijke) Geschwaders vlogen vanaf hier naar hun doelwit. Zo’n 50 km ten noorden van
Twente vertrok ook II./JG 1 vanaf het vliegveld Drone in Duitsland. Omdat deze Gruppe iets
verder moest vliegen, vloog het II./JG 1 een directe zuidwestelijke route. I./JG 1 en III./JG 1
vlogen een route ten noorden van Den Haag, om iets buiten de Nederlandse kust zuidwaarts af te buigen.
Iets voorbij de hoogte van Rotterdam zou dan II./JG 1 aanschuiven en gezamenlijk zou JG 1 verder
vliegen richting België.
De aanvliegroute van JG 1 vanuit het oosten
(de rode 'vlek' geeft de crashplek aan van Ihlefeld)
Volgens rapporten passeerde JG 1 rond 08.00 uur de Duits-Nederlandse grens. De snelheid
van de toestellen zal rond de 500 km/u hebben gelegen, en I. en II./JG 1 zullen rond 08.15 uur
het luchtruim ten noorden van Den Haag zijn binnengevlogen. De Duitse luchtafweer batterijen rond
de Residentie openden het vuur op de aanstormende Fw 190’s, hierbij werden vier Fw 190’s neergeschoten
van I./JG 1, waaronder die van Oberstleutnant Herbert Ihlefeld. Zijn toestel stortte brandende ter aarde en
crashte nabij de boerderij van de familie Van der Velde, in Berkel en Rodenrijs. Ihlefeld wist zich
in veiligheid te brengen met zijn parachute en overleefde de crash en zou zich later weer voegen
bij zijn Geschwader. Maar zijn vliegtuig bleef achter in de Hollandse klei. Er werd een
Duitse bewaking ingesteld, maar deze nam het waarschijnlijk niet zo serieus.
Hoe de propellerbladen aan de Fw 190 zaten,..
en de trofee van Ihlefeld uit het wrak bij Berkel en Rodenrijs
In de nacht die volgde op de crash, ging de vader des huizes, samen met drie broers van zijn vrouw,
het veld in om te kijken of er wat te halen viel uit of van het wrak. Want zou een propellerblad
bijvoorbeeld niet een mooi souvenir zijn? Maar de mannen ontbeerden goed gereedschap en alles moest
zo geruismogelijk ondernomen worden om de bewakers niet te alarmeren. Het lukte dan ook niet de eerste
nacht om een propellerblad los te krijgen,… het zou zelfs enkele nachten werk gevergd hebben. Maar
uiteindelijk lag de trofee op een dag op de keukentafel. Het propellerblad
werd begraven in een grote schuur om bewaard te blijven tot na de oorlog.
In december 1945 is de familie naar Bussum, in het Gooi, geëvacueerd en de propeller kreeg een
plek in de gang van het ouderlijk huis.
Links de heer Harry van der Velde die de propeller overdraagt aan
Johan v.d. Hoeven, directeur van het Oorlogs-en Verzetmuseum, in Rotterdam
(in het midden de kleinzoon van de heer Van der Velde)
En zo hing het propellerblad jarenlang in de gang van de heer Harry van der Velde. Tot de zomer
van 2013, toen besloten werd om het te schenken aan het Oorlogs- en Verzetsmuseum in Rotterdam. Hierop
schreef de heer Van der Velde mij een mail, en berichtte mij over de schenking en dat eigenlijk Ihlefeld
een plekje zou moeten krijgen op de Fw 190 pagina’s. Maar lopende het onderzoek naar zijn verhaal,
paste dit ook op de Bf 109 pagina (en als ik een pagina gewijd had aan de He 126 ook op die).
Verloren Bodenplatte
Verloren oorlog,...
Operatie Bodenplatte was een twijfelachtig 'succes' voor de Luftwaffe. Er is grote onduidelijkheid
hoeveel schade aan de Geallieerde vloot was aangericht, want de Amerikanen waren verre van secuur in het
vermelden van de verliezen door de operatie. Schattingen zouden aangeven dat 305 vliegtuigen waren
vernietigd en 190 beschadigd, hierin zijn ook de 15 Geallieerde jagers die tijdens luchtgevechten werden
neergeschoten en de 10 beschadigde tijdens gevechten. Vooral JG 3 had op Eindhoven goed gescoord, met 26
Hawker Typhoons vernietigd en zeker 30 beschadigd. Ook werden op Eindhoven vijf Spitfires vernietigd door JG 3.
Ook op Brussel-Melsbroek werden grote verliezen geleden, 35 vernietigde en 9 zwaar beschadigde vliegtuigen,
maar met de kantekening dat daar JG 27, JG 54 en JG 4 voor nodig waren. Maar de grootste veliezer bleek
achteraf toch de Luftwaffe. Deze had maar liefst 143 piloten verloren, gedood of vermist, en 21 gewond
en daarnaast nog eens 70 piloten in Geallieerde gevangenschap. Onder deze verliezen waren zogenaamde
Experten, azen met grote ervaring, waaronder ook nog eens drie Geschwaderkommondore. Het was een
aderlating onder het Jagdwaffe dat Duitsland nooit meer te boven zou komen.
Een oorlogsmoede Fw 190 van JG 1 in het voorjaar
van 1945
Waren de verliezen voor de Duitsers nagenoeg niet meer aan te vullen na Operatie Bodenplatte,
en liet de luchtverdediging vanaf 1 januari 1945 veel te wensen over, bij de Geallieerden waren de verliezen
binnen enkele dagen weer aangezuiverd.
Op 30 januari 1945 werd Ihlefeld gepromoveerd tot Oberst. In februari 1945 ontving I. Jagdgruppe van JG 1
als eerste eenheid de Heinkel He 162A-2 Spatz (wellicht beter bekend als de Volksjäger). I./JG 1 werd
naar Parchim verplaatst om zo dicht mogelijk
bij de productielijnen van de He 162 te zijn, en de toestellen direct in ontvangst te nemen. In maart
werden de eerste trainingen ondernomen, maar er waren grote problemen, met name de aanvoer van voldoende
brandstof nu het Duitse Rijk snel in elkaar klapte. Vanwege een bombardement door de USAAF op Parchim, op
7 april, werd I./JG 1 verplaatst naar Ludwiglust en daarna naar Leck, aan de Deense grens.
Heinkel He 162A-2 Spatz van I./JG 1
Op 8 april was II./JG 1 overgeplaatst naar Marienhe om ook de He 162 in ontvangst te nemen en hun Fw 190's
daarvoor in te ruilen. III./JG 1 zou ook overgaan op de He 162, maar deze Gruppe werd ontbonden om gaten
op te vullen bij andere eenheden. Half april ging het JG 1 in de aanval met de He 162 en er zouden ook
enkele overwinningen mee behaald zijn. Maar de verliezen waren erg groot. In dezelfde periode dat er
operationeel mee werd gestart, werd ook de eerste He 162 neergeschoten door een Hawker Tempest van de RAF.
De verliezen liepen snel op, zeker 13 gingen verloren, waarvan 10 door technische problemen, zoals 'flame
out' van de BMW 003 straalmotor. Slechts twee zouden daadwerkelijk worden neergeschoten door de Geallieerden.
Twee andere vliegers kwamen om toen hun He 162 zonder brandstof kwamen te zitten, welke maar toereikend was
voor 30 minuten. Met de nadering van de Russen, vertrok II./JG 1 naar Leck om zich te voegen bij
I./JG 1.
Oberst Herbert Ihlefeld, tweede van links, wacht
met andere officieren
van JG 1, op het vliegveld van Leck, op
de Britse troepen
Op 3 mei werden de overgebleven over twee groepen verdeeld, I. Einsatz en II. Sammel.
Maar op 5 mei 1945 was het voorbij en werden alle toestellen aan de grond gehouden, en op 6 mei
werden de overgebleven He 162's overgedragen aan de RAF.
Een He 162A van JG 1, zoals aangetroffen op het vliegveld van Leck
Herbert Ihlefeld overleefde de oorlog, maar het had voor hem met acht crashes heel anders kunnen aflopen.
Ihlefeld werd 81 jaar, en overleed twee maanden na zijn 81ste verjaardag, op 8 augustus 1995, in Wenningsen, Niedersachsen.
GA TERUG